\i\ 8625. Donderdag SO JMaart. A0. 1888.
<Beze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van §pn- en feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
Feuilleton.
Aan den rand des afgronds.
LEIDSCH DAGBLAD.
Gemengd Nieuws.
Zaterdagmorgen, circa halfzes,
brak er een geweldige brand uit in het ge
hucht Taarlo, gem. Vries, ten huize van den
landbouwer Sjoert De Boer. De karnmolen,
welke in vollen gang was, schijnt in brand ge-
loopen te zyn, daar althans ontdekte men het
eerst vuur. Alle pogingen om dit te blusschen,
bloken vruchteloos; binnen 5 minuten tyds
stond de geheele voorraad stroo en onge-
dorschte rogge in lichtelaaie en deelde zich de
brand aan het dak mede. De bewoners tracht
ten met den meest mogelijken spoed de levende
have te redden, de koeien werden losgemaakt,
evenzoo de paarden, doch de dieren deinsden
voor den verschrikkelyken vuurgloed terug.
De koeien waren niet uit de stallen te krijgen
en de paarden weigerden eveneens halsstarrig.
Er was voor de bewoners geen tijd meer te
verliezen om te vluchten, wilden ze niet in
de vlammen omkomen. Ongekleed, een ziek
jongeling zoo van het bod, vlucVt n -uon
naar buiten. Aan redding was niet u._„i
denken. Binnen 10 minuten viel reeds do ge
heele brandende massa op de ongelukkig
achtergebleven levende have. De hond, die
aan een ketting lag, maakte nog eenig ang
stig gehuil, maar verder hoorde men niets
dan het knetteren van den onverbiddelyken
vuurgloed. Een half verschroeid zwijn, dat
ook nog den poot gebroken had, werd gered,
doch door de buren onmiddellijk geslacht. Even
eons werden gered de Drentsche schapen en
1 pink.
In de vlammen kwamon om 2 jonge werk
paarden, 2 entorpaarden, 14 koeien, 3 Friesche
schapen, 5 varkens, 8 biggen, 1 hond, een
38tal kippen en ganzen, circa 20,000 pond
hooi, oene massa stroo en ongedorschte roggo,
al de wagens, karren, ploegen, eggen en al
wat verder tot de boerderij en huishouding be
hoort. Niets werd gered, zelfs geen stuk klee-
ren. De dienstmaagd, die nog iets van haar
goed wilde redden, vertflPftndde by de pogin
gen daartoe een gedeelte van haar hoofdhaar,
alsmede hare wenkbrauwen en wimpers. De
arme meid verloor alles. Het huis, toebehoo
rende aan den heer G. Doedens te Donderen,
is verzekerd by de dorpsassurantiemaatschappij
te Yries, naar men zegt, voor ƒ2000.
Door de politie te Maastricht
z(jn gearresteerd en ter beschikking der justitie
gesteld de soldaat P. M. J., van het 2de reg.
inf. en de werkman H. J. M., beiden beschul
digd van diefstal van lood van de St.-Servaas-
kerk aldaar.
De rochtbank te Maastricht
heeft rechtsingang verleend tegen P. D., den
secretaris der gemeente Hoensbroek, be
schuldigd van het valschelijk opmaken van
een raadsbesluit.
Een soldaat, te Djjon in garni
zoen en Joseph Rimoux genaamd, had met
een meisje te dier stede sedert eonigen tijd
kennis aangeknoopt. Ten gevolge van tal van
wederwaardigheden, besloten zij een einde aan
hun leven te maken.
Zjj betrokken eene kamer in een hotel en
namen vervolgens, nadat zij afscheidsbrieven
gericht hadden tot hunne bloedverwanten, eene
zekere hoeveelheid van een sterk vergif tot zich.
Dé geneesheeren zijn er nog maar niet achter,
welk vergif mag gebruikt zijn.
