N°. 8616.
Maandag lO Maart.
A0. 1888.
geze t§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van fon- en feestdagen, uitgegeven.
Derde Blad.
Feuilleton.
Aan den rand des afgronds.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maanden1.10.
1.40.
0.05.
Pranco per pont.
Afzonderlijke Nommen..
PRUS DBR ADVERTENTIE!?:
▼an 16 ngêl» ƒ1.06. Iedere regel meef/0.l7f^
Grootere leikers naar pltaternimte. Voer het in-
oaseeeren bniten de stad wordt 0.10 berekend.
Gemengd Nieuw».
■Op do terechtzitting der recht-
bjnk te 's-Hage had zich te verantwoorden
de thans geschorste brievengaarder van Zoo-
termeer, die in deze betrekking 'inleggelden
ffl de Rijkspostspaarbank ten eigen bate aan-
ftnddo in stede ze behoorlijk te verantwoorden.
■Boklaagde bekende volledig. Hy had de
fciten gepleegd, wijl z. i. zjjn salaris, ƒ400,
niet voldoende was om zyn groot huisgezin
9 kunnen onderhouden.
■Hot bleek dat, tydens beklaagde in functie
was, nog veel meer oneeriykheden aan 't licht
waren gekomen dan waarvoor hy thans
terechtstond. In 't geheel werd verklaard
had hy het Ryk benadeeld voor 300 a 400.
r;'Bet Openbaar Ministerie, wijzende op het
ernstige, misdryf door beklaagde gepleegd,
vorderde 1 jaar en 6 maanden gevangenisstraf.
Uitspraak de volgende week.
.«Omtrent den reeds gisteren ver
melden brand in de Kalverstraat te Amster
dam deelt de „Amst. Crt." nog het volgende
jqede:
lües nachts te halféén werden de voorby-
gangers opgeschrikt door het geroep om hulp
uit eene der bovenverdiepingen van het huis
des heeren J. Burgers, hoek Kalverstraat en
Wijde Kapelsteeg.
■Tegelykertyd werd men gewaar dat er
I Wand was.
Onder de voorbygangers was by toeval de
commissaris van politie, de heer Yan Raalte.
De echtgenooto van den heer Burgers was
het, die om hulp riep. Men riep haar toe den
sleutel van de deur uit het raam te werpen,
doch, zooals het by branden meer gaat
zy wierp den verkeerden sleutel toe. Inmiddels
was de brandweer aangerukt en spoedig was
de deur in de Wyde Kapelsteeg opengehakt
en redden de politie en brandweermannen,
onder aanvoering van den luitenant Herder,
de vrouw met hare twee kinderen en een be
jaard echtpaar, dat daar op kamers woonde
Op r.eds te bed lag. Half gekleed verliet men
het huis. Do geredden worden gastvry opge-
ifomen bij den heer Kok, in de Kalverstraat.
Do heer Burgers zelf was voor zaken naar
Farys.
lie halfelf had de bediende den winkel ge-
goloton en aan mevrouw Burgers den sleutel
■Bovengebracht. Deze zat op hare kamer 3 hoog
de courant te lezen en werd te halféén een
vreosolyken rook gewaar. Onmiddeliyk was zy
DOOR f
R. KOOPMANS VA Ai BOEKEREY.
Dan preekte je over 't onderscheid tus-
chen een dragonder en een grenadier", zei
ituurs lachende, en klopte daarby zijn vrouwtje
'roolijk op den schouder.
.Neen", hernam Aafje, „als ik de dominee
ras, dan preekte ik niet, maar
.Preekte je niet? Wel, myn uiltje! dan
rerd je afgezet," verzekerde meester al
[fianikend.
„Maar dan ging ik", vervolgde Aafje, „regel-
echt naar mynheer Van Arkel, en ik zei:
pHoor eens, mynheer! dat je in de kerk komt,
s opperbest, maar kom voortaan liever in
lurgerkleerenwant zit ge daar met dien
raaien rok, dan kyken de lui meer naar u
in naar den leeraar, en denken meer om de
iragonders dan aan Paulusen zyne Corinthen."
