re fëourant wordt dagelijksmet uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
Pit nomincr bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 5 April.
F'euilleton.
Ana <len rand des afgronds.
N°, 8630.
"Wijcïag; <5 April.
A°. 1883.
DAGBLAD.
LV PRIJS DEZER COURANT:
Voer Leiden per 8 meenden.1.10.
Frapeo per poet.1.40.
Afeonderitjlie Kommen.0.05.
FRUS DEB, ADVRRTENTIEN:
Vfcn 1—6 rogela 1.0B» I«4«re regel meer O.lff»*-
Grooiere lettere n**r plaatsruimte. Voor het in-
oeaeeeren buiten de st&d wordt 0.10 berekend.
Naar aanleiding der brochure Nabetrach
ting op de hodendaagsche kerkelijke Crisis",
van dr. Van Ronkel alhier, heeft hot hoofd-
bSStmir der Conf. Vereeniging het daarin
«ngogevon voorstel tot het houden eener
«j-gadering te Utrecht aangenomen ea vond
4i« vergadering gisteren te Utrecht plaats.
Sr waren vele predikanten en ouderlingen
At schier alle provinciën en Iroofdstodon des
Rijk» opgekomen. Dr. Van Ronkel gaf de
iil) hem gevraagde toelichtende inleiding
graf, waarop een vry levendig debat ontstond,
■araan behalve den inleider vooral doel-
jjgmen de predikanten v. d. Byte!, vader en
a^on, ds. Vermeer, van Zwolle, ds. Teljer, ds.
Tichelman, van Leidschendam, ds. De Wolff,
h Utrecht, on mr. J. v. Asch v. "Wyk, bur-
moester van Amersfoort, by welke boide
t6ten de inleider vooral krachtigen etenn
nd tot handhaving en aanneming van zyn
orstol, aan hot eindo zyner toespraak gedaan.
De volgende motie Tan dr. Van Ronkel
werd met op vyf na algemoene stemmen
«ingenomen
„De Vergadering is van oordeel, dat de
ouv/oordige kerkelyke organisatie der
ederd. Herv. Kerk, omsclireven In het Algem.
gleinent, niet in overeenstemming Is met
1 geestelijk begiDsel en het eigeniyk karakter
der Gereformeerde Kerk. (Zie artt. 5, 41, *3,
4$, 50, 62 en 67).
„Daarom acht de Vergadering om voor die
erk tot een gezonden toestand to komen,
■ór alles noodig, dat ditzelfde Algem. Regie
ent aan eene algemeone herziening worde
derworpen; ook omdat het, eerst in 1816
Vastgesteld en in 1851 herzien, vanwege
'ile n Staat, deGrond wet der Nederd. Herv.
■eik is genoemd.
Do Vergadering draagt het doen dor voor
leidende stappen, ter bereiking van het aan-
lewezen doel in den wettigen weg, aan het
bofdbostuur der eonfessioneele vereeniging op.
laartegenover zullen de leden dezer vergade-
Ing, elk in eigen kring on naar zyn boste
ormogen, de pogingen dor Conf. Vereeniging
let hot oog op gezegd dool ernstigiyk steunen
ok en vooral door de toetreding tot hot lid-
ïaatschap dier Vereeniging te bevorderen en,
ovoudien, door in de eerstkomende classicaio
ergaderingen de noodige voorstellen te doen
om by de Synode op de noodzakelykheid eener
algemoene herziening van hot Algem. Regle-
mont aan te dringen. (Art. 40 ai. 8)."
De wydvermaarde koninklijke Engelsche
klokkenspelers, die ook vroeger hier ter stede
met succes optraden, zullen morgen, Vrydag,
eeno uitvoering geven in de Stadszaal. By
die gelegenheid zal mr. Hayward, een jeugdig
artist van groote verdiensten, teTons eenige
muziokstukken geven op de .xylophone, dulci
mer en metallophono, instrumenten, waaraan
hy de schoonste tonen weet te ontlokken.
Het programma der „bell-ringers," cmder
leiding vaa den heer Duncan S. Killer uit t«
voeren, belooft voel schoons; het zal hetzelfde
zyn als by de uitvoering aan het Deensche
Hof te Kopenhagen in Sopt. 1887.
In de „Eastern Daily Press" komt een ver
slag van deze uitvoering voor, wclko elk overig
optreden In de schaduw stelt, daar ze werd
bygewoond door niet minder dan 70 vorstelyke
personen en gevolg. Vooral do czaar van Rus
land toondo veel belangstelling.
