IF Maandag: Eerste Blad. Verlanglijsten. feze fêourant wordt dagelijks, met uitzondering van gon- cn feestdagen/'uitgegeven. Leiden, 21 Januari. lt\ 35G8. 6J9 «j auuaLi'i. 5000 JOtaU. pei „f: PRIJS DEZER COURANT: ;t® Voor Leiden por 3 maanden1.10. V Franco per posfc1.40. froRderl&ke Nommere0.00. 1 fej" Heeft de kalmte, waarmede do Grondwets herziening in haar werk is gegaan, en do koelheid, mot welke do voltooiing van dien arbeid door het Nederlandsche Volk is begroot, eonigormate doen verwachten dat ook do voor bereiding tot de nieuwe verkiezingen weinig belangstelling zou wekken, do geest van Jan Salie schynt toch minder heerschappij te voeren dan door velen gevreesd, door enkelen wellicht gehoopt werd. Van alle kanton wapent men zich voor don vroed- zamen moge het oolc z(jn voor den eor- lijken, loyaleu strijd, die aan de maand Maart van het jaar 1888 oono gowichtigo be- teekenis zal geven voor de geschiedenis van de ontwikkeling onzer Staatsinstellingen. Daar- ,,i uit blijkt dat die kalmto, waaraan sommigen zich geürgord hebben, geenszins is goweost die der onverschilligheid; zij was eonvoudig «jpt uitvloeisel van ons volkskarakter. Wij iaaken ons niet druk, als het niet bepaald -Biodig is, maar zijn steeds bereid onze stem tb verheffen en onze rechten te doen geldon, aar het past en moot. isH En inderdaad, geono courant kunnen wo ;ezer dagon in handen nomon, of we vinden liet slechts uitvoerige berichten omtrent hot lil rfcorganisoeren van oudo en het opnehton van Hjeuwe voroenigingen, maar bovendien oono ;J bonto verscheidenheid van politieke program- 1'. ma's. De kiezers nomen deze gelegenheid te om eens, iu byzonderhodon to vertellen, kgivat zy eigeniyk willen, wat zij van don wetgevor der naaste toekomst, mocht hunno staatkundige richting in de nieuwo Volksver tegenwoordiging de meerderheid hebben, ver wachten. Er is veol, dat vóór dorgoltjke w(jzo van handelen pleit. Mon sluit zich niet, aan bij eene i- staatkundige vereeniging, waarin men niot terugvindt de leidende gedachte, die aan zijne opvattingen omtront de roeping van den Staat ten grondslag ligt. Vooral nu wo staan aan liot begin vaneen nieuw tijdperk, waarin meerderen geroepen worden om van den hun by do wet toogokondon invloed op don gang dor consti- tutioneele regoering dat gebruik to maken, hetwelk zy moenen dat het moest in hetbo- •j ldng van het gemeenschappelijk Vaderland kan strekkon, is hot niot slechts natuurlijk, het jllp' zelfs plicht dat men zichzolf en elkander i rekenschap geeft van do groote beginselen, PRIJS DER ADVERTENTIEN: 1—C regels 1.05. Ieders regel meer/0.17fc. Grootere letterfl naar plaetsrnlmte. Voor het in- éasseeren buSten^de st<d wordt 0.10 berekeridr^ te dez nie aan welke do begeerde oplossing moet getoetst 1 worden van do valo politieke vraagstukken, dio ods bohooren bezig te houden. Op dio wyzo loert men ziJno vrienden en bondgenooten kon- non on vornoomt mon, wat men aan hen heoft. Het gaat niet aan van al doze dingen te zwijgen, en maar te rekenen op zekere politioko geestverwantschap, die dan toch eigeniyk niets is dan een bloot vormoedon. Is het echter noodzakolyk, dat allen, dio besluiten zullen elkander te steunou bij de stembus, want daarover loopt ten slotte toch het ganscho vraagstuk voor zoover de kiezers aangaat, het in elk opzicht vol maakt mot olkandor eens zyn, ook wat de toepassing dor grooto beginsolen betreft en den omvang, tot wolkan mon die toepassing, hetzy terstond, hetzy binnen een niet zeor verwyderd tijdsverloop, uitgebreid wonschtto zien? In dat geval zou er, geloovon we,van aansluiting weinig sprake kunnen zyn. Ioder man van gewono