De dosis vergif bleek onvoldoende te z(jn
ter bereiking van het beoogde doel en daarom
stelden de dwazen pogingen in het werk om
zich te doen stikken door kolendamp. Daar
echter de kamer niet hermetisch kon gesloten
worden, gelukte ook dit niet.
loon nam Rimoux z(jn zakmes en opende
daarmede de aderen van den arm zijner aan
gebedene ook op zichzelven paste hjj deze
operatie toe. Door het gekreun der lijdenden
kwamen eindelijk de kellners en eenige andere
personen naar de kamer en trapten met ver
eende krachten de deur in. De beide jonge
personen, wien het vruchteloos zooveel in
spanning gekost had in de kamer den dood
te vinden, werden naar het gasthuis vervoerd.
Wel is hun toestand ernstig, maar er is hoop
op herstel.
Een verschrikkelijk ongeluk,
doorpetroleum veroorzaakt, heeft te Duinkerken
plaats gehad. Drie jongelieden zaten rondom
eene tafel op eene kamer van de tweede ver
dieping eener woning in do rue do la Cou-
ronne, toen do petroleumlamp omviel. In een
oogwenk kwamen alle drie in aanraking met
de ontvlamde vloeistof.
Eén hunner, Devries, die vreeselyk gebrand
was aan gelaat en handen, verloor zijne be
zinning, wierp zich uit het raam en werd
opgenomen met een gebroken been. Een
ander, Briche, oveneens zeer onthutst, volgde
Devries' voorbeold en brak een voet en de
rechterhand.
De derde, Molle, hoewel verschrikkelijk aan
gelaat en rechterhand gebrand, verloor zjjne
tegenwoordigheid van geest niet en bleef in
de kamer. De buren, toegeyld op de kreten
der slachtoffers, zorgden voor Molle, terwijl
PRIJS DBZER, COURA-NT:
Voor Leidon per 8 meendenï.io.
Frenco per poet1.40.
Afeonderljjke Nommere0.O6.
69) doob
R. KOOPMANS VAN ROEKEREN.
„Woont ge hier dan wezenlijk met zooveel
genoegen, burgemeester?" vroeg Aafje, en
zag bij die vraag Van Arkel aan met van
vreugd stralende oogen.
„Ja zeker, Aafje, ik vind Hagenoort wel
een aangenaam dorp; met de menschen hier
kan ik ook wel overwog, en wat verder het
wonen betreft, wie zou 't niet heerlijk vinden
zoo'n alleraardigst buurvrouwtje te hebben?"
„Nu gaat gij met mij, geloof ik, weer een
keetje den gek steken, niet waar?"
„Neen, waarlijk niet!Gij vond dien
ring zoo mooi, maar over die schoonheid zult
ge beter kunnen oordeelen, wanneer hy eens
even aan uw eigen vinger schittert. Geef eens
Bier uw handje, dan kunt ge hem op uw
gemak bewonderen."
Onder -deze laatste woorden heeft Van Arkel
zijn ring van den pink geschoven. Aafje
had nog wel eerst eene poging gewaagd om
hare hand terug te trekken, en zy zei dan
ook: „Och kom, wat is dat nu voor gekheid
maar die poging was heel zwak geweest, en
die gekheid vond ze toch ook wel aardig.
O, was er toen iemand gekomen, die Hector
en Aafje beiden, elk in eigen huis en omge
ving, gedwongen had tot een werk, wel be
rekend naar ieders krachten, maar dat toch
veel t yd en veel inspanning naar lichaam en
geest vorderde, zoo iemand zou hun een on-
schatbaren dienst, ja, zedeiyk eene weldaad
bewezen hebben.
III.
By beurten togen dominee Loods en meester
Stuurs jaariyks naar de Algomeene Vergade
ring van 't Nut, te Amsterdam. Dit jaar was
de beurt aan Loods. De heenreis nam hy over
Harlingen en ook de thuisreis werd grooten-
deels met eene Zuiderzeestoomboot afgelegd,
daar hy terugging over Kampen. Onder zyne
reisgenooten was, by laatstgenoemde gelegen
heid, ook dokter Hulst, die als afgevaardigde
het departement Meervo'ort had vertegenwoor
digd. Zooals wy weten, waren Loods en Hulst
oude kennissen, want toen mevrouw Welp
horst nog te Meervoort woonde, hadden de
heeren elkander meermalen ontmoet. Dit den
laatsten volzin maakt de lezer natuurlyk op,
dat mevrouw Welphorst weer verhuisd was.
anderen de gewonden opnamen of den uit
gebroken brand blnschten.
