8634.
Woensdag XX April.
A°. 1888.
Leiden, 10 April.
feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van fon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
Aan den rand des afgronds.
LEIDSCÏÏ
DAGBLAD.
FBUB DBZEH. COURANT:
Toer Lelden per nualM.1.10.
Truoe per pooi.l.M.
fennAertake Hommer*.0.05.
Tijdens zijn verblijf te Groningen, als voor
zitter der commissie tot aankoop van paarden
Toor het leger, heeft de luitenant-kolonel
baron Van Haersolte Van den Doorn het
commando over de alhier in garnizoen zijnde
veld-artillerie overgegeven aan den kapitein
Van Lelyveld, commandant van de vijfde
atterij.
De opbrengst van het vervoor over don
spoorweg Leiden "Woerden in de vorige maand
■;was als volgt: reizigers (12,066) ƒ5694.65,
bagage (12 ton) 79.65, bestol-, Ijl- en vracht
goedoren (3131 ton) 2798.05, levende dieren
en rijtuigen 77.90; diverse ontvangsten
totale opbrengst ƒ8650.25. Totale
opbrengst van af 1 Mei 1887 102,944.99.
De heer Bichard Hol heeft een nieuw
'lied gecomponoerd „Een zeemanslied". Het
js geschreven voor bariton-solo met koor en
opgedragen aan de Koninklijke Zangvereeni-
[ing „Cecilia" te 's-Gravenhage, uit erkente
lijkheid voor de betoonde toewijding, bij ge-
egenheid van den zangwedstrijd te Utrecht
1887. Deze zangvereeniging zal het werk
bet eerst uitvoeren op haar aanstaand con-
ert, den 25sten April eerstkomende, terwijl
de heer Arnold Spoel de solo-party zal ver
vullen.
De markies Spinola, buitengewoon ge
zant en gevolmachtigd minister van Italië
aan ons Hof, is heden van een langdurig
uitenlandsch verlof met familie in de resi-
entie teruggekeerd en heeft zyn intrek ge
nomen in het „Hotel Paulez".
Door B. en Ws. van Den Haag is de
speling van den Hollandschen Schouwburg
aldaar, voor de speelseizoenen 1888-91, we-
-der opgedragen aan de Kon. Vereeniging „Het
Nederlandsch Toonoel."
Tevens is door hen aan den heer J. F.
Pottgieter, op eigen verzoek, een eervol ontslag
verleend met ingang van 1 Mei a. s., uit
syno betrekking van controleur der gemeente-
jelastingen aldaar.
De „Standaard" kan ten stelligste ver-
zekoren dat de heer JR. Mackay, belast mot
samenstelling van een Kabinet, „nog in
iet geheel niet hij don Koning geweest is".
Het „Hbid." had reeds vermeld, echter onder
*voorbehoud, dat de heer Mackay de opdracht
tot vorming van een Kabinet zou nederleggen.
Bestond aanvankelyk by het bestuur der
fryzlnnige kiesvereeniging „Burgerplicht" te
Dordrecht het plan om te trachten de nag«£
iachtenls van wijlen mr. G. M. Van der Lin
den, door een levensgroot portret ten voeten
uit te vereeuwigenop initiatief van een van
Dordrechts ingezetenen is dit plan in zooverre
gewyzigd, dat er thans ernstige pogingen zullen
in het werk gesteld worden, om binnen Dor
drecht een standbeeld voor Van der Linden
op te richten. Reeds zyn gelden voor dit doel
byeengebracht. (N. R. C.)
Te Voorschoten is in hotel het „Wapen
van Voorschoten" aanbesteed, door ]den archi
tect T. L. Kanters, het bouwen van een
vleugel in aansluiting met het bestaande
Pensionat O. L. V. van Lourdes op „Bydorp",
to Voorschoten. Iogekomen waren 12 biljet
ten. Minste inschryver was de heer F. H.
Joseph te Utrecht voor de som van 16,990.
