N°. 8578. Vrijdag 3 Februari. A0. 1888. <§eze (Courant wordt dagelijksmet uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. Feuilleton. Aan den rand des afgronds. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden per 8 maanden1.10. Franco per poet1.40. Afzonderlijke Nommere0.05. PRUS DER ADVERTENTIEN Yan 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. Yoor het in- casseeren buiten de stad wordt f 0.10 berekend. Greinen 8Td Nieuw*. Te Liempdo by Bokstel is de boerenwoning van J. v. d. Velden door onbe kende oorzaak geheel afgebrand; slechts met moeite zyn de bewoners aan de vlammen ontkomen. Er werd byna niets van den inboedel gered; al het vee, op eene koe na, kwam in het vuur om. Huis en inboedel waren verzekerd. De heer W. C. Honingh, firma M. C. Honingh, kassier en commissionair in effecten te Wormerveer, heeft zijne betaling gestaakt. Een Groningsche photograaf heeft by de maansverduistering, welke Zater dag-avond plaats had, een aantal goed ge slaagde moment-opnamen van de maan ge maakt. Te Leeuwarden zyn in onder trouw opgenomen oen weduwnaar van 74 en eene weduwe van 80 jaren. "Wegens ysgangisdedienstop het spoorwegtraject Zevenaar Kleef-Keulen gestremd. Het stoomschip „P. C a 1 a n d", 1 5 Jan. van Rotterdam naar Nieuw-York ver trokken, is 31 Jan. in Plymouth teruggekeerd met verlies van drie bladen der schroef en schade aan het roer. Het stoomschip had zware stormen met zeer hooge zeeën gehad. Den 18den 's namiddags op 50° NB. en 20° WL. werd een hevige schok gevoeld alsof het schip ergens op stootte. Spoedig bemerkte men dat er 2 bladen van de schroef afgebroken waren, doch men kon niet gewaar worden waar de schroef tegen aangeslagen had. Waarschijnlijk is het een gezonken wrak of een of ander zwaar stuk hout geweest, dat gedeeltelijk onder water dreef. Aangezien het verlies van twee bladen der schroef geene dadelijke ver hindering was voor den voortgang van het schip, besloot de kapitein, na overleg met de stuurlieden, de reis voort te zetten. Het schip kon echter tegen de harde westelijke stormen, vergezeld van zoor hooge zee, niet veel voort gang maken. In den namiddag van den 23sten op 48° NB. en 37° WL. brak het derde blad van de schroef af en kwam er beweging in het vierde blad. Of dit ongeluk veroorzaakt was door het zware stampen in de hooge zee, dan wel of de schroef ergens tegen aan geslagen had, is onbekend. Ook was een der vingerlingen van het roer gebroken en had het roer meer schade bekomen, waardoor men bevond dat het on mogelijk werd het schip tegen den harden wind en de hooge zee in te sturen, zoodat de kapitein wijselijk besloot terug te keeren tot groote geruststelling der passagiers, die reeds ongerust begonnen te worden over do weinige veiligheid van het schip. Alle zeilen werden bijgezet en de machine gaande gehouden, zoodat de „P. Caland", be gunstigd door de westelijke winden, een vrij goeden voortgang maakte en den 31sten Jan. te Plymouth arriveerde. Het stoomschip zal in het droge dok van de Great Western Docks gaan om nagezien te worden. Men vreest dat de achtersteven ook beschadigd zal zjjn, in welk geval men de lading moet lossen en de passagiers aan land gebracht zullen moeten worden. Het incident-Damascus. De „Temps" deelt over deze zaak het volgende medeNa de verovering van Algiers heeft de Porto, naar men weet, aan de Algerijnen, die zich niet aan de Fransche heerschappij onderworpen hebben, landerijen en allerlei voorrechten in Syrië aangeboden. Men hoopte op deze wijze een aantal nieuwe en getrouwe onderdanen te winnen. De zaken liepen intus- schen niet in de gewenschte richting; de vluchtelingen, ten getale van ongeveer 10,000 man, verkozen weldra de Fransche bescher ming boven de Turksche heerschappij en eenigen lieten zich zelfs als Franschen natu- raliseeren. Sedert zocht de Porte met deze vluchtelingen voortdurend twist. Zjj trad daar bij des te krasser op, naardien, volgens hare opvatting, elke op Muzelmanschen grond wo nende Muzelman slechts onder eene Muzel- mansche regeering kan staan en zich, hetzij h\j genaturaliseerd zij of niet, niet onder vreemde bescherming kan stellen. Scheik Hachem, de oudste zoon van Abd el-kader, een te Damascus wonend Algerijn, had de Fransche regeering reeds b(j zyn kortstondig oponthoud in Frankrijk op dezen stand van zaken opmerkzaam gemaakt; de heer Flourens beloofde hem de ondersteuning der regeering, maar ried hem tegelijkertijd de grootste voor zichtigheid aan. Intusschen had het incident plaats. Twee door de Turksche politio vervolgde