■rrgf^MS-. VcCT-oaaMKgr^TttBKiZCjasXnCZGf-iTT&Ii vootsluis A. J. Maltha en Uen meesterknecht by den yzeren bouw by 's Ryks werf te Am sterdam J. Janszen, wegens meer dan 55- jarigen leeftyd, onderseheidenlyk met ingang van 1 April en van 1 Mei aanstaande, eervol uit 's Ryks dienst ontslagen, behoudens toe kenning van pensioen; den heer K. A. E. Seipgens, arts, met ingang van 1 April a. s., benoemd tot officier van gezondheid 2de kl. by de zeemacht. Liefdadigheids-voorstelling. Het liefdadig streven der onderofficieren van het 4de regiment infanterie alhier, ter tege moetkoming aan do gepensionneerde onder officieren en minderen van het Nederlandsche leger, mocht gisteravond by de door hen voor dit doel gegeven voorstolling talryke biyken van sympathie ondervinden. Het schouwburglokaal was tot de nok toe bezet, en alle aanwezigen gaven herhaalde malen hun by val te kennen met hetgeen ons door onze wakkere zonen van Mars werd ten beste gegeven. Na eene harteiyko dankbetuiging, door den president der vereeniging, voor deze ondub belzinnige teekenen van ingenomenheid met de monschlievende poging, door hen aange wend, mochten wy de opvoering van „De Militaire 'Willemsorde", dramatische schets in één bedryf, aanschouwen. Voorzeker een stout bestaan. Onze bekende acteur-auteur Rosier Faassen toch, heeft dit stuk geschreven geheel en al met het oog op eigen persoonlykheidhy heeft dit ten tooneelo gevoerd enkel om zyn weergaloos talent van grysaards te typeeren, ten toon te kunnen spreidon. Niet zonder eenige angstige spanning zagen wy, die dezen Rotterdamschen toonoelspeler menigmaal in deze rol hebben aanschouwd en toegejuicht, dan ook de tee- koning van den oud militair gisteravond te gomoet. Wy verheugen ons echter te kunnen getuigen dat de ons geleverde schets, hoewel niet onberispeiyk, toch zeor bevredigend mocht genoemd worden. De grime was uitstekend de houding, gang en gebaren verdienen in alle mogolyko opzichten onzen lof, maar de spraak was niet in overeenstemming met den gebo gen rug en de gryze haren. Deze was te vlug, te krachtig; deze ver ried den jongen man onder de mom van den diepbeproofden oude. Do andere rollen waren in goede handen zy werden met gevoel en innigheid weerge geven onze byzondere hulde zy gebracht aan den jeugdigen Karei voor zyn los en vry spel. De gymnastiek bewees ons dat het vader land, zoo het ooit onverhoopt in gevaar mocht verkeeren, zal kunnen bogen op mannen met sterke armon, met verharde spieren. De zwaarste, de meeste kracht vereischende be wegingen worden met een gemak, met eene vlugheid en zekerheid gedaan, welke werkeiyk bewondoring afdwongen. Wy hebben dat zich herhaalde malen boven de macht opzetten, den Christusstand (algemeen gebruikte bena ming), den reuzenzwaai zoowel vóór- als achter waarts zelden zóó keurig gezien als wy dit gisteravond mochten aanschouwen. Vooral de clown toonde eene byzondere krachtsontwik keling te bezittende luide byvalsbetuigingen, welke allen en hy in het byzonder telkens mochten inoogsten, zy waren eene hulde, hun volkomen waardig. Ten tyde van den Fransch-Duitschen oorlog, toen by ons te lande on vooral in myne pro vincie Limburg zich eene byzondere franco manie van alle gemoederen had meester go- maakt, toen schreef myne huidige stadgenoot on Limburgsche novellist Emile Seipgens zyn roeds zoo dikwyis opgovoerd „Een Fransch krygsgevangene", als parodie op deze bespot- telyke voorliefde voor de Fransche wapenen. Mot dit aardig hekeldicht, met deze geestige satire word ook het Leidsche publiek gister avond in kennis gesteld. De kennismaking is buitongewoon aange naam geweest en ook hiertoe hebben de ver- tooners het hunne bygedragen. In do oorste plaats een woord van byzon- deren lof aan Bart, don ouden knecht; dezo leverde ons een vermakelyken, volkomen naar de natuur, getrouwen, ouden bediende, met hart en ziel verknocht aan zyn meester en aan alles, wat tot diens omgeving behoort. De drastische uitwerking, welke zyn „als ik myne gedachte daarover eens laat gaan", telkenmale ten gevolge had, bewees dat hy het komieke element van deze rol ten eenen- male begrepen had en ook in staat was het weer te geven. Van