8°, 8663.
Woensdag; 1($ Mei.
A°. 1888.
<§eze (gourant wordt dagelijks, met uitzondering
van fëon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 15 Mei.
Feuilleton.
TWEE OUDE BOEREN.
LEIDSCE
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Toor Leiden per 8 mundit.1.10.
fresco per poet.1*A8«
AfBonderlJjke Nommcn..7.. 0.06.
PRIJS DHR ADVHRTHN TUBN:
Van 1—t regele 1.05. Iedere regel meer/0.lT|*
Grootore lettere neer plaatsruimte. Yoor het ia-
eaaseeren buiten de eted wordt 0.10 berekend.
De 1ste luitenant-adjudant F?-* Tonnet,
yan het 4de reg. inf. te Leiden, wordt eervol
ontheven van zyne betrekking van bataljons-
I adjudant en gedetacheerd by de militaire
academie te Breda, om op te treden als offi
cier, belast met de militaire opleiding der
cadetten.
De 1ste luit. der inf. C. J. L. Schuller, thans
gedetacheerd by de militaire academie, is daar
bij benoemd tot officier van politie en als zoo-
I danig overgeplaatst by den staf der infanterie.
- De 1ste luitenant Sanders, van het 4de
reg. infanterie, is ingedeeld by de 1ste comp.
12de bataljon alhier.
I Van ziekte hersteld, is bet beheer der
wapenkamer wederom opgedragen aan den
lsten luitenant Obreen.
- Heden werden do miliciens, die den lsten
Mei door den provincialen adjudant met een
veertiendaagsch verlof huiswaarts werden ge
zonden, by de bataljons infanterie alhier in-
godeeld.
- In de vergadering der Koninkiyke Acade
mie van wetenschappen (afdeeling letterkunde)
werd gisteren voorgelezen de koninkiyke be-
I krachtiging der door de vergadering gedane
I keuze van vyf nieuwe leden. Deze leden, de
heeren prof. P. D. Chantepie de la Saussaye
l en prof. L. De Hartog uit Amsterdam, dr.
Ic. Snouck Hurgronje en prof. G. Sehlegel uit
Leiden, en jhr. mr. Th. Van Riemsdyk uit
I '6-Hage, namen daarna zitting en werden door
I den waarnemenden voorzitter, prof. Naber, in
harteiyke bewoordingen welkom geheeten.
- Volgens annonce, in dit nummer voor
komende, is by den boek- en muziekhandelaar
Joh. J. Eggers, firma Schreuder en Van Baak,
verschenen eene nieuwe compositie, getiteld:
„La belle Frisonne, valse pour piano par
l'Etudiant-pauvre."
Bovenstaande compositie, welke onder het
bereik van ieder pianospeler valt, kenmerkt
zich door bevalligheid en aangename melo-
diëen, terwyi de uiterst lage pry's de nette
uitgave van bovengenoemde firma zekorlyk
een groot debiet waarborgt.
- De opbrengst van het vervoer ever den
spoorweg Leiden Woerden in de vorige maand
was als volgt: reizigers (13,062) 6572.91,
bagage (11 ton) 76.16, bestel-, yi- en vracht
goederen (2640 ton) 2300.60, levende dieren
en rytuigen ƒ861.60; diverse ontvangsten
totale opbrengst ƒ9811.27. Totale
opbrengst van af 1 Mei 1887 ƒ112,756.26.
Het by de Tweede Kamer ingediende
voorstel van de heeren Do Beaufort, Van der
Kaay, Verniers Van der Loeff. De Savornin
Lohman, Schaepman en Schimmelponninck
Van der Oye van Kyenbeek, betreffende een
analytisch verslag, luidt aldus:
De Kamer besluite:
een kort verslag van hare zittingen te doen
vervaardigen
eene commissie te benoemen van vyf leden,
die de ambtenaren, met het verslag belast,
zal benoemen en voor de uitgave van dat
verslag de noodige maatregelen zal treffen;
de huishoudelyke commissie uit te noodigen
om zich met deze commissie te willen bera
den omtrent de veranderingen, welke de inrich
ting van de zaal der Tweede Kamer zal
moeten ondergaan
der Regeering van deze besluiten kennis
te geven en haar uit te noodigen de voor
deze zaak benoodigde gelden op de begrooting
te willen brengen.