Algerijnen vluchtten in het Fransche consu laat; de één ontsnapte op deze wjjze aan de vervolging der politie, de ander echter, die zich aan de ijzeren staven van een in den hof aanwezig venster vastgeklemd had, werd gevangengenomen. De volksmenigte was opgewonden, andere politiedienaren snelden toe. Door de tusschenkomst echter van den dragoman van het consulaat werd gelukkig alle bloedvergieten vermeden. Men weet nog niet of de Algerijn krachtens een vonnis in hechtenis werd genomen, nog waar of onder welke omstandigheden de gevangenneming plaats had. De Fransche consuls te Damascus en Beyroeth hebben dadelijk aan de plaatse lijke autoriteiten nota's over het voorgevallene gezonden en den heer De Montebello, den Fran schen gezant te Konstantinopel, is door den minister van buitenlandsche zaken gelast, ophelderingen van de Porte te verzoeken. Men twijfelt niet of de Turksche regeering zal ze verschaffen en de Fransche aanspraken be vredigen. Men houdt het nauwelijks voor noodig pantserschepen naar de Syrische kust te zonden, wat intusschen plaats hebben zal, wanneer het noodzakelijk blijkt te zijn. Inmiddels schijnt de Fransche regeering later die noodzakelijkheid begrepen te hebben en is de schout bij-nacht Obry, die over het Fransche eskader in de wateren van Smyrna het bevel voert, aangewezen om zich met het pantserschip „Vauban" en twee adviesjachten aanstonds naar Beyroeth te begeven, om de Fransche onderdanen in geval van opgewon denheid der Muzelmansche bevolking te be schermen. Een nader telegram uit Konstantinopel, dd. 1 Febr., meldt dat de persoon, die in het Fransche consulaat te Damascus gearresteerd is, zich aan veertien misdaden zou schuldig gemaakt hebben en dat de Fransche en de Turksche regeeringen overeengekomen zijn gezamenlijk een onderzoek in te stellen. Naar men uit Nieuw-York meldt, heeft een vuistvechter, Simon Besser genaamd, bjj eene boksparty zyn tegenstander Bill Demposey met éénen slag denvyze de kaak verbryzeld, dat de ongelukkige dood neerviel. Verleden week soupeerden te Rousses, by St.- Claude (Frankryk), drie lote- lingen samen in vrede en eensgezindheid, toen plotseling één hunner opstond, eene byi groep en zyne beide kameraden, zonder een woord te zeggen, doodsloeg. Verleden week zyn by Lissabon twee schepen, de Fransche stoomboot „Suez" en de Duitsche stoomboot „Ditmarschen", tegen elkander gevaren. Eerstgenoemd schip is byna onmiddellyk gezonken. Er schynen tien opvarenden, o. a. de kapitein en een stuurman, omgekomen te zyn. Eene vreeselyko ontdekking is gedaan te Greenhithe, in Engeland, in een weiland, waar de spoorbaan doorloopt. Een veertien dagen geleden had een man, by hot spitten op iets hards gestooten, doch gedacht dat hy op een steen stootte. Een paar dagen later spitte daar ook een andere man, die tot zyn schrik het in verren staat van ontbinding verkeerende lykje van een kind opgroef en bovendien een toegenaaiden zak, waarin nog twee kinderlyken. Men verkeert in de onzekerheid hoe die lyken daar gekomen zyn en denkt dat ze uit het raampje van een trein zyn geworpen. De lyken moeten daar al een jaar gelegen hebben. In verschillende deelen van Europa is de felle koude der laatste dagen door sneeuw opgevolgd. In Oostenryk en Hon- garye is zooveel sneeuw gevallen, dat het spoorwegverkeer eeneaanmerkelyke vertraging ondervond. In Engeland en Schotland heersch- ten hevige sneeuwstormen, waardoor groot nadeel werd berokkend aan de scheepvaart. Ook in België en te Parys heeft het flink gesneeuwd. De berichten uit Amerika melden eveneens hevige koude en sneeuw. Te Nieuw-York vreest men een melknood, daar de melktreinen de stad niet kunnen bereiken. De straten zyn bedekt met een laagje ys, waardoor het ver keer byna onmogelyk wordt. In jaren was de winter niet zoo gestreng als ditmaal. Do Atlantische booten, welke in de laatste dagen te Nieuw-York aankwamen, hadden met zwaar weer te kampen. Als een staaltje van groote traktementsverlaging kan geciteerd worden, dat de nieuwe postdirecteur te Manchester 1000 pd. st. jaarlyks ontvangt, terwyl zyn voor ganger 1700 pd. st. kreeg. Geveilde perceelon. Gehouden verkooping aan den Burg alhier, op Zaterdag 28 Januari, ten overstaan van den notaris mr. J. A. F. Coebergh. Het huis, erf en tuin in de Witte Rozenlaan, aan den Witten Singel, onder Zoeterwoude, gem. F, No. 205, kooper B. Scholting qq. voor 2300het huis met erf en open grond aan de zuidzyde van de Hoefstraat, No. 31, kooper D. Kooreman, voor ƒ2300; het huis en erf met bovenwoning aan de westzyde van de Waardgracht, No. 130, kooper G. Knotter voor 1550het huis en erf aan de oostzyde van de Geeregracht, No. 46, kooper J. Laman voor 830; het huis en erf aan de oostzyde van de Uiterstegracht, No. 109, kooper W. Overduin voor f 560. 