J
ten-Tooneel.
De reis naar tol lauRasas.
eene nette Dienstbode,
JOH. DEE Jzn.,
OPENBARE VSRKOOPIM.
Yervolg der Advcrtenticn.
Voorstellingin den Schouwburg
ZATERDAG 24 MAART 1888,
De uitvaart van Keizer Wilhelm.
De eerste Keizer van het nieuwe Duitsche
rijk is gisteren ten grave gebracht. Onder de
oprechte deelneming der geheele wereld en
den diepen rouw van het Duitsche volk word
het stoffelijk overschot van Keizer Wilhelm I
naast zijne ouders, in het Mausoleum te Char-
lottenburg, bijgezet.
Dat Mausolium maakt een treffenden indruk
bij het binnentreden. Op twee hooge sarco-
phagen liggen daar, uit Carrarisch marmer
gehouwen, do edele gestalten van koningin
Louise en haren gemaal.
Vooral het beeld der koningin is zeldzaam
sckoon.
De edele vorstin, die zoo hoog stond als
vrouw, had de beeldhouwer Rauch bezield.
Het schijnt of hij het marmer levend heeft
geklopt, want niet als eene doode ligt zij daar,
maar als eene slapende. En het lichte gewaad
is zóó verbazend kunstig in zijne plooien en
zachte gebogen lijnen in het marmer uitgedrukt,
dat men zich onwillekeurig verbeeldt het op
en neer te zien bewegen door de ademhaling
der slapende.
De strenge lijnen van het Carrarisch mar
mer, waaruit ook do wanden en pilaren ge
maakt zijn en het blauwe licht, dat er beerscht,
verhoogen de betoovering van dit heiligdom.
Do oenigo kleuren zijn die van de nis,
waarin het altaar is opgericht. Daar treffon
heerlijke fresco's met rijke, warme kleuren
het oog.
Keizer Wilhelm placht op den 7den Juni
en 19den Juli, de sterfdagen zijner ouders,
onvergozeld naar het Mausoleum te gaan
om er op de graven zijner grooto dooden te
bidden.
Thans lieoft hy er zelf zijne laatste rust
plaats gevonden.
Daartoe begon men te Berlijn om negen
uren reeds met het opstellen van de leden
der verschillende voreenigingen, die eene haag
moesten, vormen langs den weg. Allen, die
daaraan deelnamen, bogaven zich toen al naar
de verzamelplaats. Eene viordubbeRfriJ soldaten,
op hoog bevel wegens de koude in den krijgs
mantel gehuld, werden opgesteld en daar
achter drongen de nieuwsgiorigen ten getale
van honderdduizenden btjeen.
Alle huizen waren met rouwvlaggen en
draperioën versierd en aan do vensters was
elk hoekje met toeschouwers bezet. Op de
hoekon en kruispunten der straten stonden
groote, mot rouwfloers omkloede zuilen met
omhulde Pruisische adelaars. Ook de lantaarns
waren met krip omhangen. Op elke twintig
passen stonden stevige kandelabres, met hoog
opvlammende fakkels. De weg, welken de stoet
zou volgen, maakte inderdaad een grootschen,
machtigen indruk en strookte volkomen met
de plechtige stemming van het oogenblik.
Het middelpad „Unter den Linden" was
met kiezelzand en dennentakken bestrooid en
op de „Pariser Platz" waren grooto kransen
van krip en lauwertakken aangebracht. De
Brandenburgerpoort was geheel met zwart
doek gedrapeerd. Op hot plein stond een groote
eereboog met het opschrift: „God zegeno uwe
uitvaart."
Tegen den middag word het gedrang op
den weg, wolken de stoet zou volgen, en
zelfs in de zijstraten ontzettend groot. Hier
en daar goraakten weder vrouwen en kinde
ren onder den voet, doch ornstige ongelukken
kwamen, voor zoover tot dusver bekend is,
onder de honderdduizenden niet voor.
De politie had gewaarschuwd tegen de zak
kenrollers, daar zij reden had te vermoeden
dat een aantal gauwdieven uit het buiten
land naar Berlijn waren gekomen om hun
slag te slaan.
Op het oogenblik, dat de stoet zich in be
weging stelde, bood de breede „Unter den
Linden" een aanblik, geljjk nog nooit aan
schouwd werd.
Langs zulk een rouwweg word wel nog
nooit een monarch ten grave gedragen. Alle
huizen en standbeelden met rouwvloers om
hangen, de straat bedekt door eene zwarte
menigte, en zelfs de daken vol van in 't
zwart gekleedo toeschouwers 1 Waar het oog
zich wondde, vond het de kleur der droefheid
en van den rouw.
