vulilig te zyn ingevuld en wolbehalve don aard, de waarde en hot gewicht dor goederen eeno omschrijving te behelzen in bijzonderheden van den inhoud van elk pakket, t. w. eouo opgave van de soort, het aantal en do waarde van iedere categorie van voorwerpen of koopwaren, welke het bevat. Verder voor geweven goe deren de afmetingen in meters en van het aantal stukken, alsmede de vermelding of zo van wol, linnen, katoen, zijde enz. vervaar digd en gebleekt, geverfd of gedrukt zijn. Voor vloeistoffen de opgave van den inhoud ui liters. - Het stoomschip „Prinses Amalia", van" Batavia naar Amsterdam, vertrok van Padang 10 Jan. De gewone audicntiön van do ministers van oorlog en van waterstaat zullen Donder dag ld, en die van de ministers van koloniën en van marine op Vrijdag 13 Januarrniet plaats hebben. Gemengd Nieuws. Meermalon komen in de nieuws- bladon berichten voor van op hoogen oudei- dom overleden personen, die zich vroeger als militair verdienstelijk hebben gemaaktthans kunnen wij do aandacht onzer lezers vestigen op '>nzon stadgenoot Anthonie Bjjo, die nog in leven is. Hg werd geboren den lOden Januari 1792 en zal dus a. s. Donderdag zijn 90s ten verjaardag vieren. In 1812 maakte hy don veldtocht mede naar Rusland, waarvoor hy hot eereteekon op de borst draagt naast hot Metalon Kruis. Hy is gewoon iederen Zaterdag in het koffie huis „de Pauw" te komen om daar voor dezen en genen nog boodschappen te verrichten en daardoor eene kleinigheid te verdienen, waar hij geheel van leven moet. Aanstaanden Zaterdag hoopt hy in genoemd koffiehuis tydons do markt velo gelukwenschon te ontvangen. Hedonmorgen t e 9 u re n r u k t e n de manschappen der beide alhier in garnizoen zynde bataljons infanterie uit, tot het houden oener oofening in don marschveiligheidsdienst, oen en ander ondor bevelen dor officieren van de 4de compagnie, 4do bataljon. Hierby waren ingedeeld de kapitein Ba- cliieno en do lste luitenants Henning en Schot. Buiten de stad gokomen, werd de gewone marsehfofmatiè aangenomen Oh naar "Wasse naar opgorukt, on by don terugmarsch Voor schoten aangedaan, alwaar de troep, tot groot gerief van eonigo aldaar wonende winkeliers, ruim een kwartier van de vermoeienis kon uitrusten. To twee uren in het garnizoen teruggekomen, kon de oefening als ge ëindigd worden beschouwd. Nadat zich hedennacht oon ieder tor ruste had begeven, verliet omstreeks twoe uren een stoomspuit de plaats harer bestemming, koers zettende naar de Lange- brug, waar, tot grooten schrik van de bowo- nors dier straat, de St.-Fotruskerk als mikpunt der waterstralen word gekozen. Nu en dan verliet de eene of andere bewoner uit dien omtrek zyne legerstedo om te zien wat er toch gaando en of or dan toch werkeiyk brand was. Op straat gokomen zynde zagen zp eenige stadswerkers en politie agenten bezig om, by wyze van proef, zoodoende de bedoelde stoomspuit eens te probeeren en do bewuste kerk eens schoon te spuiten. Gisteravond is aan het R y n- station te 's Hago, aan do buitenzyde van het perron, eene enkele locomotief tegen oen ledigen goederenwagen gereden, waardoor een zyschot van dien wagen geslagen werd. Persoonlyke ongelukken hadden hierby niet plaats. Een 4-j a ri g m e is j e w erd heden ochtend door oen vrachtwagen overreden aan den Z.-O.