Thans zyn deze klokkenspelers op reis naar
St.-Petersbnrgom gehoor te geven aan 's keizers
uitnoodiging om ook daar hunne gaven te
komen tentoonspreiden.
Ken ga bet concert alhier dus bywonen,
niet enkel om de curiositeit, want men zal
ook waariyk kunstgenot smaken.
-r- Verschillende Amsterdamsch» en andere
bladen bespreken de uitvoering van Massenet's
„Mario Magdeleine", door de „Leidache Zang-
vereeniging" in het Paleis voor Volk6viyt
gegeven. Moge ook het oordeel over do com
positie zelve over het algemeen niet zeer
gunstig zyn, meer ingenomen blykt men echter
(het „N. v. d. D.", opraerkelyk, alleen uitge
zonderd) met de vertolking er van.
Zoo zegt het „Dbl. v. Ned." dat de koren
der Vereeniging zich verdienstelijk van hunre
taak kweton, doch dat hun succes grooter
zou geweest zyn, indien de moeite, aan de
instudeering van „Marie Magdeloine" besteed,
aan de uitvoering van oon ander werk waro
ten goede gekomen. Volgens genoemd blad
treedt de heer Willem Van Iperon mot zyne
koren misschien nog wel eens in de hoofdstad
op, en dan zullen ongetwyfeld zyne artistieke
vordionsten met juister maatstaf worden
gemeten.
Het „Hbl." bespreekt de uitvoering reeds
breedvoeriger en eindigt aldus:
„Toen dit werk voor ongeveer vier jaron
te Amsterdam werd uitgevoerd, hebben wy
onze meening omtrent tokst en muziek breed
voerig kenbaar gemaakt en daarin is nadezo
uitvoering geene verandering gekomen. De
wyze, waarop Gallet eenige bladzyden uit de
gewyde geschiedenis in de beide eerste ge
deelten van het „Drame Saeré" heeft behan
deld, zal by velen afkeuring vinden. De muziek
is schoon, op sommige oogenblikken hoog
dramatisch, maar mist meestal het eigenaardig
religieuse karakter, dat een dergeiyk onder
werp moot kenmerken. Geen oogenblik zal
men by het aanhooren iets van de stemming
gevoelen, waarin men geraakt by de „Mattheus-
of Johannes-passion" van Bach. Yergeiyk b. v.
de eenvoudige, doch treffende schildering der
laatste oogenblikken van Jezus in de werken
van Bach on do théatrale wyze, waarop
dit door Massonet wordt wedergegeven. Toch
heeft het werk, als muziekstuk, groote ver
diensten, en indien liet voorzien kon worden
van een anderen, meer passenden tekst, zouden
stellig de verschillende schoonheden, welke het
bevat, beter in het licht treden, net is dank
baar geschroven, zoowel Toor do solisten als
voor het koor on meesterlflk geïnstrumenteerd.
De solo's werden door do dames en heeren
van de Pransehe Opera met veel toewyding
vervuld. Do party van Martba, eigeniyk voor
oen alt geschreven, welk emplooi op dit oogen
blik by het operagezelschap niet bezet is,
werd door mevr. Duvals met nauwgezetheid
vertolkt-
„Het koor hield zich ilink. Aanvankelijk viel
eonige ongeiykheid by het inzetten waar te
nemen, waarschynlyk veroorzaakt door de
vreemde omgeving, het niet houden eener
generale repetitie met het orkest (deze had
alloon met het koor der opera plaats) enz.,
maar weldra bloek dat do dames en heeren
uit Leiden gewoon zyn aan en vertrouwen
stellen in hun Jeugdigen aanvoerder den heer
Van Iperen, dlo mot grooto zekerheid het
geheel leidde en ons toeschynt een even
talentvol als enorgiek directeur te zyn. Do
koren in hot 2de en 3de deel klonkon krach
tig, het timbre van de stemmen der dames
was frisch en het vrouwenkoor „Le seuil est
paré de ileurs raros" werd o. a. met veel
schakeering voorgedragen. Ook het slotkoor
„Christ est vivant, Christ est ressuscitó", waar-
by het orgel zich aan stommen en orkest paart,
maakte eon machtigen indruk.
