N'. 8627.
iOinstliig; 3 April.
A°. 1888.
(Deze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Eerste Blad.
Leiden, 31 Maart.
Feuilleton.
Aaii den rand des afgronds.
LEIDSC
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per poet1.40.
Afzonderlijke Nommere0.05.
Zooals bekend is, wordt voor de vaart
verbetering tusschen Ryn en Schie, waartoe
do Staten van Zuid-Holland indortyd hebben
besloten, vereischt de doortrekking van do
te verbroeden Nieuwe Trekvaart naby Leiden
tot in den Ryn (het Galgewater.)
Gedeputeerde Staten hebben B. en Ws. on
langs een schetsontwerp doen toekomen met
beschryving van de daartoe noodige werken,
welk ontwerp luidt als volgt:
Verbinding van Nieuwe vaart en Rijn.
„Voor deze verbinding moot de Rijksstraat
weg van Leiden naar de Vink, doorsneden en
het terrein van „Rynoever" geheel ontgraven
en tot voorhaven ingericht worden, behoudens
een klein gedeelte aan de Westzyde, bestemd
voor eene brug- en sluiswachterswoaing.
Voor herstel der communicatie is ontwor
pen in den Ryksweg eene geiykarmige draai
brug, gevende twee doorvaartopeningen, ieder
van 7 M.
Breedte der brug tusschen de
leuningen5.50 M.
Idem op het bovendek 4.—
Hoogte onderkant ligger over
het grootste deel der doorvaart-
wydte, ongoveer0.50 M. A. P.
Hoogte bovenkant bovendek 1.—
Te maken afrit naar de west
zyde 40 op 1
Aan de oostzyde schynt, bovon zoodanigen
afrit, eene geheele opTioogirig "tot aan de
Singelbrug te verkiezen.
Het doode spoor van de IJseltramweg-
Maatschappy, thans oven voorbij de ontwor
pen brug eindigend, zou te verleggen zijn
langs de Nieuwe vaart.
Tydens den bouw zou in de passage kunnen
worden voorzien door een te bestraten dam,
breed op de kruin 5 Meter.
In iedere doorvaartoponing zijn een paar
keerdeuren ontworpen, met den bovenkant-
regel op minstens 50 cM. boven A. P., zooals
do Rynlandsche verordening voorschrift."
Hieruit blykt dat voor den ontworpen hulp-
weg gedurende het work de toestemming van
het Gemeentebestuur noodig zou zyn tot tyde-
lyke inneming van eene strook van hot aan
deze gemeente toebehoorend pleintje, met
rooiing van enkele der boomen, waarmode
het bezet is.
Alvorens tot het uitwerken der détails van
het schetsontwerp te doen overgaan hebben
Gedeputeerde Staten alsnu verzocht te mogen
vernemen of tegen het plan van het werk,
zooals dit uit de schetsteekening en beschrij
ving blykt dezerzyds eenig bezwaar mocht
bestaan, ten ten einde daaraan by de uitwer
king zooveel doeniyk te gemoed te komen.
Door de Commissie van Fabricage is om
trent het plan een onderzoek ingesteld, üit
haar rapport blykt dat tegen de uitvoering
geen bezwaar bestaat, mits met inachtneming
van de daarby aangegeven maatregelen en
voor rekening van de provincie worde voor
zien in het verleggen van de gas- en duin
waterbuizen en, zoo noodig, in het vorhoogen
van den voetingmuur en het verleggen van
het doode spoor van den tramweg slecht van
tydelyken aard zy.
Zich met de beschouwingen van deCommissie
van Fabricage vereenigende geven B. en Ws.