ontwikkeling vormt zich oen eigen kring van voorstellingen, waarbinnen ook zijne begrippen omtrent de eischen der staatsgemeenschap eene plaats vindonen er is meer reden om zich te verwonderen, dat de verscheidenheid van opvattingen, in wen- schen uitgedrukt, niet nog grooter is, dan om hot bestaan van groote verschillen, ook b(j in hoofdzaak gelykgezinden, een onnatuur- lyk verschynsel te vinden. Toch hebben wo gezien, dat aan somraigo programma's van „beginselen" eene bedenke- lyko uitbreiding is gogeven. Men noemdo dat do punton op de i's zotten, wat onder zekere omstandigheden noodig kan zyn, maar hier niet onvoorwaardeiyk is goed to keuren. Want hoe meer bepaalde eischen men zou willen stellen aan den Afgevaardigdo zyner keuze, des te moeielyker zal hot zyn, daaraan geheel te voldoen; hoe nauwkeuriger mon dat alles formuleert, d<33 te meer bezwaar zal het ontmooton, eon man van karaktor te vindon, dio het zonder voorbehoud aanneemt; tot hoe moer bijzonderheden mon afdaalt, des to kloinor zal het aantal zyn van hen, die onder de ge- meonschappeiyko banier ten strijde gaan. We kunnen deze dingen besproken, goheol buiton de bostaande partijen orn; onze over wogingen zijn van algemeenon aard, en hebben eenvoudig betrekking op de practischo uit oefening van het kiesrecht en op de verplich tingen, welke, het oplegt. Is er geon gevaar dat mon, by al to uit voerige formuloeringon van regoeringsbogin- solen, ook zal goraken tot een „imperatief mandaat?" Reeds hebben we die uitdrukking op een der programma's zien staan, met hot tegendeel van ingenomenheid. In het- kader van onze vryo, zelfstandige, nationale instellingen past de vr(Je vertegenwoordiger, die daar zetelt in de Wetgovendo Vergadering krachtens het vortrouwen, dat de meerderheid der kiezers stelt in zyn karakter en in zyne bekwaamheid, niet als spreekbuis en stemmachine van oono groep burgers. Het is mogelijk dat hij, een vortrouwen op solidon grondslag begoeronde, in hot openbaar vooraf zyne meoning omtrent zekere politieke vraag stukken hooft uiteengezet; maar daaruit mag nooit de eisch worden afgeleid dat hij in oene vooraf bepaalde richting zal beslissen. Bovendien wordt hot bhldend mandaat nadruk- kolyk uitgosloten door art. 86 van de Grond wet „Do ledon stommon zonder last van of ruggespraak mot hen, die benoemen." Er is nog oen ander punt, waarop by dozo zaak golot dient te worden. Een wotgevonde maatregel, zal hy zodolyko kracht hebben, moot overeonstommen met do wonschen on belangen van de groote meerderheid der natie dat kan alleen hot geval zyn,. indion hij de vrucht is van gomoenschappolyk ovorleg. Hoe zal men nu daartoe kunnen komen, wanneer do grenzen, binnen welke dat ovorleg zich mag bewogen, zeer ong zijn getrokken? Alle volks vertegenwoordigers, die ten slotte hunne goed keuring hechten aan de fonnoloer ng oenor wuttelyke regoüng, zullen daarin toch niet volkomen juist terugvinden wat zy persoonlyk als het moest wenscheiyk geacht haddon; velen zullen iets van hunno oigen, individueelo inzichten ten offor moeten brengen aan het algopioon bolang. Zekere ruimte is hun daartoe or.ombeerlyk, en hot pleit stellig niet voor iemands staatkundig inzicht, wanneer hy mot weot to onderscheidon waar de grens ligt van beginselvorzaking, welke hy in geen geval mag overschryden. Wij beliooren voor doz,e dingen oen geopend oog to hebben; de geschiedenis van het par lementairisme in andere staton is to dien aanzien een waarschuwend voorbeeld. Ook daar, met name in Frankryk, in Duitschland, in Italië, in Spanje, in den laatston tyd ook in Groot-Britannië, hebben wo vorschillende staatkundige