N3. 8620. Vrijdag S3 Maart. A°. 1888.
@eze fëourant wordt dagelijks, met uitsondering
van fêpn- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 22 Maart.
Feuilleton.
Aan den rand des afgronds.
LEIDSCÏÏ DAGBLAD.
de inrichting van het lichaam van do hooger
ontwikkelde wezens in verband met de levens
processen, tot den dood moest lyden.
By ééncellige dieren bestaat het eeuwige
levon, wanneer dit ten minste niet door uit
wendig geweld vernietigd wordt, daar de cel
zich steeds deelt, uit ieder deel eene nieuwe
voorkomt en niemand kan zeggen wat de
moeder- en wat de dochtercel is.
Geheel iets anders wordt de toestand van
hot organisme, by hooger georg. wezens,
d. w. z. Yan het cellencomplex, dat door den
stryd om het bestaan gedwongen is, zich
byeen te houden (symbiose) om te zamen
aan de schadelyke invloeden van buiten weer
stand te kunnen bieden.
De cellen van het organisme, en inzonder
heid van den mensch, onderscheiden zich by
de ontwikkeling van het individu in twee
soorten: de epitheelcellen en het bindweefsel.
Iedere cel scheidt eone tusschencellige stof af,
welke de cellen aan elkaar verbindt. Epitheel en
bindweefsel kunnen zonder elkandor niet leven.
De afscheidingsproducten der epitheliën, die met
de buitenwereld directe gemeenschap hebben,
worden allen geloosd, die van "t bindweefsel als
ze tussehen cellige stof liggen. Is de normale
verhouding tussehen deze twee soorten van
cellen verbroken, dan is de toestand patholo
gisch. Zoo is by chronische ontsteking van
den lever en de nier, het bindweefsel ver
meerderd, zoo berust do litteekenvorming van
eene brandwond op opnieuw-vorming van bind
weefsel. Evenzoo ontaarden de organen van
oude menschen door een vorhoogd aantal bind
weefselcellen.
Evenzoo zal do vermeerdering van de zelf
standigheid, door de bindweefselcellen geleverd,
de tusschencellige stof, tot ziekteverschynse-
len leiden. Men krygt dan de zoogenaamde
sclerose en de dood van het orgaan zal on-
vermydeiyk volgen.
De tusschencellige stof, een oerste vereischto
voor den samenhang van een organisme,
wordt hier de oorzaak van den dood. Een or
ganisme, dat zich alleen kan vormen door
symbiose van cellen, gaat dus te gronde door
de stof, welke zyne onderdooien te zamen hield.
Nadat deze belangryke rede was geëindigd,
sprak ZHGel. de hoogleeraren en studenten
der Medische Faculteit toe, riep van de eer
sten de hulp on steun in en van de tweedon
den vriendschappeiyken omgang.
Daarna werd ZHGel., in het Hotel Verhaaff,
door velen geluk gewenscht.
Benoemd is tot onderwyzeres te Krom
menie me.j. A. Prins, van Oegstgeest.
Tot de voorbereidende klasse A van de
Ryksnormaallessen te Voorschoten zyn, na
examen, Woensdag 21 dezer toegelaten: J.
M. C. Paap, F. H. Broers, A. Van Santen en
W. G. Strülck, uit Voorschoten; A. Beek
man, A. C. Van Bostelen en jongejuffrouw
C. Mechelse, uit Oegstgeest; alsmede jonge
juffrouw C. J. D. Haring, uit Vour; en tot
de voorbereidende klasse BA. Postuma, uit
Oegstgeest.
Bevorderd werden van voorb. kl. A naar B
G. A. Koese, M. J. A. Vermeulen en J, Pigge,
uit Voorschotenvan de voorb. kl. B naar
de lste klasse: D. G. Knynenburg en M.
Paardekooper, uit Wassenaar; alsmede de
jongejuffrouwen P. M. Den Baars, uit Veur,
en H. A. Bovenlander, uit Voorschoten;
van de lste naar de 2de klasseA. L. Rooy-
ackers, uit Wassenaar, en J. L. Van Leeuwen,
uit Voorschoten; van de 2de naar de 3de
klasse: J. Van der Kwast, uit Voorschoten, en
de jongejuffrouwen W. Van Spengen en M. A.
Delincée, uit Veur; van de 3de naar de 4de
klasse: J. A. Veelo en A. Lubach, uit Voor
schoten; A. W. Van den Berg on W. P. J.
