schrift, hebben nu hot yoorrecht om na de
iniyving als milicien onmiddellyk raet verlof
te worden gezonden tot einde Juni en kun
nen, wanneer zy binnen vier maanden den
graad van milicien korporaal hebben behaald,
met groot verlof naar hunne haardsteden
worden gezonden.
Het „Haagsche Dbl." deelt thans de
voordracht mede, door baron M. Mackay over
de samenstelling van het Kabinet aan den
Koning gedaan. Zy is volgenderwyze samen
gesteld: Mr. Al. baron Mackay, binnenlandsche
zaken; jhr. rnr. G. L. M. H. Ruys van Beeren-
broek, justitie; jhr. mr. K. A. Godin de Beaufort,
financiënjhr. C. Hartsen, buitonlandsche zaken
mr. L. "W. C. Keuchenius, koloniën; kolonel
J. W. Bergansius, directeur der artillerie-
inrichtingen te Delft, oorlog; kolonel J. E. N.
Schimmelpenninek van der Oye, oud-lid der
Tweede Kamer voor Utrecht, marine; en J.
P.'Havelaar, hoofdingenieur van den Provin
cialen waterstaat in Drente, waterstaat, handel
en ny verheid.
Wat den hoor Schimmolpenninck betreft,
deelt het blad mede dat deze zich wel ter
beschikking van don samenstellor van het
ministerie heeft gesteld, doch de mogelykheid
biyft bestaan dat voor het departement van
marine een andere titularis zal optreden.
De commissaris des Konings in Groningen
heeft machtiging verzocht om de Staten van
dat gewest in buitengewone vergadering op
te roepen op Dinsdag den 24sten April a. s.,
ter verkiezing van twee leden van de Eerste
Kamer der Staten-Generaal, omdat de lieeren
H. F. Ebels en mr. H. Frima, door de Prov.
Staten van Groningen gekozen tot leden dier
Kamer, verklaard hebben hunne benooming
niet aan te nemen.
Naar men aan het „Vad." mededeelt, is
dezer dagen eene vergadering gehouden van
groote industriëelen van verschillende vakkon
en uit alle deelen des lands, waarin men het
in beginsel eens is geworden omtrent een
plan tot algemeene pensioenverzekering der
arbeiders.
Het stoomschip „Prins Willem I," van
Suriname naar Amsterdam, arriveerde 16 April
te Havre; de „Leerdam" is 15 April van Rot
terdam te Nieuw-York aangekomen.
Z. M". heeft benoemd tot betaalmeester
te Almeloo jhr. G. A. J. Van Spengler, sur
numerair by den dionst van 's Ryks schat
kist; benoemd: by den provincialen staf,
tot luit.-kol., den majoor H. F. C. A. Van
der Plas, provinciaal-adjudant in Limburg; tot
luit.-kol., prov. adj. in Gelderland, den majoor
F. G. Otterbein, van het 2de reg. inf.; by
den plaats.-staf, tot plaats.-commandant, te
's-Gravenhage, den luit.-kol. E. F. C. A. Hen-
ekens, van het Ode reg. inf.; tot plaats.-adj.
te Zutfen, den eerston luit. F. Britt, van hot
7de reg. inf.; by het wapen der inf. by het
late reg. tot luit.-kol. den majoor G. J. Sas,
van het corps; tot majoor, den kapt. M. Do
Sitter, van het S3te rog. den titulairen rang
van kolonel verleend aan den luit.-kol. Hen-
ekens voornoemd; vorleond de volgende pen
sioenen: W. C. F. Van dor Plas, luit.-kol. prov.
adjud. in Gelderland (op aanvrage), ƒ1800;
F. C. D. M. Hinlopen, luit.-kol., met tit. rang
van kol. plaatsel. comm. te 's-Gravenhage
ƒ1711; J. Vlam, kapt. plaatsel. adjud. te
Rotterdam, ƒ1003; jhr. A. W. Storm van
's-Gravensande, luit.-kol. by het Site reg. in
fanterie, ƒ1752.
Het Leldsche Tooncel.