-Buitensingol te 's-Hage. In de oudoriyke woning binnengebracht, bleek het rechterbeen van de kleine zeer ernstig ver wond te zyn. Een hoogst droevig ongeluk lrad gisteravond op den Dolftschon weg plaats. Eene coupó van den heer Van Marken uit Delft, naar Den Haag gezonden om diens ochtgonoote af te halen, passeerde omstreeks halftien de stoomtram, welke om negen uren van 's-Hage was vertrokken, op ongeveer een kwartier vóór don tol. Door den uitgelaten stoom schrikte het paard, deed een geweldigen zijsprong en geraakte met koetsier en voertuig te water. Op liet hulpgeroep van den voerman scho ten eenige personen toe, doch door den mist en do onvoldoende verlichting zy hadden 'echts eene stallantaarn was hetroddings- '■k vruchteloos en eerst te halfdrie lioden- nacht werd liet lyk van don ongelukkigen koetsier opgehaald. Rytuig en paard volgden later, het laatste ongedeord en het eerste weinig beschadigd. De koetsier, Hendrik De Bruin, een oppas send man, laat eene weduwe en drie jeugdige kinderen achter. De Amsterdamsche tooneelspeler Charles C. Van Dommelen Cz. geeft heden ln het „Dbl. van Nod." de volgende beschryving van oene door hem bygewoonde „apoonveg- scèno" Vrydag den Oden Januari 11. zou ik met het Hollandache spoor des namiddags 6.38 naar 's-Hage vertrokken, ten einde aldaar myne bezigheden te gaan vervullen. Ik nam plaats in een waggon 2de klasse „niet rooken" en ging zitten in den hoek aan de zyde van liet-station, met den rug naar fftMoconiotief.' Het zal zoowat 'n paar minuten vóór 't vol trek zyn geweest, toen er een mynheer ook in den waggon, waarin ik zat, plaats nam (wy waren nu mot z'n tweeën). Deze ging direct halveriyvo uit het portier liggen. Spoedig daarop deod hy het raampje dicht en dook in den hoek schuin tegenover my. Zoowat eeno seconde vóórdat de trein in beweging ging, zag ik den helm van een agent van politie lste klasse en de uniformpet van een stationschef voorby don waggon gaan en in de richting van do locomotiof verdwynen. Het was alreeds donkor, doch dit belette my niet, toen de trem dadeiyk daarop in boweging ging, die hoofdtooisels nogmaals te zien en den uitroep te hooren: „daar zit hy"! Ik dacht een oogenblik ovor deze versc-hyning na, doch zotte 't mo uit 't hoofd en dook rustig in myn hoekje. Nauweiyk8 was de trein uit het station gestoomd of myn overbuur oponde het raampje (aan don Ykant) en ging er weer ten hal ven ly ve uitleunon, in zichzelf zóó druk en hardop sprekend, dat het myne attentie wekte. Dit zal zoowat geduurd hebben tot op de hoogto van Sloterdyk, toen liet my wat luchtig be gon te wordon en ik myn lievig gesticu- leerenden en alleenspraakhoudenden mede reiziger verzocht het raampje te sluiten. Ik moest myn verzoek eenigo malen herhalen en ontving hierop de wedervraag: „fermer?" waarop ik toestemmend antwoordde en hy het raampje sloot. Nu, dacht ik, zou do onrustige wel wat kalmeeren, en nam eone houding aan zoowat als iemand, die graag een dutje wil doen; maar hoe vreemd kook ik op toon myn ovor- buur, door woorden en gobaren biykon gaf het met zich zelf ofeen onzichtbaren derde niet eens te zyn, althans by herhaling balde hy de vuist, prevelde onduidelyko zinnen, af en toe doorspekt met het „sacré nom de Dieu" en deed daardoor myno attentie verdub belen. Ik deed alsof ik sliep, doch hiold eon oog in 't zeil. Even voorby Sloterdyk oponde hy weer het raam, sloot hot, wierp zich in den hoek, veegde daarop hot glas zeer onstui mig met de hand af en drukte het gezicht krampachtig er tegen. Dit ging gepaard met