Overmeer, uit Wassenaar; J. Van Noord, uit
Oegstgeest; en de jongedames J. A. Van
Spengen, C. J. Meere, M. M. Paap en H.
Gobius Du Sart, uit Voorschoten, en C. S.
Van der Mark, uit Wassenaar.
Morgen wordt te 's-Hage verwacht eene
deputatie uit Duitschland, die in hot „Hotel
des Indes" haren intrek zal nemen, om den
Koning kennis te geven van de troonsbesty-
ging van den nieuwen Duitschen Keizer.
Door notabelen der Ned.-Herv. Kerk te
Valkenburg is tot kerkvoogd benoemd de heer
A. Bol Az. Jr., in plaats van den heer J. W.
Van Egmond, die voor deze functie had bedankt.
Verkozen is by de herstemming tot lid
van den gemeenteraad te Hazerswoudo, de
heer G. C. De Jong.
Ingeleverd waren 262 stembiljetten, waar
van geldig 248. De heer G. C. De Jong had
134 en de heer J. Verkley 114 stemmen.
Erkend is krachtens de wet van 22 April
185ö (Staatsblad No. 32)de Vereoniging
„Do IJsclub Leiderdorp Zoeterwoude", to
Leiderdorp.
Door het kiescollege der Ned.-Herv. ge
meente te Haarlem is beroepen ds. E. A. G.
Van Hoogenhuyze te Dordrecht.
De uitslag der verkiezing van drie hoofd
ingelanden van den Haarlemmermeerpolder
was dat de afgetredenon herkozen werden, als
de heerenmr. M. G. P. Del Court Van Krim
pen met 202 stemmen, P. Langerhuizen Lzn.
PBIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 meenden.1.10.
Franco per poel1.40.
Afzonderlijke Nonaere0.05.
De Staatscourant van heden bevat een
koninkiyk besluit van 21 dezer, waarby op
voordracht van den Raad van ministers van
19 dezer, en met het oog op art. 103 der
Grondwet, wordt bepaald dat de tegenwoordige
zitting van de Staten-Generaal zal worden ge
sloten op 27 Maart 1888, des namiddags te
3 uren. De minister van Staat, minister van
binnenlandscho zaken, wordt gemachtigd zich
op gemeld tydstip te begeven naar do ver
gadering der Staten-Generaal, ten einde in
eene vereenigde vergadering der beide Kamers,
de zitting in 's Konings naam te sluiten.
De minister van binnenlahdsche zaken is
belast mfet de uitvoering van dit besluit,
waarvan afschrift zal worden gezonden aan
iedor der voorzitters van de Kamer der Staten-
Generaal, aan den Raad van ministers en aan
do Algemeene Rekenkamer.
Benoemd is te Amsterdam by eene dei-
openbare scholen voor lager onderwys tot
derden onderwyzer de heer J. G. Marks te
Leiden.
Tot vice-praesides by de verschillende
faculteiten aan de Leidsche hoogeschool zyn
gekozen: voor de juridische de heerJ. J. Van
Troostenburg Do Bruynby de theologische
de heer B. P. Plantenga; by de medische
de heer L. F. Driessen; bij de literarische
de heer G. J. Nijhuis, en by de philosophische
de heer J. Van Breda de Haan.
Gistermiddag hield, zooals met een enkel
woord reeds gemeld is, de nieuwbenoemde
hoogleeraar in de pathologische anatomie, aan
de universiteit alhier, dr. D. E. Siegenbeek
Van Heukelom, zyne inaugureele rede over
de „aangeboren sterfelykheid."
Z.H.Gel. begon met de theorie van'den
dood te bespreken, zooals Weissmann haar
heeft gegevon. Deze geleerde meende dat de
dood van het levend organisme in verband
met de voortplanting een aanpassingsver-
schynsel was, waarby het biyven bestaan
dei- soort gewaarborgd werd door den steeds
nieuwen aanvoer van krachtige, jeugdige in
dividuen, die beter dan do ouden zich tegen
andere soorten kunnen staande houden. Doze
tereologische zienswyze kon hy niet huldigen,
daar men niet mag denken aan het „waarom",
alvorens het „hoe" gevonden is. Immers:
Newton leerde ons hoe de appel viel, niet
waarom. Huygens heeft geconstateerd hoe
de trillingen zich voortbewegen, welke wy
als licht waarnemen en niet waarom.