Zonder immer op eene groote literarische
waarde te kunnen bogen, dragon niettomin
do werken van Victorien Sardou steeds het
kenmerk van eene onbeperkte tooneelroutine
en van eene buitengewone handigheid.
Op het schynbaar meest onbeduidend voor
val, op eene niet noemenswaardige nietigheid,
weet hy een drama te bouwen vol effecten,
vol tragische tooneelen.
In zyn gisteren hier ten tooneele gevoerd
„La Tosca" gaf Sardou ons wederom het
bewijs van dit goniaal talent.
Wy zullen trachten in grove trekken den
Inhoud van dit zyn laatste toonoel-product
weer te geven.
Cesare Angelotti is in het jaar 1800 te
Rome tot drie jaren gevangenisstraf veroor
deeld, op grond dat men op zyne schryftafel
had gevonden de werken van den materialist
Voltaire, natuurlyk door eene vyandige hand
daar neergelegd.
Met behulp zynor zuster, de markiezin
Attavanti, weet hij in vrouwenkleoderen zyn
kerker te ontvluchten en eene schuilplaats te
vinden in eene kerk, waar Mario Cavaradossi,
een beroemd schilder, bezig is eenige portretten,
toevallig ook dat der genoemde markiezin, te
voltooien.
Niet by machte, in de onmogeiykheid ver-
keerende om ook dit gebouw zonder hulp,
zonder steun te kunnen verlaton, wendt hy
zich tot den hem ten eenenmale onbekenden
schilder, vertrouwt hem zyn geheelen levons-
loop, zyne gevangenneming en ontvluchting toe,
bidt en smeekt dezen hem zyn bystand te
verleonen, hem do hand tot redding toe te
stekon.
Deze aarzolt goen oogenblik om aan do
nedorigo bede van don vluchteling gehoor te
geven; Mario belooft hem al het mogolyke
in hot werk te zullon stellen om hem de
vryhoid te doen herwinnen en dat niettegen
staande de doodstraf bedreigd was tegen
hen, die zich schuldig maakten aan bevor
dering tot ontsnapping van politieke mis
dadigers.
De vlucht was inmiddels ontdekt; baron
Scarpla, de rogent van politie, een ellendig
wreede speurhond, een lage wellusteling,
heeft het spoor van den ontvluchte kunnen
volgen tot bij Mario. Ilior vindt hy nog een
waaier, door de markiezin by de haren brooder
toogezondeno vrouwelyke vermomming ge
voegd en door Cosare Angelotti by zyn over
haast vertrek achtergelaten.
Deze waaier wordt op het oogenblik het
wapen, waarmede Scarpia strijdthy is het
middel, dat hem tot do ontdekking zal leiden
hij is de sleutel van het geheim, dat hy
tracht te doorgronden; hy Is dat schynbaar
onbeduidende voorval, dat tot grondslag dient
van dit geheole tooneelwerk. Met dezen waaier,
voorzien van eene inarkiezinnenkrooa, weet by
het zaad der ijverzucht te strooien in het
hart van Flora Tosca, de minnares van
Mariodaarmede weet hy de overtuiging by
haar ingang te doen vinden, dat zy eene
medeminnares heeft on dat deze niemand
anders is dan de vrouw, wier beeltenis zy
eenmaal aanschouwd heeft op den schilders
ezel van Mario.
Ofschoon reeds laat, aarzelt zy geen enkel
oogenblik zich tot hem. te begeven, hem reken
schap en opheldering te vragen, over de aan
wezigheid van dien noodlottigen waaier.
Tot hot uiterste gedreven, met haar vloek
en haat bedreigd, ziet Mario zich eindelyk
genoodzaakt haar deelgenoote van zyn ge
heim te maken, ook in hare handen hot leven
van den ongelukkige, thans ook in dit^huis
verbergen, te stellen.
Op dat oogenblik treedt ook Scarpia, door
zyne dienaren gevolgd, het vertrek binnen;
beiden woigeren te antwoorden op de hun
gedane vragen. De pynbank echter, waarop
Marlo gelogd wordt, de folteringen, de martelin
gen, hem aangedaan, doen haar, Tosca, beken
nen; zy doen haar de plaats aanwyzen, waar
Angelotti verborgen is. Deze, zich ontdekt
zler.de, heeft inmiddels door vergif een einde
aan zyn leven weten te maken.