groepen zich los zien maken van hel gozamenlyk vorband, om op eigon gelegen- hoid, on menigwerf door onderling het vormen van soms vreemdsoortige coalities, waarbij vogels van zeer diverso pluimago gozamon- lyk hun buit, zoeklen meestor to worden, kunstmatige moerderhedon te vormen. Ilet- zelfdo zou bij ons hot geval kunnen worden, indien hot exclusivisme in onze politieke bur- gerveroenigingen de overhand krygt. Moge hot dan op zichzelf niel af te keuren zyn, dat groepen van kiezers hun „verlangiysten" laten drukkon, men make er goencredo van, noch beschouwo die als aanwijzingen van den éénigen weg, langs wolken men het doel, bevordering van hot algemeen belang, be reikbaar acht. Eene zoodanige beschouwing zou moeten leiden óf tot toleurstelling, óf tot uiteenspatting van hetgeen voreeriigd behoort te biyven. Dat men toch geen oogenblik ver- gete, hoezeer vereeniging, samenwerking, streven naar het gemeenschappelijke, eeno allerdringendste noodzakelykbeid is, vooral in hot eerstvolgend vierjarig tydvak, waarin een zoo groot aantal staatkundige vraagstukken aan de orde komen. Do duro plicht derkiezors is, mannen aan te wyz'en van talent en over tuiging, mannen van karaktor, die het ver-: trouwon der natie verdienen, mannen, aan wier handen men de leiding met gorusthpid kan opdragen. Daarom zy soberheid, gepaard aan juistheid, het kenmork van elk programma, dat den grondslag vormt voor de kiesvereonigingen by oeno waardige vervulling der taak, dio de constitutioneelo arboidsvordeoling haar heeft opgelegd. De bezwaren, aan de vorvulling van dien dubbelen eisch verbonden, zien we niet ovor het hoofd; we geloovon echter dat zy, by een ernstig streven en goeden wil, niet onovorkomoiyk zyn. Heden is aan do universiteit alhier de heer N. J. Beverson, geb. te Kampen, bevorderd tot doctor in do klassieko lettoren, mot acad. proefschrift, gotitold: „De L. Licinii Luculli vita ac moribus commentatio." Den 7don Febr. e. k. staat Leiden een groot kunstgenot to wachten. De vioolkoning August Wilhelmj zal, in vereeniging mot den gunstig bokendon pianist den heer Rudolph Niemann, in de Stadszaal alhier een concert goven een voorrecht, dat liefhebbers van den echten stempol wel op pry's mogen stellen. Wilhelmj, ook te Leiden bekend by vroegere uitvoeringen van „Sempre Crescendo", is nu eenmaal een talent, dat goene aanbeveling noodig heeft. Wy onthouden ons dus van lof tuitingen; alléén do vermelding, dat door hem hot Coneort van Beethoven, voorts hot „Ave Maria" van Schubort en oene' Nocturne van Chopin, beide door Wilhelmj voor viool ge arrangeerd, on „Al]a Polacca" van hemzelf, zullen worden voorgedragen, is voldoende. F euilleton. WEERGEVONDEN. ii dooi; r». .r. c. be !9do Juli van het jaar 1870 was daar. De oorlog, die vorst der verschrikking, dio goeso! voor de bevolking, was uitgebroken. Duitschland, do groote, de krachtige militaire mogendheid, en Frankryk, hot land dor be schaving, doch tevons der wuftheid by uit- nomondheid, stonden als vyandon tegenover elkander. Van den Ryn tot aan den Memol weerklonk de kreet: -naar Parys!" Van den Atlantischen Oceaan tot aan do Jura werd do ontboezeming vernomen: „naar Boriyn!" Door beide landen weorgahndo de roep; „te wapen ■tjTo wapen!" zoo klonk hot ook In hot anders zoo rustige landstadje A., een stadje, Duitschland golegen, en deze oproeping H, den strijd drong ook door tot in do wo ning van Friedrich Wald, een krachtig ge bouwd, tot nu too steeds gezond man, die mot zijne vrouw en een aanvallig dochtertjo, wie het ook niet aan lichamelyk schoon ontbrak en dat het volslagen evenbeeld harer moeder was, tot op dat tydstip