N°. 8663. Woeiisdaji 16 3Iei. A0. 1888. Tweede Blad. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Burgerlijke Stand. Feuilleton. TWEE OUDE BOEREN. LEIDSCÏÏ DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Lud.n per 8 meenden1.10. Treneo per peei1.10. AAonderliflce Nommvrm.0.05. v Gomengd Nieuwe PRIJS DER ADVERTENTTHN Ven 1—6 regele 1.05. Iedere regel meer/0.17^. Grootere lettere neer pleetemimte. Voor het in* casaceren buiten de ated wordt 0.10 berokend. Eene quaestie, welke bereids verscheidene malen aanleiding tot juridische debatten heeft gegeven, werd gisteren nog maals voor de Haagsche rechtbank behandeld, deze nl. of uit zee aangespoelde voorwerpen een eigenaar hebben. Twee arbeiders uit Katwyk aan Zee hadden eene aangespoelde, met kleedingstukken, papie ren enz. gevulde kist medegenomen, na ge doogd te hebben dat de menigte, welke bjj de vondst tegenwoordig was, haar geopend en den inhoud ontvreemd had. De eerste beklaagde trachtte het te doen voorkomen alsof hy in gezelschap van zyn medebeklaagde de kist naar de strandvonderij had willen brengen, doch de tweede beklaagde bekende ruiterlijk dat zy de kist hadden willen behouden om haar te verkoopen. Substituut officier van justitie, mr. baron De Vos Van Steenwyk, vorderde tegen beide beklaagden 14 dagen gevangenNs'r .f, Zy werden verdedigd door mr. J. V.m Praag, die aanving met nietigheid der dagvaarding te pleiten, omdat in het afschrift van dit ge- rechteiyke stuk slechts de eerste beklaagde gedagvaard was en de tweede was vergeten, waardoor de aanklacht dat er diefstal „te zamen en in vereeniging" gepleegd was, onge- rymd mocht heeten. Op juridische gronden be toogde by dat eene aldus ingerichte dagvaar ding niet kon gelden. Wat de zaak zelve betrof, achtte hy door niets bewezen dat de kist een eigenaar had en is dus geen persoon aan te wyzen tegen wien het misdryf gepleegd is, hetgeen, volgens pleiter, noodig is voor diefstal. Daarby komt dat een eventueele eigenaar wellicht de be doeling kan gehad hebben zich van de kist te ontdoen, haar prijs te geven aan den vinder. Waar een en ander zoo vaag was, vroeg pleiter vryspraak. Het openbaar ministerie diende van repliek. Wat de wettigheid der dagvaarding betrof, constateerde ZEA. voor de zooveelste maal dat het verkeerd gezien is dagvaardingen door ryks veld wachters te doen beteekenen, ofschoon hy meende dat het euvel, waaraan deze dag vaarding mank ging, geene nietigheid kon ten gevolge hebben. Aangaande de vraag of hier al dan niet diefstal is, beriep subst.-offlcier zich op een arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 6 Maart 1888, naar welk college de Hooge Raad eene soortgeiyke zaak als de aanhangige had verwezen en waaruit bleek dat het Hof, waar de Hooge Raad van oor deel was dat onjuist is de uitlegging, aan de artt. 551-558 Wetb. v. Kooph. gegeven, dat alle gestrande goederen, een, zy 't dan ook onbekenden, eigenaar hebben, besliste dat, al werpt een eigenaar eenig goed overboord, b. v. om het vaartuig te verlichten, die eige naar daardoor den eigendom niet heeft verloren. Uitspraak a. s. Donderdag. Onder de verveners te Appelscha bestond de gewoonte, dat men in plaats van 's nachts te slapen, te middernacht opstond om zich gereed te maken voor den veldarbeid, 't Was schier een wedstryd, wie het pand er maar eerst uit had. Reeds op den morgen had men dan al ge daan werk. Eene