5) DOOR R. KOOPHAA'S VAM BOEKEREM. Deze knaap is het eenig kind eener weduwe, die na den dood van haren man het dorp Lies vaart, waar Welphorst notaris was geweest, had verlaten, en zich hier te Meervoort metterwoon was komen vestigen. Voor haar eigen genoegen deed mevrouw Welphorst dit niet, want zy had haar leven lang buiten gewoond, en in het landleven altyd veel behagen gevonden, zoodat het verblyf in een klein stadje voor haar weinig aantrekkeiyks had. Daarenboven had zy in het aanzienlyke dorp harer inwoning heel wat vrinden en kennissen, en of zy die als weduwe wel spoedig weer zou krygen in de haar vreemde omgeving, was zeertwyfel- achtig. 't Is waar, zy was betrekkelyk nog jong, ruim dertig jaren, en op dien leeftyd maakt men gemakkelyker nieuwe kennissen dan op zyn ouden dag, maar toch, zy wist wat ze had, niet wat zy elders weer zou kry gen. Alle deze bezwaren waren wel degelyk door mevrouw Welphorst overwogen, maar als zy dan weer lette op het belang van haar eenig kind, dan gevoelde zy dat zy daarover heenstappen moest. Want Liesvaart was een heel mooi, welvarend dorp, en het onderwys was er zoo goed als men dit ten platten lande maar kan begeeren, maar* dat onderwys zou toch al spoedig voor Alexander niet voldoende zyn, terwyl daarenboven de omgeving wel wat boersch was, althans van dien aard, dat het voor de opvoeding van een knaap uit den deftigen stand wenschelyk moest wezen, dat hy daarin op den duur niet bleef verkeeren. Kortom, mevrouw Welphorst zag in dat zy vroeg of laat toch om den wille van haar zoontje zou moeten verhuizen, en zy besloot dit maar niet uit te stellen, want ook wat haar zelve betreft was het waar: hoe jonger zy zich verplaatste, des te meer kans zou zy hebben zich spoedig thuis te gevoelen in de stad. Mevrouw Welphorst was eene lieve, zacht zinnige vrouw. Yoor Alexander was echter het verlies van zyn vader dubbel zwaar geweest, dewyl moeder wel eene brave en ver standige, maar toch wat al te teedere vrouw was. Hare gezondheid was wankelend, en in die gevallen, dat men krachtig handelend moet optreden en desnoods geweld met geweld keeren, stond zy licht verlegen, daar haar dan de moed en de kracht ontbraken. Hoe gelukkig daarom voor haar, dat zy by zulke gelegen heden steun vond by haren broeder, den dominé. Wel stond die broeder niet in de buurt, want hy deed onlangs zyne intrede te Hagenoort, en dus heel in 't noorden van Friesland, maar zy voerden eene drukke corres pondentie, en brachten elkaar nu en dan een bezoek. Voorstellen behoef ik dien broeder eigenlyk niet meer: gy leest zyn naam op de eerste bladzyde van dit boek. Dus mevrouw Welphorst was van zichzelve een Loods? Om u te dienen, mevrouw! Kyk, daar staat hy, vlak onder het beeld van Nieuwenhuizen de party wordt in de Nuts zaal gegeven hy is gemakkelyk te herkennen, ook al wees ik niet, waar hy stond, want hy draagt eene witte das. Nogal kras, niet waar? een dominé op een bal!Och neen, niet zoo heel kras, want het promotie bal is geen gewoon bal; dat is zulk een by- zonder, zulk een heerlyk feest, dat zelfs de kerkelyke en godsdienstige vooroordeelen daar tor zy gezet worden. Maar die dominé, hoor ik iemand zeggen, is dan toch zeker liberaal. Hoor eens, myn allerchristelykste lezer! dat punt wil ik liever hier op het bal niet bepra ten Maar laten wy een luchtje gaan scheppen 't is hier in de zaal wat heel warmwe zyn hier dicht by het bolwerk, 't is goddelyk mooi weer, komt, laten wy ons even verfris- schen! Ik beantwoord dan inmiddels uwe op merking over de liberalitoit van Loods. Of ge van dat antwoord zult opfrisschen, moet ge zelf beslissen. IV. Meervoort is toch wel oen aardig stadje. Die rechte, breede straten en die zoo nette, tamelyk groote huizen maken wezenlyk een goeden indruk. Klein is het plaatsje, zóó klein, dat het, op eenigen afstand gezien, volkomen gelykt op eene eendenkooi met een toren er inmaar die overeenkomst is nog zoo kwaad niet, want zy vindt hare oorzaak in het hooge geboomte, dat de plaats insluit. Naar dat ge boomte, op de oude stadswallen geplant, be geven wy ons thans. Vriendeiyk blinkt de maan aan de onbe wolkte lucht en verzilvert de kabbelende golfjes in de gracht. Ziet, daar hebben wy den Grooten Beer, en daar flikkert Orion. - - Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 5