M». 8617.
X>in^<lag; SO Maart.
A°. 1888.
fese (Qourant wordt dagelijks, met uttzondering
van <gon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 19 Maart.
Feuilleton.
Aan den rand des afgronds.
LEIDSCÏÏ
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Ltiiea por 8 ntuia.1.10.
frruro por poot.1.40.
AbondcrJüko Nommcn.0.08.
PRIJS Dm ▲DVXRVXNTZBN:
1—r«c*I* 1.04. lédart r«gel ne«r/0.lT|.
Grootor* letten nur plMtsninte. Voor het ia-
OMseenn buiten de stad wordt 0.10 berekend.
Hedenmorgen te tien uren werd op plech-
e wijze voor het front der beide alhier
garnizoen zijnde bataljons infanterie, het
andel van het regiment overgegeven aan
4en majoor Bloem en alzoo het commando
over dat regiment door den kolonel Doorman
ledergelegd.
- BjJ koninklijk besluit is bij het wapen
■der infanterie benoemd tot commandant van
het 4de regiment, de kolonel H. F. Alings,
|an het wapen, thans op non/activiteit.
De „Leidsche Zangvereeniging" heeft
de vereerende uitnoodiging ontvangen van
den beer Desuiten, directeur der Fransche
Bpera te 's-Hage, om de „Marie Magdeleine",
fan Jules Massenet, onlangs door haar hier
ter stede in de Stadsz3al met groot succes
'uitgevoerd, den 31sten Maart a. s. ook ten
gehoore te willen komen brengen te Amster
dam in het Paleis voor Volksvlijt, en wel
ïmet medewerking der beste artisten als solis-
n en van het volledigo orkest der Fransche
pera. Het geheel zou dan tevens weder onder
lèiding staan van den heer Willem Van Iperen,
recteur der Zangvoreeniging.
Toen in het laatst van het vorig jaar
t derde eeuwfeest van Vondels geboorte
vierd werd, kwam tevens het bericht dat
geïllustreerde uitgave zijner werken, in-
fertyd door Van Lonnep met zooveel zorg
bearbeid, van de heeren Gebroeders Binger
was overgegaan in handen van een anderen
Oitgever, die dadelijk het plan had opgevat
mmrvan eene nieuwe editie het Nederlandsche
TSolk aan te bieden in de thans zoo bekend
geworden 50-cents-editie van Van Lennep's en
Cremer's volledige werken.
Sedert dien *yd werd er niets meer van
vernomen. Thans kunnen we echter melden
®t hot plan geenszins is opgegeven. Juist
het tegendeel is het geval. De nieuwe uitgave
I fflykt daarby wederom met zooveel nauwkeu-
1 righeid bewerkt te worden, dat de vooraf-
Aande omvangryke arbeid en nieuwe in
deling noodwendig voel tyd vereischon. Hy,
die deze gewichtige taak heeft op zich ge-
,-j|imen, is de heer J. H. W. Unger, de he
lende archivaris van Rotterdam, die zich
Weds door Vondels nieuwe bibliographio zoo
wrdiensteiyk heeft gemaakt.
Tevens zal deze nieuwe uitgave zich ken
merken door de groote bijzonderheid, dat de
JJonton en afbeeldingen, welke het werk
Lwoeten versieren, nu zullen gevolgd worden
SBiar de oudst bekende uitgaven, waardoor de
letterkundige waarde niet alleen, maar ook het
geheel eigenaardig karakter van deze onder
neming er door in belangrijkheid zullen stygen,
niettegenstaande de groote kosten en moei
ten, welke daarmede gepaard gaan.
Waarborgt dus de naam van den heer
Unger, die zich met de herziening der vroe
gere editie reeds sedert lang onledig houdt,
dat het letterkundig gedeelto in vertrouwde
handen is, voor do typographische en ver
dere uitvoering getuigen de reeds genoemde
goedkoops Van Lennep's, Cremer's en andere
uitgaven van den heer A. W. Sythoff, te Leidon,
wiens streven het is door deze uitgave de oor
spronkelijke en vertaalde werken ook van
Neerlands grootsten dichtrenvorst onder ieders
bereik te brengen, hetgeen tot nu toe, wegens
de buitengewone kostbaarheid, eene onmoge
lijkheid was.
Het eorste geïllustreerde deel ligt thans ter
perse.
