N°. 8640.
Woensdag 18 ^April.
A0. 1888.
tgeza (Courant wordt dagelijksmet uitzondering
van fpn- en feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
Leiden, 17 April.
Burgerlijke Stand van Leiden.
Peuilleton.
Een geknakt leven.
LEIDSCE
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Yoor Leiden per 8 maanden....1.10.
Franco per poet.1.40.
Afzonderlijke Nommers.0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1—6 regel» 1.06. Iedere regel meer/0.1T^.
Qrootere letter» naar plaateruimte. Yoor het in-
caaseeren buiten de »tad wordt 0.10 berekend.
Ton aanzien van het verzoek van B. F.
N. Franse geven B. en Ws. in .overweging aan
adressant, wegens vestiging in deze gemeente
met 1 Februari jl., restitutie te verleenen van
het schoolgeld over de maand Januari, betaald
voor drie kinderen, leerlingen der Tusschen-
sohool, tot een bedrag van ƒ3.
De commissie van financiën heeft tegen
den in hare handen gestelden staat van af-
en overschrijving op enkele posten van de
begrooting voor 1887 van de Stadsbank van
Leening alhier, tot een gezamenlijk bedrag van
f 180.39'/2, geene bedenkingen, zoodat zij voor
stelt dien goed te keuren.
Dezelfde commissie doet hetzelfde voorstel
•ten aanzien van den eveneens ten fine van
onderzoek in hare handen gestelden supple-
toiren staat van begrooting van de Stedelijke
■Werkinrichting voor het jaar 1887, sluitende
in ontvangst en uitgaaf tot een lot.ia! bedrag
van f 241.63.
Do heeren M. ~W. Jaeger en W. C. Jeltes
hebben wegens vertrek uit de gemeente zich
verplicht gezien als bestuurderen der Stedelijke
Werkinrichting te bedanken, waarom het be
stuur ter aanvulling van het getal leden buiten
den gemeenteraad, oe volgende dubbeltallen
aanbiedt: lo. de heeren dr. J. G. Van der
Sluys en dr. H. Treub; 2o. dr. D. De Loos
en dr. A. W. Kroon.
„Durand et Durand" is ongetwijfeld het
geestigste blijspel, dat ten vorigen jare binnen
de muren van Frankrijks hoofdstad ten too-
neele is gevoerd. Zonder eene bepaalde letter
kundige waarde te bezitten, munt het echter
uit door echt gezonden humor en tevens door
eene by uitstek heldere klaarheid. Het ontel
baar aantal verwikkelingen, ontstaan door de
verwarring der gelykluidende namen van een
eenvoudigen koekenbakker en van een talent
vollen pleitbezorger, vormen eene lange reeks
van goed geslaagde, uitbundige hilariteit ver
wekkende tooneelen.
Deze intrige, by uitzondering afwykende
van de zoo gewone Gallische absceniteit, stelt
ook de jongere garde van het schoone geslacht
in staat, Vrydag a. s. (zie de advertentie)
onzen schouwburg met hare op zulk een
hoogen prys gestelde tegenwoordigheid te
vereeren.
Dat zy met vele geleiders van deze zeld
zame gelegenheid zal party trekken, wen-
schen wy van harte gaarne.
Op de morgenavond te houden jaarlyk-
sche algemeene ledenvergadering van de Prac-
tische Ambachtsschool alhier, komt na het
uitbrengen van het jaarverslag en het rapport
van de commissie, benoemd tot bet nazien
der rekening en verantwoording van den
penningmeester aan de orde het maken
van twee dubbeltallen ter voorziening van de
opengevallen plaatsen in het bestuur, door
het aftreden van de heeren P. Marks en
L. Maas, die niet herkiesbaar zyn. [Uit deze
dubbeltallen doet naderhand de gemeenteraad
eene keuze.] Daarna zal plaats hebben de
uitreiking van diploma's aan 5 smeden, 3
timmer- en 2 schildersleerlingen, en zal mede-
deeling worden gedaan aan de leerlingen,
wie tot eene hoogere klasse bevorderd zyn.
Omtrent de uitkomsten van het onderwys
aan de Ryks-universiteit te Leiden wordt in
het jongste School verslag gezegd
De voorzitter van de faculteit der rechts
geleerdheid vestigt dB aandacht op het ge
lukkige verschynsel, dat van het byzonder
groot aantal studenten, die vóór de zomer-
vacantie het candidaatsexamen voor de eerste
maal aflegden, slechts betrekkelyk zeer wei
nigen behoefden te worden afgewezen, nl. 5
van de 50 in 1887.
