N#. 8667. Dinsdag 22 31 ei. A0. 1888. (§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Derde Blad. Pinksterbloemen. Burgerlijke Stand. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Loidon per 8 meenden1.10. Prenoo per peet1.40. Aftonderiyke Nommere.0.05. PRIJS DER ADVERTENTIBN: Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer/0.17J. Grootere lettere neer pleateroimte. Voor het in- caseoeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. Haar aantal zal wellicht wat kleiner zijn dan in vorige jaren, daar zijn ze ons niet minder lief om. Lang hebben we er naar uit gezien, met steeds vuriger begeerte, naarmate de zon hooger rees en toch ons niet het rechte genot vermocht te schonken van hare stralenwel stroomen van licht, maar geene koesterende warmteToch is eindelijk liet schoons jaargetijde werkelijk gekomen; daarmede is de vrees verdwenen dat de voor hoede van Flora's lachenden stoet zal staan te huiveren in het dunne, veelkleurige pakje, angstig het hoofd buigende onder den killen adem van den noordenwind, die ons met bewonderenswaardige trouw agplang Bijbleef. Al ware die vrees bly vfl^bestaan, toch is Pinkster ons vrooiyk zomerfeest, en geene afwijkingen van de gewone gesteldheid der natuur kunnen het dit karakter doen ver liezen. Ziet eens, hoe jong en oud. maar inzonderheid de dartele jeug i, i i.uu.i met het nieuwe kleedde kleine luitjes hebben er reeds geruimen tyd verlangend naar uitgezien, en moeder, de ijverige en zuinige vrouw van den handwerksman, spande alle krachten in om haar volkje Zondag netjes voor den dag te doen komen. Welk een rechtmatige, welk een heerlijke trots toovert eon glimlach op haar gelaat, als de kinderen, met alle zeilen bij, gezamenlijk de haven der ouderlijke woning uitstevenen, om hier en daar, bij familieleden en vrienden, „de vlag te toonen." Trots, maar hopen we, ook dankbaarheid voor het ruime loon, dat aan hare toewijding ten deel valt, is te lezen in den blik, waarmede zij die blijde kindertjes, hare Pinksterbloemen, nastaart. Zomer is het geworden, zomer in de natuur, zomer ook in de groote menschenwereld. 't Is waar, we zijn niet zoo gelukkig als de oude Israëlieten, die reeds de eerstelingen van hun oogst konden aanbieden; het zijn bij ons nog maar bloemen, welke wel vruchten beloven, maar geenszins verzekeren. In de stoffelijke orde der dingen ontkiemt en wast alles geregeld door en geeft een oogst te zijner tijd, en ook op zedelijk gebied is die wet van kracht; alleen, de seizoenen bestaan daar niet uit weken en maanden, maar uit eeuwen, en de toe neming van de plant in hoogte, in uitgebreid heid en in sterkte van wortels is voor het Bcherpzienst oog nauw zichtbaar. Hetgeen velen gebracht heeft tot de dwaze conclusie, dat er geen zomer is en dat de groei slechts een product is der verbeelding. Ware inderdaad de oogst reods rijpende op den akker, de maatschappij zou er eenigszins anders uitzien dan zy thans doet. Haar lyden is misschien te vergelijken by hetgeen som mige natuurvolken ondervinden in het tydperk, dat de inzameling der nieuwe veldvruchten voorafgaat, als wanneer men zich moet be helpen met stoffen van weinig voedingswaarde. Zy heeft bohoefte aan eene krachtige voeding, welke geheel haar wezen doordringt, opwekt, bezielt; de menschenliefde, door het Christen dom als het ééne noodige gepredikt, - en welke iets meer is dan zekere af en toe opwellende nelgingen om eens voor een enkelen keer wel willend, hulpvaardig of vrygevig te zyn, die onbegrensde liefde, welke zich geheel en al, zonder eenige terughouding, geeft aan het welzyn der broederen, zy is ook, by uit sluiting van elk ander, het voedsel, dat de maatschappy behoeft, en dat haar krank orga nisme tot