Te Voorschoten is door notabelen tot
kerkvoogd by de Nederl.-Horv. gemeente be
noemd de heer J. J. Sluiter, emeritus-predikant
aldaar.
Met algemeene stemmen is tot voorzitter
van het bestuur van den Meyo-Polder, onder
de gemeente Bodegrave, herkozen de heer
F. Boer en tot lid van het bestuur de heer
P. Van der Maat.
De groothertogin van Saksen-Weimar
heeft 50 geschonken aan de Haagsche ver-
eeniging ter bevordering der koepok-inenting.
Het publiek toonde gistermiddag groote
belangstelling in de interpellatie van den heer
Domela Nieuwenhuis, en lang voor de opening
der openbare tribune der Tweede Kamer had
eene groote schare mannen en vrouwen op het
Binnenhof postgevat, om de beste plaatsen
te veroveren. Om halftwee stormde men naar
boven en in een oogwenk was alles bezet, tot
groote teleurstelling van de honderden, die
buiten mochten blyven.
Ook de gereserveerde tribune was overvol,
en vele personen, die geene plaats meer konden
krygen, moesten het voorrecht missen den
Schoterlandschen afgevaardigde voor het eerst
in het parlement te zien optreden. De president
heeft den spreker éénmaal getnterrompeerd,
toen hy in het algemeen de wenschelykheid
van goed georganiseerde werkstakingen be
sprak, en dus buiten de orde was. De voor
zitter verzocht den spr. toen nl. om zich tot
het onderwerp zyner interpellatie te bepalen
de werkstaking in de Veenkoloniën.
De hee. Domela Nieuwenhuis„De werksta
kingen in de Veenkoloniën en dus werkstaking
in 't algemeen, om daartoe te komen."
De voorzitter herhaalde„De werkstakingen
in de Veenkoloniën, dit is't ondorwerp waar
voor de Kamer verlof hoeft gegeven. Alzoo
zult ge u tot dat onderwerp hebben te
bepalen."
Toen de minister van justitie met lof ge
waagde van de handelingen der autoriteiten
en beloofde by mogeiyke volgende gelegen
heden, op geiyke wqze als thans, alles te
zullen aanwenden tot bescherming van de vry-
heid van den arbeid, werd hij van verschillende
zyden der Kamer warm toegejuicht. Voor iedor,
die met de parlementaire vormen bekend is,
trok het zeker de aandacht, dat door den
minister van justitie en de heeren Van Houten,
Van der Feltz en Oppedyk, die aan de discussie
deelnamen, niet werd gesproken van den
„geachten intorpellant", maar kortweg van
„den interpellant."
De interpellatie is overigens op de gewone
wyze geëindigd door eene dankzegging van
den president, namens de Kamer, aan de regee
ring. Ook de interpellant hoeft der regeering
dank gezegd voor hare mededeeling, dat er
op eene wet tegen de verplichte winkelnering
nog eenigen tyd moest worden gewacht. Met
de woorden van den Schoterlandschen afgevaar
digde: „nu weet ik wat myne houding zal
zyn", werd het debat besloten. Misschien zal
dus de heer Domela Nieuwenhuis van zyn
recht van initiatief gebruik maken om een
voorstel in deze te doen.
Eene nieuwe interpellatie is weder aangekon
digd door den heer Heldt, die in Schoterland
voor den heer Domela Nieuwenhuis moest
wpken. Het onderwerp betreft het aannemen
by de ryks-marinewerf als losse arbeiders van
vroeger vaste werklieden.
Deze interpellatie is op morgen bepaald.
By het heden gehouden wordende onderzoek
in al de afdeelingen der Tweede Kamer van
het voorstel tot herziening van het Reglement
van Orde, is besloten ook het Reglement van
Orde in zyn geheel te behandelen.