Het gedeelte van den weg, welke werd
opengehouden voor don stoot, teekende
zich als een breed grjjs lint in die zwarte
massa af.
Men kan gerust zoggen dat geen plekje
op den langen weg, van waar men een blik
op den stoet kon werpen, onbezet is gebleven.
Des morgens werd nog 500 mark voor één
venster geboden.
Toen de kerkelijke ceremonie in don Dom
was afgeloopen, (zie de telegrammen van gis
teren), zette do stoet zich in beweging, waarbij
zich eene indrukwekkend grootsche militaire
staatsie ontwikkelde. Men kon zien dat het
een soldatenkeizer was, die ter ruste werd
gebracht, de militaire regeerder van een
militair volk.
Het was in waarheid een onbeschrijflijk
schouwspel. Voorop acht eskadrons garde-
cavalerie van verschillende waponen, eerst
huzaren in hunne donkerroode, vervolgens de
dragonders in hunne lichtblauwe, de ulanen
in hunne donkerblauwe, de kurassiers in hunne
witte uniformen, govolgd door de troepen infan
terie en artillerie, en achter die krijgshaftigo
groepen de hoogbejaarde naaste bedienden
des Keizers, waarbij alleen de alleroudste
ontbrak, doordien hy, ten gevolge zyner smart
over den dood zyns meesters, thans zelf op
sterven ligt. Weder volgde er eene groop bo
jaardon; het waren 's Keizers geneosheeren,
waaronder de stokoude dr. Lauer.
De lijkkoets, bespannen mot acht paarden,
werd voorafgegaan door de ministers, die op
fluwoolen kussens do ryks-insigniën droegen,
van wio de minister van oorlog het groote
rykszwaard. Van de lykkoets zelve kon men
niet veel zien, doordien het groot fluweelon
baldakyu mot de draperieën alles aan het
oog onttrok. Het werd, evenals de slippen
van het lijkkleed, gedragen door generaals,
govolgd door eeno menigte hooge officieren,
dio van tyd tot tyd elkander in hot dragen
aflosten. Daarachter zag men het ïyfpaard
des Keizers met ledigen zadel, geleid door
een bediende.
Achter do ryksbanier, welke onmiddeliyk
achter den lijkwagen volgde, schaarden zich
do mannelijke leden van het Huis Hohenzollern
en de Europoesche vorsten en kroonprinsen
en de byzondere gezanten der buitenlandscho
regeoringen, onder wie ook de vice-admiraal
jhr. Van Capellen, de vertegenwoordiger van
Uhn Koning der Nederlanden. Daarna volgden
in schitterende uniform de hoogwaardigheids-
bekleeders en dan de lange zwarte sleep
van deputatiën, enz., in burgerkleeding, dio
hier en daar afgebroken werd door de bont
kleurige hofmaarschalken of univorsiteits-
deputatiën en rechterlgke ambtenaron in
lange en breede toga's.
Prins Von Bismarck en graaf Von Moltke,
waren, om redenen van gezondheid, afwezig,
doch graaf Stolberg droeg nu de Koizerlyko
kroon, torwjjl de Pruisische ministers de
andere insignes der Keizerlijke waardighoid
droegen.
Van do vreemde vorsten, dio de lykkoets
volgden, werd vooral de Kroonprins van Oos-
tenryk met byzondere sympathie begroet. Do
prins bracht den Keizer nog een schrijven
van Keizer Frans Jozef, waarin de Keizer van
Oostenryk verklaart dat hy getrouw zal blij
ven aan het Duitsch-Oostenryksch verbond.
Er woei een yzig koude wind, waarvan
vooral de soldaten en de deputatiën, die den
weg afzetten, veel last hadden. Gelukkig dus
dat do Keizer uitdrukkelijk last had gegeven,
dat allen hunne mantels en overjassen zouden
aandoen.
De ontzagwekkende schare ambtenaars,
officieren, leden van den Landdag en Ryksdag
en afgezanten van verschillende steden uit
Duitschiand enz. vormden de achterhoede.
Do stoet werd gesloten door twee afdeelin-
gen linie troepen, samengesteld uit allo mogo-
ïyke regimenten.
Gelyk reeds gemeld is, maakte de ïykdienst
in don Dom een diepen indruk, niet het minst
door de treffende redevoering van den hofpre-
dikant Kögel. Toen de redenaar wees op den
hoogen leoftyd, welken Keizer Wilhelm had
bereikt, zoido hy
„En toch heeft do Keizer zich niet over
leefd, maar, gelyk een tweede Mozos, wiens
oog niet verduistert en wiens kracht onver
minderd blyft, bleef hy rusteloos werkzaam
tot de laatste dagen zijns levens en zoolang
zyne kracht hot gedoogde, een voorbeeld van
plichtbetrachting, met de zinspreukIk heb
geen tyd moede te zyn. Byna eene eeuw
bleef de Keizer de onze, gedurende alle wis
selvalligheden van Pruisen en Duitschiand,
aan welker geschiedenis hy nieuwen luister
byzette."