De mate van ontwikkeling en verkregen
kennis der studenten, in de faculteit der
geneeskunde, die voor de eerste maal de
lessen bewoonden, was ook ditmaal zeer
uiteenloopend. De geringe eischen, welke aan
sommige categorieën der aanstaande studenten
in de faculteit der geneeskunde gesteld wordon,
voor de toelating tot de examens, zyn vaak
de oorzaak van latere teleurstelling voor de
jongelieden en van groote* bezwaren by het
onderwüs, welke laatste nog vermeerderd
worden door het volkomen gemis van kennis
in de Latynsche taal by vele studenten.
Indien de vorderingen van hen, die de lessen
in genoemde faculteit by herhaling by woonden,
uit den uitslag der examens mogen beoor
deeld worden, dan kunnen zy niet anders
dan gebrekkig genoemd worden. Van hen,
die vóór de zomervacantie examen aflegden,
kon slechts aan 2/3 het verlangde diploma
worden uitgereikt.
Ook enkele hoogleeraren in de faculteit
der wis- en natuurkunde klagen over geringe
ontwikkeling van sommige categorieën van
studenten, die voor de eerste maal de lessen
volgden.
In de faculteit dor letteren en wysbegeerte
is men van oordeel, dat de kennis van het
Latyn der studenten, die voor de eerste maal
de lessen bywoonden, over het algemeen te
wenschen overliet. Die leemte wordt toege
schreven aan het te gering aantal uren, welke,
inzonderheid in de hoogste klassen der gym
nasia, aan de booefening der Latynsche taal
worden besteed.
De aan den dag gelegde vlyt der studenten
valt over het algemeen zeer te roemen.
De lector in het Perzisch en Turksch is
van oordeel, dat, hoewel het aantal toehoorders
by zyne lessen uit den aard der zaak klein
is, het toch niet geheel onbevredigend is,
wanneer men het vergelykt met dat dergenen,
die de lessen in andere Oostersche talen
volgen, waarby dient te worden opgemerkt
dat slechts de lessen in het Chineesch een
biliyken maatstaf ter vergeiyking leveren,
aangezien de overige lessen in de Oostersche
talen voor bepaalde categorieën van toehoorders
in de Wet verplichtend worden gesteld.
Kantongerecht te Lelden.
Door het kantongerecht alhier zyn ver
oordeeld
J. J. C., te Leiden, wegens straatschender^,
gepleegd te Leiden door iemand boven de
10 jaren, doch beneden de 16 jaren, met oordeel
des onderscheids, tot f 1 of 1 dag hechtenis.
H. A. B., G. v. N. on L. v. N., allen te
Sassenheim, wegens straatschendery, gepleegd
in vereeniging te Sassenheim, tot f 2.50 of
1 dag hechtenis.
M. G., en P. J. S., te Leiden, wegens straat
schendery, gepleegd in vereeniging te Leiden
deer porsoDOn bovon de 10 jaren, doch bo
neden de 16 jaren, met oordeel des onder
scheids, tot f 1.50 of 1 dag hechtenis.
H. J., te Oegstgeest, wegens te Oegstgoest
honden, tot trekdieren gebezigd, niet ondor het
voertuig gespannen hebben, tot 1 of 1 dag
hechtenis.
J. R., te Leiden, J. G., te Rynsburg, D.
d. K., P. v. V., en D. D., te Oegstgeest, wegens
te Oegstgeest als geleider van eene kar met
honden bespannen lo. op dat voertuig zitten
2o. de honden niet gemuilkorfd hebben, en
3o. de honden niet onder het voertuig ge
spannen hebben, elk tot 3-maal f 0.50 of
3-maal 1 dag hechtenis.
A. Z., te Rynsburg, wegens te Oegstgoest
als geleider van eene kar met honden be
spannen lo. op dat voertuig zitten en 2o. de
honden niet onder het voertuig gespannen
hebben, tot 2-maal f 0.50 of 2 maal 1
dag hechtenis.
W. v. D., te Oegstgeest, wegens te Oegst
geest achter op een tramwagen klimmen door
iemand boven de tien jaren, doch beneden de
zestien jaren, met oordeel des onderscheids,
tot 1 of 1 dag hechtenis.