Spr. stelde zich voor, uiteen te zetten, hoe
61) DOOR
R. KOOPMANS VAN BOEKEKEN.
Maar zulk een arrest behoef ik u niet op
te leggen. Met dat al zullen we zorgen dat
gy beiden vannacht wat rustiger slaapt; ik
zal u drupjes laten aanreiken, welke gy even
vóór den nacht moet innemen.
Kort nadat de dokter vertrokken was, zag
Aafje op den zandweg den heer Van Arkel
naderen. Volgens afspraak gaf zy dit haren
man te kennen, die dan ook terstond zijne pet
nam en den luitenant tegemoet ging. Dat de
begroeting zeer hartelyk was, laat zich den
ken. Wanneer men samen zulke bange oogen-
blikken heeft doorleefd, dan gevoelt men zich
onwillekeurig niet zoo vreemd meer tegenover
elkaar. Toen Hector, zooals vanzelf spreekt,
den meester ook vroeg naar den welstand
zyner vrouw, antwoordde Stuurs: „Wel,myn
heer Van Arkel! dat gaat nogal, maar ze is
toch van streek. Als 't niet te veel van uwe
goedheid gevergd is, och, loop dan, als 't u
blieft, even binnen en stel haar gerust, want
ze tobt over u."
„Tobben? Over my?" vroeg Hector ver
wonderd.
„Ja, ja, mynheer! en dat is toch ook waar
lijk niet meer dan een bewijs, dat zy nog
menschelyk gevoel heeft. Voor eene vrouw was
het dan ook allerverschrikkelykst, ooggetuige
te zijn van zulke tooneelen, en dat zy nu
vreest, dat uwe edelmoedige zelfopoffering
schadelyke gevolgen voor u kan hebben, dat
is toch menschelyk, niet waar?"
„Zeker, myn waarde meester!" zei Van
Arkel.
Aafje was nog in eene soort van négligé;
tenminste in plaats van een ooryzer droeg zy
nog een wit gesteven mutsje, zoodat nu ook
haar prachtig blond haar te zien kwam. Toen
Van Arkel binnentrad, stond Aafje op, greep
zyne beide handen en zei op byna fluisterenden
toon: „Hoe gaat het u, mynheer? Gaat het
heusch nogal goed?"
„Best, juffrouw! ik heb geen letsel bekomen.
En hoe
Natuuriyk wilde hy vragenen hoe is 't
met u? maar Aafje liet hem niet uitspreken.
„O, Goddank!" riep ze. Meer zei ze niet, maar
de toon, waarop zy dit enkele woord uitsprak,
en ie tranen, welke daarby over hare bleeks
wangen vloeiden, getuigden van zooveel diep
gevoel, dat er waariyk niet meer woorden
noodig waren. Hector was door dit bewys van
hartelyke belangstelling zoozeer getroffen, dat
hij een ondeelbaar oogenblik er verlegen on
der werd, en niet terstond wist, wat te zeggen.
Zeer spoedig wist hij zich echter te herstellen,
en zeide: „Tooneelen, als die wy gisteren be
leefden, grypen in don regel diegenen nog
't meest aan, die werkelooze toeschouwers
moeten blyven. Iets te kunnen doen is een
voorrecht, en is het nu, dat er gevaar ver
bonden is aan de poging, welke men aanwendt,
over dat gevaar zal men niet doordenken;
men heeft er, om zoo te zeggen, geontyd voor.
Maar zeg my nu eens, juffrouw! hoe gaat het
met u? Gy ziet er, om de waarheid te zeggen,
nog wel wat ontdaan uit."
„Ja, ja, ze is ook een beetje van streek,"
haastte Stuurs zich te zeggen. „Ik heb den
dokter ook reeds laten komen, maar nu, nu
zal 't wel opknappen, daar zy langzamerhand
de zekerheid vorkrygt dat niemand van de
betrokken personen eenig letsgl heeft bekomen.
De dokter geloofde dat het goed voor mijne
vrouw zou zyn, als zy maar eens uitging, en
wy denken er dan ook over, dezen middag
een toertje op schaatsen te maken. Als ik
hoop had, dat u myn voorstel niet verkeerd
zult uitleggen, en dus daaruit niet zult op
maken, dat wy ons eenigszins met u geiyk-
PRIJS DER JLDVBRTENTIHX:
V»m 1—8 regel» ƒ1.05. Iedere regel meer (i lT|.