De gewonden vervoerde men naar het hos
pitaal; hun toestand is ernstig.
De heer De B.een zeer bekend
sportsman, ontmoette onlangs by eene schil-
doryen-tentoonstelling te Parys eene jonge,
schoone dame, zeer ryk gekleed. Hy wilde
haar^ aanspreken en haar een rendez-vous
vragen. In den aanvang werd hem een bits
antwoord gegeven, maar, toen hy bleef aan
dringen, zeide de liove dame eindelyk:
„Morgen zal ik u te drie uren wachten aan
het hotelin de rue Rivoli. Vraag dan
maar naar de gravin Carmen; wees echter
voorzichtig, want myn echtgenoot is met my
hier te Parys en hy is geen katje om zonder
handschoenen aan te pakken."
Den volgenden dag, ter bestemder ure, be
vond de heer De B. zich aan het hotel, kort
daarop ook aan de voeten der gravin.
Zy verhaalde, met een sterk geprononceerd
Sjtaansch accent, dat zy behoorde tot eone
der eerste familifin van Navarro en dat haar
gemaal hoofdofficier by het Spaansche leger was.
De hoer De B. werd verliefd en daar hy
het tevens in de warme kamer zeer warm
kreeg, ontdeed hy zich van zyne overjas.
Eensklaps tikt men op de deur.
„Dat is myn echtgenoot", zegt de gravin
ontsteld. „Verborg u in de kleedkamer. Ik zal
hom wel zien weg te krygen." Zy duwde onzen
Do B. in die kamer en liet hem den tyd niet
hoed en jas 'met zich te voeren.
Na verloop van r een half uur kwam hjj
eens voor den dag uit zjjne gevangenis en zag
niemand meer. Hy zocht naar hoed en jas.
Ook zy waren verdwenen. Hy' bolde. Een gargon
bracht tor zyner kennisse dat de gravin Carmen
met inbegrip van haren gemaal, die des mor
gens zonder bagage waren gekomen, niet lang
geleden gegaan waren, na mot den hotelhouder
afgerekend te hebben.
Oplossing: In de overjas des heeren DeB.
stak eene portefeuille, inhoudende meer dan
5000 franken.
Te Tarascon (Zuid-Frankryk) is
eene schandelyke wraak genomen. Maurice
Autrand, soldaat, in garnizoen te Nimes, was
mot verlof te Tarascon geweest en stond op
het punt te vertrekken. In de wachtkamer
van het spoorwegstation lag hy op eone bank
uitgestrekt, terwyl een meisje naast hem stond,
dat peinsde en af en toe blikken vol haat op
den slaper wierp. Soms ook streek zjj zich
met de hand over het voorhoofd, als wilde zy
eene gedachte, die haar bezighield, wegbannen.
Zoo was het ook. Toon haar zoon Alexander
student moest worden, had de moeder zich
metterwoon te Leiden gevestigd.
Op de vergadering hadden de heeren elkander
slechts vluchtig gesprokon, Des te meer ver-
blydden zy zich dat zo elkander nu aan boord
van de stoomboot ontmoetten, en dus gelegen
heid hadden, rustig en veel samen te praten,
indien zij althans door zeeziokte hierin niet
verhinderd werden. En voor dat laatste bestond
weinig of geen gevaar, want het was een
verrukkend schoone zomerdag. Aan land zou
men misschien weer last van de hitte hebben,
doch hiervoor behoefde men op zee niet be
vreesd te zyn, want daar waaide nog een
frisch koeltje.
Nog voordat men van wal gestoken was,
waren de heeren Loods en Hulst met elkander
aan den praat geraakt. Al heel spoedig werd
ook gesproken over het levensgevaar, waarin
Alexander Welphorst had verkeerd, en dus
ook over den man, die den jongeling gered
had. Hot trek terstond de aandacht van Loods
dat dokter Hulst over die moedige daad van Van
Arkel heel koeltjes sprak, doch, daar de be
woordingen, waarin de dokter zich uitliet, niet
rechtstreeks kwetsend waren, vroeg Loods
niet naar nadere verklaring en maakte dus
ook geene aanmerking. Later echter, toen Loods
6
PRUS DER ADVBRTBNTEHN:
Van 1—6 regola ƒ1.06. Iedere regel meer 0.174.