Arcken schetste ons don belachelyken francomaan roet den iioodigen humor; tegen over den Pruis was by zelfs vermakelyk; alleen had zyno grime, als vader van Betsy, iets ouder kunnen zyn. Arthur was oen zeer beschaafde Fransche vluchteling, die het Gallische vuur, de zui- delyko levendigheid kranig weergaf. Karei was een recht statige, overmoedige Pruis en Lodewyk een by uitstek goed geslaagde, zoetsappige agent van politie. Aan Betsy mogen wy ditmaal wederom dezelfde woorden van ingenomenheid, van byval toevoegen, welke wy reeds vroeger herhaalde malen te haren opzichte by andere tooneelvoorstellingen hebben geschreven. Ook thans troffen ons dat sober en beschaafd spel, die welsprekende mimiek en fijne nuanceering. De kostumon muntten uit door getrouw- en frischheid. De plastische standen bekoorden ons het minst; zy waren buitendien geheel in afwy- wyking met de hiervoor gestelde regels, welke voorschryven geen baard en korte haren. Te ongeveer elf uren mochten wy huis waarts keerenongetwyfeld zal niemand die uren, gisteren in het schouwburglokaal door gebracht, betreuren; allen zullen nog menig maal het genotene met blydschap zich voor don geost tooveren en met welgevallen het penninkske herdenken, op het altaar der lief dadigheid geofferd. Mr. L. H. Gemengd Nieuw» Uit Katwyk aan Zee meldt men van gisteren: Heden waren alhier van de schrobnetvisschery aan: KW 18, „de Vrouw Leuntje",sch. P. Plokker, besomming f 112.15; KW 9, „Geertruida Johanna," sch. Jacob Guyt, besomming f 115.75. By A. v. d. W., veehouder by Aals meer, in de gemeente Haarlemmermeer, zyn Zondag-avond ontvreemd te zamen f 45.48 on verschillende gouden en andere voorwerpen. De vermoedelyke dader, P. B., is spoorloos verdwenen. Volgens het „Vad." heeft Woens dag-avond, na de vergadering in „Walhalla," nog een oploop van sociaal-democraten plaats goliad. Eene niet zeer talryke bende zette zich in beweging naar de woning van Domola Nieuwenhuis, waarby zich later enkele klei nere groepen aansloten. De gewone liederen zingende, trok men tot de cavalerie-kazerno, waar, na aankomst van een bode, halt werd gehouden en raad belegd. Het scheen dat men vornomon had, dat voor het huis van Domela Nieuwenhuis geene manifestatie zou worden toegelaten, althans men trok niet daarheen, maar koerde op zyno schreden weder, en later het Noordeinde in; by de Amaliastraat werd de menigte verzameld en trok men in zekere orde langs het paleis dos Konings, ondor het zingen der „Marseillaise" en van het lied op Du Tour Van Bellinchave. Voor het huis van onzen premier werd ech ter een nieuw lied aangeheven, en wel„Weg met Heemskerk en consorten" (wyze: „de oude tante"). Van daar begon de stoet te slinken. Op de Groenmarkt kwam verdeeld heid aan het licht; wel was men er het ovor eens op echt Engelsche wyze een be zoek aan de „clubs" te brengen, maai' een deel wilde naar de „Witte", een ander deel naar do „Besognekamer", terwyl nóg anderen eerst voor het politiebureel eene manifestatie wilden houden. Het slot was, dat weldra van den geheo- Ion troep manifostanton niets meer over was. Men schryft uit Scheveningen: Do heer M. De N. was Woensdag-avond op nieuw hot mikpunt van baldadigheden van de zyde van eenige honderdon Scheveningsehe opgoschoten jongens en vrouwen. Te halfzes by een hier wonenden kleedermaker in de Torenstraat binnengegaan zynde, verzamelde zich weldra voor die woning eene grooto volks massa, welke zeer ruwe kreten deed hooren, met sneeuwballen tegen het huis wierp en dreigde, dat, als de „sociaal" er niet uitkwam, hy er uit zou worden gehaald. Inmiddels was de politie ontboden, die den aftocht van den heer De N., met eenige vrien den, die hem hadden ontzet, naar de sociëteit „Neptunus," aan de straatzyde, kon dekken, fs Avonds te acht uren is de heer Do N., onder de noodige maatregelen voor zyneper- soonlyko veiligheid, van hier naar Leiden teruggekeerd. In de Kinkerstraat te Amster dam viel gisteren eene heistelling om, met het ongelukkig gevolg dat het zware heiblok neerkwam op het hoofd van een der werk lieden, die dadelyk dood was. Het lyk werd naar het Buiten-gasthuis gebracht. Gisterochtend zond eenevrouw, in de Zwarte