gunstige bepaling hebben nu de veen- lieden zeiven gemaakt, welke ook volkomen de goedkeuring draagt der vervenors. Met een hoorn wordt nu 's morgens met zonsopgang op verschillende plaatsen aange kondigd dat het werk aanvangt en niemand mag nu vóór dien tyd beginnen. Deze bepaling is nu na de werkstaking ingevoerd. Het bericht dat de veenarbeiders te Tynje onder Terwispel (Fr.) opnieuw het werk zouden hebben gestaakt, is niet bewaar heid. Allen zyn rustig aan 't werk. Het jongste appèl in de veendery te Ooster zee en Echten (Lemsterland) heeft geen be vredigenden uitslag gehad. De veenarbeiders blyven by hun eisch. De toestand is kalm, maar hier en daar was de politie genoodzaakt sommige trekkers tegen werkstakers te be schermen. Het detachement huzaren, dat onder aan voering van den ritmeester P. Yan Tienhoven in de venen verbiyf hield, is gisteren te Deventer in garnizoen teruggekeerd. Te Tilligte, gemeente Denekamp, werd de 17-jarige zóón van den landman J. Damhuis, terwyl hy alleen te huis was, door een toeval getroffen, met het gevolg dat hy in het vuur geraakte en eenigen tyd later aan de bekomen brandwonden bezweek. Kantongerecht te Lelden. Door het kantongerecht alhier zyn ver oordeeld F. H. S. en G. S., te Leiderdorp, wegens te Leiderdorp spelen met geld op den open baren weg, elk tot ƒ1 of 1 dag hechtenis. D. W., te Noordwyk, wegens te Noordwyk in gesloten jachttyd, zonder consent of buiten gewone machtiging, pogingen aanwenden om wild te bemachtigen door honden, tot 4 of 4 dagen hechtenis. L. B., P. v. M. en J. D., te Noordwykerhout, wegens in de maand April zoeken naar eieren van kievitten op eens anders grond, niet in gezelschap en zonder schrifteiyke toestemming van den eigenaar of rechthebbende, elk tot 2 of 2 dagen hechtenis. A. v. W., te Warmond, wegens hetzelfde misdryf, tot 2.50 of 2 dagen hechtenis. A. d. 1. R., te Leiden, wegens te Leider dorp zitten op een door honden getrokken voertuig, tot 1.50 of 1 dag hechtenis. H. M., te Leiden, wegens hetzelfde misdryf, tot 1 of 1 dag hechtenis. J. d. 1. R., te Leiden, wegens hetzelfde mis dryf, en de honden niet voorzien van muilkorf, 2-maal 1 of 2-maal 1 dag hechtenis. C. Z., te Rynsburg, wegens te Oegstgeest lo. zitten op eene door honden getrokken kar, 2o. do honden niet gemuilkorfd hebben, 3o. de honden niet onder het voertuig gespannen hebben, de beide laatste overtredingen twee maal gepleegd, - tot 5-maal 1 of 5-maal 1 dag hechtenis. A. v. D., te Katwyk, wegens te Katwyk een hond als trekdier bezigen, tot 0.50 of 1 dag hechtenis. A. P., te Leiden, wegens zich in kennely- ken staat van dronkenschap bevinden op den openbaren weg, tot 3 maal 2 dagen hechtenis. B. v. E. en J. v. R., te Leiden, wegens hetzelfde misdryf, elk tot 2 dagen hochtenis. H. C. P., J. K. en J. J. N., te Leiden L. H., te Noordwyk, en A. 3., te Alkemade, wegens hetzelfde misdryf, elk tot 1 of 1 dag hechtenis. J. W., te Voorschoten, wogens hetzelfde misdryf, tot 2 maal 0.50 of 1 dag hech tenis. W. F. v. T. en J. S., te Leiden, wegens hetzelfde misdryf, elk tot 0.50 of 1 dag hechtenis. L. P., woonplaats onbekend, wogens het zelfde misdryf, tot 2-maal 1 of 2 maal 2 dagen hechtenis. G. v. d. M., te Rynsburg, wegens hetzelfde misdryf, tot 1 of 1 dag hechtenis. J. G. i. 