Hot deed, zegt hot „Hbl." verder, ons daarom
leed, dat zoovelen zich tydens do uitvoering
van liet werk vorwyderdon, hetgeen van
weinig beleefdheid getuigde jegens de dames
en heeren, dio zich de opoffering hadden go-
troost om uit eone andere plaats over te
komen en hier bolangeloos mode te werken
en bovendien, hen die tot het einde bleven,
in hunne aandacht stoorden. Het moge waar
zyn, dat het programma veel te uitgebreid
was, dat de pauzen tusschen elk nummer in
de 1ste afdeeling bekort haddon kunnen wor
den, dat hot niet verkrygbaar stellen van-
tekstboekjes het moeiiyk -maakto het werk
te volgen, toch komt het ons voor dat zeker»
égards, zoowel jegens de gasten als jegens
de kunstenaars, die zich met nauwgezetheid'
en toewyding van hunne taak kweten, niet-
uit het oog hadden mogen worden verloren."
De jeugdig» „Leidsche Zangvereeniging"
van nu heeft dus bar© zoo gunstig bekend»
voorgangstor en tevens naamgenoot© van-
vroegor, geen oneer aangedaan!
Als aanvulling van het bericht uit Sas9ön-
heim, in ons vorig nommer, dient nog vermeld
dat de weleerw. heer J. F. Do Jongh, R.-K.
pastoor to Sassenheim, by gelegenheid vaa
zyn 25 jarig jubiló, de diaconieën dor verschil
lende kerkgenootschappen ruimschoots in staafc
stoldo den armen ingezetenon door eeno extra-
bedeeling een aangonamen dag te bereiden.
By de op 4 April gehouden aanbesteding
te Warmond, in het lokaal „Do Zon", door
het bestuur van hot bisschoppelijk Seminarie
aldaar, onder beheor van den architect E. Jv
Margry, te Rotterdam, voor den nieuwen aan
bouw der bibliolhoek van het Seminarie, waren-
ingekomen veertien biljetten. Minsto inschrij
ver was de heer B. J. Klaasen, van Rotter
dam, voor de som van ƒ12,200. Het hoogst
was ingeschreven door don heer F. D. T.
Rietbergen, van Leiden, voor f 15,900.
De begrafonis van jhr. mr. C. De Jonge,
in loven raadsheer in het gorechtshof te
's-Gravenhage, zal plaats hebben morgen-,.
Vrydag, des voormiddags to 11 uren, op de
algemoene begraafplaats aldaar.
De teraardebestelling van den landsadvocaat
mr. G. M. Van der Linden, zal aanst. Zater
dag te 11 uren op de begraafplaats Eik en-
Duinen geschieden.
By de te 's Gravenhage gehouden vet-
kiezing voor hoofdingeland van Delfland wer
den uitgebracht 458 stemmen. Gekozen is d»
boer P. F. L. Waldeck, te Loosduinen, met-
286 stemmende heer Hoogendoorn, te Voor
burg, had 140; do heer Sandick, te 's Hage,
had 32 stemmen.
Door B. en Ws. van Amsterdam is metr
betrekking tot den toestand van het Damrak,
eeno voordracht ter visie gelegd. Aangezien
het nader onderzoek in zake den boursbouw,
aan B. en Ws. door den Raad, na afstemming
van het laatst ingediende gemeenteplan, op-
f6) DOOR
R. 500P1ÏASS VAN BOEKEREX.
„(k heb hoofdpyn en ben een beetje duizelig.
Liar het is reeds beter dan straks. My dunkt,
leno wandeling zal mg goed doen, en ik hob
lus plan, straks naar de Drie Roomers te
[aan en oom van daar af te halen."
„Maar Aiex! dat zou ik niet doen: als ge
soo'n hoofdpyn hebt, kan die licht erger worden
'*u clian grooten marsch:"
„Ja maar, moedertje! de hoofdpyn is zoo
Btg niet, en de marsch niet zoo groot. Noen,
ïeusch! zie mij nu niet zoo bezorgd aan, want
ik voel my niet ziek, ja, niet ongesteld, en
k heb erg veel lust oom van de diligence
to halen. Oom vindt dat ook prettig, als hij
daar iemand vindt aan de Drie Roemers."
„0, zeer zeker! dat vindt hij ook, maar
oom zou toch niet gaarne zien, dat ge zulk
een loop gingt doen, terwyl ge u onwel govoelt."