De Haagsche correspondent van de
„N. Gron. Crt." schrijft over den gezondheids
toestand des Konings:
„In vyf weken heeft Z. M. zyne departe
menten niet meer verlaten. Hy gaat in den
loop van den morgen uit zyn slaapvertrek
naar zyne toiletkamer en van daar naar zyn
werksalon (alle met elkander im verbinding)
en keert 's namiddags in zgn slaapvertrek
terug; hy dineert niet meer, als tot vóór een
paar maanden, met de Koningin en de Prinses,
maar gebruikt zyne maaltyden in zyn werk
salon, waarby H. M. en de Prinses hem alleen
gezelschap houden. Z. M. is in den laatsten
tyd zwak geworden; de eetlust en spysver-
tering laten te wenschen over en hy is onver
schillig geworden zelfs voor zyne vroegere
lievelingsgerechten en dranken, evenals hy
't rooken sedert lang heeft nagelaten. Er komt
nu on dan een gevoel van moedeloosheid by den
vorstelyken grysaard op en dat alles werkt
nadeelig op zyn anders zoo krachtig gestel.
Het is daarby te bejammeren dat de Konihg
geen lnst en opgewektheid gevoelt, misschien
ook de kracht mist om naar buiten te gaan
maar er valt niet aan te denken. Nu de reis
naar Amsterdam is afgesprongen is 't plan
om begin van Mei, of reeds in 't laatst dezer
maand naar hot Loo te vertrekken en daar den
zomer door te brengen. Alle andere reisplan
nen zyn opgegeven, zelfs 't zoo noodzakeiyke
bezoek aan Wildungen, waarby Z. M. in elk
geval jaarlyks veel baat voor zyne kwaal
heeft gevonden. Het zou alleen mogelyk zyn
dat do Koningin, zoo Zr. Ms. toestand het
gedoogt, eerlang een bezoek gaat brengen
aan hare ouders, aan 't hof van Arolsen, ook
in verband mot de ziekte van haren broeder,
die te Bentheim door een hevigen graad van
roodvonk aangetast is. De laatste berichten
omtrent dezen erfprins van Waldeck Pyr-
mont luiden echter gunstiger. Het gevaar
schynt geweken.
Op plechtstatige wyze werd heden op
de begraafplaats Eik en Duinen te 's-Hage
ter aarde besteld het stoffelyk overschot van
mr. W. R. baron Van Tuyll van Serooskerke,
grootmeester van het Huis des Konings,
vroeger grootmeester van het Huis van wyien
Koningin Anna Pauiowna, een edelman in de
dubbele beteekenis van het woord.
Tal van kransen, kruisen en palmtakken
waren aan het lykkleed gehecht.
Op den doodenakker had zich een groot
aantal vrienden van den overledene en Hof-
dignitarissen veroenigd, waaronder R. J. graaf
Schimmelpenninek Van Nyenhuis, 's Konings
grootmeester en opper-kamerhoer werd op
gemerkt.
Ds. J. E. Pfender, predikant by de Waalech
Hervormde gemeente te 's-Hage, sprak by
de groeve een gebed uit.
De schoonzoon van den overledene, graaf
de St.-George, vertolkte den dank der betrok
kingen voor de betoonde belangstelling.
Te Breda 4s, na eene ongesteldheid van
slechts twee dagen, overleden jhr. mr. B. M.
De Jonge Van Ellemeet, president der arron-
di8sements-rechtbank aldaar, welke betrekking
door hem slechts ruim 6 maanden vervuld
werd. De overledene, op zeer jeugdigen leeftyd
tot deze hoogst belangryko betrekking benoemd,
had den leeftyd van 45 jaren bereikt. (B. C.)
Hot bouwen van eene kerk met toren,
pastorie enz. te Breda, is door het R.-K.
parochiaal kerkbestuur aldaar gegund aan do
firma wed. G. Camesi Co. te Rotterdam,
voor ƒ172,000.
Het stoomschip „Burgemeester Den
Tex," van Batavia naar Amsterdam, vertrok
van Port Said 10 April; de „Edam," van Am
sterdam naar Nieuw York, passeerde 10 April
Dover; de „Schiedam" is 9 April van Amster
dam teNieuw-York aangekomende „Zeeland,"
van Rotterdam naar Java, arriveerde 9 April
te Southampton.
Z. M. heeft benoemd J. Marinissen, tot bur-
gomeester der gemeente St.-Laurens; voorts
aan G. P. Wynmalen, op zyn verzoek, oor-
vol ontslag verleend als burgemeester der
gemeenten Vero en Vrouwenpolder, en tot
burgëmeestor dier gemeenten benoemd jhr.
mr. A. A. Van Doorn, met gelyktydige toe
kenning van eervol ontslag als burgemeester
van Cadzand en Zuidzande; benoemd mr.
