N!. 8594. Woensdag 22 Februari. A". 1888. (Beze {Courant wordt dagelijksmet uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. Feuilleton. Aan den rand des afgronds. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommere0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1—6 regola 1.05. Iedere regel meer/0.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het in- ca88eeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. Gemengd N ieu w h. Aan het politiebureel der 2de sectie te Amsterdam heeft zich weer een per soon, die den 13den dezer uit's Ryks gesticht Ommerschans was ontslagen, aangemeld. Hy beweerde gebrek te ljjden en had om onder dak te komen eenige spiegelruiten verbrijzeld in een winkel aan den Nieuwendyk. De laatste trein uit Rotterdam, welke gewoonlijk om 11 u. 24 m. te Amsterdam aankomt, kwam aldaar eerst om 2 u. 44 m. na middernacht aan, voornamelijk omdat de aansluiting te Antwerpen was gemist. Boven dien had de trein een oponthoud dicht bij Antwerpen, door het aanrijden van eene boe renkar, zoodat de wielband van de locomotief sprong. Persoonlijke ongelukken hebben geluk kig niet plaats gehad. Voor de jury te Gard, in Frank rijk, staan thans eenige personen terecht, waaronder een advocaat-lid van Prov. Staten, eon oud onderwijzer en de secretaris van een officier van justitie, allen beschuldigd valsche Fransche bankbiljetten van 50 fr. te Barcelona te hebben vervaardigd en in Frankrijk als echt to hebben ingewisseld. Uit China wordt eene vreeselyke aardbeving gemeld, welke in de provincie Yun nan heeft plaats gehad en waarby tweedui zend menschen het leven hebben verloren. Uit Tientsin wordt bericht dat een Fransch syndicaat van ingenieurs heeft aangeboden de door de jongste overstrooming van de Hoang-Ho-rivier veroorzaakte dykLreuk te herstellen. Tevens bieden zy aan, de rivier- werken gedurende dertig jaren te onderhou den voor de som van deftig millioen taels. De gevolgen van een ruiker. - Onlangs zou de barones Marie Montalen, eene jonge weduwe, een bal by wonen. Haar stille aanbidder, baron Lerie, wist hare kamenier om te koopen om hem te verraden wat zy by die gelegenheid dragen zou: een aardbei- kleurig kleed. Hy bestelde voor 100 fr. een grooten ruiker aardbeibloesems. De ruiker lag gereed en werd toevallig door een bewonderaar der schoone vrouw, den jongen graaf Tiaret gezien, die er zich voor 1000 fr. van meester maakte. De heer Lerie vernam dat de bloe sems bevroren waren en moest der barones een gewonen ruiker witte rozen aanbieden. Hoe groot was echter niet zyne verontwaar diging toen zy op het bal verscheen met de aardbeibloesems, zyne bloesems, algemeen opgang maakte en zich in het oog vallend vriendelyk toonde jegens den heer TiaretHij daagde den verraderiyken bloemist voor den rechter. By de behandeling der zaak kregen de twee mededingers woorden; de baron schold don graaf voor dief en verrader en eene uit daging was het gevolg. Doch zie, daar ver scheen de beminneiyke barones zelve. Zy bleek geroerd door het harteleed van den misleiden Lerie. „Als ge my weer een bouquet zendt," zeide zy met een be- toovorend lachje tot den deerniswaardige, dan moet het wat byzonders zyn: meiklokjes en rozen; die bloemen verlang ik voor myn bruidkleed." De verrukte Lerie kuste haar de hand en het paar verliet gearmd de recht zaal, nadat de bloemist nog eene 3cherpe ver maning had ontvangen. KOLONIËN. BATAVIA, 11 17 Januari. (Vervolg.) Uit Padang schryft men aan de „Deli- Crt.": Nadat achtereenvolgens op de onder neming Sibarau te Padang twee droogschuren in brand gestoken werden, werd opnieuw eene brug over de Soengei Bloetoe op die zelfde onderneming totaal verbrand, waardoor eene schade van 300 dollars geleden werd. Het spreekt vanzelf, dat deze toestand op den duur onhoudbaar wordt, en is 't alleen aan de overgroote waakzaamheid op genoemde onderneming te danken, dat niet reeds alle schuren, waarby do fermenteerschuur met hare 1300 picols tabak vooral niet te verge ten, hetzelfde lot ondergingen. Ofschoon de brandbrieven, welke zoowel aan de droogschuren als by de brug gevon den werden, alle inhielden dat deze brand stichtingen als wraakneming der Rajah's moeten beschouwd worden, zoo is echter de algemeens opinie, dat er eene zware verden king rust op den toean van Malesarie, het hoofd van den kampong van dienzelfden naam, gelegen op het grondgebied der onder neming Sibarau, en slechts op een kwartier afstands van bovenbedoelde brug. Nadat de brandstichtingen der droogschu ren hadden plaats gehad, werd dien toean door den Controleur medegedeeld dat hy steeds