't W., te Hazerswoude; A. S. en N. B., te Leiderdorp, wegens te Leiderdorp eens anders vischwater bevisschen zonder voorzien te zyn van een schriftelyk bewys van vergunning van den eigenaar of rechtj hebbende, de beide eersten elk tot 5 of 2 dagen hechtenis, de derde tot 0.50 of 1 dag hochtenis. P. C. v. S. en J. M., te Zoeterwoude, wegens te Zoeterwoude in vereeniging vis- schen zonder te zyn voorzien van daartoe betrekkelyke akte, de eerste tot 2 of 1 dag hechtenis, de tweede tot ƒ0.50 of 1 dag hechtenis en verbeurdverklaring van een in beslag genomen schakel. G. v. d. M., te Leiden, wegens in de maand April zoeken van eieren van kievitten op eens anders grond, niet in gezelschap en zonder schriftelyke toestemming van den eigenaar of rechthebbende, tot ƒ2.50 of 2 dagen hechtenis. B. K., te Leiden, wegens te Oegstgeest eens anders vischwater, dat met ander visch water in verbinding staat, bevisschen met een strik en zonder voorzien te zyn van een schriftelyk bewys van vergunning van den eigenaar of rechthebbende, tot 2-maal 2 of 2-maal 2 dagen hechtenis, met verbeurd verklaring en bevel tot vernieling van den in beslag genomen strik. Y. P. en P. P., te Katwyk, wegens te Katwyk, zonder daartoe te zyn gerechtigd, loopen over eens anders grond, waarvan de toegang op een voor hen blykbare w-yze door den rechthebbende was verboden, de ver volging geschorst totdat over het geschilpunt van het Burgeriyk recht zal zyn beslist. J. A. t. K., te Leiderdorp, wegens te Leider dorp, zonder daartoe gerechtigd te zyn, zyn niet uitvliegend pluimgedierte laten loopen op bezaaiden grond, - tot 2 of 1 dag hech tenis. T. O., te Katwyk, wegens te Katwyk zit ten op een door honden getrokken voertuig, vrygesproken van het hem by dagvaarding ten laste gelegde. AARLANDERVEEN. Gehuwd: B. Heljman 26 j. en J. Simmerman, 21 j. G. Graafland, 23 j. en C. A. Do Bruin, 22 j. D. Kruit, 23 j. en J. Hogenes, 19 j. BODEGRAVE. Bevallen: S. De Jong goh. Nelsman, Z. E. Van Os geb. Mulder, Z. Overleden: Een levenloos aangeg. kind van D. Hoogendoorn en A. Bekker. G. Kaptein, 16 j. A. Van den Ham, 78 j. Gehuwd: G. Keur, wednr., 89 j. en H. Den Boer, jd. 22 j. H. Amersfoort, wednr. 30 j. en H. Blaazer, jd. 27 j. WOUBRUGOE. Overleden: C. J. Van Vliet, Z. 3 m. Gehuwd: A. Van Driel, jm. 27 j. en H. Vcr- ploegh A.Cd., jd. 25 j. SCHETS 3) VAN A. -T. RANK. En dit was zóó algemeen bekend in de naaste omstreken, dat ieder, die het ongeluk had by hem buiten dienst te raken, by boer en arbeider met een oor werd aangezien. Of het nu zoo noodzakeiyk was dat met kermis het werk verricht was waarom al die drukte werd gemaakt? Wy weten het niet en er waren zelfs boeren uit andere gedeelten van het eiland, die er anders over dachten en eerst later dien arbeid aanvingen, maar Hermen was van de leer„tyds genoeg liet zyn koren te veld," en graag volgde hy do vluggo be weging zyner buren. En hy had er zich wèl by bevonden. De drie zoons zaten allen reeds op een eigen gedoe', en de eenige dochter zou het erf be. trekken van hem zeiven, als hy ging rusten na veertig jaren dienst. Hermen was een boer van den ouden stempel en 't was hem eene griof als niet alles ging zooals het al zoovele jaren gegaan was en wy kunnen ons voor stellen hoe hy in zyn schik was, toen de laatste vracht mest het erf verliet en hy nog eenige dagen over had voor den ploeg, welke de aan gebrachte mest onder den grond moest werken. Er was geene kermis in den omtrek, welke zooveel volk lokte als die van Diepdorp, en dat kwam omdat op den eersten dag daar tevens eene groote paardenmarkt werd ge houden, welke jaar op jaar in beteekenis toe nam en de landlieden van heinde en verre daar byeenbracht. 