H. D. Van Ketwich Verschuur, te Leeuwarden,
met ingang van 1 Mei 1888, opnieuw tot school
opziener in het arrondissement Harlingen.
PRIJS DBR ADVBRTENTmW:
Tu 16 regel* 1.06. Ieder* regel metr 0.1TJ.
Ghrooter* UtWn uur pUeteraimte. Voor het in-
ouieeren balten de etad wordt 0.10 berekend.
Gemengd Nieuw»
In den nacht van 1 op 2April
werd in het kantoor van den meelfabrikant
den heer De K. alhier, diefstal met braak ge
pleegd. Uit tweo door den dief of de dieven
opengebroken lessenaars werden, behalve eonig
geld, ontvreemdeen doosje met plakzegels
en eene portefeuille (mot den naam van den
fabrikant), waarin eenige quitantiën en accep
taties ten name van verschillende personen
in deze gemeente.
Eenige dagen daarna werd de vermoedelyke
dader door de politie in arrest genomen en,
na opgemaakt proces-verbaal, ter beschikking
der justitie te 's-Hage gesteld. Aangezien op
hem niets van het gostolono is bevonden, zoo
is het niet onwaarschynlyk dat de plakzegels
zyn verkocht en de portefeuille weggeworpen,
op grond waarvan zy, die eenige inlichtingen
omtront een en ander kunnen verschaffen,
verzocht worden die aan het politie-hureel
te geven.
Men kon het den gewezen klerk
ter gemeente-secretarie te Katwyk, die gis
teren, gebukt onder de in ons vorig hommer
vermelde beschuldigingen, voor de Haagsche
rechtbank terechtstond, aanzien, dat hy zyne
schande gevoelde.
Hy had gelyk hy volledig en berouwvol
erkende in Januari 1888 in zyne hoedanig
heid van gemeenteklork een stuk opgemaakt,
waarby den ontvanger der gemeente Katwyk
die zich het lot van beklaagde na den dood
van diens vader, met de grootste toewyding
had aangetrokken —machtiging werd gegeven
tot afgifte van 490, zynde de jaarwedden
en presentiegelden der wethouders en de
presentiegelden der raadsleden.
Onder dit stuk plaatste hy de meosteriyic
door hem nagebootste handteekening van den
burgemeester.
De ontvanger, de eerlykheid van zyn be
schermeling geen oogenblik in twyfel trek
kende, gaf de ƒ490 op het valsche stuk af
en ïydt thans de schade.
Bekl. scheen zich in 't namaken van het
schrift van den burgemeester geoefend te heb
ben, want op last der rechtbank moest hy
gisteren onder de oogen der rechters de hand
teekening nogmaals namaken en de naboot
sing was wederom treffend nauwkeurig.
In de tweede plaats had beklaagde in quali-
teit van correspondent te Katwyk der Bataaf-
sche Brandwaarborgmaatschappy te 's-Hage,
de in den loop van eonige jaren door hem go-
inde gelden tot een bedrag van ongeveer 450
33) DOOR
R. KOOmm VA\ BOEKEUIilS.
Ik beloof u dat ik met dat onderzoek zeer
spoedig zal beginnen en er niet moe zal ein-
llgen, eer ik kan zeggenAl wat onder myn
serelk lag, dat heb ik beproefd om achter
do waarheid te komen. Maar nu, VanArkel!
nu moet ge nog voor eenigon tyd weer plaats
nemou on uw geheugen opscherpen, om my,
lot in de geringste bijzonderheden toe, te
kunnen verhalen, wat er tusschen u en Antonia
Doorneveld is voorgevallen."
-Zeer goed, dominee! Ik zal alles met de
tneoste oprechtheid en zoo nauwkeurig moge
lijk verhalen. Voor eon alwetend God beloof
ik u dat ik niets zal verzwijgen, niets be
mantelen, aoch vergoeiyken. 'k Zal u laton
Isaen in m'jn levensboek, ja, zoo mogelyk tot
m clo schuilhoeken van mijn hart."