Grootere letters naar plaatamimte. Voor het in-
oasseeron buiten de stad wordt 0.10 berekend.
Eensklaps echter haalde zy een fleschje
voor den dag en wierp den inhoud daarvan
in het aangezicht van den soldaat. Het was
vitriool. Een hartverscheurende gil weerklonk
van den ongelukkige, die zoo wreed uit zyn
slaap werd gewekt, terwyl de moordenares
onbeweeglyk dit tooneel aanstaarde en bedaard
hare arrestatie afwachtte.
Autrand werd naar het hospitaal overge
bracht, zyn geheele gelaat was gebrand en
men vreest ernstig voor het behoud zyner
oogen. De bedryfster dezer misdaad was de
24-jarige Augustine M uit Orange. Zy be
kende voor den procureur der Republiek, dat
zy Autrand reeds een jaar of vyf had gekend.
Van een huwelyk wilde hy noch zyne ouders
iets hooren en dit was de aanleiding tot hare
wraakneming. Twee jaren had zy de bran
dende vloeistof in haar bezit gehad; al dien
tyd had zij over hare daad nagedacht en ook
nu toonde zy er nog niet het minste berouw
over.
INGEZONDEN.
Mijnheelde Redacteur.'
Voor hot onderstaande verzoek ik U beleefd
een bescheiden plaatsje in Uw veel ge
lezen blad.
Ieder dierenvriend zal het zeker met my
eens zyn, dat er onlangs onder onze trouwe
huisdieren, ik bedoel de honden, een b y n a
algemeen gejuich is opgegaan, toen de dag
was aangebroken, dat de muilkorven
mochten worden afgelegd.
Een by na algemeen gejuich; want niet
allen konden juichen, omdat er helaas nog
zoo velen zyn. die dagolyks werk moeten
torsen, waarvoor zij niet bestand zyn, nl.
om als trekdieren dienst te doen.
In vele naburige gemeenten is het ook
reeds jaren lang verboden, om die trouwe
dieren werk te laten verrichten, wat hun niet
toekomt, en dat door paarden of andere
trekdieren behoort te geschieden, maar
niet door een hond.
Mogen deze regelen by ons Gemeentebestuur
den lust opwekken, om het verbod, dat in
zoovole gemeenten streng wordt gehandhaafd,
ook hier tor stede in toepassing te brengen,
opdat er dan een algemeen gejuich onder onze
trouwe huisdieren opgaat!
U dankzeggende voor do verleende plaats
ruimte, hob ik de eer te zyn
Leiden, UEd. Dv. Dienaar,
27 Maart 1888. De D?
met eenige geestdrift uitweidde over den
nieuwen burgemeester, wiens taak te zwaarder
was, daar zyn voorganger, zooals algemeen
bekend was, do zakon versloft, en in vry ont
redderden toestand achtergelaten had, kreeg
het gesprek eeno ernstiger wonding. Die voor
ganger toch, eon zekere mynheer Van Maarten,
was toevallig een kennis van den dokter, en
ofschoon laatstgenoemde nu geono vrymoedig-
heid vond,- dien ouden slaapmuts te verdedi
gen, vatte hy toch vuur op het zeggen van
den predikant.
„Hoor eens, dominee!" zoo begen Hulst, N
„ik weet heel goed dat de oude heer Van
Maarten, in het laatst van zyn leven, woleens
wat vergeetachtig en droomerig kon zyn,
maar dat die goede man het nu terstond zoo
geheel en al moot afleggen, dat vind ik wel
wat hard."
„Zoo geheel afleggen, dokter! tot zulk eene
uitdrukking heb ik geene aanleiding gegeven.
Ik heb alleen gezegd dat Van Maarten zyne
boeken en archieven, met al hun toebohooren,
in geen netten staat achterliet, en dat dit
oordeel niet te hard is, kan ik met do stukken
bewyzen."
Wordt vervolgd: