N°. 8630.
Vrijdag 6 April.
A0. 1888.
(Beze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en (F,eesidagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
Peuilleton.
Aan den rand des afgronds.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maanden1.10.
Franco per pest1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER AJ)VERTENTIEN
Van 10 regels 1.05. Iedere re'gel meer/0.17^.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het in-
ca8seeren huiten de stad wordt 0.10 berekend.
IiOLONIEN.
BATAVIA, 29 Febr. 2 Maart.
Pangeran Ario Djojokoesomo, kapitein-adju
dant en zoon van don regeerenden sultan,
is den lston Maart in hot fort Vredenburg
to Djokja goïnterneerd. De geïnterneerde is
veroordeeld tot ballingschap, te ondergaan to
Muntok, werwaarts hy reeds denzelfden dag
is vertrokken. Voortdurende verkwisting en
grenzenloos schuldenmaken zijn oorzaak
dezer straf.
Sedert het arrest van het hooggerechtshof
en het daarop verleende flat executie van den
Gouverneur Generaal, betreffende het dood
vonnis van mevr. Swaving en mevr. Vogel
hier was bekend geworden, bezocht ds.
Radersma boiden herhaaldelijk in de gevan
genis. O. m. werd door hem ook gewezen
op het noodzakelijke om alles te bekennen,
mots achter te houden en niet met eene
onwaarheid den dood in te paan. Ann zijne
gemoedelijke en overredende t.u, is
het te danken, dat mevr. Swaving verleden
Zaterdag in zijne handen do volledige beken
tenis aflegde, dat zjj, en zij alleen, de schul
dige is, die de inlanders Pak Walang, Soero-
semito, en Setrowikromo heeft overgehaald
en aangezet tot het vermoorden van Swaving,
en dat hare moeder, mevrouw Vogel, daaraan
ten eenenmale onschuldig is. Opnieuw heeft
ds. Radersma, geheel op eigen kosten, langs
telegraphischen wog den Gouverneur-Generaal
om gratie voor de terdoodveroordeolden ver
zocht, terwijl bovendien door ZWEw. een
request aan den president van den Raad van
Justitie alhier word gericht, houdende mede-
deeling der afgelegde bekentenis.
Nauwelijks was het onderzoek begonnen
naar de brutale ketjooparty in Solo, of in het
naburige Djokdja had op do indigo-onderneming
Mendiro, plus minus 12 paal van de hoofdplaats,
eene herhaling daarvan plaats. De administra
teur dier onderneming, de hoer De Kanter,
is, volgons eon bericht van „De Loc.", in den
nacht van 20 dezer ovorvallen door 10 a 12
man. De roovers drongen van voren in zjjne
slaapkamer. De hoer Do Kanter richtte zijne
revolver op hon, doch die werd hem met een
stuk hout uit do hand geslagen, waarop hjj
op den grond geworpen en door het toebrengen
van eene wond aan het linkerbeen weerloos
gemaakt werd. Daarop is eene nieuwe ijzeren
brandkist leltorlyk aan stukken geslagen, wat
ongeveer een half uur tjjd kostte. Er zat ge
lukkig slechts f 87 in, welke medegenomen zijn.
Vier en twintig wachtmensclron, die in de
omgeving van het huis lagen, zyn allen weg-
geloopen.
Een onder dagteekening van 25 Febr.
door don resident der Oostkust van Sumatra
verzonden telegram meldt het volgende:
„In nacht 22 op 23 Februari heoft petroleum
op Telaga Soed vlam gevat, en zyn alle ge
bouwen petroleum boring verbrand. Persoon
lijke ongelukken niet te betreuren.
Het verslag van de "Westerafdeeling van
Borneo over 21 Januari tot 20 Februari ver
meldt de aanvaring in de monding dor Kapoeas-
rivier door het stoomschip „Ban What Soon"
van de stoombarkas „Voorwaarts," welke lek
werd, zonk en later met veel moeite werd
gelicht. De bemanning werd gered.
Uit Illoe schrijft men, d.d. 27 Jan., aan
de „Cel. Crt:"
Tusschen Coram en Banda is een' Boeton-
neesche Jonk, bemand met 23 koppen, met
man en muis vérgaan. Aan redding is by die
natie geen denken, want de Cerammers, die
•1 .t zouden doen, zouden zelfmoord plegen,
aangezien men veilig kan aannemen dat de
Boetonneezen, na gered te zyn, hun redders
zouden vermoorden om met vaartuig en lading
er van door te gaan.