een vernieuwd leven kan wekken. Zyn we reeds zooverre gevorderd, dat een ruime oogst kan worden binnengehaald, in de schuren opgestapeld en over de wereld markt verspreid Ach, we zien pas de eerste lingen der bloemen. We kunnen dus hopen en geloovend vertrouwen, maar het oogenblik der aanschouwing is nog ver van ons ver- wyderd. En inmiddels zoekt de maatschappy haren honger te stillen, hare pon te versmoren, haar leven te rekken met surrogaten en kunstmiddelen. Er worden stelsels uitgedacht en maatregelen voorgesteld, er worden proeven genomen en plannen ontworpen, o, dat alles is voortreffeiyk, zoo ten minste daaraan niet ten grondslag ligt de begeerte om van zich te doen spreken als diepzinnig denker, als menschlievend man te worden begroet of wel ontevredenheid uit te zaaien, ten einde een oogst van geheel anderen aard te winnen dan welken we voor het maatschap- peiyk levensbehoud onmisbaar achten; dat alles kan de lydende samenleving voor ondor- gang bewaren, in afwachting van het tydstip, waarop de Heilige Geest van een werkzaam Christendom haar zal bezielen en alle verdere stelselzoekery overbodig maken, mits het toch niet den stempel der broederiyke liefde geheel missoj en- het wel degeiyk de uitdruk king zy van de overtuiging, dat gy en ik ■mmr broeders hoeder wèl zyn. Ter plaatse, waar de aanschouwing van den rypenden oogst eenmaal het hart in verruk king zal brengen, ziet ons oog nog slechts de zomerboden, de lieve Pinksterbloemen. Laat ons ze toch met zorg aankweekenvergeten we niet dat zy, boven en behalve hetgeen haar zoo aantrekkelyk maakt, het vruchtbe ginsel in zich bevatten. Zy beantwoorden stellig niet aan de hoogste idealen eener waariyk Christeiyke gezindheid, doch ze zyn er niet vreemd aan. Het is slechts weinigen gegeven, eenigen invloed van beteekenis te oefenen op het inge wikkeld samenstel van vaak tegenstrydige be langen, welke men do maatschappy heet. Maar in kleinen kring kan elk ontzaglyk veel doen, indien we de betrekkingen, in welke wy tot onze medemenschen staan, hot kenmerk doen dragen van dien Heiligen Geest-, van welks openbaring ons jaarlyksch Pinksterfeost de horinnering bewaart. Elk van ons moet zyne Pinksterbloemen verzorgen en opk weeken, opdat er iets uit opwasse van blyvende waarde. Over het algemeen wordt er niet voldoende rekening mede gehoudon dat de geest des Christendoms niet is iets lydelyks, iets theoretisch zouden we haast zeggen, maar zeer stellig een krachtige spoorslag tot doen. Men kan zich het hart voelen gloeien van geestdrift voor al wat goed is en schoon, en niettemin oen erbarmelyk Christen blyven, omdat de edele daad niet volgt op de ver hevene gedachte. Er bloeien ook „looze" bloe men in de Pinkstergaarde. Die, waarvan de aankweeking ontegenzeg- gelyk zal bydragen om den toekomstigen oogst overvloediger te doen zyn, kennen wy allen. Men heeft ze den naam van deugden ge geven, ofschoon het slechts de natuurlyke gemoedsopenbaringen zyn van wie heeft leeren begrypen waar eigenlyk het geluk te vinden is. IJver voor het algemeen welzyn, zonder baatzucht noch ydelheid, want als die twee onkruiden zich aan den wortel van het bloemgewas vasthechten, hebben zy het spoo dig verstikt; getrouwe plichtsvervuiling, in het groote zoowel als in het kleine, zonder ook het geringste daarop te willen afdingen; mot ernst, zonder stroefheid, met biymoedig- heid, zonder lichtzinnigheid, de wereld door gaan, goeddoende waar onze hand slechts een plaatsje vindt om haar werk te verrich ten onwrikbare waarheidsliefde, als grond slag voor elke verhouding, waarin we staan tot individuen en maatscliappelyke groepen, wy gelooven te mogen aannemen dat in eiken Christeiyken hof, door de Zon van den Hei ligen Geest beschenen, deze Pinksterbloemen wel met zorg gekoesterd zullen worden. Gemengd Nieuw». Nu sedert eenige dagen de ther- mometer meer en meer gerezen is en enkelen zelfs al beginnen te klagen over de druk kende warmte, zal zeker de tyding dat de bassins op de zweminrichting „Rhynzigt" a. s. Maandag zullen geopend worden, zoowel voor dames als voor hoeren, menigeen zeer wel kom zyn. Bekend is het, hoe voortreffelyk alles op „Rhynzigt" is ingericht en dat niets onbeproefd wordt gelaten om, zoo mogeiyk, nog steeds verbeteringen aan te brengen. Vooral de prachtige ligging van de zwem inrichting en het fraaie vergezicht, dat men voor de koffiekamer over den Ryn heeft, zullen zeker menigeen, ook hen, die geen lid van „Rhynzigt" zyn, tot het herhaaldeiyk bezoeken van tuin en koffiekamer aansporen. Als eene byzonderheid kan hier tevens mede gedeeld worden dat de grootvader en de vader van den tegenwoordigen, nieuw aangestelden opzichter by het baden ook die betrekking aan dezelfde inrichting hebben bekleed. Het zal dus geene verwondering verwekken, zoo deze opzichter eene groote mate van bekwaam heid bezit wat die betrekking betreft, welke ook reeds door zyne voorvaderen werd waar genomen. Het schynt toch in den aard der familie te liggen om voor de zwemmers zorg te dragen. Mot den ingang van het nieuwe seizoen is de grootvader Arnoldus als hoofd-opzichter van de algemeene zwemplaats eervol en met pen sioen, ontslagen. Aldaar nu vervangen door zyn zoon, die tot nog toe op „Rhynzigt" een goed bekende en vertrouwde was, is deze hier opgevolgd weer door diens zoon. Iedere wandelaar of wande laarster aan den Leidschen weg te Utrecht, wordt sedert Zondag onwillekeurig getroffen door de waakzaamheid van een zwaan, welke daar aan den Ryn zyn nest heeft. Steeds zwemt hij vóór hot nest heen en weer en, komt er een bootje aan, van welkezydo ook, dan begeeft hy er zich dadelyk met opge zotte vleugels heen en blyft het van zeer naby vergezellen tot het ongeveer 15 meters voorby het nest is. Komen er daarentegen van beide kanten vaartuigen aan, dan is het trouwe dier razend en zwemt of liever vliogt van het eene naar het andere. Uit de lp schouwing van den ongelukkigen Dutilleux maakt men op dat hy nog twaalf dagen nadat hy in don put begraven werd, geleefd heeft. Mon vond den ongelukkige zittend, het hoofd een beetje naar achteren; de dood was door verstikking van het zand, dat hem in de keel geraakto, niet door honger veroorzaakt. Mag men oen berichtgever der „Débats' gelooven, dan is in de eerste dagen nadat de ongelukkige bedolven werd, met het aanbren gen van hulp op onverantwoordolyke wyze getalmd. Later is men willekeurig met het werk opgehouden, hetwelk slechts na twoo dagen hervat werd, toen toevallig iemand het gejammer van den reeds dood verklaarden man hoorde. De gedachte aan do angsten die deze moet hebben doorstaan toen liy hoorde hoe het begonnen werk weder was gestaakt is ontzettend. Hot grootse he plan om hot En gelsche kanaal te overbruggen duikt andor maal op. De ingenieurs van do beroemde Fransche fabriek van Creuzot en do heer Hersent, ex-president van de vereeniging voor ingenieurs, hebben het uitgewerkt. Zy wyzen er op dat de vooruitgang der ijzer- en staalindustrie hot thans mogeiyk maakt hun plan te verwezeniyken. De brug zou 30 kilometer lang worden en 50 meter hoog, zoodat alle schepen or onder door kun nen varen. De afstand tusschen de pylers zou 500 meter zyn. Behalve vier paren spoor staven zou de brug een weg voor voertuigen en een voor voetgangers krygen. Vluchthuis- jes, alarmbellen en krachtige lichten zouden op eiken pyler geplaatst worden. Daar het kanaal eono gomiddelde diepte heeft van 25 a 39 meter, meenen de