't Was dus geen wonder dat alle zeilen werden bygezet door de boeren onder Diepdorp, om hunner bouwery een gunstig aanzien te geven en onder huns geiyken den naam te veroveren of te behouden van te zyn wat men noemt: „een kanten boer". Men schreef 1856. 't Was dus nog in den gouden tyd voor de boeren, en wie daaraan had kunnen twyfelen, zou overtuigd geworden zyn van de waarheid, zoo hy op den 18den Juni Diepdorp had bezocht, 't Was prachtig weder en reeds vroeg in den morgen wemelde het van kooplieden, stond eene dubbele ry van allerlei soort van paarden aan de lyn, de ge- heele dorpsstraat door, kwamen de voertuigen in de bontste verscheidenheid en in lange ryen achter elkander, het aantal bezoekers vermeerderen, 't Was eeno bedryvigheid en drukte, welke duizelen deden. Aan de kade werd de levende lading uit de schuiten op den wal geheschen; aan de dyken en in de dwars straten werden paarden getuigd, bereden, beproefd en werd voor duizenden verhandeld op de twee pleinen stonden de draaimolens en het paardenspel van Blanus, terwyl daar naast de goocheltent van Maju een bescheiden plaatsje innam en in de hoofdstraat prachtige goud- en zilverkramen haren schitterenden voorraad deden aanschouwen. Poffertjes, koek, galanterieën, werden volop aangebodenstraat kunstenaars en goochelaars vertoonden hunne kunsten; de groote trom van Blanus gaf de laatste waarschuwing en het spel zou dadeiyk beginnen en tusschen al dat gejoel en gezwerm kwamen de oud-Hollandsche en andere sjeezen de ryke boerenparen aanbrengen, bloeiende van gezondheid en levenslust en schitterende van goud en juweelen. Die zoo iets nooit gezien had, stond verbaasd over den ontzagge- lyken schat van goud en zilver, van edele steenen en koralen, welke daar werden ten toon gedragen door de ryko boerendochters uit het dorp en de omstreken. Er werd eene woelde tentoongespreid, fabel achtig en verbazingwekkend, en prachtig was het om te zien hoe die mooie boerinnen, in hunnen eigenaardigen dos, met hunne kost bare staartmutsen, tot overdaad toe met gou den spelden versierd, met gouden krullen op de wangen, granaten ketting met juweelen slot aan den hals, kostbare broches met gouden ketting op den boezem, daarheen gingen, zin gende, hossende of in den draaimolen rydende voorbyschuivonde als lovende goudsmidswin kels, en het gaat de kracht van den scbryver te boven om eene juiste voorstelling te geven van zulk een drukte, getier, gezwerm en gejoel. Frank Van Neven, eenige zoon van een der rykste boeren uit den omtrek, had een begeerig oog laten vallen op Aaltje, de eenige dochter van Hermen Yan Welmaar hy moest, helaas 1 ondervinden dat de begeerte niet wederkeerig was. Aaltje was eene flinke boerendeern, maar, als eenige dochter door de ouders met eene zekere voorliefde behan deld, had zy niet dat stoere, kolossale en corpulente, dat andere boerendochters door aanhoudenden arbeid verkregen. Daarentegen had zy iets innemends en liefs, dat men by anderen tevergeefs zocht. Ze was inderdaad eene bekoorlyke figuur, die haren twintig zomers eere aandeed, en, daar het bekend was dat Hermen haar de stee' zou afstaan als ze ging trouwen, was ze tevens eene goede party. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 5