den gemeenteraad in overweging aan het
Provinciaal Bestuur, voor zooveel noodig, mach
tiging te verleenen tot de uitvoering van het
voorgesteld plan onder de door de Commissie
van Fabricage gestelde voorwaarden en tevens
de aandacht van Gedep. Staten er op te ves
tigen dat nu aan de nieuwe brug slechts eene
doorvaartwydte van 7 meters wordt gegeven,
het tusschen de gemeente en de provincie
aangegaan contract in dier voege moet wor
den gewyzigd dat voor de bestaande of nieuw
te leggen bruggen geene meerdere doorvaart
wydte dan 7 meters wordt voorgeschreven,
Immers, in dat contract is de bepaling op
genomen dat de brug over de Oude Vest
gracht, naby de Turfmarkt, op kosten van de
gemeente, zóó zal worden veranderd, dat zy
aan de schepen eene doorvaartwydte biedt
van 8 Meter, dat de thans bestaande door
vaartwydte der overige bruggen nimmer zal
worden vernauwd en dat by het eventueel
leggen van nieuwe bruggen, waar zy thans
niet bestaan, aan deze, zonder toestemming
van het provinciaal gezag, of van dat wat
het mocht vervangen, geene mindere doorvaart
wydte dan van 8 Moter zal worden gegeven.
Aangaande de ophooging van den weg
tusschen de Haagbrug en de nieuw ontwor
pen brug, bestaat, voor zoover de gemeente
daarby betrokken is, geen bezwaar, indien de
provincie voor goede afwatering zorgt, daar
dit anders steeds zal afvloeien in de tuinen
der zich aldaar bevindende woonhuizen en
naar den Witten Singel. Indien, ten gevolge
dier ophooging, noodig blykt, den voetingmuur,
waarop het hek dier woonhuizen is geplaatst,
te verhoogen, zal dit insgelyks op kosten der
provincie behooren te geschieden.
In handen der Commissie van financiën
werden gesteld de voorstellen van Burg. en
Wets, tot verlenging van de huur der Armen-
kerk onder de bestaande voorwaarden, betrek
kelijk de inrichting van hot Pare-Vaccinogéne
en tot vrystelling van de betaling van een
gedeelte dor boeten, opgelegd aan A. Emme
rich, wegens te late-oplevering van bruggen.
Tegen het eerstgenoemd voorstel bestaan
by de Commissie geeno bedenkingen; evenmin
tegen hot in de tweede plaats genoemde, ook
op grond dat thans hetzelfde bedrag voor drie
deskundigen, belast met het beheer van hot
Pare, wordt aangevraagd als ten vorigonjare
voor vier geneeskundigen werd toegestaan.
Wat echter betreft de door Emmerich ver
zochte vrystelling van de betaling van boeten,
vindt de Commissie, na kennisneming van de
botrekkelyke stukken, geor.e aanleiding om de
verschuldigde boeten niet geheel toe te passen.
Van de bevoegdheid, in hot bestek opgenomen,
om do dagen, waarop naar het oordooi der
directie het werk buiten de schuld van don
aannemer moet gestaakt worden, aan den ge
stelden termijn toe te voegen, is reeds gebruik
gemaakt, daar de boeten slechts over 18 dagen
zyn berekend. Dat nu het werk in behoorlyken
staat is opgeleverd en de gemeente door de
te late-oplevering geene schade heeft geleden,
levert, naar het inzien der Commissie althans,
geen voldoenden grond op om do booten voor.
een deel kwyt te schelden. Al heeft de ge
meente zelve goene schade geleden, door de
belanghebbenden is, ten gevolge van de ver
traagde oplevering, wel degeiyk last en hinder
ondervonden; de passage toch voor ry- en
voertuigen is l.mger dan noodig was gestremd,
terwyl de voetgangers gedurende dien tyd van
de overhaalschouw hebben moeten gebruik
maken. Behoudens alzoo uit nadere inlichtin
gen mocht blyken dat er inderdaad zoodanige
buitengewone omstandigheden hebben plaats
gehad, welke eone afwyking van den regel
kunnen rechtvaardigen, meent de Commissie
vooralsnog dat tot geene kwytschelding van
boeten moet worden overgegaan. Zy geoft
den gemeenteraad mitsdien in overweging tot
de verlenging van do huur der Armonkerk
en tot de inrichting van hot Parc-Vaccinogène
overeenkomstig de voorstellen van Burg. en
Weths. te besluiten, doch afwyzend te beschik
ken op het verzoek van A. Emmerich.
Dezelfde commissie bericht dat zy op den
ten fine van onderzoek in hare handen ge
stolden staat van af- en overschryving van
het Gereformeerde Minne- of Arme Oude-
Mannen- en Vrouwenbuis, strekkende tot
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1—6 regols ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.174.