Zyn prooi zich ontsnapt ziende, woedend
van toorn, beveelt Scarpia dat ook Marlo ter
dood zal' gebracht worden. Tosca bidt en
smeekt den tiran haar het leven van haren
minnaar te geven; hy wil dit doen, in
ruil echter van hare eer. Eindelyk, na lang
stryden, na lang worstelen stemt zy toe; een
bevel om eene schyn-executle te doen plaats
hobbon, wordt gegeven en ten slotte zal Tosca
zich, ter wille van haren geliefde, den vuigen
wellusteling overgeven, na hem eerst nog
een vrygeleide voor zich en Marlo afgedwon
gen te hebben.
Plotseling echter valt haar oog op een
mes. Zy grypt het, stoot het haren belager
in de borst en ontrukt het vrygeleide aan
de reeds doode hand, om hiermede naar den
kerker te yien, waar Mario zyn vonnis
wacht. Zy deelt hem haar geluk mede,
zy bezweert hem by do schyn-executie goed
den doode te imiteeren om eindelijk te kun
nen ontvluchten over de grenzen, voordat de
door haar gepleegde moord ontdekt was.
Het bevel dezer schynbare terdoodbren
ging was echter wederom oen laaghartig bo
drog geweest. De executie had plaats, de
geweren waren geladen, niet met los kruit,
zooals Scarpia veinzend had bevolen, maar
met doodend lood. En als Tosca dap het lyk
vindt, als zy ziet dat zy de speelbal geweest
is van een monster van wreedheid, het slacht
offer van oen ellendigen huichelaar, dan vloekt
zy die menigte, dan spuwt zy dat valsche
volk in het gezicht en beroemt zich op den
door haar gepleogden moord.
Inderdaad nieuw was dit drama nietnu eens
riep het ons do „Severo Torelli" van Coppée,
dan weer de „Marion Delorme" van Victor Hugo,
een andermaal „Les Sabotiers de la föret noire"
van Emanuol Gonzalis voor don geest; ma3r
geheel on al nieuw was bepaald de rol van
Tosca, door den Franschen dramaturg voor
zyne grooto landgenoote Sarah Bernhardt
gecreëerd en thans in handen van onze eerste
tragédienne.
Wy hebben reeds zoo dikwyls hulde go-
bracht aan dat onovertrefbare stille spel van
mevrouw Beersmans, wy hebben reeds zoo
dikwyls onze bewondering over dat onver-
golykeiyko talent te kennon gegeven, dat
verdere uitweiding hierover ons te veel in
herhaling zou doen vervallen. Genoeg zy het,
dat zy ook gisteren zich' vertoonde in al hare
kracht, dat zy ook gisteren wist te doen ge
voelen, dat zij hare toeschouwers met haar
deed lyden en stryden, dat zy hare ziel de
hunne deed zyn, dat zy hen vereenzelvigde
met haar eigen persoon. Prachtig was de
schets harer gemoedsaandoeningen als Mario
gepynigd werd, meesterlyk haar afschuw,
haar haat tegenover den man, die haar het
leven van haren minnaar aanbood voor hare
eer, treffend als haar blik het mes ontmoet,
waarmede zy straks haren vyand zal doorboren,
en afschsw wekkend als zy den zieltogende tot
driemalen toe het „sterf 1" toeroept.
Een uitmuntenden tegenstander vond zy
in den heer J. Haspels, die de rol van
Scarpia weergaf zooals wy het van dezen
marqué mochten verwachten. De afschuwo-,
ïyke stryd tusschen beiden, tusschen Scarpia
en Tosca gestreden, word dan ook vertolkt
opoene wijze, die boven elkén lof verheven was.