af en toe een vorschenden blik naar my te richten, welken ik snel ontdook. Dit scheen hem te doen vermoeden dat ik slapende was. Wy waren tot Haarlem gestoomd en de trein stopte; myn onrustige reisgenoot ging, na eerst aan de togonovergestolde zyde rechts en links over den weg te hebben gekeken, naar het portier aan myn kant, oponde hot raam en voegde den conducteur, die hot portier wilde openen met de vraag Haarlem? toe: „Non, non", keek eenige malen het perron rechts en links af en ging toen weer in zyn hoek terug. De trein stelde zich inmiddels in beweging en geono termen vindend mij over een of ander to verontrusten bleef ik in myne rustige positie. Zoowat even voorby Haarlom opendo do woelige 6injeur nogmaals hot raampje, stak er 6nel den linkerarm uit en stond op hetzelfde oogenblik op de loopplank, zich met de rechterarm aan oon der hand vatsels vasthoudende. Nu was het myno beurt bewoeglyk te wor den; ik richtte mo op en vroeg wat dat moest beduiden, waarop by in gebroken Hol- landsch my te verstaan gaf iets kleins te moeten doen. Hierop kon ik niets inbrengen, niettegenstaande ik by mezelf moest bekennen, dat <fe wyze, waarop dit boodschapje moest ver richt worden, my wel wat excentriek voor kwam. In de hoop dat na gedane zaken deze kleine verluchting hem wat zou kalmeeren, zette ik my weder neer, doch stel u myne ontroering voor, toen hy plotseling verdween, latende liet portier open. Daarheen te vliegen, liet dicht te trekken en naar buiten te zien, was 't werk van oen oogenblik, doch hoe schets ik myno vorbazing, hem langs de loopplank lo zien leopen on na een portier van een volgendon waggon te hebben open gedaan, daarin te zien verdwijnen, latende ook dat portier open. Dit had plaats op het oogenblik dat een trein in vollo vaart in te genovergestelde richting voorbysnorde. Ik wist niet wat ik van dat alios moest denken en wachtte de dingen af, die komen zouden, terwyl ik in dien tyd nog tot de ontdekking kwam dat door myn medereiziger eene pan talon, opgerold, was achtergelaten. De trein zal, nadat ik den zonderling in den anderen waggon had zien verdwynen, zoowat 'n minuut of 3 zyn doorgestoomd, toen by weder uit den andoren waggon stapte en na eerst iets, wat by het flauwe licht, hetwelk uit de coupé straalde, veel op een grys pakje "geleek,"bp den wég^te hebben-geworpen, den terugtocht naar den waggon, waarin ik zat, aannam. Nu werd het my toch wel wat raar van binnen!Doch, ga ik myn levensloop na, dan zou ik met Vondels „Vosmaer" kun nen zeggen: „'k Heb menigh stuk verziert, en 't lyf daer na gezet", m. a. w., ik had wel eens moer voor heeto vuurtjes gestaan, vooral in Indië, en mag me in 't bezit van een weinigjo tegenwoordigheid van geest ver heugen. Bliksemsnel dook lk in myn boekje neer en hield me alsof die heele scène me niets aanging. Ik nam eenig geschrift ter hand en veinsde te lezen, toen de waaghals vroeg, of dat de noodrem was, daarby wyzendo op het ronde rood geschilderde met een hefboompje voorziene yzeron schyfje, hetwelk tegen het beschot was aangebracht, waartegen ik met den rug leunde, dus in het onmiddoliyk be reik van myne linkerhand. Ik antwoordde toe- stemmond, maar wat er toen in me omging kan ik niet beschrijven. Wat was dat voor 'n monsch?! Een krankzinnige? ee'n boos wicht? een dief? een moordenaar? Misschien wel was 't een nihilist en bevatte het pakje, dat hy had weggeworpen Of.ja, ik wist