Paardenstraat te Rotterdam woonachtig, haar zoontje met een guldon naar een bakker op don Binnenweg om een brood te halen. By het verlaten van den winkel word het jongetje van de terugontvangen 84 centen beroofd door eene opgeschoten meid, die zich daarmede ylings uit de voeten maakte. (N. R. C.) Door de politie te Haarlem is tegon eene 18-jarige dienstbode proces-verbaal opgemaakt, die zich ten nadeele harer mees teres had schuldig gemaakt aan diefstal van ongèveer f 200. Gistermiddag werd te Groesbeek het huis mot inboedel van zekeren P., staande op den Grafwegen, goheel door brand vernield. De brandspuit kon, doordat de weg door den sneeuwstorm onbruikbaar was geworden, geen dienst doen. Alles was verzekerd. Te Beverwyk was een aanhanger van Domela Nieuwenhuis zóó verheugd, dat deze in het district Schoterland tot lid der Tweede Kamer was gekozen, dat hy de roode vlag uitstak. Dat zyne vreugde niet algemeen gedeeld werd, bleek spoedig toen de ruiten by hem ingegooid werden, zoodat hy genood zaakt was de oproervlag weder in te halen. Uit Hengeloo wordt van 22 Maart gemeldHedennacht circa twee uren ontstond brand in de machinekamer der Hengeloosche houtdraaieryde vlammen verspreidden zich zoó snel, dat het bovendeel van dit gebouw en het lokaal, waar de spoelen gemaakt wor den, in weinige oogenblikken in lichterlaaie stond. Aan de y verige krachtsinspanning van de brandweer mocht het na een paar uur tyds gelukken den brand tot die gebouwen en een klein deel der draaiery te beperken. Alles was tegen brandschade verzekerd. Aan de machines schynt nogal eenige schade berok kend te zyn. (Z. C.) In den vroegen ochtend viel eon ingezetene te Rysoord van eene hooizoldering. Hy werd levenloos opgenomen. Naby het station Dalheim, op de lyn Roermond Gladbach, is onder de sneeuw het lyk gevondon van een tot nu toe onbekend man. Men meldt uit Stockholm, van den21sten dezer, dat daar opnieuw een sneeuw storm woedt, dat de posten sedert vierdagen ontbreken en het des nachts tweo graden vriest. Naar aanleiding der grove wan- ordelykheden, welke vóór en by de begrafenis van Keizer Wilhelm plaats hadden, merkt ook het „Wiener Tagebl." op dat Duitsch- land niet naar zyne Afrikaansche koloniën behoeft te gaan als het met „wilden" kennis wil maken, want dat het gepeupel van Beriyn veel erger is dan de woeste stammen van Kameroen. Het cynische egoïsme, dat zich aldaar vertoonde, heeft iets verschrikkelyks. Men ziet met welke gevaren de maatschappy bedreigd zou worden als ooit de yzoren bar rières werden omvergehaald, waardoor de maatschappy de orde weet te handhaven. Het „Berl. Tagebl. geeft daarby nog eenige verdere staaltjes, waaruit biykt dat het ook n& de begrafenis niet beter gegaan is. Zy, die Zaterdag en Zondag uit piëteit laDgs den met rouwkransen en floers versierden wog kwamen, welke de stoet genomen had, moesten zien, hoe alles letteriyk geplunderd was. Niet alleen had men kransen en dennenloof afgerukt om als gedachtenis te bewaren, maar van het zwarte rouwfloers der balda- kyns enz. waren stukken afgerukt, dikwyis zóó groot, dat er gemakkeiyk jassen uit go- maakt konden worden en voor dat doel zullen zy ook wel dienen moeten. De politie heeft enkele dor dieven gearresteerd, doch scheen niet in staat om het schandaal te voorkomen en wordt ook hierom sterk gelaakt. In het begin van Januari ver- dween te Triest een 17-jarige bediende van oen manufactuurwinkel, die een paar honderd gulden te incasseeren had gehad. Hoewel er goono enkele reden was om aan de oerlyk- hotd van Karl Grimme (zoo heette de bediende) te twijfelen, begon men toch eindelyk te ver moeden dat hy mot dat geld op den loop was gegaan. Thans echter is gebleken dat hy vermoord is door een Hongaarsch onderdaan, Serviër van afkomst, Simic genaamd. Deze werd verleden week te Budapest wegens een geringen diefstal in hechtenis genomen en hooft vrijwillig bekend den moord gepleegd to hebben. Hy had Grimme in zyne kamer gelokt en hem na eene korte worsteling om hot leven gebracht. Het lyk verborg hy in een koffer en meer dan eene maand bleef hy die kamer nog bewonen, den koffer telkens met carbolzuur besprenkelend om do lucht zooveel