Aan het gebouw van het provinciaal
bestuur van Zuid-Holland te 's Hage is heden
aanbesteed
o. het vernieuwen van brug No. 3 in het
Studentenpad, langs de Nieuwe Vaart, naby
Leiden; minste inschryver de heer Chr. E. J.
Verhaaff, te Leiden, voor ƒ1869;
b. het verbouwen der commissariswoDing
aan het Schouw by den Leidsehen Vliet, onder
Zoeterwoude, tot woning voor den veerman
en den veorknècht; minste inschryver de heer
P. Ha8solbach, te Leiden, voor 2470.
Aan het jaarverslag der Rotterdamsche
Tramweg-Maatschappy over 1887 is het vol
gende ontleend:
De paardentram te Leiden heeft 265,829
reizigers vervoerd met eene ontvaDgst van
22,972.08'/2afgegeven werden 146 abonne
menten, opbrengende 511, zoodat de generale
ontvangst was ƒ23,483.08'/,.
Van het sectiestelsel maakten gebruik 69,884
reizigors of 26'9/,„„ pcL van het geheele aan
tal vervoerde personende opbrengst per rei
ziger was 86Y100 cent.
In 1886 waren deze cyfors 23'/n pet. en
8s7/,o» c®111- De drukste dag bracht op 173.32,
de minste opbrengst per dag was 30.77.
Met inbegrip van het saldo winst A°. P°.
ad ƒ1463.73'/2 heeft de totale ontvangst
542,646.32 bedragen, terwyl de uitgaven
382,122.68'/, hebben beloopen, zoodat saldo
winst ƒ160,523.63'/, is.
Overeenkomstig art. 24 der statuten is het
dividend vastgesteld op 7'/, pet., en de af-
schryvingen op ƒ64,611.37, zoodat de verdee-
lirg der winst wordt als volgt: saldo winst,
gebruikt ter afschryving 64,611.87; dividend
7'/, pet. over ƒ1,000,000: 75,000; reserve
fonds ƒ4545.45; tantièmes ƒ15,909.07 en on
verdeeld saldo winst, over te brengen op
rekening 1888 457.74'/,.
By de heden gehouden openbare verkoo-
ping van cokes, in partyen van 100, 50,10 en 5
hectoliters, waren de hoogste prijzen 43,
ƒ21.50, ƒ4.30 en ƒ2.25; de laagste 42,
20, 4 en 2.20.
Door het 4de rogiment infanterie zal van
3 tot 12 Sept. worden deelgenomen aan de
groote manoeuvres, welke onder leiding van
den generaal-majoor, commandant der divisie,
majoor Klerck, zullen plaats hebben.
- De hoer A. Mout, onderwyzer aan de
openbare school No. 2 te Katendrecht, be
noemd tot hoofd der school te Hazerswoude,
zal lo. April in functie treden.
Het stoomschip „Gelderland," van Java
naar Rotterdam, vertrok 18 Maart van Co
lombo; de „Leerdam," van Nieuw-York naar
Rotterdam, passeerde 18 Maart Dover; de
„Noord-Holland," van Java naar Rotterdam,
arriveerde 17 Maart te Suez: do „Prins
Alexander," van Batavia naar Amsterdam,
vertrok van Marseille 18 Maart; de „Burge-
moester Den Tex" vertrok van Batavia naar
Amsterdam 17 Maart; de „Noord-Brabant,"
van Batavia naar Rotterdam, vertrok 17 Maart
van Marseillede „Voorwaarts," van Amster
dam, arriveerde te Batavia 17 Maart; het
stoomschip „Drente," van Rotterdam naar
Java, passeerde 18 dezer Ponta da Guiade
„Prinses Amalia," van Amsterdam naar Ba
tavia, arriveerde 19 Maart te Southamptonde
„Prinses Marie," van Amsterdam naar Bata
via, arriveerde te Padang 17 Maart.
Z. M. heeft aan jhr. mr. C. J. Speelman,
gewezen president der arrondissementsrecht
bank te Leeuwarden, een pensioen verleend
van 2667 's jaars; aan J. G. Mos, op
zpn verzoek, met ingang van 1 April 1888,
eervol ontslag verleend als notaris te Andelst,
gemeente Valburg.
liet Leidsche Tooneel.