ingenieurs dat hot plaatsen dor pylers geene onoverkomelyke be- zwaron zal opleveren. De brug zal 800 mil- lioen franken kosten, haar gewicht zal twee millioen tonnen bedragen en zy zal in zos jaren gebouwd kunnen worden. Het plan zal binnonkort worden onderzocht door eene internationale commissie van deskundigen. Valt dit onderzoek gunstig uit, dan is de Kanaalbrugmaatschappy van plan eene con cessie-aanvrage in te dienen by de Fransche en Engelsche regoeringen, zonder daarbij een subsidie te bedingen. De „Pall Mali Gaz." zegt er van: Het plan is uitstekend. Ééne zaak hebben de ontwerpers echter over het hoofd gezien, nl. dat de Engelschen de briig niet noodig hebben en er niets van zullen willen hooren. Hoewel het plan dus zal worden goedgekeurd door de geheele beschaafde wereld en waarschynlyk ook door den heer Gladstone, zal er wel niets van komen. Adeline Patti bevindt zich thans te Buenos-Ayres; de ontvangst bedroeg by haar eerste optreden aldaar 122,000 franken. Op den A t c.h i son T o p eka-Santa- Fé-spoorweg stond Maandag te Fountain een trein, waartegen eenige van eene zyiyn komende goederenwagens aanbotsten. Een met buskruit geladen wagen sprong door den schok. Het station, verschillende belendende gebou wen en een aantal der wagens werden geheel vernield. Drie personen verloren het leven en twaalf werden gekwetst. De Afghaanse h o quaostie be- gint weer te herleven. Uit St.-Petersburg wordt gemeld dat het l>y de grens tot een bloedig gevecht is go- komen tusschen de Afghanen en de Turkoman- nen, waarin aan weerszyden vier slryders sneuvelden. Kolonel Alikanoff is terstond naar het tooneel van den stryd vertrokken. Te Londen hecht men aan dit voorval geene waarde, evenmin als aan het bericht der „Kreuz Zeitung", die verzekert dat de Russen weer toebereidselen maken tot eene bezetting van Herat. Te Carlepont, dep. Oise, heeft Fleury, sedert 40 jaren notaris aldaar, zich van kant gemaakt. Hy laat een passief van 5- a 600,000 fr. na. Muilek-Projjru m ma's. MUSIS SACRUM. Zondag 20 Mei, te twee uren, door bet muziekcorps der dd. Schutterij, diroctour de heer A. Van Leeuwen. lste afd.: No. 1. „Frühlings- lust", Marsch, Meisel2. Ouverture: „Tompelweiho", Kélor-Béla3. „Auf Gliickcs Wogen", Walzcr4. „Wahl- Idylle", Tongemalde, Hasseliuan. 2de afd,: No. 5. „Goldone Storno", Gavotte, Uilenberg; G. Air du „Stahat Mater" (arr. Van Leeuwon), Rossini7. „Naeh- tigal und DroBsel" (Duo pour 2 Picolo's Soloj, Kling 8. „Turnerfreude", Marsch, Unraht. Yan 11 tot 19 Mei. SASSEN HEIM. Ondertrouwd: Willem Hen drik Bieler, wonendo to Haarlem, en Helena Anna Perfors. Bevallen: O. Yan Ginhovengéb. YanDeursen, D. ALKEMADE. Bevallen: J. Loogman geb. Zwetsloot, dochter. E. M. Buurman geb. Blom, zoon. Overleden: Klazina Anna Jansen, 2 jaren. J. H. Yan Yliet, echtgen. van Maria Erkelens, 25 jaren. Gehuwd: J. Heemskerk, jm. 87 j. en A. Bakker, jd. 25 j. W. Hoogonboom, jm. 27 j. on G. Aker boom, jd. 22 j. H. Van Berkel, wedr. 43 j. en M. Van Kints, jd. 32 j. A. Hoogenboom, wedr. 49 j. en G. Hoogenboom, jd. 29 j. VOORHOUT. Geboren: Bernardna Petrus, zoon van B. T. Scbulte en W. P. Van Boon. Cor nelia, dochter van H. Brama en C. Schrama. Gehuwd: A. Van der Ploeg, jm. 25 jaren en J. Yan der Zalm, jd. 25 jaren. A. I. Hoogendam, jm. 2G jaren en M. Hoogstraten jd. 24 jaren. A. Van der Lans, jm. 23 jaren en W. Yan Werkhoven, Jd. 2G jaren. OEGSTGEEST. Bevallen: J. Van Egmond geb. Van den Eykel, zoon. J. Wageinans geb. Van Wouw, zoon. Overleden: Joh. Nicolaaa Seljee, 8 maanden. Gehuwd: J. Van der Gaag, jm. 17 jaren met B. C. Van den .Heuvel, jd. 20 jaren. Th. Bruys'ens, wedr. 45 Jaren, met M. J. Batteljó, wed. C2 jaren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 9