Grootcre lettere naar plaatsruimte. Voor het in-
caeeeeren buiteu de etad wordt 0.10 berekend.
verhooging van de posten „Brandstoffen" en
„Ziekenverpleging", der begrooting van ge
noemde Instelling van Weldadigheid, te vin
den door afschrijving van den post „Kleeding
en Liggingstukken", van bedoelde begrooting,
tot een gezamenlyk bedrag in ontvangst en
uitgaaf van 165,15s op do begrooting van
1887, geene bedenkingen heeft, evenmin als
op de in hare handen gestelde rekening en ver
antwoording van de Plaatselyke Schoolcom
missie alhier over het jaar 1887, sluitende in
ontvangst en uitgaaf met een bodrag van
ƒ159.15.
Honderd en twintig jongens van de
Kweekschool voor Zeevaart worden heden
van hier overgeplaatst en wel 60 naar elk
der opleidingsschepen te Amsterdam en
te Rotterdam.
Van de beido genoemde schepen werd een
luitenant ter zee gezonden om de jongens
naar hunne nieuwe bestemming te begeleiden.
De zomercursus van de Kweekschool voor
Zeevaart alhier vangt thans aan met een
getal van 60 jongens.
De voorstelling, door de'onderofficieren
der infanterie alhier den 22sten Maart in den
Schouwburg gegeven, ton voordeele der Ver-
eoniging van gepensionDeerde onderofficieren
en minderen van het Nederlandsche leger,
heeft opgebracht 359.50, welk bedrag aan
den adjudant vaandeldrager van het 4de reg.
infanterie, correspondent dier vereeniging, is
afgedragen.
Ds. E. Cesar Segers alhier schryft in de
„Wageninger"
Naar aanleiding der onlangs bekend ge
worden vonnissen in de kerkelijke procedures
treft men in sommige bladen eene verkeerde
voorstelling aan aangaande do beteekenis dier
uitspraken. Het wordt voorgesteld, alsof door
de rechtbank de kerken, die in doleantie gingen,
in het ongelyk werden gesteld. En dit is,
meen ik, onjuist. Ieder, die de vonnissen in
zake Leiderdorp, Wetsinge Sauwert en Zuid-
wolde onbevooroordeeld leest, zal, dunkt mij,,
juist een anderen indruk er van ontvangen.
Die vonnissen hebben niet de kerken, die in
doleantie gingen, in het ongelyk gesteld, maar
duidelyk uitgesproken, wat, myns inziens, van
veel grootere beteekenis is, dat de kerken
niet in doleantie gegaan zyn. De rechtbank
heeft erkend, en daarop rust hare uitspraak,
dat de gemeente Leiderdorp, de gemeente
AVetsinge-Sauwert, de gemeente Zuidwolde
waren en gebleven zyn Ned. Herv. gemeenten,
behoorende tot de Ned. Herv. Kerk. (Algemeen
Reglement art. 1). Omdat die kerken of ge-
71) Doon
lt. ItOUPJI VV* VAX BOEKEREX.
„Als 't u blieft, mijnheer Hulst I Ochoch
kan men zich zóó in iemand vergissen
„Ja, ja, mynheer! dat kan men, vooral
wanneer men, reeds na eene kennismaking
van eenige weken, tot een beslist oordeel
meent gerechtigd te zyn."
„Myn oordeel, zoo het te voorbarig geweest
is, was in ieder geval gunstig, en behoeft
dus niet zoovele verontschuldiging. Wat uw
oordeel betreft, mynheer Hulst! ik wacht op
uwe mededeelingen, welke het moeten recht
vaardigen. Vertel my dus, wat ik u bidden
mag, het geheele verhaal, in al zyne by-
zonderheden."