M. B., T. B., J. A. E. R., J. G. S en E.
Z., allen te Leiden, wegens te Leiden in ver
eeniging verwekken van burengerucht, waar
door de nachtrust kan worden verstoord,
elk tot f 1.50 of 2 dagen hechtenis.
H. B., te Leiden, wegens te Leiden ryden
met een wagen op de klinkorstraat, tot
f 0.50 of 1 dag hechtenis.
D. T., te Leiden, wegens te Leiden, als
koopman markten op eene andere plaats dan
daarvoor door den gemeenteraad is aange
wezen, tot f 1.50 of 1 dag hechtenis.
E. B., N. D. en J. D., te Noordwykerhout,
wegens loopen over eens anders grond, waar
van de toegang door den rechthebbende op
eene biykbare wyze is verboden, E. B.
en N. D., elk tot f 1.50 of 2 d. hechts.; J.
D., tot f 1 of 2 dagen hechtenis.
G. v. d. Z., te Noordwyk, wegens als boven
tot f 1.50 of 2 dagen.
G. v. d. W., C. v. d. W., M. v. d. N., P. D.,
L. v. B., C. v. d. P., D. v. d. N., J. v. B.,
C. N. en J. K., allen te Noordwyk, en K. d. J.,
te Katwyk, wegens uittrokken van helm op
de onvrye duinen van Rijnland, eerstgenoemde
tot 2-maal f 0.50 of 2-maal 1 d. hechtenis,
de overigen allen tot f 0.50 of 1 d. hechtenis.
A. d. H., te Oegstgeest, w. te Leiden op den
openbaren weg trekdieren laten staan zonder
de noodige voorzorgsmaatregelen te nemen
tegen het aanrichten van schade, tot/10.50
of 1 d. hechtenis.
F. Z., te Oegstgeest, wegens te Valken
burg zitten op eene door honden getrokken
kar, tot f 1 of 1 dag hechtenis.
Eerste huwelijksafkondiging van 15 April.
F. Overdijk jm. 2G j. en M. H. Stikvoort jd. 23 j.
J. C. Bender jm. 2G j. on S. D. Mieg jd. 24 j.
P. Kluivers jm. 2G j. en J. C. Slewe jd. 24 j.
D. Poptie jm. 30 j. en C. M. L. Wagemans jd. 28 j.
J. Lasschuyt jm. 22 j. en C. M. Ober jd. 20 j. W.
Copier jm. 26 j. en H. F. Van der Steen jd. 26 j.
T. Ter Yeer w. 50 j. en C. M. Goddijn jd. 53 j.
J. Delfos jm. 24 j. en H. Moenen jd. 24 j. J. J.
Yan Oijen jm. 21 j. en E. Yan Lis jd. 22 j. J. M.
Eappard jm. 38 j. en J. M. Van Bcmmelcn jd. 24 j.
A. Broekland w. en M. La Lau jd. A. Somerwil
jm. 35 j. en J. C. Boon jd. 30 j.
O.-I. MAILDIEY*»TEY.
Dagen van verzending uit Leiden.
Via Marseille (Fransche Mail) 21 April;
laatste lichting aan het postk. 's avonds 3.50.
Via Brindisi (Engelsche Mail) 27 April;
laatste lichting aan het postk. 'snam. 12.15.
3)
l Maar op zekeren middag, juist toen ik
weder mistroostig den weg naar myne
kamer insloeg, zag ik haar, die ik reeds
zooveel dagen tevergeefs zocht, aan de overzyde
der straat my voorbystappen. Zy zag my
i niet. Ik stond een oogenblik in gedachten,
Maar ook slechts één oogenblik, want spoedig
bad ik oen besluit genomen. Ik keerde my
°m, volgde haar op eenigen afstand en zag
dat zy by het huis van een zekeren heer De
^'al belde en, toen de deur openging, binnen
trad. Woonde zy daar of was zy by die familie
gelogeerd Deze vraag hield my langen tyd
bezig, maar spoedig kreeg ik de zekerheid
dat zy daar logeerde, 't Spreekt vanzelf dat
1111 myne dagelyksche wandeling voorby de
woning van den heer De Wal was. Somtyds
I zag ik haar aan het venster zitten, maar meer
malen gingen er dagen en dagen voorby dat
ik haar niet te zien kreeg. Zoo verliepen er
weer etteiyke weken, totdat een gelukkig
ooval my by haar bracht. In dezelfde stad
al- woonde een oud academievriend van myn
vader. Dien bezocht ik zeer dikwijls en ik werd
door hem dan ook recht harteiyk ontvangen.