Aan het voeteneinde van het lyk had zich
als in waaiervorm de stoet der vorstelijke
personen uitgespreid. Keizerin Victoria zat
met eenige andere vorstelyke dames in een
kleine zyloge dicht by het hoofdaltaar, vóór
hetwelk de katafalk verrees. Drie koningon
en acht kroonprinsen zaten aan do voeten
van den doode, terwyi de gezanten der vreemde
mogendheden, benevens de binnen- en buiten
landscho deputatiën verderop hunne plaatsen
haddon ingenomen. Rechts en links in zyioges
zag men de diplomatie en de hofdames. Het
schitterde allerwege van uniformen en gala-
kleedingen, wier pracht door het floers der kerk
meer word verhoogd dan verzwakt.
Ook de katafalk vormde een veelkleurig
tafereel; want hy was overladen met bloemen,
kransen on lauweren, deze laatste deels levend,
deels in goud, zilvor of dun yzer, en daar-
tusschen palmtakken en eikenloof, alles te
zamen tot eene aanzieniyko hoogte opgestapeld.
Daaronder waren merkwaardige bowyzen van
voreering, zoo by'v. eene groote halve maan
uit hyacinten in do Turksc-he kleuren, als
geschenk van don Sultan. Do President dor
Fransche republiek had een bloementooi go-
zonden, gevormd van camelia's, viooltjes en
meiklokjes, omstrengeld door de nationale
kleuren.
Toon de opperhofprediker don zegen over
den doode uitsprak, barstten by deze pleehtig-
tige handeling velen in een luid snikken uit.
Eemge der hooge dames vielen weenende elkaar
in de armen, en ook mannen zag men onop-
houdelyk schreien.
Na afloop der plechtigheid in den Dom begaf
keizerin Victoria zich met de andero dames
naar het paleis en aanschouwde mot de Kei
zerin-weduwe den stoet uit het venster. Do
kroonprins daarentegen ging mode en liep
onmiddeliyk achter de iykbaar.
Voor het Keizoriyk palois,, onmiddeliyk by
het ruiterstandbeeld van Frodorik den Grooten,
hield do lykwagen gedurende eenige oogen-
blikken stil. De Keizerin-woduwo stond voor
een der vensters van het paleis, met de hand
een afscheidsgroet wenkende. Het plotseling
standhouden van den lykstoet voor het ver
maarde monument maakte een indruk, alsof
de groote Keizer in de kist en de groote
Koning op het voetstuk elkander wederkeerig
bogroetten en hulde brachten. Daarna zetto
de lykstoet zich weder langzaam in beweging.
Tydens den optocht gebeurde een klein on
geluk, dat geone ernstige gevolgen had. By
het tuighuis waren twee obelisken opgericht,
op welke bfandende fakkels stonden. Door
den hevigen wind word de vlam zóó hoog
aangewakkerd, dat do obelisk in brand vloog.
Do brandweer bluschte echter hot vuurtje
terstond. Overigens maakten deze fakkels
geringen indruk, daar de hevige wind de
verlichting belemmerde.
Om twee uren passeerde de stoet de Bran
denburgerpoort. Toen de optocht Charlotten-
burg had bereikt, stond Keizer Frederik aan
hot venster in de groote zaal, welke aan de
zyde van het park is gelegen, gekleed in
generaals-uniform met hot lint van den Zwar
ten Adelaar. De Keizer bleef daar, totdat het
kanongebulder, dat met de inzegening der
iykbaar gepaard ging, had opgehouden en
hield den blik onafgewend op het Mausoleum
gericht.
De lykstoet was om over drieën te Chariot-
tenburg aangekomen. Het vertrek van Berlyn
was eenigszins vertraagd en daarby maakte de
stoet meermalen halt, ten einde gephotogra-
pheerd te worden.
Ondanks de reusachtigo menigte, die op de
been was, werd de orde niet gestoord, dank
zy den voorzorgsmaatregelen, welke de politie
had genomen. Alle toeschouwers waren diep
getroffen door den plechtigen stoet en ont
blootten eerbiedig het hoofd, als de baar, welke
het stoffelijk overschot des keizers bevatte,
hun voorbyging. Vooral de drie militaire
muziekcorpsen, die den trourmarsch speelden,
verhoogden den indruk.