Hierop gaf Hulst een uitvoerig en nauw
keurig relaas van hetgeen hem indertijd door
Gerkes was meegedeeld en getoond, en hoe
die ongunstige berichten by nader onderzoek
maar al te gegrond waren gebleken, 't Ver
haal van den berymden minnebrief, van de
herhaalde bezoeken van Toontje op \ran Arkel's
kamer, van den twist en de verzoening, dat
alles werd zoo nauwkeurig en uitvoerig moge-
iyk meegedeeld. Daarbij verhaalde Hulst ook
nog, hoe de heer Van Velzen don beschuldigde
in do gelegenheid had gesteld, zich te verant
woorden en te verdedigen, maar dat Van
Arkel van die gelegenheid in 't geheel geen
gebruik had willen maken. Eindelyk was
Hulst eerlyk genoeg om ook nog te spreken
over de twee brieven, welke Hector aan hem
geschreven had, ter verkryging van informa-
tiën omtrent het adres en andere omstandig
heden van de familie Van Velzen, welke
hy echtor beide onbeantwoord had gelaten.
Aan het slot zyner mededeelingen vroeg Hulst,
met iets meesterachtigs in zyn toon„AVelnu,
mynheer Loodswat zegt gy er nu van, hob
ik een valsch getuigenis gegeven?"
„Als ik u op deze vraag een antwoord zal
geven, dan moet ik allereerst u vriendelyk
en dringend verzoeken, my verder kalm en
bedaard te woord te staan. Ik begin met u
de hand te reiken, niet om verschooning te
vragen, maar omdat ik de overtuiging heb
dat gy, zoo go gedwaald hebt, dit ge
heel en volkomen ter goeder trouw hebt
gedaan."
„Maar, voor den duivelmeent go dan
toch nog.
„Och, wat ik u bidden mag, dokter! Laten
wy de zaak nu bedaard, laten wy ze als
mannen bespreken
„Maar hier is niets te bespreken, dominee!
Ubi testimonia rerum ad sunt non
opus est verbis." (Waar feiten spreken,
zyn woorden overbodig.)
„Jawel, mynheermaar die testimonia,
ofschoon hoogst ernstig en beiangryk, zyn in
myne oogen nog niet voldoende."
„Niet voldoende? maar hoe kunt ge het
zeggen
„Laat my beginnen met u te vragenwie
was die mynheer Gerkes? Gy hebt alleen
zyn naam, woonplaats en beroep genoemd,
maar hebt gy ook onderzoek gedaan naar
zyn reputatie, karakter, antecedenten?"
„Dat is te zeggen: het was een fat-
soenlyk man."
„Daarmee wilt gy te kennen geven dat hy
zich fatsoenlyk voordeed, dat zyne kleeding
en manieren waren als die van een welop
gevoed mensch. Maar weet ge niets van zijne
levensgeschiedenis
„Zyne levensgeschiedenis, maar wat doet die
hier af? De man toonde ons immers het cor
pus delicti, waarvan de identiteit door nie
mand kon geloochend worden, dat adres, dat
cachet, en het fragment uit den berymden
minnebrief?"
„Maar het is immers dat erkende, volgens
uw verhaal, de heer Van Velzen zelf, 't is
immers niet bewezen dat dit fragment wezen-
lyk uit oen minnebrief afkomstig is Dan heb
ik u in 't geheel niet hooren spreken over
eene poging om, door juffrouw Doorneveldin
't verhoor te nemen, achter de waarheid te-
komen. Ook moet ik de mogelykheid onder
stellen, dat de brief van den heer Van Velzei
verloren geraakt is, zoodat myn vriend Van
Arkel zich niet kon verantwoorden. Zulk een
zoekraken van brieven is toch waarlyk geen
ongehoord verschynsel. Maar wat my aller
meest verwondert is, dat gy, mynheer Hulst!
den heer \ran Arkel niet hebt willen te woord
staan en zyne brieven onbeantwoord hebt
gelaten."
„Och ja, mynheer! do beste stuurlui staan
altyd aan wal. Gy zoudt in myn geval ook
niet geantwoord hebben op het schryven van
zulk een onbeschaamden deugniet."
„Aroor my ontbreekt nog altijd het wettelyk
en overtuigend bewys, dat gy met een onbe
schaamden deugniet te doen hadt. En wat
betreft uwe aanhaling van hot bekende spreek
woord over stuurlui, zoo moet ik u één ding
verzekeren, namelyk dat de stuurman, dien
gy thans vóór u hebt, niet aan wal zal blyven.
(Wordt vervolgd.''