38
^laanda":
Maart.
A
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van §on- en feestdagen, uitgegeven.
Eerste Blad.
De Keizer na den strijd.
Leiden, 10 Maart.
Feuilleton.
Aan den rand des afgronds.
m
a U>«
o
lUuJi
DAGBLAD.
PRIJS DHZER COURANT:
jVoor L«ld#n per 3 miandon1.10.
1.40.
0.05.
fcranco por poit
tfjoodorltjk* Nomm.rm.
PRIJS DHR ADVHRTlNnHN:
Tab 1—6 regal* 1.04. Mn* ragd m»«r AOH-
Grootore letton star pl**t*rnimto. Tear hépto»-
c«8Be«r©n buiten de eted wordt 0.10
■Slechts met een enkel woord hebben we
I ons bijschrift, gevoegd by hot gisteren uit-
Hgeven portret van keizer Wilhelm, melding
Bnnen maken van de gebeurtenissen, welke
|volgd zijn op den vrede van Frankfort, waar-
ido do strijd tegen Frankrijk een einde nam.
Btu-h zijn die byna zeventien laatste jaren
»ker niet de minst belangrijke in het leven
M|n dei Vorst en in de ontwikkelingsgeschie-
-doms v m de Duitsche natie.
■Hot aandeel, dat de Keizer persoonlijk nam
de organisatie des Rijks, is niet gering te
I «hten. Het zuiver-constitutioneel begrip, vol
gens ht i welk de regeertaak meer op de minis
ters ruf dan op hot Hoofd van den Staat, is
Prii.«en evenmin als op Duitschland toe-
passelijk; meer dan ergens elders zijn de voor
gedragen wetten de vruchten van een overleg,
van hel persoonlijk initiatief des Keizers uit-
■lande. De arbeid, noodig voor de bevestiging
»n den nieuwen toestand, was niet gering;
Bowel in Elzas-Lotharingen als in Sleeswyk-
jjolstein had het Rijk ontevreden elementen
Eigenomen, welke beurtelings door krachtige
aatregelen en door bewijzen van goedon wil
t berusting in het feit der aanhochting ge-
~Bacht moesten worden. In Hannover zaten
de aanhangers van den onttroonden koning,
db Welfische party, ook niet stil, doch werkten
in het geheim om veel van hetgeen tot stand
jflas gebracht, weer ongedaan te maken.
iDe afkondiging van de besluiten van het
Phticaanscho Concilie bracht de Katholieke
geestelijkheid in onmin met de regeering; het
kas alsof met de herleving van het keizerrijk
db middeteeuwsche strijd tussclien het Paus-
4pm en de keizerlijke macht als vanzelf was
Jerboren. Krachtig gesteund door den minister
n eeredienst Falk, wist Von Bismarck den
éizer over te halen, tegenover den H. Stoel
ne besliste houding aan te nemen; endoor
bekende wetten van Mei 1873 werd de
rhouding tusschen de Regeering en de gees-
iljjkheid aan strenge bepalingen onderworpen,
een eigenhandig schrijven aan den Paus,
September 1873) zette.de Keizer duidelijk
beginselen uiteen, welke hem bij deze wet-
eving hadden geleid.
Tegenover den aandrang, in Frankrijk leven-
ig gehouden om door een nieuwen oorlog
evanche te nemen voor de nederlagen
an 1870, achtte de Keizer, die voor de ver
dere ontwikkeling des Rijks den vrede noodig
had, het gewenscht, door middol van verbon
den de buiten]andsche gevaren af te weren.
Dit gelukte volkomen. De toenadering, sinds
eenigen tijd tot Oostenrijk betoond, on de
vriendschapsbetrekkingen, die de Keizer met
Czaar Alexander II van Rusland stoods had
onderhouden, werden de grondslagen, waarop
in Soptember 1872 het Drie keizersverbond
werd gebouwd.