Op zekeren dag noodigde die vriend my
's avonds ten zynent, om met zyne familie
en eenige kennissen een huiselyk feestje te
vieren. Weinig dacht ik dat ik haar dadr zou
ontmoeten, die de eerste plaats in myne ge
dachten innam. Ik was de eerste der gasten,
doch nauweiyks had ik plaats genomen, of
daar trad, gevolgd door een oudachtig heer,
myne geredde binnen. Die heer was mynheer
De Wal.
Zy herkende my dadelyk, want hare oogen
op myn persoon richtende, zeide zy, torwyl
een donker blosje hare wangen kleurde
„Dat had ik niet gedacht u hier aan te
treffen."
„Hé, ken je elkaar al?" vroeg de gastheer.
„Ik meende toch dat jy je niet met dames
ophield, Van Es", vervolgde hy. „Ik heb de
juffrouw eens een kleinen dienst bewezen",
antwoordde ik stotterend, „maar tot nog
toe ben ik nog niet in de gelegenheid ge
weest te vernemen hoe haar naam is."
„Een kleine dionst bewezen?" vroeg haren
geleider, „welke dienst was dat dan?"
„Dat is nu die heer, die my uit het water
redde," antwoordde zy voor my.
„Wat, zyt gy dat?" vroeg myns vaders
vriend verwonderd. „Nooit hebt gy my daar
van iets verteld, hoe komt dat? Maar ik wil
u niet ondervragen't is beter dat ik u ver
tel hoe de dame heet, die gy gered hebt."
Nu volgde de voorstelling en ik kreeg ein-
delyk den naam myner uitverkorene te weten.
Zy heette Anna Mulder, en was werkelyk
eene logé van den ouden heer De Wal, met
wien zy de kamer was binnengetreden.
Onze gastheer wist het zóó aan te leggen
dat ik tusschen Anna en zyne oudste dochter
kwam te zitten. Wat vlogen de uren in dat
gezelschap om! Hoe gaarne had ik langer
daar gezeten; doch aan alles komt een
einde en zoo ook hier aan. Vóór wy echter
afscheid van elkander namen, verzocht de
heer De Wal my, hem eens te komen be
zoeken. Ik nam dat aanbod dadelyk aan, en
reeds don volgenden dag besloot ik van zyne
uitnoodiging gebruik te maken. Een voor
wendsel tot dat bezoek was spoedig gevonden.
Ik kon immers gaan vragen hoe de familie
na het feestje geslapen had. O! hoe zenuw
achtig was ik, terwyi ik myne Zondagsche
kleederen uitborstelde en aanschootmet welk
eene haast maakte ik myne das vast en zette
myn hoed op. Eindelyk was ik gereed, had
een schoonen witten zakdoek by my ge
stoken, holde de trap af en was myne hos
pita byna om den hals gevallen, die juist
naar boven wilde gaan toen ik over de onderste
trede strompelde.
Reeds stond ik by het huis, toen ik tot
myn schrik bemerkte dat myne glacé-hand
schoenen, expres voor deze gelegenheid go-
kocht, nog boven op myne tafel lagen. Haastig
keerde ik terug en even haastig liep ik naar
myne kamer om de pas gekochte handschoe
nen te halen.
Na eenigen tyd bevond ik my weder op
dezelfde plaats, waar ik bemerkt had dat ik
myne handschoenen vergeten had.
Daar kwam my plotseling iets verschrik-
kelyks in de gedachte. Nu moest, zoo rede
neerde ik by my zeiven, nu moest zy, om
wie ik toch eigenlyk kom, eens uit zyndat
zou toch ongelukkig wezen. Doch ik hield
goeden moed. Deftig stapte ik voort en even
deftig schelde ik aan.
Men scheen myne komst wel eenigszins
verwacht te hebbenten minste, de meid, die
my opendeed, antwoordde op myne vraag of
de familie ook thuis was, dat mynheer dadelyk
zou komen, en verzocht my zoolang in do
voorkamer te wachten. Nadat zy de deur
voor my geopend had, trad ik binnen en
stond ik tegenover Anna.
(Wordt vervolgd.)