„Zyne Oorinthen," meesmuilde meester, en
laakte een knipoogje tegen Van Arkel, als
lilde hy vragen: „Hoe vindt je'm? vindt je
iet dat ik een aardig wyfje heb?" Hoor
*eti3,", vervolgde meester, „Ik denk hier aan
gereed om hare twee slapende kinderen te
redden. De rook werd echter zóó dik, dat zy
byna niet meer zien kon. Eene kaars werd
ontstoken, den kinderen natte sponsen voor
den mond gehouden en weldra kwam er hulp.
De brandweer was intusschen aanwezigen
wist de vlammen in den kelder en den winkel
spoedig te bedwingen.
De groote spiegelruiten in de Kapelsteeg
en de deur in de Kalverstraat we'fden ingehakt.
Te halftwee was men den brand genoeg
zaam meester.
In den winkel, welke overvol was met fraaie
bronzen artikelen, werd zeer veel schade aan
gericht, terwyi er ook in de drukte veel door
elkaar en omver werd gesmeten.
De brand is vermoedeiyk ontstaan door eene
calorifère, welke in den kelder stond en tor
verwarming van den winkel den vloer wel
licht deed schroeien. Het huis was verzekerd.
Do_reclit bank te Haarlem heeft
J. K., beschuldigd van diefstal met braak by
zyn stiefvader, tot 18 maanden gevangenis
straf veroordeeld. J. Keur, beschuldigd van
desertie by de zeevisschery, werd veroordeeld
tot zeven dagen hechtenis.
In het geschil tusschen de Erf-
gooiers te Hilversum en de Hollandsche
IJzeren-Spoorwegmaatschappy deed de presi
dent der arrondissements-rechtbank te Am
sterdam, recht doende in kort geding, gister
middag uitspraak. De gemachtigden van stad
en land het Gooi hadden de gemeente Hil
versum gedagvaard om zich door den presi
dent te hooren gelasten de door haar aan de
Holl. IJzeren-Spoorwegmaatschappy gegeven
vergunning tot het graven van zand in te
trekken en zich wyders te hooren veroordee-
len tot schadevergoeding.
Ten aanzien van beide vorderingen ver
klaarde de president zich op rechtskundige
gronden onbevoegd. Van de derde vordering
(die daartoe strekte, dat het zand onder
sequestratie gerechtelyke bewaring, zou
gesteld worden) verklaarde de president zich
bevoegd kennis te nemen. Maar daar het hier
geen geschil over bezit of eigendom betrof,
werden de eischers niet ontvankeiyk verklaard
en ten slotte in-de kosten der procedure ad
60 veroordeeld.
Men meldt verder het volgende omtrent
deze zaak:
In de zandery onder Hilversum is eergister-
nacht door een detachement infanterie gepa
trouilleerd. Tot tweemalen toe werd een troep
mannen Erfgooiers met kwaadwillige be
doelingen? teruggedreven.
het spreekwoord: Zooals de waard is, ver
trouwt hy zyne gasten. Je moet weten, myn
heer dat onze meesterske de oogen niet van
de grafelyke bank heeft afgehad, en ze heeft
den heeien Zondag over dien kapitein of overste
geredeneerd, ha! hal"
„Foei, Stuurs! nu maakt je het te bont
je zoudt een mensch verlegen maken!"
„Nu, myn schat! 't is maar een grapje
Maar nu weten we nog niet, of mynheer ook
aan 't schaatsenryden doet."
„Wat zal ik zeggen, lieve menschen Overal
elders zou ik zeggenjamaar hier in deze
streken ryden de lui, oud en jong, zóó prachtig,
dat myn gescharrel geen ryden mag heeten."
„Kom, mynheer! nu is u al te nederig!"
meende Aafje.
„'t Is waar, mynheer!" begon de meester
weer, „de menschen ryden hier over 't alge
meen goed, maar 't is nog met onderscheid.
Zooals hier onze meesterske ry'dt, zié je er
geen tweede op de baan."
„Och, hou toch op met je lafflgheid, Stuurs!"
„Laffigheid? Neen, 't is immers dezuivero
waarheid. Kom vanmiddag maar eens op
het kanaal, mijnheerdan kunt gy er u van
overtuigen."