Ook in de maand Juni a. p. zagon de op
varenden van een mijner vaartuigen, dicht by
Banda, een zwaar bemand vaartuig met man
en muis vergaan zonder eene hand tot redding
uit te steken, om bovenvermelde reden, niet
tegenstaande door de drenkelingen hun hulp
werd ingeroepen, ja het tegenovergestelde, zy
maakten zich zoo spoedig mogolyk uit de
voeten.
Uit Kotta Radja wordt gemeldEono
wonderdadige redding van den militairen com
mandant van Siroen (luit. Nypels) is meldens-
waard. Gezeten op zyn stoel in de benting,
werd hy door het getjingel van de telefoon
opgeroepen, en stond toen van zyn stoel op.
Naar het instrument gaande, kwam eenlilla-
kogel de benting in en verbrijzelde den stoel,
waarop Nypels oenigo seconden te voren ge
zeten had. Waro hy niet opgestaan om gehoor
te geven aan de oproeping, dan had het legor
een zwaar verlies te betreuren gehad.
Uit Buitenzorg schrijft men aan het „Bat.
Nieuwsblad:" Wederom werden hier, in den
nacht van 27 op 28 Februari, drie vrij hevige
schokken van aardbeving gevoeld, welke echter
niet nauwkeurig genoeg door my konden wor
den waargenomen om er de juiste richting
van to kunnen opgeven. Er loopt hier 't ge
rucht dat de Krakatau hoogstwaarschijnlijk
weder zal gaan werken, 't Is zeker niet te
hopen na de vele rampen, welke de vorige
uitbarsting met zich mee gebracht heeft.
Amat Bitjoe, oen Boeginees, maakte, vol
gens de „Loc.", te Semarang amok, sneed
zijne vrouw, die op een baleh-baleh lag, den
hals af, gaf den loerah, die daarop kwam toe
schieten, een steek in de zij, goot vervolgens
eene hoeveelheid petroleum op de baleh-baleh,
stak dezen in brand en sneed zichzelven het
strottenhoofd door. Nog een Afrikaan werd
door den atnok-maker gewond. Eindelijk slaag
de men or in hem meer dood dan levend in
handen to krijgen.
Aan het verslag der voornaamste ge
beurtenissen in het gouvernement Atjeh en
Onderhoorigheden, loopende van 5 tot en met
18 Februari jl., is het volgende ontleend:
Groot-Atjeli. Do verschillende posten en
blokhuizen in de linie werden nu en dan meer
of minder hevig beschoten, waardoor ons ech
ter geene verliezen werden berokkend.
De hoeloebalang d9r Kill Hoekims Toeng-
koeb Toekoe Tjoet en zjjne Imams benevens
de Imam hoeloebalang der III Moekims Lam-
rabo maakten hunne opwachting bjj den civielen
en militairen gouverneur.
Eerstgenoemde vertrok naar Pedir om vroe
gere bewoners der XIII Moekims Toengkoeb
over te halen naar Groot-Atjeh terug te keeren.
Uit Pontianak wordt aan het „Bat. Nieuws
blad" geschrevenDen 8sten Februari werd
door een Maleier, wonende aan de Kapoeas-
rivier, ter hoofdplaats Pontianak, in eene vlaag
van krankzinnigheid, moord gepleegd op zyno
vrouw, zyne dochter en zjjn schoonzoon, waarbij
allen het leven verlorende moordenaar werd
door de inmiddels toegeschoten kampong-be
woners van kant gemaakt.
Tijdelijk belaetiMotde waarn. der betrok
king van hoofdonderwijzer aan de kweekschool te
Bandjermasin G. Oostergetol.
Gesteld: Ter beschikking van den assistent-
resident voor do politie to Makassar, de asp.-contro
leur J. E. Meijboom.
Erkend en toegelaten: De heer H. G. Wood
als vico-consul dor Veroenigde Staten van Noord-
Amerika, te Batavia; de heer E. A. Scharpff, als
vice-consul van Zweden en Noorwegen te Makassar.
B e 1 a 81Met do waarneming van den civiel
geneesk. dienst in do afd. Soemedang, PreaDger-
Begentschappen, de geneesheer Doorenbosch.
Departement van Oorlog. V e rl e e n dEen 2-jarig
verlof naar Europa, w. 12 jaar onafgebroken dienst
in N.-I., aan den kapt. der inf. W. baron Van Heecke-
reu tot Molecaten.
Departement van Marine. Ingetrokkon: Do
detacheering bij het personeel van het Marine-Depar
tement, van den kapt.-luit. ter zoo P. Zeogers Veeckons,
chef der 1ste afd. van genoemd dep., en in diens
plaats gedetacheerd de kapt.-luit. ter zee M. C. J.