Grootere lettere uur plaateruimte. Voor hi-t ia-
oaeaeexeu buiten de stad wordt 0.10 berekend.
190 stemmen, A. G. Voordendag 212 stem
men. Er waren 217 stemmen uitgebracht.
Volgens den Haagschen correspondent van
de „Zaanl. Courant" heeft een der ministers
dezer dagen aan een vriend medegedeeld dat
het ministerie-Heemskerk voornemens is af te
treden. „Noode, maar het moet."
De generaal-majoor J. C. C. Den Beer
Poortugael, commandant der 3de divisie, zal
deelnemen aan de groote manoeuvres, in het
westen van Noord-Brabant te houden..
De officieren van het 3de reg. inf. zullen
vermoedelyk in Zuid-Holland eene groote kader
manoeuvre houden.
De kapitein L. F. A. Winckel van het
Nederlandsch-Indische leger, gedetacheerd by
het 4de regiment infanterie, wordt van 2 tot
16 Juli a. s. op zyn verzoek gedetacheerd
by de Normaalschietschool.
Volgens het „Weekblad voor Incourante
Fondsen" van de heeren Broekman en Honders,
zyn in de vorige week verhandeld do aandeelen
Deli-Maatschappy voor 890 pet.!
In de gisteren te Rotterdam gehouden
vergadering van aandeelhouders der „Tabak-
maatschappy Arendsburg", werd de rekening
en verantwoording over hot boekjaar 1886/87
goedgekeurd en het dividend vastgesteld op
1,52 pet. of f 3800 per aandeel, betaalbaar
1 Mei a. s., ton kantore van de heeren
R. Mees Zonen.
Aan de houders der Actions de Jouissance
wordt het by de statuten vastgestelde
maximum bedrag van f 12,000 uitgekeerd.
De bezittingen der Maatschappy komen in
de boeken pro-memorie voor, terwyl het reserve
fonds thans f 346,000 bedrdagt.
In het kiesdistrict Beverwyk werd door
twee heeren gestemd, die daarvoor opzettelyk
uit het zuiden van Frankryk waren overge
komen. Zy smaakten de voldoening hun can-
didaat te zien zegevieren.
Tydens de opening der stembriefjes te
's-Gravenhago verklaarde gisteren de heer jbr.
mr. De Savomin Lohman, advocaat-generaal
by het Haagsche gerechtshof, in den loop van
den ochtend, dat hy verzet wenschte aan te
teekenen, omdat de oudste stemopnemer de
briefjes niet behoorlyk nazag. De voorzitter
(de burgemeester) merkte op dat hy met zijn
protest moest wachten tot de opmaking van
het procos-verbaal. Nadat de voorzitter van
het stembureel echter bekend had gemaakt,
dat de heeren Van Kempen en Greove gekozen
waren, zag do heer Lohman, door den voor
zitter ondervraagd, van 't indienen van zijn
protest af.
stellen, dan zou ik haast zeggenWel, mijn
heer Van Arkel! doe ons 't genoegen enryd
eens met ons mee. Behalve dat ge hier in
den omtrek genoegzaam vreemd zyt, i3 toch
ook buitendien dat ryden op zijn eentjo het
ware niet. En daar nu uw gastheer, noch
iemand zyner huisgenooten u zal kunnen ver
gezellen op een ystocht, zoo durf ik u dit
voorstel doen."
Terwyl haar man deze uitnoodiging tot den
heer Van Arkel richtto, was Aafjo opgestaan,
ei had de deur eener kast geopend. Of zy
daarin wezenlyk op dit oogenbl ik iets te zoeken
had, laat ik liefst in het midden.
„Wel, meester!" zei Van Arkel, „uwvoor-
stol lacht mij wel aan. Maar, zooals ik gisteren
u reeds zei, ik ben geen heksenmeester op
het ys."
„De heksen zyn de wereld uit, mynheer f
en dus do heksenmeesters ook. Hoe laat zou
u klaar kunnon zijn, mynheer? Bepaal den
tijd maar; wy kunnen best wat later gaan,
want wy behoevon geen grooten toer te doen,
en buitendien, het is mooi weer en lichte
maan. Hoe zou je het vinden, Aaf!" vervolgde
Stuurs, terwyl hy zich tot zyne vrouw wendde,
die nu weer by de tafel had plaats genomen,
„als we eens naar den Ouden Molen roden?"
Wordt vervolgdA