Na deze inleiding begon Hector zyne ont-
moetingen met Toontje te schetsenhoe zy
wrst met hare moeder was gekomen en om
ket bruiloftsvers had gevraagd, en later, toon
tij dat vers gekregen, maar ook weer verloren
had, alleon hem bezocht had. Zondor zich
zeiven eenigszins te sparen, gaf Hector
eene aanschouwelyke voorstelling van het
tooneel, dat er had plaats gehad, naar aan
leiding van zyn verzoek om uitbetaling van
het honorarium. Helder deed hy vooral uit
komen, hoe ferm en krachtig Toontje hem de
waarheid had gezegd, en hoe hy toen, vol
schaamte en berouw, niet alleen Antonia ver
schooning gevraagd, maar ook voor zich zei ven
beterschap beloofd had.
„Eene belofte, welke gy u vandaag onder den
plataan wel voor den geest had mogen roe
pen," sprak Loods op ernstlgen toon.
„Zeker dominee! maar of de herinnering
aan die belofte wel krachtig genoeg by my
gewerkt zou hebben, ik betwyfel het zeer.
Och, ik heb dezer dagen nog wel eens aan
die strafrede van Toontje gedacht. Meer dan
eens, domineeI beeft myn beter ik zich doen
gelden en heeft eene stem in myn binnenste
gewaarschuwd„Laat u toch niot in met de
vrouw van uw buurman, want gy zult het
huwelyksgeluk van dien goeden Stuurs ver
woesten, gy stort Aafje in 't verderf en u
zei ven met haar...." Zeker, zoo sprak liet
geweten. Maar dan liet ook de stem der ver
leiding zich weer hooren en fluisterde: kom,
ben je nu heelemaal dwaas Pluk de bloempjes,
als zo zoo onmiddeliyk voor uwen voet ont
luiken en zoo zoet u tegengeuron! Pluk ze,
en laat u niet door 't gekwezel der moralisten
terughouden! Of zoudt gy alleen de doornen
en distelen op uw pad mogen aanraken? Van
die doornon kreegt ge ruim genoeg uw deel
gy hebt door 't bedrog oenor sohoone vrouw
eene diepe wonde ontvangen, laat een zacht
vrouwenhandje daar nu balsem ingieten I
En dan, huwelyksgeluk verwoesten?
Vooreerst, zoo bar groot zal dat geluk niet
wezen, en wat er nog van over is in 't
leven van twee zoo kwalyk by elkaar pas
sende menschen, dat zal door onze conversatie,
al wordt die wat heel intiem, niet te loor
gaan. Aafje, aan de zyde van haren suffen
grysaard, en ik in myn eenzaam leven en na
myne bittere ervaringen, wy mogen beiden
wel eens zulk een aardigheidje hebben ;zoo'n
extratje, ons door de fortuin in den schoot
geworpen, het komt ons toe. Ja, dominee!
ik versta uw hoofdschudden en wil graag
erkennendie redeneeringen zyn valsch en
door en door slecht, maar gij weet immers
beter dan ikarglistig is het bart des men
sehen. Maar nu heb ik nog lang niet uitge
sproken. Als ge 't my vergunt, wil ik u
gaarne ook alles zeggen, wat er tusschen my
en Aafje is voorgevallen. U is alleen ter
oore gekomen hetgeen gebeurde by den pla
taan, maar ik bon aan haar en aan U,ja, en
ook aan my zeiven verplicht dat gy haarklein
weet hetgeen voorafgegaan en gevolgd is."
Nu volgde dus oen onverbloemd, onopge
smukt relaas van vroegere ontmoetingen, on
Hector vertelde dus hoe hy reeds een paar
maal een enkel vlelerytje en gemeenzaam
praatje zich veroorloofd had, doch dat het
dien namiddag de eerste keer was geweest
dat hy getracht had, haar te omhelzen, en
hoe de eerste poging mislukt was, doch de
twoede, onder den plataan, was doorgegaan.
Hierby legde Hector vooral eenigen nadruk
op de hyzonderheid dat Aafje in ernst boos
geweest was en hem zelfs bij 't afscheid de
hand geweigerd had.
„En", zoo besloot Van Arkel dezo laatste
modedeolingen, „nu zal ik, na zoo vele on
zoo gulhartige bekentenissen, toch wel niet
behoeven te zoggen dat hot niot is om 't
voor myne deur schoon te vegen, noch om
tot het resultaat te kornen't gehoele acci
dent heeft eigenlyk niets om 't lyf. Noen,
maar toch geloof ik dat de zaak, hoetrourig
ook, evenwel nog niet hopeloos* staat.
[Wordt vervolgd,'}