Lucardie.
Passagiers, naar Nederland vertrokken por es.
„Koningin Emma", commandant S. W. Soomer, op
den 3den Maart naar Nederland:
Mevr. do wed. A. J. Muntendam Pierson, luit.
t/z 2de kl. H. W. G. Van Bloijswijk Bis, luit. t/z
2de kl. F. K. Van der Weijde, C. Huber en dochtortje,
luit. der art. H. A. Van der Ven, kapitein der inf.
J. Bcets, echtgenooto en 3 kinderen, H. S. Van
Suchtelen, jongeheer E. Masson.
Te Padang zal nog emharkoeren de lBte luit. der
inf. J. L. C. Sanders.
In de Sled. Wcrktnr. zijn opgenomen:
DATUM.
DAGEN.
Volw.
pers.
Kinde
ren.
Totaal.
25 Maart.
Zondag
44
0
53
20
Maandag.
72
15
87
27
Dinsdag
68
12
80
28
Woensdag
71
14
85
29
Donderdag
73
15
88
30
Vrijdag
53
14
67
31
Zaterdag.
68
14
82
Door den gouverneur-generaal van Ncd.-Indie zijn
do volgende beschikkingen genomen:
Civiel Departement. Verleend: Een 2-jarigverlof
n. Europa, w. ziekte, aan den onderwijzer 3de kl.
Th. Luitjes.
Ontslagen: Op verzoek, eervol, do tijd. opzich
ter 2do kl. hp do Staatsspoorwegen ter Sumatra's
Westkust J. W. Lo Comte en de griffier van de
Landraden te Serang en Tjilcgon (Bantam) P. D. M.
Henricus; eervol, de opzienor 2de kl. bij den wator-
staat W. A. Bchoggorsop verzoek, eervol, uit 'e lands
dienst, do oDdcropzichtcr 2de kl. bij de Staatsspoor
wegen op Java, G. Van Hutten.
Benoemd: tot assistent-resident van Bandjarno-
gara (Banjoomas), F. La Fontaine; tot griffier van
do Landraden te Serang en Tjilegon, J. M. Schultz
tot opzichter 2de kl. bij den waterstaat G. J. A. A.
Graichen; tot commies 3de kl. bij den poet- en
tolograafdicnst D. J. W. Bijleveld.
Tot notaris, tevens vendumeester te Poerworedjo,
Bagelen, do gewezen notaris te Semarang, mr. A.
F. Lens.
LICHTSTERKTE.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek.
"WEEK van 25 tot 31 Maart.
Datum.
Uur.
Aantal.
Gem. Eng.
Standk.
25 Maart
6.80
8.30
7
16.7
26
G.80
8.30
8
16.4
27
6.30
8.15
7
3 6.5
28
6.30
8.15
8
16.4
29
6.30
8.30
7
16.5
30
G.30
8.30
8
16.2
31
6.30
8.30
8
16.7
Dit beteekent: Wanneer men 5 cubic feet 141.6
liters per uur van zulk gas verbrandt in een Sugg's
London-Argand-Standard burner No. 1, met 24 gaatjes,
een liebt wordt verkregen, dat in sterkte gelijk staat
met 16.7, 16.4 enz. Standaardkaarsen, waarvan elke
kaars 20 grains 7.8 grammen Spermaceti per uur
verbrandt.
77) DOOR
R. HflOPUAVS WAV KOEKEREV.
Het duurde nog een poosje, oer Alexander
genoegzaam tot kalmte gekomen was, om
geregeld te kunnen vertellen. Eindelijk deelde
hij het volgondo mede: „In meesters plataan
heeft dezen zomer een zwarte ljjster gonesteld.
De j'Oügen zyn reeds lang uitgovlogen, maar
het nest zit or nog, dicht by den top, in 't
allerdichtst gebladert. Nu wou ik en dat
is zeker oen aankomenden zoöloog niet
kwaljjk te nemen nu wou ik gaarne zoo'n
nest eens op zyn gemak on van allo kanten
goed bekijken, desnoods ontleden. Dus vraag
ik den meester permissie het nest er uit
te mogen halen. Doch Stuurs weigerde mjj
daartoe zjjne toestemming. Do jongen waren
wel uitgevlogen, zei by, maar ze kwamen
misschien 'snachts nog wel eens in 't nest;
en buitendien zouden, naar zjjne meening, de
vogels een voigond jaar gemakkelijk een
nieuw nest bouwen in den tuin, waarin men
het oude nest, zelfs toen 't verlaton was,
niet heeft uitgehaald.