Toon de stoet echter, welke wegens de
vinnige koude door slechts weinigen tot Char-
lottenburg gevolgd werd, Berlyn verlaten had
en do menigte in de stad terugkeerde, maakte
een gedeelte van het publiek zich van de guir
landes, lauwerkransen, draperieën enz. mees
ter, om herinneringen aan de rouwplechtig-
hoid mede te nemen.
Over de uitgebreide afzettingen en andore
strenge maatregelen der politie lieerscht eenige
ontevrodenheid en de avondbladen laten zich
in denzelfden geest daarover uit.
In het Mausoleum werd de doodkist slechts
voorloopig bijgezet. Later, zoodra de grafkelder
is uitgebreid, zal de eigenlijke teraardebestel
ling plaats hebben.
Keizerin Victoria, benevens de aanwezige
familiën van alle vreemde vorsten, woonden
in het Mausoleum de plechtigheid der bijzet
ting bij.
De hofprediker Ivógel sprak het nagebed
uit, dat hy inleidde met de spreuk: „Wel
hom, die der verzoeking wederstaat." Daarop
volgde h-t „OnzeVader.' i lat ookhierdezegej
over het lyk was uitgo -prokon, deed de heer
Kogel dit vervolgens over do geheele Keizer
ïyke familie. En daarmede was, tegen vier
uren, de uitvaart geëindigd. De vorstelijk,
personen verwyderden zich en de gc-neraat
legden als laatst vaarwel, als laatst afscheid,
de hand op de kist, w ke het stoffelyk over-
schot huns beminden Keizers in zich sluit
Terwy 1 dreunden de laat.- te treur-saluutschoten
als teeken dat do plechtigheid was volbracht
's avonds te hal/acht precies,
met wol willende medewerking der Damns Mee
BURLAGE-VERWOERT, Mevr. COELINGH
VORDERMAN, Mej- PAUL. BEERSMANS
Gevold doob
De nasleep van een eersten Echt
Plaatsbespreking voor Invite's, Don
derdag van 10-12 uren 's voorm.. Vrijdag
van 10-2 uren, Zaterdag van 10 2 uren
by de Bureeliste, Stationsweg.
De ondergeteeken.le maak
zyn geachten begunstigers,
zoowel binnen als buiten
Stad, bekend, dat hij zyne Stukadoor
Affaire aan zyn Zoon heeft ovorgedaa
Bedankende voor het genoten vertrouwen
hem vele jaren geschonken, beveelt hy zii
opvolger minzaam aan.
Hoogachend,
UEd. Dw. Dien:-ar,
I*. 3AiaTEL.Ss.nfAX.
Zich reforeorende a n bove
staande annonce, b-weelt d
ondergeteokende zich belée
delyk aan, hopende door eene nette en solid
bediening zich het vertrouwen w.>irdig
maken.
Hoogachtend,
tl. F. BARTEL» HAM,
Stukadoor, Garenmarkt
In DEM HA AC wordt met MEI gevraas
P. G. Loon f ÏOO en f -1 Waschgeld. Zie
te vervoegenHooigracht No. 39.
Hooigracht 12—14.
Prima qualiteit Haard-, Kaelu-J Smer
en Machine-Kolen te bekomes, aan fe:
Goederen-Station van den Nederl. ijnspo
weg, buiten de voormalige Wittepocrt, zooto
by groote als kleine hoeveelheden.
Bestellingen wordeis aangenomen aass ht
Hulpkantoor by den Heer QODEFKOY, Bres-
straat No. 92. TAM DER MADE,
Agent Nederl. Rynspoorweg
Ook te verkrygen Cas-Cnkcs.
i
Mr. Th. W. VAN DER SCHALK, Notaris
ter standplaats Noordwijk, zal op Woei"'
dag den 28 Maarl 1888, des voormiddag
te elf uren, in het Logement „Bel Hof f"
Bolland" te Noordwijk in het openbaar VER
KOOFEM:
Een WOONHUIS met BOLLENHW-
3 steenen SCHUREN, Varkenshok, ERF
TUINGROND, staande en gelegen te Nooi'^
wijk aan de Molenstraat, groot 41 aren, f
centiaren. Te bezichtigen op alle werkdag»
en te aanvaarden by de betaling
kooppenningen vóór of op 1 Mei 18 8 S.
met uitzondering van het gedeelte van de
Tuin," dat met Bloembollen is beplant
aanvaard kan wordon na de opname daarva"
in dit jaar.
Breeder by Biljetten. Inlichtingen
bokomen ten kantore van genoomden Notaris.