een hoogst gelukkig leven geloid had. Hierin zou thans echter verandering komen. Het vaderland was in gevaar en eischte van zyne zonen oen krachtdadig optreden tot verdediging van hot bedreigde grondgebied. En niet tevorgeefs deed Pruisons ridderlyko vor3t dan ook een beroep op don steun zyner onderdanen: do ganscho manneiyke bevolking, daartoe in staat, greep op 's konings woord naar de waponon en zwoor, hot mocht kosten wat het wilde, land en bezitting en des bomindon vorston troon hardnekkig en tot don laatsten droppol bloods to zullen verdedigen. Ook Wald, hoewel het hem zwaar viel van z.yno dierbaarste betrokkingon te moeten scheiden, voor onbepaalden tyd, misschien wel voorgoed, ook hy staat thans in do tweede helft dor Julimaand gereed om ten strijde te trekken. Kan hy anders? Zou hy anders willen? Neon, ook hy moet den vyand te gemoet. Daar staat hy, de forsche man. Met moeite weerhoudt hy zyne tranen nu zyne vrouw an zyn negenjarig kind hem snikkende den afscheidskus op de saarogetrokken lippen I drukken; met moeite slaagt bij er ton slotte in, zich uit hunno teedere omhelzingen los te nikken en snol als een vervolgde vluchteling verlaat, neen, ontvliedt hy de vriendeiyko woning om, het afscheid voor beide partijen niet al to zwaar te doen vallen. Spoedig boreikt hy ook nu de plaats, waarhoon de moesten zyner .wapenbroeders zich alreeds begeven hebben en woldra weerklinkt het vrooiyko, schetterende trompotgeluid, ten teeken dat mon op zal trekken om zich by het leger aan te sluiten. Na een vluggen marsch hobbon de mot mood bezioldo mannen dat dool boreikt en nu gaat het nmar stoeds, mot zeor korto tusschenpoozen, voort naar hot zuidwesten, naar het overmoedige, zich sterk wanondo Frankryk. Opeens wordt hun de weg afge sneden door eene vijandeiyko legorafdeoling, welke sterker is dan de hunno. Tóch moeten zy den stryd aanbinden en woldra is do grond rood gekleurd door het heldenbloed van vriend en vyand. Zooals reeds gezegd is, was echter hot getal manschappen, waartoe ook Wald behoorde, niet opgewassen tegen dat der Franschen, eh hot onvermydelyk gevolg daarvan was, dat, in weerwil van hunue grooto dapperheid, de Duitschers ditmaal het onderspit moesten delven en zeer gevoelige verhezen leden. Tal van dooden en gekwetsten bleven op het slagveld achter, doch gelukkig bloef Friedrich, die menig vyand had doen snouveJen on zich menigmaal in het heetste van het go- vecht had gewaagd, ongedeerd en was hy alzoo in staat eenige weinige lettoren naar huis te zenden, welke lettoron, behalve teokens om zyDe gedachten uit te drukken, tevens teekenon moesten zyn van zyn wolstand. Daar, te huis, was na zyn vertrek alle vreugde ge- woken on alleen de schaarsche berichten, wolke do woning bereikten, kondon een zweem van blydschap doen herlevon. De inkomsten dor vrouw waren zeor gering, want nu haar man ten strijde was getogon, miste zy zyne wekelyksche verdienste, waarvan een nood- zakeiyk govolg was dat zy zelve in do be hoeften van zich on haar kind moest voorzien. Nu, 't was waar, zy had goede handen aan het lyf on was steeds gezond, maar ach, oano-' vrouw kan zoo heel veel niet verdienen, vooral niet. in oorlogstyd. Do hoop evenwel sn'oedig haren Friedrich to zullen wedorstïen» fleed haar bywylon haren kommer vcgfatp'a en het voor uitzicht op betore dagon lu'Jiy haar staande. Wald nu trok steed? verder weg en had geen tyd, en geon^ "middelen meer om naar huis ter schrijven, 'want de oorlog, welke eene zeer gunstige 'wending voor de krachtigo J Geiii, ..en. ii/ d genomen, was in vollen gang, Wordt vcreolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 1