Daar verschillende omstandigheden de
opening van de nationale tentoonstelling van
oude en nieuwe kunstnyverheid te 's-Hage
op den eerst vastgestelden tyd onmogelijk
maken, is deze thans door bet Uitvoerend
Comité onherroepeiyk vastgesteld op Zaterdag
2 Juni a. s., te twaalf uren.
Allo leden van het comité en de plaatselyke
comité's, de aandeelhouders, elk met eene
dame, en verder donateurs en inzenders zullen
daarby tegenwoordig kunnen zyn, terwyl
bovendien verscheidene genoodigden worden
gewacht.
Na de opening, welke, gelijk reeds bekend
is, met zang en muziek zal worden opgeluis
terd, zullen te halftwee het gebouw en de
terreinen voor het publiek worden opengesteld,
terwyl de Koninklijke Militaire kapel het eerste
concert zal geven.
Des middags zal er gemeenschappelyke
maaltyd zyn in het „Hotel den Ouden Doelen",
waaraan leden van het comité, leden der
plaatselyke comité's, commissarissen-ceremo
niemeesters en andere heeren, kunnen deel
nemen.
De gelegenhoid om voor huisgenooten van
leden aandeelhouderskaarten a 3 te bekomen,
is verlengd, terwyl tevens is bepaald dat deze
kaarten zoowel tot het terrein als tot het
gebouw toegang verleenen.
Ook zyn nog donateurskaarten a 10 te
bekomen aan het Bestuurspaviljoen in den
Koekamp.
Terwyl thans in het gebouw ieder druk in
do weer is om de inkomende inzendingen te
bergen of met de opstelling te beginnen, wordt
dat gebouw zelf nog afgewerkt, terwyl de
restaurant en muziekkiosk op het terrein
door den heer W. Van den Heuvel zyn aan
genomen binnen zeer korten tyd te bouwen.
2 Naar de „N. R. C." verneemt, is aan de
Regeering het verzoek gedaan tot intrekking
dor concessie voor den aanleg en de exploi
tatie van een spoorweg van Woensdrecht naar
Antwerpen.
Door de minister van marine is bepaald
dat de raderstoomboot voor den hydrographi-
schen dienst, welke Zaterdag van de werf der
Koninkiyke fabriek De Schelde te Vlissingon
is afgeloopen, den naam zal ontvangen van
„Buyskes." Deze naam is gegeven ter herin
nering aan den voormaligen chef van voor
noemden dienst.
De „Köln. Ztg." bevat in een artikel,
onder het opschrift „Jan Heemskerk", eene
vry uitvoerige beschryving van de loopbaan
van den afgetreden premier.
By de afscheidsvoorstelling van de artis-
ten der groote opera te 's-Hage, gisteravond,
ontbrak het niet aan bloemenvooral de heer
Lestellier en de dames Villefranck, Lematte
en Rozier werden mildelyk bedeeldsommige
artisten, o. a. de heer Guillemot, ontvingen ook
andere geschenken. Niemand werd vergeten.
SCHETS
A. J. RANK.
Ia, 't was toch wat te zeggen dat do Dyk-
stoel zyne wegen zoo maar liet liggen.
Terwijl andere hoeken van den polder mooie
grintwegen hadden, moest hy zich met zyne
slik- en modderwegen maar behelpen. Toch
ja, van den herfst, als alles afgeloopen was,
zou de beurt aan zijne wegen komen, had de
Dijkgraaf gezegd. Dat gaf dan werk in den
winter en dan lagen de wegen wat vaster, als
ds groote vrachten van 't voorjaar er over
werden gevoerd.
Intusschen zou het thans met kermis niet
klaar wezen. Wat hielpen hem al die mooie
beloften? Wat moesten de boeren uit den
omtrek wel denken als ze naar de kermis
kwamen ryden en ze dan zagen dat de mest
ran Hermen nog niet op 't land was?'tZou
besten: „je kan toch merken dat Hermen
oud wordt; hij heeft den wind met maar onder
't volk. Kyk eens, op dat heele 6tuk land
ligt nog geen wagenvracht mest."