Kort en goed; Stuurs geeft geen verlof.
Weinu, zoo spreek ik bjj mjj zeiven, dan zal
ik eigenmachtig nemen, wat mij niet vrijwillig
wordt gegeven. Dien diefstal durf ik op mjjn
geweten nemen, want eigenlijk is 't geen
diefstal, en mijne daad is te eer te veront
schuldigen, dewijl ik haar pleeg niet uitheb-
of vernielzucht, maar uit weetgierigheid, 't Go-
nomen besluit, wat het nest betreft, heb ik
dezen namiddag volvoerd, 'k Had meestersko
in de zjjkamer voor 't venster zien zitten met
een roman, en dus, dacht ik, die zal wel
weer zóó verdiept zjjn in de lectuur, dat zy
niet aan opstaan denkt, en meester was nog
in de school: dus dacht ik veilig mjjn gang
te kunnen gaan, daar niemand op dezen tijd
in meesters tuin zou komen. Ik ga naar het
land van Wiorstra, want over dat land kon
iemand, die niet bang is voor eene kleine klim
partij, in den tuin van Stuurs komen. Van
"Wierstra's land toch is de tuin door een houten
hek gescheiden. Zonder stoornis klom ik over
dat hek en daarna boven in den plataan. Reeds
had ik het nest losgemaakt van de takken,
toen ik voetstappen hoorde, en, naar beneden
glurende, zie ik raeesterske, die hare lectuur
onder den plataan kwam voortzetten. Heet
aangenaam vond ik dit natuurlijk niet,
want nu zat ik daar letterlijk in den boom
gevangen. Lang duurde echter die gevangen
schap niet, want na een kwartiertje had
meesterske haar boek uit en stond toen op
om in huis te gaan. Voor alle zekerheid be
sloot ik te wachten, totdat zy goed en wel
de achterdeur zou ingegaan zyn, en eerst dan
naar beneden to klauteren. Doch ziet, daar
hoor ik meosterske met mijnheer Van Arkel
spreken, en een oogenblik daarna, daar schjjnt
Van Arkel over de schutting geklommen te
zyn, want hy nadert met meosterske. En nu
volgde een walgelijk tooneel, afschuwelijk!
Na eenigo zinlooze, verliefde praatjes omhelst
Van Arkel de vrouw van Stuurs!"
„Mjjn Hemel 1 Alexwat zegt ge Maar
dat is immers beneden alles
„Ja, oom 1 Nu begrjjpt gy, dunkt mjj, hoe
ik mjj diep ongelukkig gevoel. Ik kan geene
woorden vinden om die grievende smart te
schetsen, welke mjjn hart vervult. Een slag in
't aangezicht, een trap op 't hart heb ik ge
kregen. Bestolen, beroofd ben ikmjjn geloof
is my ontnomen, een geloof, dat my zoo dier
baar was, het geloof in de deugd van een
man, dien ik als een broeder, als een vader
liefhad, ja, vereerdehoe is zij gevallen,
de morgonster!"
„En hebt ge hen toen gestoord?" vroeg
Loods op somberen toon.
„Neen, oom! want juist op het oogenblik
dor omhelzing knalde een schot, en viel er
een valk, doodeljjk getroffen, voor de voeten
der onverlaten neder. Op dat schot kwam de
meestor af, en samen gingen zy in huis."
„Hoor eens, Alex!" sprak nu Loods, terwijl
hjj met de óéne hand die dos jongelings greep,
en de andere hand op zjjn schouder legde,
„hoor eens! naar aanleiding van deze mede-
deelingen heb ik veel te zeggen, te veel om
alles hier of onderweg af te doen. Ge moet
straks maar eens op myne studeerkamer komen
om verder de dingen af te praten. Maar nu
vast het een en ander. Allereerst, myn beste
jongen 1 moet ik u mjjne hartelijke deelneming
betuigen, en ik kan dat te beter, omdat ik
immers zelf ook een vriend verloren heb, en
ook geschokt ben in mjjn geloof. O, o! 't is
zoo naar, wat ge mjj verteld hebt. Het doet
zoo onbeschrijflijk zeer als men bemerkt dat
men zich in zyno beste vrienden vergist heeft.
Ook ik rekende Van Arkel reeds onder mjjne
vrienden. En hoe kan ik dat nu nog doen?
Eén bloemje is er echter in den distelkrans,
mjj heden gereikt. Ik gevoelde genegenheid
voor Van Arkel, maar die dagteekende nog
van jongen datum.
(Wordt vervolgde