waarachtig zelf niet wat ik er van denkon moest, voor 'n oogenblik kwam liet plan by me op' don noodrem te laten werken, doch ik kwam hiervan terug. Myn buurman verviel weer in zyne vorige orrust en zelfs erger. Intusschen had ik myn mes in de rechterhand geklemd, vast besloten, er gobeurdo wat wilde, me niet zonder hand- schoonen te laten aanpakkon. In do linker hand hield ik het geschrift, en alhoewel niet opziende naar dat heer, kon ik toch elke be woging van hem gade slaan. Myn plan was nu gemaaktviel er tot Leiden niets bijzon ders voor, dan zou ik, daar aankomende, onmiddoliyk den waggon verlaten en den zonderling aanwyzen. Uren lang viel my het traject, immers toch, wat kon er niet al ge beuren on, ik vraag aan ieder af, na hetgeen waarvan ik van af den afrit uit A. reeds ooggetuige was, of het niet gemotivoord was, to gelooven alles van dien man te kunnen verwachten. Hot openen en dichtdoen van het raampje, liet alleensprekon, doorspekt mot vloeken, liet ballen der vuisten etc. etc. bleef aanhouden on nam eer toe dan afdaar passeoren we Vinkenbrug en stoomon spoe dig daarop het station Leiden binnen. Nau welijks staat do trein stil of ik sta op, ik was met voordacht tot zoolang mogelyk biyven zitten, en terwyl ik myn reistaschen stok van hot net wil afgrypen, gaat hot por tier open en weg is myn medereiziger. Ik volg hom op de hielendaar troedt een zeer geagiteerd conducteur my in den weg en vraagt iets van oen heer, die er onderweg is uitgeweest etc. ik laat den man niet verder vragen, maar wys hem den bedoelden persoon aan, die reeds op het perron is en naar een uitgang zoekt. Ik zag toen nog dat hij werd beetgepakt en met behulp van don hoofdconducteur voor een stationschef werd gebrachter volgde toen een vry heftig pro test, maar de trein stoomde inmiddels naar Den Haag. Een der conducteurs vroeg my of ik by aankomst aldaar myn naam zou willen opgeven. Hieraan voldeed ik aan den hoofd conducteur, en ik was nog niets wyzer. Den volgenden morgen informeerde ik by den chef in Den Haag, doch deze heer wist van niets. By aankomst alhier, begaf ik me naar den stations chef den heer Mooy, doch deze was niet op zyn bureel, wel de chef de bureau dezen deed ik verslag en vroeg naar bijzonder heden; ook deze heer wist van niets, maar vorwoes me naar den chef van dienst; deze nu wist al evenveel als de anderen en terwyl ik het geval besprak, kwam dezelfde hoofd conducteur van den vorigen avond er by en vatte het geval tamelyk luchtig op. Er was proces-verbaal opgemaakt, zei hij. er was eene vrouw in 't spel, ook sprak hy van gold- quaestie, enfin, eon tamelyk onsamonhangond verslag, waarvan ik niet veel wijzer werd. Myn tyd liet mo niet too langer te toeven en ik besloot het geval, dat publiek voorviel, publiek te makon en mocht de opheldering van komischon aard zyn, niemand zal 't mu euvel duiden dat ik den loop der zaak vry tragisch blyf vinden. Intusschen is in enkele bladen gomekl, dat de raadselachtige heer in den anderen waggon een bezoek had gebracht aan eene dame, wier hoed hy deeriyk liad mishandeld, 't Geval wordt hierdoor nog niet duideiyker. Na oen uitorst zorgvuldig onder zoek is de politie te Naarden er in geslaagd over don diefstal van 20,000 scherpe patronen., in den loop van don jongsten zomer aldaar gepleegd, zooveel licht te doen opgaan, dat tegen den opkooper, zekeren L. Frank en een militair, door bom als verkooper