Nog aan een ander gevaar had de Keizer
hot hoofd te bieden. De sociaal-democratie
verkreeg onmiddellijk na den oorlog belangrijke
uitbreiding; en de taal, door sommige volks
menners in vergaderingen gobezigd, was wel
in staat om een dweepziek brein geheel in
een staat van razemjj te brongen. Dit bloek
maar al te duidelijk in het jaar 1878. Den
llden Mei zat de Keizer met zjjne dochter, de
groothertogin van Baden, in oen open rijtuig
een werkman uit Leipzig, Max Hödel, trad to
voorschijn en loste oenige revolverschoten,
gelukkig zonder iemand te treffen. Drie weken
daarna gebeurde hetzelfde Onder de Linden,
ditmaal met ernstiger gevolg; Karl Nobiling
losto twee schoten, zoodat de Keizer door een
aantal hagelkorrels aan hoofd en armen werd
gekwetst. De boosdoener wendde nog eene
poging tot zelfmoord aanwel verwondde hy
zich, doch hij bereikte zyn doel niet. Eenige
weken achtereen was de Keizer niet zonder
gevaar, en de Kroonprins werd zelfs tydelyk
tot plaatsvervanger benoemdden 29sten Juni
kon de Keizer naar Teplitz, later naar Gastein
vertrekken, waar hij volkomen genas. Hüdel
werd in Augustus te Berlijn onthoofd; Nobi
ling stierf in het begin der volgende maand
aan de verwonding, welke hy zichzelven had
toegebracht.
Het is te begrijpen, dat die beide aanslagen
niet weinig bijdroegen om de liefde des volks
tot den Keizer ten top te voeren. Van den
weerzin, twaalf jaar vroeger tegen zijne mili
taire politiek merkbaar, was niet veel meer
overgebleven; die politiek had tot een ver
bazingwekkend succès geleid, en onder zulko
omstandigheden wordt naar de stem der eri-
tiek niet geluisterd. Aan de steeds klimmende
eischen van de legerinrichting werd zonder
morren voldaanen hoewel gewichtige beden
kingen kunnen gemaakt worden tegen de
vrijheidsbeperkingen, die zoowel dekerkolijke
strijd als de onderdrukking der sociaal-demo
cratie medebracht, in den Rijksdag wist Von
Bismarck immer eene meerderheid te vinden,
geneigd om zijne binnenlandsche politiek te
steunen. Wat de buitenlandsche betreft, deze
werd geheel buiten de controle van de Volks
vertegenwoordiging gehoudennoch de Keizer,
noch zyn Rijkskanselier gevoelde eenige nei
ging om har* richting afhankelijk te maken
van den loop van een parlementair debat.
Toen de Keizer, na zjjn herstel, de groote
manoeuvres bjj Cassel commandeerde, en
vervolgens, na de onthulling van het gedenk-
teeken te Beriyn, ter eera van zijn vader
opgericht, Baden Baden, Coblenz en Wies-
baden bezocht, werden hem overal de warmste
huldebetuigingen gobracht; in zijne krachtige
grijsaardsgestalte zag Duitschland als het ware
de verpersoonlijking van het, door zyne edelste
zonen steeds nagestreefde éénheids-ideaal. De
nationale goestdrift openbaarde zich door het
bijeenbrengen van een Wilhelmsfonds, dat in
korten tjjd tot het bedrag van 1.80.000 Mark
steeg. De viering van 's Keizers gouden huwe
lijksfeest, op 11 Juni 1879, schonk nieuwe
stof tot blijdschap.
De internationale betrekkingen werden in
de volgende jaren onderhouden en versterkt
door de veelbesproken keizers bijeenkomsten.
Den 3den September 1879 ontmoette do Keizer
czaar Alexander II op Russisch grondgebied,
naby de grens, te Alexandrownoden löden
October werd met Oostenrijk Hongarije oen
verdedigend verbond gesloten; men herinnert
zich dat openbaring van den tekst van dat
verbond, eenige weken geleden min of meer
werd opgevat als eene bedreiging tegen Rus
land, ofschoon de czaar onmiddellijk met den
inhoud en do strekking bekend is gemaakt.
Bij dat verbond sloot in 1883 ook Italië zich
aan. De jaariyksche samenkomsten te Gastein
met keizer Franz Joseph, afgewisseld mét
wedcrzjjdsche bezoeken, uoor en aan czaar
Alexander III gebracht, (te Dantzig in '81, te
Skiemicwiczo in '84, te Kremsier in '85),
hebben ongetwyfeld bygedragen tot het behoud
van den Europeoschen vrede, en zetten de
kroon op Keizer Wilhelms buitenlandsche
politiek.