mogelyk te zuiveren. Eindelyk had hy die kamer en Triest verlaten, maar de koffer met hot lyk zou men daar nog vindon. De politie to Budapest telegraphoerde naar Triëst en het verhaal van den moordenaar bleek volkomen waar te zyn. Simic was blyk- baar kalmer nadat hy zyne bekentenis had afgelegd, hoewel deze herazelven onder het afleggen zóó ontroerde, dat hy half bowuste- loos neerviel. Het door hem by Grimme ge vonden geld had hy gebruikt om den koffor te koopen en zyne schulden te Triëst af ta'doen. Te Brussel gingen den lOden dezer drie jonge meisjes, van 17 tot 21 jaar, Henriette Breyer, Anna en Henriotto Lorain, samen wandelen. Zy zyn niet teruggekomen en men heeft sedert niets van haar gehoord. Te Licbères kreeg de 77-jarige Bègue twist met zyne 90 jarige vrouw. Hy duwde haar in de stookplaats, waardoor zij vreeselyke brandwonden bekwam, waarop hij haar met een mes doodstak." Daarna speed hy zich met een scheermes de keel af. De stoomtoot „Julia", varende tusschen South Yallejo (Californië) en eene naburige stad, en waarop zich zeventig per sonen bevonden, was op het punt de haven te verlaten, toen eene vreeselyke ontploffing zich deed hooren. Eenige oogenblikken daarna stond do boot in brand en de vlammen deelden zich spoedig mede aan vaten met petroleum, welke in de nabyheid, op de kade, lagen. Het vuur woedde nu met ontzaglyke snel heid voort en veel in den omtrek der boot, ook de bergplaats der koopwaren en het tele graaf bureel van South Yallejo, werd eene prooi der vlammen. Eerst na verloop van een ge- ruimen tyd slaagde mon er in het vuur meester te worden. Wat de passagiers der „Julia" betreft, velen verdronken, doordien zy door in het water te springen zich trachtten te redden. Anderen hunner verbrandden lovend. Slechts veertien van de zeventig menschen zyn er goed afge komen, wanneer men tenminste eenige brand wonden als niet ernstig aanmerkt. BUITENLAND. Dultsohland. Keizer Frederik heeft zich Dinsdag te Char- lottenburg aan het venster vertoond, in de kleine generaalsjas, welke hy open droeg, met een wit vest er onder; juist- zooals de over leden Keizer zich eiken dag aan 't hoekvenster te Beriyn pleegde te vortoonen. Als eene „merkwaardigheid" wordt er op gewezen dat de Duitsche Keizer 56, de kroon prins 29, diens oudste zoon 6 jaren oud is, zoodat de vermoedelyke drie in leven zynde opvolgers van den overleden keizer tezamen den leeftyd hebben van 91 jaren, welken Keizer Wilhelm gisteren zou bereiken. De Keizer, wiens algemeene gezondheids toestand bevredigend is, heeft dien dag een plechtigen lykdienst, gewyd aan den overleden keizer, in de slotkapel van Charlottenburg bygewoond, toen tegeiyk het lyk voorgoed werd bygezet. Tevens werd die verjaardag in alle kerken van Beriyn en in oen aantal plaatsen van het overige Duitschland door byzondero gods dienstoefeningen herdacht; evenzoo in de hoogescholende lagere scholen bleven ge- sloton. De bladen geven den raad om in liet vervolg 22 Maart te vieren als een algemeene bede- en boetedag door hot geheele ryk, in plaats van de afzonderlyke plaatselyke bede dagen, welke omstreeks dezen tyd ook vrjj algemeen, doch overal schier op een anderen datum, gevierd worden. Een der Russische grootvorsten, die Dins dag-avond van Berlijn de terugreis naar St.- Petersburg aanvaardde, is Woensdag te Berlijn teruggekomen omdat de weg door de sneeuw nog niet vry was. Ook vele leden van den Dinsdag gesloten Ryksdag bevinden zich nog te Beriyn, omdat de sneeuw hun niettoolaat hunne woonplaatsen te bereiken. Italië. Een zonderling bericht komt uit Rome be treffende een aanslag, welken de Fransche vloot in de Middellandsche Zee op het oog heeft gehad tegen de Italiaansche haven Spezzia. Het wordt medegedeeld door de „Essersito Italiano", een militair tydschrift, dat te Rome verschynt. Het plan was, dat de Fransche vloot Spezzia zou verrassen, nadat oen paar uur te voren eene oorlogsverklaring aan Italië was verzon den. De Italiaansche regeering merkte bet en liet onmiddeliyk de havens van Genua en Spozzia versterken, terwyl Engeland terstond admiraal Hewitt met een eskader naar Genua

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 2