Er heerscht tusschen de verschillende schry-
vers, tusschen de tallooze auteurs van oude
ren en nieuweren tyd eene bijzondere, eene
morkwaardige verwantschap, welke zich uit
in eene bepaald uitgedrukte voorliefde voor
enkele onderwerpen. Eene sterke aantrek
kingskracht schynt o. a. het thema „avon
turiersters" te bezitten.
Behalve het aantal romans, wolko zich op
dit gebied bewegen, kennen wy ook nog
enkele tooneelspelen, aan deze ronddolende
heldinnen gewyd. Molière hoeft haar ver
eeuwigd in zyno „Les fourberies de Scapin",
Dumas flls heeft haar eene plaats gegeven
in „L'Btrangère" en Emile Augier heeft haar
geschetst in het Zaterdag hier ten tooneele
gevoerde „L'Aventurière."
Wy laten een beknopt verslag van den
inhoud van dit laatste hier volgen.
Monte Prade, een deftige zestigjariger,
een man van aanzien en fortuin, heeft eene
vurige liefde opgevat voor Dona Clorinde,
eene bohémienne, eene avonturierster, met
wie hy door toevallige omstandigheden in
aanraking is gekomen. Hy wil de algomeene
achting, welke hy geniet, prysgeven; de
teödere banden, door bloedverwantschap in
het leven geroepen, verbreken; het geluk, de
toekomst van zyn kind, zyner eenige dochter,
opofferen; haar den man harer keuze ont
nemen en dat alles ter wille der vrouw, die
hem in hare netten heeft weten te lokken,
die zich te zynen koste wil verryken, eer
en aanzien verschaffen.
Zoo is de toestand van zaken, als plotseling
een vóór tien jaren herwaarts uit het vaderlyk
huis ontvluchto zoon, Fabrice genaamd,
wederom den voet in de woning van Monte
Prade zet. Hy ontmoet daar zyne zustor Célie,
in de armen van haren neef en aanstaande,
Horace. Deze beiden leggen hem het plan van
den grpsaard, van Monte Prade, van zyn vader,
bloot. Zy deelen hem mede het ophanden
zynde huweiyk van den deftigen Italiaan met
de eerlooze donzelle en hy bolooft zyner zuster
en haren uitverkorene alles in het werk te
stellen om dat plan in duigen te doen vallen,
om de aanstaande echtvereeniging te verydelen.
Te dien einde maakt hy zich aan Monte
Prade bekend niet als Fabrice, diens zoon,
maar slechts als een boezemvriend van dezen
en in deze hoedanigheid weet hy zich toe
gang te verschaffon in de vadorlyke woning,
waar ook reedsdonaCIorinde met haren broeder,
Annibal geheeten, een soort van dolend ridder,
oen eerlooze schurk en dronkaard, haar intrek
heeft genomen.
Terwyi hy dezen Annibal talryke offere aan
Bacchus doet plengen, ontrukt Fabrice hem het
geheim, dat zyne zuster niets anders is dan
eeno beruchte comédienne. Door wyders de
meening by haar ingang te doen vinden dat hy
niet slechts een eenvoudig krygsman, maar eea
ryk en aanziertiyk man, een prins van d<n
bloede is, weet Fabrice haar te overreden
haren verloofde aan zyn lot over te laten,
F) DOOR
I. KOOPMANS VAN BOEKEREN.
Maar aan den anderen kant had zy
lk een genoegeiyk leventjeStuurs beminde
Baar zéé vurig, dat zy woerkeorig voor hem
■thans eene soort van genegenheid koesterde;
|n daarenboven, hy was zoo goed voor alle
ien5cben en in do eerste plaats jegens haar,
at zy niot te klagen hadden.
Na Hector's vertrek dronk meester nog
an kopje koffie, en ging toen naar de keuken
m zich te kleedenAafje zou, zoodra zy
koffiegoed omgewasschen had, dit voor-
Beid volgen. Met laatstgenoemde bezigheid
ras zij echter nog niet gereed, toen dominee
wods aanschelde. Dat het de dominee was,
'ie wenschte binnengelaten te worden, bleef
liet lang een geheim; want terstond na het
lanschollen gluurde hy als naar gowoonte
iver het gordyntje. Ditmaal wachtte Aafje
lan ook niet, totdat de moid opendeed, maar
rig zelve Baar de voordeur.
»Dag Aaf! hoe is 't kind?"