Intusschen onderging ook de verhouding
tot den H. Stoel eene belangryke wyziging.
Had Paus Pius IX zich steeds onverzoenlyk
betoond, geheel overeenkomstig de wenschen
van de contrumsparty, welke in den heer
Windthorst haren bekwamen leider vond,
toen een nieuw Hoofd der Kerk den Vati-
caanschen zetel had ingenomen (Febr. 1878)
bleek deze niet afkeerig van eene schikking,
waarbij het toezicht van den Staat, op de
Duitsche geestolykheid tot engere grenzen
werd teruggebracht. Do verzoenende staat-
k undo van Leo XIII droeg weldra vruchten,
vooral nadat de Paus gelegenheid had gehad,
aan Duitschland een dienst te bowyzen door
als scheidsrechter uitspraak te doen in een
met Spanje gerezen geschil over het bezit
der Carolinen eilanden. In de laatste jaren
zyn verschillende bepalingen der Mei-wetten
achtereenvolgens opgeheven, zoodat daarvan
zeer weinig meer is overgebleven. Een dubbel
doel is daarmee bereikt: niet slechts werd
voldoening gegeven aan des Keizers porsoon-
lyken wensch tot horstel van den kerkolyken
vrede, maar ook, daar de onderhandelingen
geschiedden buiten de leiders van het centrum
om, kreeg het overwicht dier party een ge-
voeligen schok.
Aanhoudende uitbreiding en versterking
des legers waren verder des Keizers streven.
Ten einde de daartoe te nemen maatregelen
minder afhankelyk te maken van de toe
stemming des Ryksdags, werd in Nov. 1886
voorgesteld het leger mot 41,000 man te
vermeerderen, en wel voor een tydvak van
zeven jaren. De Ryksdag verminderde dien.
termyn tot drie jaren en werd toen ont
bonden; zyn opvolger keurde het voorstel
goed. De nieuwe uitbreiding, onder den indruk
van het dreigend oorlogsgevaar voor weinige
weken aangenomen, ligt nog versch in het
geheugen. Ook behoeven wy slechts met een
enkel woord te spreken van het groote mid
del, door de Keizeriyke Regeering aangewend
om in de onzagiyke kosten dier krygsmacht
te voorzien, namelijk de télkens verhoogde
invoerrechten.
In hoeverre het „IJzeren budget" op den
duur houdbaar zal biyken, moet de naaste
toekomst leeren. In elk geval, dit kan van
den Keizer gezegd wordon dat zyn streven
naar vrede, zy het dan ook hoofdzakelyk door
ontzag in te boezemen voor de weerkracht
des Ryks, oprecht gemeend was; in zooverre
heeft zyn overlyden voor de geschiedenis van
ons werelddeel eene hooge boteekenis. Niet
onwaarschynlyk is het dat 's Keizers dood
vooreerst geene verandering in het regeerings-
stelsel zal brengenhopen we dat het zyn zoon
en opvolger nog gegeven moge worden te
arbeiden aan de handhaving van de politiek
des vredes, kan het zyn met verlichting van
den militairen druk.
Dien opvolger, als Koning Friedrich III, als
Keizer Friodrich IV, onze beste wenschen!
De 2de luit. Van Darler alhier, van het
Öost Ind. leger, zal 24 Maart met het stoom
schip „Semarang" zyne bestemming volgen.
6) DOOR
R. KOOPMANS VAN KOEKEREN.
n't Is ook haast onbegrypelyk," verzekerde
e vader, terwyl hy de ons bekende enveloppe
oor den dag haalde, en die aan Mathilde
verreikte. Zij wierp een vluchtigen blik op
et adres, en fluisterde toen langzaam en
auwelyks hoorbaar: „Wat is dat? Maar,"
ervolgde zy, zich herstellende, „in deze enve
lope kunnen duizend onschuldige dingen ge-
eten hebben."
Een fragment van 't geen er in gezeten
leeft, zult ge nog vinden," sprak de vader.
Mathilde haatde toen met bevende vingeren
Ie verfrommelde snipper papier voor den dag,
Sr' 'as daarop de regels, welke ontegenzeggelijk,
ivengoed als het adres, door Hector moesten
ïeschreven zyn
„Nooit, nooit leg ik die liefde af,
Waarvan myn hart u blyken gaf,
En eeuwig blyken u zal geven."