„Stuurs! ik word wezeniyk boos; dat zeg
ik jet"
De afsluiting is over de geheole lengte
verbrokeni Planken en palen liggen her- en
derwaarts verspreid. Gistermiddag was men
druk bezig met het laden van de zandkarren.
Gedurende den dag bleef alles rustig.
Men m e 1 d t u i t A 1 m e 1 o o d a t o o n
toenaderend voorstel van de fabrikanten Schol
ten door de werkstakers is verworpen. De
eisch blijftherstel der oude loonen.
Te Georgetown, in Georgië (N.-A.),
is onlangs een neger, Moore genaamd, opge
hangen, die, kalm het schavot betroden heb
bende, eene lange aanspraak hield om de
omstanders te vermanen zich te onthouden
van sterken drank, waarvan het misbruik, zeide
hy, hem aan de galg had gebracht. Vervol
gens verkocht hy zyn lichaam aan de genees-
heeren der plaats voor de snykamer on stelde
eene som van twintig dollars, die hy daarvoor
ontving, aan zyne vrouw ter hand.
Een der bekwaamste Berlynsche
toonkunstenaars, de heer Van Elewyck, is
plotseling krankzinnig geworden. Nog kort go-
leden had hy de aandacht getrokken door de
uitvinding van eene piano, die alle improvisaties
opteekent.
Een Weener schilder over F r e-
dorik III van Duitschland. Keizer Frederik
III is zeer bevriend met den Weener schilder
Heinrich Von Angeli. Over de kennismaking
van Angeli met den tegenwoordigen Keizer
van Duitschland, welke van de Weener ten
toonstelling dagtoekent, vertelt de schilder
zelf: Ik bevond my op zekeren morgen op
myn atelier in de Heugasse. Er wordt aan
de deur geklopt en Kroonprins Wilhelm met
zyne gemalin treden binnen. De Kroonprinses
droog eor. eenvoudig kleod van lichto stof.
Ik herinner my zeer nauwkeurig alle klei
nigheden. De hoogo gast prees myne schil
deryen op de tentoonstelling, en de Kroon
prinses noodigde my uit naar Potsdam te
komen. Ik volgde deze roepstem cn ontving
de opdracht het portret van den Kroonprins
te schilderen. Sedert ging ik byna elk jaar
op den geboortedag van den Kroonprins en
ook by andere gelegenheden naar Pots
dam. Hy deed zich steeds voor als een een
voudig, ambteloos man, met zeer innemende
manieren en een alleraangenaamst humeur.
Als men hem aan de zyde zynor gade en
door zyne kinderen omgeven zag, dan kon
men niet anders dan zich van harte verheu
gen over dit inderdaad Intiem familieleven.
Men waande zich in eene burgerwoning ver
plaatst. Het gesprek liep steeds over onder
werpen van wetenschap of kunst; de Duit-
„Neen, poesje! je wordt ntet boos. Een man
mag pochen op de talenten van zyn eigen
wyfje.... wat zegt u, mynheer?"
„Zeker, meester! geen trots, zoo rechtmatig
als deze. 't Spyt me dat ik vandaag niet in
de gelegenheid ben, die talenten te bewon
deren, want ik heb de freule beloofd dat ik
met haar zou paardryden."
„Nu, mynheerl dan later eens; we ryden
hier alle dagen."
Hierop stond Hector op, bedankte Aafje
voor haar heerlyk kopje koffie en by voorbaat
den meester voor de toegezegdo landkaart,
waama hij met vriendelyken groet af
scheid nam.
III.
Was dat nu die Stuurs, die ons is voor
gesteld als de vleeschgeworden saaiheid? Ja,
dat was hy; maar ik moet u hierby twee
dingen doen opmorken. Vooreerst: do meester
had, evenals alle menschen, zyne uren en ook
zyne oogenblikken van mindere opgewektheid,
en of nu het vooruitzicht op het aangename
ystochtje hem vrooiyk maakte, of dat hy zich
gestreeld gevoelde, daar men op 't kasteel
eene kaart var. hem kwam leenep, dat, 'weet
ik niet; 'te houd het er voor (lat liet een
scho en Engelsche klassieken werden yverig
gelezen en daarenboven veel muziek gemaakt.