„Heel goed, dominee! Hoe vaart u? Ga
binnen, als 't u blieft."
„Eventjes, Aafjelief! ik moet noodig naar
huis. De tocht naar Helmbroek gaat door,
niet waar? Ja, dat hoor ik van myne zuster
maar nu wilde ik den meester en u verzoeken,
om mee te zorgen dat het niet te laat wordt,
en dat ge heen en terug den gewonen weg
volgt. Gy begrypt wel waarom ik u dat kom
vragen. De jongeheer Alexander weet dan
binnonslootjes en zykanaaltjes, welke veel
mooier en korter heeten dan de groote vaart,
en mijne zuster is een heel goed mensch,
maar tegenovor dat knaapje heeft zy dikwijls
geen overwicht genoeg."
„Ik beloof u, dominee, meester en ik, wy
zullen zorgen dat er geene omtoertjes ge
maakt worden, en dat wy ook bijtyds thuis
komen. De meester knapt zich wat op, maar
ik zal hem gaan roepen."
„Doe dat maar niet, Aaf! want ik ga
terstond verder. Wat heb je daar voor moois
vervolgde Loods, terwyl hy den titel van hot
voor hem liggende boek inzag. „Mathilde,
naar het,Fransch van Eugène Sue.... Hoor
eens, Aafl op dat punt van romanlectuur
moeten wy samen eene afspraak maken. Ik
zou wenschen dat ge aan mij de keuze over
liet van de boeken, welke gy moogt lezen,
want waarlyk, kind 1 die Fransche romans
zyn niet degeiyk genoeg."
„Maar dominee!" verzekerde Aafje, „dit is
toch wel een mooi en degeiyk boek."
„Dat ge het mooi vindt, verwondert my
in 't minst niet, en wat de degeiykheid be
treft, daarover spreken wy misschien elkander
nader. Maar zooveel is zeker: ik zal u eon
lystje geven van romans, welke ik ter lezing
kan aanbevelen. Ja, nu kykt ge my aan,
alsof ge zeggen wilto wee, dat zal my wat
geven 1 Die romans zullen wel voor driekwart
preeken of althans vertoogen zyn. Maar dat
zal je meevallen. Heb je iets van onze Tous-
saint gelezen?"
„Ja, dominee! van Toussaint is immers
Mejonkvrouw de Mauleon? O! dat vond ik
heel mooi."
„Nu, boste meid! dan zyn we immers ai
klaar? Hebt ge Het Huis Lauernesso neg niet
gelezen? Niet?..., O, schepseltje! dat zult
ge met zooveel genot lezen. Nu, dat is dus
afgesproken, Aaf! niet waar? Gy volgt voort
aan, als ge een boek uit de bibliotheek laat
komen, het lystje, dat ik u bezorgen zal, en
waarop ik bovenaan Het Huis Lauerpessy
zal plaatsen."
„Als *t u blieft, dominee!"
„Nu, dag Aaf jet dgo meester myn 901»-
plimont. Goede reis vanmiddag en veel plei-
zier! Ge zult mee voor Aloxander zorgen,
niot waar?"
„O zeker, zeker, dominee!"
Nadat de heer Loods vertrokken was,
haastte Aafje zich, om met haar toilet en
met het middageten gereed te zyn. Middeler-
wyl maakte zy een paar opmerkingen, name-
ïyk, dat de jongeheer Alexander erg vertroeteld
werd, niet alleen door zyne moeder, maar
ook door oom, den dominee. De tweede op
merking gold den heer Van Arkel. Of ik het
eigenlyk wel eene opmerking mag noemen,
wat Aafje alzoo by zichzelve redeneerde,
betwyfel ik, want zy redeneerde nogal veel.
Hoofdgedachte wasdat die offioior uiterlyk
een knap man was, zoo voe'maam en toch
zoo innemend, wat zyn tooi». en zyne manieren
betreft. Met deze gedachte was eene andere
vermengd, namelyk, cb\t die mynheer ook haar
weorkeerig wel aardig gevonden hadtenminste
zoo iets meende zy eeD paar malen in zyn
blik gelezen te 'yohben. „Jammer, dat hy
dezen middag Y'et mee naar Helmbrook kan.
ryden! Al^ py zyn WOord niet aan do tf
Be^n had, dan was hy >y3) Vogegaam
(TForrff vervolgd