.Myn Hemel!" riep Mathilde uit, „zou er
lan toch iets van aan zyn?Vreeselyk!
o Hemel! sta my byMaar het is niet
zoo! dat kan niet waar zyn; dit stuk in ieder
goval bewyst niets."
„Bewijzen, neen, dat stem ik toe, doet het
niet voelmaar het is toch eene zeer kritieke
historie."
„Volstrekt niot! Niemand bewyst dat deze
regelen tot Toontje gericht waren. Het kan
een fragment zyn van een versje op een ander
meisje, dat Hector voor Toontje afgeschreven
heeft."
„Dat kan, ja! Maar vindt ge 't toch niet
een bewijs van vry groote intimiteit? Minne
liedjes voor elkaar kopiëeren hoor eens,
't is nogal kras. Maar als dit het eenige was,
waarop ik tot mijn bitter leedwezen u moest
wyzen, och, wie weet, of we niet nog een
greintje vertrouwen konden op den mogelyken
goeden afloop. Er is ochter meer, beste Thilda
en daarom verzoek ik u nu te luisteren naar
mijn verhaal, dat ik u zal doen."
Hierop gaf de heer Van Velzen een zeer
uitvoerig verslag van zyne ingewonnen berich
ten en nasporingen. Geen enkelen keer viel
Mathilde hem in de rode. Zy staarde strak
voor zich met bleeke wangen en stijf samen
geperste lippen. Toen eindelyk papa had uit
gesproken, narn Mathilde het woord, en zei
ernstig en met een zeker gezag: „En wat
zei Hector zelf op de tegen hem ingebrachte
beschuldigingen?"
„Hector zelf?" herhaalde Van Velzen, „maar
ge meent toch niet
„Zeker meen ik dat wy in geen geval
eenige uitspraak hoegenaamd kunnen doen,
zonder den beschuldigde zelf gehoord te hebben.
Zelfs den snoodsten misdadiger, wiens schuld
zonneklaar werd bewezen, wordt door zyne
rechters de vraag gedaan, of hij nog iets ter
zyner verdediging heeft in te brengen. En
zouden wy dan hier een vriend ongehoord
veroordeelen Zooveel is zeker, dat zyne schuld
niet zonneklaar is bewezen. Dat juffrouw
Doorneveld tot tweemaal toe op zyne kamer
is geweest, dat zy den laatsten keer alleen
gekomen en tamelyk lang gebleven is, dat
zy by die gelegenheid met Hector getwist
heeft, en dat er na zeer ernstige en hartelyke
betuigingen eene verzoening is tot stand
gekomen, ik moet zeggen dat alle berichten
my zeer pflnlyk aandoen. Maar vooreerst zyn
ze zeer onvolledig; de eenige getuige, eene
dienstmeid, verklaart zelve dat zy, behalve
onsamenhangende uitdrukkingen, slechts een
paar volzinnen heeft verstaan, en niet eens
weet, waarover de twist eigeniyk geloopen
heeft. Nu dan, beste papa! gy hebt u heel
wat moeite getroost om mijnentwil, en ik
flank u daarvoor recht hartelyk, maar zog
my toch eens, bid ik u: waarom hebt gy u
niet tot Hector zeiven gewend?"
„Maar Mathilde! dat zou nu geheel en al
beneden mflne waardigheid geweest zyn. Moet
ik nu naar dat kereltje komen?"
„Volstrekt niet, papa! gy hadt hem kunnen
ontbieden in uw logement."
„Daar heb ik zelf een oogenblik over ge
dacht, maar ik ben daartoe niet overgegaan.
Om de waarheid te zeggen, ik ben te zeer
overtuigd van zyne schuld, om hem nog oen
enkel woord waardig te keuren, terwyl ik daar
enboven gevaar liep, als een kwajongen terecht-
gezet en om zoo te zeggen met myne eigene
wapenen doodgeslagen te worden. Natuurlyk,
want de luitenant was in staat te zoggon
„Wel, mynheer! gy zelf hebt het zoo nadruk-
kelyk verklaard dat ik tot aan den dag
myner meerderjarigheid door geen woord of
belofte gebonden zou zyn. Welnu, waar be
moeit gy u dan mee?"
Wordt vervolgd.)