Zoo had Hermen in de laatste veertien
dagen al loopen tobben en klagen. Hy was
dan danig slecht in zyn humeur, en of Geurt,
de oude, trouwe bouwknecht al zei: „Och,
boerl men kan toch tegen Gods weer niets
doen, Piet Velgers en Rokus Willems zyn
nog maar even begonnen en wy zyn al half
weg", het mocht niet baten, hy gromde en morde
als.een oud man en hy deed door die
gemeiyke buien aan het spreekwoord denken
„Wat oud is knort graag."
Toch was het weer de laatste twee dagen
droog en heet geweest en in Juni knappen
de wegen gauw op. Als 't zoo bleef, gaf hy
den moed nog niet verloren en 't verwondert
ons niet dat we Hermen 's morgens om drie
uren reeds op het erf aantreffen en dat daar
alles al in beweging kwam.
't Was Maandagochtend en 's Zondagsavonds
was al het volk aangezegd dat het precies te
halfvier op stee moest wezen en dat dan
de boer ook present was om alles te regelen,
spreekt van zelf. Geurt was met den tweeden
knecht om halfdrie reeds uitgegaan met de
noodige halsters, om de zestien paarden uit
de wei te halen, want het zou er vandaag
«pannen. Met vierspan zou er gereden worden,
dus acht wagens moesten gereodstaan om
den mest te ontvangen. Vier werden geladen,
terwyl de andere vier naar 't land reden en
de paarden, welke niet dadeiyk werden voor
gespannen, moesten grazen op het weitje van
den klepper, by de stee', om gereed te zyn
als er verspannen moest worden.
Nu was Hermen in zyn element. Rechts
en links deelde hy zyne bevelen uit. Aan ieder
werd zyn aandeel in het werk aangewezen.
Geene enkele hand was overcompleet, geene
enkele hand kwam er te kort, en geen kapi
tein kon zyne compagnie met meer orde en
eenheid doen opmarcheeren, dan Hermen zyn
volk. Er was eene onverstoorbare orde in die
bedrijvigheid. Alles ging geregeld en vlug van
do hand. Weinig praten en veel doen was het
doel en dat doel werd volkomen bereikt, en
eer de zon ter westerkimme zonk, kon Hermen
zeggen„nög zoo'n dag en 't is klaar."
Lustig en zonder gemor had het volk ge
werkt. Nu, dat mocht dan ook wel. Hermen
was niet karig of zeurigop zulke dagen was
al het werkvolk by hem in den kost en er
werd niet gezien op een stuk ham of worst
of eene pint bier. Alles was gereed op
zyn tyd. De meiden hadden het net zoo druk
als de knechts en de vrouw beheerde haar
departement met dezelfde stiptheid als Hermen
het zyne. De melkery en het kaasmaken gingen
evengoed hunnen gang als op andere dagen
en de bleek bewees dat de groote wasch,
evenals altyd, met de vereischte zorg was be
handeld. En of nu al het zweet uit alle poriën
drongen of tegen schafttyd de armon en boenen
al wat loom werden, allen wisten dat het goed
was in de keuken by Hermen en dat een vol uur
rust na den maaltyd aan mensch en dier zou wor
den gegund. Dat gaf moed tot volhardingdat
gaf kracht aan spieren en zenuwen en als men
dacht aan het groote loon, dat gegeven werd,
dan was iedereen in zyn schik, en met onver
droten y ver was men bezig tot zonsondergang.
Want Hermen was niet karig, zooals wy
zeiden. Als er goed gewerkt werd, wist hy
de koorden der beurs behooriyk los te maken,
en 't was zeer zelden dat een arbeider het
work by een anderen boer begeerde, dat hy
by Hermen kon vinden. En nög zeldzamer
was het dat er iemand werd weggezonden;
want dan moest er iets gebeurd zyn, dat niet
in den haak was, en de werkman, die by
Hermen was weggestuurd, behoefde er niet
op te rekenen dat hy dicht in de buurt een
anderen boer zou vinden, daar toch slechts
traagheid, oneeriykheid of dronkenschap hem
ken bewegen, iemand het erf te ontzeggen.
(Wordt vervolgd.)