De heer Tartaud als Mario was zeer be
vredigend; een weinig meer bezieling, iotwat
meer kracht en gloed had echter niet ge
schaad. De heer Do Vos als Cesare Angelotti
was bepaald slecht; hy dreunde zijnegeheelo
rol op als ware dit een van buiten geleerd
lesje, waarby hy zich zelfs eene enkele maal
versprako. a. zeide hy eensik vreesde
dat mllne ontdekking (ontsnapping) reeds ont
dekt was.
Costumes en de mise-en-scène waren, voor
zooverre ons tooneel dit laatste toelaat, taraelyk
getrouw gevolgd.
De uitspraak daarentegen was niet altyd
even correct. Mr. L. H.
Gemengd Nieuws.
In dezen tyd van het jaar, terwyi
de natuur, uitgenomen het eenvoudige sneeuw
klokje en de primula verus, ons geene enkoio
bloera aaabiedt, prykt de zoom der duinstreek
van even ten noorden Haarlem tot aan Leiden
in haren schoonsten tooi.
Onafzienbare velden met bloeiende bolge
wassen bekoren het oog; van de zachtste
tinten tot de warmste kleuren tintelen in het
heldere zonlicht, terwyi de heerlyke geuren
van den hyacint de lucht vervullen.
Men behoeft ze niet te zoeken, die velden
met duizendon en duizenden krocussen,
hyacinten en tulpen beplant, want slechts
zelden treft men er zooveel aan, gelegen langs
den weg van Leiden naar Haarlem, als dit
jaar; hetzy men dien weg volgt te voet, per
rytuig of per stoomtram, het i3 een genot,
terwyl men overal elders nog tevergeefs
zoekt naar de sporen van de herleving der
natuur, daar eene ontwikkeling te vinden, zéé
weelderig, dat men zich in het midden van
den zomer zou wanen.
By het aanschouwen van zooveel pracht,
bewondert men tevens eene streek, welko
zeker onder de meest welvarende van ons
land kan gerekend worden en waar een uit
voerhandel zetelt, welke zich niet alleen uit
strekt tot Duitschland en Engeland, maar
ook naar Rusland, Italië en Amerika dit
historisch vermaard, zoo echt Hollandsche
product, uitvoert.
Tegenover die pracht in de maanden April
en Mei valt de zomertooi van deze landstreok
geheel in het niet, en toch kan zy ook dan
nog wedyveren met de meesto zoo hoogge
roemde Geldersclie dreven. Hoewel do
bloembollencultuur zich jaarlyks uitbreidt ten
koste der met hout begroeide duinen, zyn
er nog genoeg boschgronden om uren lang te
kunnen dwalen in lommerryke lanenmen
denko slechts aan hot beroemde Reigerbösch
en hot Keukenduin; zoodat de zoo lief gelegen
dorpen tusschen Leiden en Haarlom zoowel
in het vroege voorjaar als in het schoone
jaargetyde een bezoek ten volle waard zyn.
Naar men ons meldt, is de oplicht-
ter, die onder don naam van professor Do Goojo
onlangs de bibliothecarissen te Hannover en
Bremen had bedrogen, te Maagdenburg gevat.
Reeds acht jaren geleden, zoo wordt uitDuitsch-
land geschreven, stond die heer TVunderlich
terecht voor een gerechtshof van eene hofstad
in het midden van Duitschland wegens oplich-
tery. Toen had hy aan lichtgoloovige geloorder.
wysgemaakt, dat op eene reis naar Woenen
al zyn geld en zyne kostbare boeken bom
ontstolen waren. De president van het hot
vroeg hem toen, waarom hy zich als leeraar
van eene academie durfde voorstellen b(j pro-
fessoren, terwyl hy slechts een gewone biblio-1
theekknecht was geweest. Zyn antwoord ij
min of meer gebroken Duitsch luidde toen -1
„Zulke dingen kan men slecht by professoren!
en geloerden ondernemenby andere menscbenl
al3 b. v. kooplieden kan men natuurlyk djtl
niet wagen." De geschiedenis leerde dat tenl
minste de Duitsche bibliothecarissen en goleer-l
don aan hunne gemoodeiykheid ook lichtge-l
loovigheid paren en een aardig sommetje aaol
dezen oplichter hebben voorgeschoten.