opgegeven, proces-verbaal kon worden opgemaakt. Men s c h r y f t uit Almeloo, dd. II Jan., aan de „Zw. Crt.": Gistervoormiddag trokken weder een aantal werkstakendo fabrieksarbeiders eenige straten langs en be- gavon zy zich naar het Sluitersveld in de go- meente Ambt Almeloo, waar in do katoen- wevery van H. Hodeman Jr. ruiten ingeworpen werden. Van eono stoomwevery in de Baken straat werden de deuren zwaar beschadigd. Een en ander scheen ten doel te hebben de werkstaking tot meer fabrieken uit to breiden, wat, dank zy de botore gezindheid en hot doorzicht van do aldaar werkende arbeiders, niet gelukte. Het getal dergenen, die in de fabriek van H. en B. Scholten het werk gistermorgen wil den hervatten, was zeer gering. Do fabriek stopte dan ook. In die van Gebr. Scholten Co. zou, ware van eene hervatting der werk zaamheden sprake, een defect dor machine toch een paar dagen vertraging geven. Door den burgemeester van Stad Almeloo zyn krachtens art. 187 der Gemeentewet samenscholingen of vereenigingen op den openbaren weg van meer dan vyf personen verboden. Voorts bopaalde hy dat de koffie huizen, bierhuizen, herbergen en dergoiyko gesloten moeten zyn van 4 uren 's namiddags tot 6 uren 's voormiddags en vermaande hy ieder, aan geen samenscholingen deel te nemen, zich niet uit nieuwsgierigheid bij min goedgo- zinden aan to sluiten en niets te doen. wat do politio bemoeieiykt in het handhaven der orde. Do rykapolitie, tot 12 man versterkt, do gomoente-politie van 4 agenten, later ver meerderd met de 4 nachtwachten, doen in afdeelingen aanhoudend do ronde. Eenige samenscholingen werden uiteengedreven, s Na middags werden glasruiten ingeworpen ten huize- van den heer B. Scholton Gz. Te half- negen 's avonds veerden mede eenige spiegel ruiten ingeworpen en wel by do naby elkander wonende chefs der firma Gebr. Scholten Co., J. Scholten Gz. en J. Scholten Bz. Een 15 jarige knaap is als een dor daders gearresteord. In het eersto gedeelte van den avond en later nog eenige malen deed de politie charges, om samenscholingen uiteen te dry von. To halfelf was het stil op straat. De gehoelo nacht was zeer rustig. Van geen wanordo is iets vernomen. Van hedenmorgen is geen byzonder nieuws te melden. Uit Londen wordt aan do Par y- sche „Herald" d. d. 10 dezer geseind, dat- een zeldzaam dikke mist Londen in duistomis hield. Het vorkeer op de rivier was gestaakt en de treinen waren ovoral te laat. Do lan taarns brandden van 's morgens tot 's avonds en de rytuigen reden met licht. Eenige personen geraakten te water en op de North-Wosternlyn kwamen twee goederen treinen in botsing. Een dikke nevel belette giste ren in het Kanaal het stoombootverkeer. Er was te Londen sedert twee dagen geen Bol- landsche post aangekomen. De „Standard*' verneemt uit Shanghai dat er by een oproer tegen de Chris tenen in de provincie Foekyen twintig chris tenkerken verwoest en talrijke bekeerlingen omgebracht werden. Men meldt uit Plymouth, dd. 10 Jan.Gisteren arriveerden hier twee Zweed- sche matrozen, de eenige overgeblevenen van de bemanning van het Amerikaansche schip „Alfred Watts", dat op do Bahame-eilanden is gestrand en waarby 26 personen verloren gingen. Dezo overgeblevenen doorleefden vree- selyke dagen. Na de stranding sloeg het schip in stukken en met nog vier hunnor kameraden op een klein gedeelte van het wrak vertoe-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 2