Over de politiek of militaire zaken werd nooit
een woord gewisseld. De Kroonprinses, eene
geestige en beminnelyke vrouw, beoefende
vroeger do beeldhouwkunst. Later legde zy
zich op het schilderen toe, en ik noem my
met trots haren leermeester.
De Kroonprins stelde levendig belang in
de vorderingen zynor gade en betoonde zich
steeds zeer verheugd over welgeslaagde
schetsen. Ten slotte volgde hy haar voor
beeld. De hand, welke zoo goed het zwaard
hanteeren kon, leerde verrassend snel het
licht penseel besturen.
Als hy voor zyn portret zat, was de
Kroonprins steeds even kalm als welwillend
oen schilder weet dat te waardeeren. Keizer
Frederik is dan ook iemand van een zeldzaam
rustig karakter, die nimmer een woord meer
spreekt dan strikt noodzakeiyk is. Tydens
myn verbiyf by de Kroonprinselyke familie
was herhaaldeiyk van Weenen en hare be
woners sprake. Yoor onzen Keizer koesterde
de Kroonprins de grootste hoogachting. „Wee
nen is eene verrukkeiyke stad, met eene aller
prettigste bevolking", was steeds het een
stemmig oordeel van het Kroonprinselyk paar.
De Duitsche troonopvolger bezichtigde byna
alle kunstverzamelingen en kunstinstellingen
in We6nen en had voor haar veel lof. Ik
maakte eene interessante opmerking. De
Kroonprins maakte tusschen Berlyn en elke
groote stad, welke hy in het buitenland
leerde kennen, eene vergeiyking en van het
geen hy in de laatste schoon en goed vond,
schatte hy de waarde voor zyn vaderland.
De toenemende bloei van Berlyn in de laatste
jaren vervulde hem met trots en wanneer
het woord „Duitschland" gesproken werd,
dan begonnen zyne oogen te schitteren en
over zyne mannelyk schoone trekken vloog
de weerspiegeling eener fiere vreugde.
Het laatst zag ik den Kroonprins te Toblach,
in den zomer van het vorige jaar. Ik maakte
in gezelschap van het Kroonprinselyk paar
een uitstapje naar Amporzo. Wanneer ik
niets had vernomen van de ziekte van den
Kroonprins, zyn voorkomen en zyne krachtige
houding zouden my allerminst op het ver
moeden hebben gebracht van zyn lichamelyk
ïyden. Alleen do stem klonk omfloersd. De
Kroonprinses verzocht hem by herhaling zich
te ontzien en dikwyis riep ze my toe: „Angli,
spreek wat meer. Myn man moet maar toe
luisteren." Maar de Kroonprins wilde zich
hier niet naar schikken, en by elke schoone
zoowel als 't ander in aanmerking moet geno
men worden. Zooveel is zeker: geiyk Saul by
gelegenheid gingprofeteeren, ofschoon niemand
tot nu toe iets in hem bespeurd had, dat
naar de gave der profetie geleek, zoo debiteerde
meestor aardigheden, iets, waartoe men hem
niet in staat rekende. Doch ten andoren moest
ik ook niet vergeten te meidon, dat Stuurs
in de laatste maanden monterder was ge
worden. Was dat Aafje's werk? Ten minste,
't was door en om haar, dat meestor zooveel
lustiger en gezelliger was geworden. De goedo
man pronkte met zyn jong, mooi vrouwtje en
leefde geheel op, toen hy bemerkte dat Aaf
zich gelukkig gevoelde. Deed zy dat dan? Ja,
Aafje had in die anderhalf jaar, dat zy mees
terske werd genoemd, nog geen berouw gehad,
dat zy Stuurs had genomen. Dnt zy hem be
minde, neen, dat mag ik ni-gt zeggen; ja, ik
moet eerlyk zyn en Verklaren dat zy de
lange winteravonden nooit zoo lang gevonden
had, als nu zy die rnoest, aiyten recht tegen
over een moji, öie zoo zoldon stof tot samen-
sprekir'g had, en als hy praatte zog kog
a9u'.en over nesterijën,
Wordt vervolgd."