De Haagsche rechtbank hoeft!
den gewezen klerk ter gemeente-secretaiiJ
te Katwyk, ter zake van diefstal, verduisbl
ring en valschheid in geschrifte, veroordeelt!
tot 1 jaar en 6 maanden gevangenisstraf!
verminderd met 2 maanden wegens ree&l
ondergane preventieve hechtenis, en derl
gewezen klerk by de Holl. IJzeren SpoorweJ
Maatschappy te Leiden, eveneens wegerjl
valschheid in geschrifte, tot 3 maanden
vangen isstraf.
„,Te Wassenaar heeft deeerelB
bloembollenveiling, nameiyk van krocussts.l
plaats gehad. De pryzen waren voor de p-l
wone soorten redeiyk, voor de fynere (witti|H
soorten werden goede sommen besteed.
Voor do eerste maal werd by deze vellJ
de voorwaarde toegepast, dat niet als koo;-JI
werd toegelaten hy, die niet ondertooteiH
had de overeenkomst om geen handel te dr.'H
ven in afgesneden bloemen, die te verkw^B
of den verkoop daarvan te bevorderen.
De toepassing dezer voorwaarde oefenl
niet den minsten druk op de pryzen uit, de.*
werd integondeel door alle solide kooperszl
gewaardeerd.
Uit Katwjfk aan Zee meldt ml
van 16 AprilZaterdag II. waren alhier i'H
schuiten van de versch-visschery aan, wel
van 30 tot 187 in afslag besomden. Bedil
waren 6 schuiten aan, welke in afslag sleet*
weinig besomden. De visch was heden buiil
gewoon goedkoop.
Te Noordwp aanZeekwamtU
gisteren 4 schuiten aan. Drie besomden ill
40 tot 70. Eéne maakte in afslag, na el
reis van tien dagen, 180 besomming.
Naar het gerucht wil, heeftiB
heer Reiss, directeur-generaal van het ,Z«fl
bad" te Scheveningen, den heer Göbel, lidI
den gemeenteraad te 's-Hage, wegens tl
door hem in de raadszitting van jl. Rinsdl
omtrent den porsoon van den heer Ifl
gesprokene, zijne getuigen gezonden, welkedl
daging de heer Göbel niet zou hebben aanzeul
men, onder voorbehoud de beleedigde pm I
by eene geschikte gelegenheid openlijk ril
doening te geven.
In de gistoron gehouden zittiil
van den Hoogen Raad hoeft de adv.-gen.Jll
mr. De Savornln Lohman conclusie genomj
in de zaak van den boekdrukker te Alkmsl
die door het gerechtshof te Amsterdam I
hooger beroep veroordeeld werd tot 25 boel
ter zake van overtreding der patentwet
het zich niet aangeven als molenaar. Adv
was van oordeel dat de requirant wel degdl
voor do door hem gebezigde molens patel
plichtig was en concludeerde mitsdien tot I
werping van het beroep.
Vervolgens werd door denzelfden ambt.*
het Oponb. Min. geconcludeerd in do al
van een geneesheer te Heusden, in bc-l
beroep door de rechtbank te 's-Bosch ver*
deeld tot 2 boeten van 10, wegens het on*
voegd afleveren van geneesmiddelen. In <4
strekte de conclusie tot vernietiging van
vonnis en verwyzing der zaak naar het fl
rechtshof te 's-Hertogenbosch.
Uitspraak in beide zaken op 14 Mei-
Na eene belangryko loonsvoro*
dering hebben Maandag-ochtend, n3ar
„N. R. Crt." mededeelt, al de wevers der
katoen-bontwevery van de hoeren Bog*
Zonen te Helmond, eenparig het werk®
staakt. Een nader overleg tusschen werkge<*
en werkstakers heeft tot geene uitkop*
geleid. De loonsvermindering moet onge*
18 cents per stuk bedragen, en de loonei*
daardoor veel lager gebracht dan op v*
Helmondsche bontwevery ook. Er be*
eenige vrees voor ongeregeldheden.
Uit Almeloo moldt men dat cil
brieksarbeiders van de Heeren H. en B. SchoB
gisteren wederom het werk bebbqp gest*