onmiddeliyk bericht moest geven, indien zich iets verdachts zou voordoen. By het verbran den van die brug, met atap gedekt, waardoor de vlammen hoog in de lucht opsloegen, en 't dus niet is aan te nemen dat zulks op zulk een korten afstand van den kampong ongemerkt voorbyging, deed genoemde toean dat niet, en ofschoon 't voor het oogenblik niet kan bewezen worden dat dit hoofd aan dien brand medeplichtig is, zoo achten wy het toch niet meer dan billyk, dat hy voor zulke daden, welke in zijne onmiddellijke nabyheid plaats vinden, verantwoordeiyk ge steld worde. Berichten van 11 Januari uit Padang geven nog nadere berichten omtrent kwaadwillig heid tegenover de planters. In den nacht van don lOden op den llden werd op de onder neming Pangkalan in Bedagei, dus ongeveer te gelykertyd, brandstichting beproefd in 2 bangsals en de fermenteerschuur. De schade am deze laatste is gering, maar van de bang sals is ruim '/3 deel vernield. Het bestuur blyft A distance en dat zal duren tot het te laat is en een groote per kara het wellicht weer verrast. Er moet krachtig worden opgetreden en wat nog meer noodig is, het bestuur moet weten wat het wil. De ongewisheid is het ongeluk van alle betrekkingen met de Battakbevolking. Het „Soerab. Hbl." bericht dat deadsis- tent-resident van Grissee, de heer Donner, in de volgende maand met verlof naar Europa vertrekt. Nu per voorlaatste boot van Atjeh onge veer 200 en met de jongste weder pl. m. 300 berri-berri ïyders zyn aangekomen en in de dagbladen de aandacht op de desinfectie van de stoomschepen is gevestigd, heeft de pas in de afdeeling Batavia als eerstaanwezend officier van gezondheid opgetreden overste Rom- bach gelast, dat de schepen van de N.-I. S.- M., die berri-berri-patiënten aanbrengen, on middeliyk na hot lossen hunner lading te Priok met eene oplossing van sublimaat wel en deugdelyk moeten worden ontsmet en voor dien tyd geene troepen aan boord mogen nemen. Het militair commando vaa Batavia is met het toezicht op de uitvoering van deze order belast. (Bat. Hand.) Het treurige voorbeeld, om zichzelf het leven te benemen, is van Djogonallan, een paar dagen daarna, overgewaaid naarKlaten. De heer D., een jongmensch van hoogstens 22 jaar, maakte Zaterdag jl. aldaar door mid del van een revolverschot een einde aan zy"n leven. De oorzaak van deze voor de famlie zoo droevige gebeurtenis is niet bekendnaar men gist vreesde het jongmensch eene kwaal te hebben, waarvan hy dacht nimmer te zul len genezen. (Mat.) De Atjeh Pacificatie. Uit Batavia schryft menDe onderhandelingen met T. Daoud, waarvan de eerste berichten door de „Deli Crt." onder het publiek kwamen, hobbon al hier sensatie verwekt. Men weet eigeniyk niet wat er van te moeten denken. Het „Bat. Hbl." acht het aanknoopen van onderhan delingen moeiiyk overeen te brengen met do regeeringsverklaring in Den Haag op 21 Nov. 11. dat de tegenwoordige politiek in Atjeh zal worden gehandhaafd. Ééne maand na die verklaring zulk eene ingrypende verandering, is bpna niet denkbaar. Aan de korte verslagen omtrent den stand van zaken in het gouvernement Sumatra's Westkust en in de residentie Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo, over de maand November jl., wordt het volgende ontleend: Sumatra's Westkust. In den gezondheids toestand viel nog geene verandering ten goeds waar te nemen. Met het bewerken der sawah's was de be volking overal druk bezig. In de Ommelanden van Padang, de afdee ling Batipoe en X Kota en in de onderafdee- lingen Oud-Agam, Danau-districten en Matoea, Bondjol, en Pangkalan Kota Baroe XII Kota Kampar waren de sawah's grootendeels reeds beplant. In Sirantih (afdeeling Painan) had eenebe- langrpke aardstorting plaats, welke door de zware regens veroorzaakt was, met het ga- volg dat eenige velden, welke jaarlyks ongeveer 5000 koelaks padi opleverden, in dit jaar niet kunnen worden beplant. De koffietuinen verkeerden over het alge meen in goeden staat. Met het oog op de sawahbewerking werd in die tuinen slechts het hoogst noodige ver richt. De wegen en bruggen hadden ook in den loop der verslagmaand van de aanhoudende regens veel te ïyden. De handel en scheepvaart waren vry levendig. In de afdeeling Priaman kwamen nog ge vallen van veepest voor. In de onderafdeeling Si Boga en Ommelan den breidde de ziekte zich uit. Gedurende de verslagmaand stierven in gemelde streken aan bedoelde ziekte onderscheideniyk 8 en 114 dieren, terwyi 4 en 18 herstelden en 15 en 40 onder behandeling bleven. De kwade droes onder de paarden in het Kajoetanamsche was nog niet geweken. Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo. De gezondheidstoestand der bevolking was over het algemeen bevredigend. De op de lage gronden geplante engedeel- teiyk reeds rijpe padi salahtahoen had veel te Ïyden van den hoogen waterstand. (Java Crt.) 24) DOOR K. H»OP.1I4\* TAX ItOEHEKEV. Hy had nameiyk in de laatste jaren veel gereisd om in de huizen der particulieren zoo mogeiyk op te koopen allerlei ouderwetscbe fraaiigheden en rariteiten, zooals waaiers, ivo ren versierselen, miniatuurportretten en oud porselein. Deventer had hy tot nu toe niet geëxploiteerd, en dus behoefde hy in het ge heel niet te zoeken naar eenig voorwendsel, om in die stad zich eenigen tyd op te houden, zich naar willekeur aan te melden aan alle huizen, en in de stad terug te komen zoo spoedig en zoo dikwyis hy maar wilde. Als aanleiding voor zulk een herhaald bezoek kon immers altyd gelden dat hy nog eens terug wilde komen by dezen of genen, by wien hy iets van zyne gading had gezien, maar niet had kunnen machtig worden, daar men 't over den prys niet eens was geweest. Y. Seljjk men denken kan, waren juffrouw Doorneveld en hare dochter Toontje byzonder in haar schik over den uitslag van haar be zoek by don heer Van Arkel. Onze Toontje toog nog dienzelfden dag aan 't werk en stelde eene toespraak op vol harteiyke vriend schapsbetuigingen, heilwenschen en gebeden. Als een model van eenvoudigheid van styl kon zeker deze toespraak niet aangemerkt worden, doch er was gedachte en verband in en zy had dit voor, dat Van Arkel daardoor eenigszins op de hoogte kwam, wat betreft de omstandigheden, waarin bruidegom en bruid zich tot het vertrek gereedmaakten, en ook aangaande de verhouding, waarin beiden tot Toontje stonden. Dit opstel liet Toontje in verzegelden omslag by haren overbuurman bezorgen. Van Arkel las Toontje's toespraak een paar malen over en sloot die daarna weg in zyn lessenaar, met het voornemen, de daarin uit gedrukte gevoelens in een eenvoudig dicht stukje te schetsen, zoodra der geest der poëzie vaardig over hem werd. Dat oogenblik der inspiratie bleef niet lang uit, want drie dagen na de verzending van hare letteren ontving Toontje reeds het zoo vurig begeerde vers. Toen men haar dit handschrift overreikte, was de juffer juist op haar kamertje, waar zy zieh opknapt» om naar de repetitie der Zangvereeniging te kunnen gaan. Ofschoon het hoog tjjd werd zich naar het bekende lokaal te begeven, kon Toontje toch niet na laten even het couvert te openen, en het vers te lezen. Daar echter het schrift nogal fijn was on Toontje op hare kamer van geen ander licht kon gebruik maken als van dat eener smeerkaars, kreeg zy van den inhoud slechts een flauwen indruk. Zy stak het ma nuscript dus in den zyzak van hare japon, met het plan, dat rustiger en by beter licht te lezen, zoodra zy 's avonds uit do repetitie weer thuis gekomen zou zyn. Nog voordat de repetitie echter afgeloopen was, onder de uitvoering van het voorlaatste nummer, ontdekte Toontje, toen zy toevallig in haren zak tastte, dat het gewichtige stuk daaruit verdwenen was. Het arme kind ont stelde zóó hevig, dat zy het zingen geheel en al vergat. Links en rechts, vóór en achter zich keek en zocht zy op den grond, daar zy de mogelykheid onderstelde, dat zy het stuk, tegelyk met den zakdoek, uitgehaald en by ongeluk neergeworpen had. Zelfs vroeg zy aan hare buren in het koor, of die ook soms iets hadden zien vallen, doch al haar zoeken en navragen waren vergeefsch. Dus kwam zy eindeiyk tot het vermoeden, dat z(j het vers op de atraat moest verloren hebbon, en wie weet, in welke handen het dan gekomen was 1 't Is waar, er was geene begeleidende missive by, en in het vers wer den ook geene geheimen behandeld, doch hot stuk zat nog in de e n v e 1 o p p e en daarop stond zoo duideiyk haar naam ver meld. Nu was wel laatstgenoemde omstan digheid eene gunstige, voor het geval dat het stuk in goede handen kwam, maar werd het gevonden door eene onwelwillende, dan zou juist-dat duideiyke adres hot allerergst zyn. Al had toch de heer Van Arkel, wat wel te verwachten was, voor zich zeiven eene kopie van het vers bewaard, zoodat er hoop bestond een duplicaat te verkygen, hot aanvragen daarvan was toch zeker allesbe halve aangenaam. Immers de luitenant zou haar van verregaande slordigheid beschuldigen en reden hebben tot knorrigheid, daar zy hem nog eens weer liet pennen. Na veel tobben besloot Toontje eindeiyk tot mor gennamiddag te wachten, of soms een eer- ïyke vinder het tegen dien tyd aan haar adres terugbezorgde. (W»rdt vtrcê'gi.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 5