„Yóor zessen," hernam Alexander, „is de
Ifragon nooit daar aan dien kruisweg, is hy
"el? Nu, dan zal ik, dunkt mij, to vier uren
'angzaam opwandelen, dan kan ik daar aan
do herberg nog een poosje zitton, eer ik met
oom do terugreis aanvaard."
„Ja, als gij tóch wilt gaan, dan in ieder
geval bytyds, opdat ge u niet te veel behoeft
te vermoeien. Toch zou ik nog liover zien,
Alex! dat gü in 't geheel niet gingt, want
wezeniyk, JongoD! ge ziet er uit als iemand,
die best deed met stilletjes naar zyn bed
te gaan."
„Kom, kom! lieve moeder! gy vindt ook
alles terstond zoo erg!, Weot ge; wat het
eigeniyk is, wat my mankeert?.,., maar gy
moot er my niet mee plagen, want het is
erg kinderachtigik heb eene lieel zware sigaar
gerookt, eon zoogenaamden ptantcur, en daar
ben ik nu wat raar van gowordon. Vanzoo'n
geval kun je erg bleek zien, maar nu zult
ge my toch toestemmen dat ik daarom niet
behoef thuis te blyven.
„Neen, neon, ventje! ga dan je gang."
Kort daarna stapte Alexander de voordeur
uit en wandelde naar de meer genoemde
herberg. Do diligence kwam op haar tyd, en
oom Loods steeg gezond en wel daaruit. Na
eon praalje met den herbergier gehouden te
hebben, gingen de dominee en zyn neef op
wog naar Hagenoort. Eon iialf uur ongeveer,
voordat zy het dorp bereikten, noodigde
Alexander zyn oom, nog eens even t« gaan
rusten. „Laten wy," zoo stolde hij voor, „oen
klein eindje die laan van 't kasteel inslaan;
daar staat, eon honderd schreden van hier,
eeno bank onder een prachtigen beuk: daar
moesten we, als u t goed vindt, eon oogen
blikje gaan zitton."
Loods voldeed aan die uitnoodiging, en
roemde, by de bank gekomen, den goeden
inval van Alexander, die zulk een heerlijk
rustpunt had wetoo uit te kiezen, 't Was
inderdaad een lief zitje. Vergezicht had men
er niet, daar men aan alle kanten door zwaar
geboomte omringd was, maar zulk een bosch-
gozicht heeft ook zyne liefelijkheid, vooral
wanneer, zooals nu, de avondzon door 't lovor
speelt en hier en daar een bomosten stam
verlicht. Wie echter gaarne voorbygangers ziet
en rytuigen, wie menschenstemmen wenscht
te hoeren, hy zal dit plekje niet zoo heol
aangenaam vinden, want 't is er heel stil
«n eenzaam. Van 't kasteel of de daarby
behoorende woningen en etallen is niets te
bespouren, want wy zyn heel achter op de
plaats, bijna aan zyn uiterste limiot, en 't
geluid der wagons, welko langs don grooten
weg rylen, dringt ook niet tot hier door.
Zoodra onze vrienden op do tank zich
hadden neergezet, greep Alexander de hand
van zyn oom, en zei, met berende lippen
„Oom! ik kan 't niet verkroppen, ik kaïe
den last niet dragonmyn hart zou er
onder bezwykenaan één monsch moet
ik 't zeggen, maar dan ook aan niemand-
meer; ik moet zeggen, hoe verslagen, hoe-
bitter teleurgesteld ik bon."
„Goede Hemel, jongen! wat is er dan'JGg:
doet een monsch waariyk schrikken wat
lieht ge toch?
„Ooml ik heb ïnyrr. bosten vriend vorloren,
en dat niet door den dood, neen, veel, veel
erger! De man leeft nog, maar niet meen
voor my; ik kan hem myne achting en lioWa
niet meer schenken.... o God! het is ear
't uit te schreeuwenik wou dat hü mg
had laten verdrinken en zelf mee den dooit
daar in do Wetering had gevondendan ware
hy gestorven als een held, terwijl hy na
leeft als een nietswaardige, oen lage wellus
teling.... Oom! ach, 't is zoo vreeseiyk!"
Onder deze laatste woorden is Alexander
aan zijns ooms borst gezonken onder luid
gesnik en bittere tranen. „Bedaar, mijnboster
jongen!" stameldo Loods, die natuurlyk ook
hevig ontsteld was; „bedaar, en vertel my
geregeld en nauwkeurig wat gij gokoord, gezien
en ondervonden hebt."
{Wordt vervolgd*