8471. SO September. A0. 1887. Leiden, 29 September. VJ M'"t-*-» <u, rr-.Td PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden..1.10. Franco por poet1.40. Afzondoriyke Nommera0.05. ftze fèourant wordt dagelijks, met uitzondering ran fan- en feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEH Van 16 regels /1.05. Iedere regel meer ƒ0.174 Grootere letters naar plaatsruimte. Voor hot ino»*- seeron buiten de stad wordt 0.10 berekend. De heer C. J. A. Bosch, candidaat alhier, is beroepen tot predikant bjj de Ned.-Herv. gemeente te Akersloot (Noord-Holland). Tot heden zjjn te Leiden 45 nieuwe leden als student voor do verschillende faculteiten inge schreven. Het zoogenaamd „groonloopen" is thans weder in vollen gang. De onvermijdelijke wandelstok voor den student en het dragen van een knevel zjjn voor don groen, zoolang de groentijd duurt, ten strengste verboden. De dag van do inauguratie en de daaropvolgende fakkeloptocht zijn nog niet vastgesteld, doch zullen vermoedelijk 11 of 12 October a. s. plaats hebben. Onze stadgenoot dr. Snouck Hurgronje wordt door do Engelsche bladen met lof overladen, omdat hii drie maanden in Mekka wist door te brengen, waar, gelijk men weet, de Christenen niet mogon komen. De „plucky Dutchman" (de moedige Hollander) heeft, volgens het oordeel der Engelsche pers, de daden van Burekhardt, Palgrave en sir Richard Burton in de schaduw gestold. Er bestaat gelegenheid tot verzonding der cor respondentie naar Noord-Amerika, door middel van het stoomschip „Leerdam", van Amsterdam ver trekkende. Ten postkantore alhier moeten de brieven enz. uiterlijk Vrijdag avond om 10.2 bezorgd zijn. Het is een zoer belangrijk boek, dat gewijd is aan de Reizen in Angola van Daniel Yoth. „Aan allen, die Daniel Veth hebben liefgehad, opgedragen door zijn vader", leest men op het schutblad, en de voorrede geeft verdere inlichting voor hen, die 't noodig hebben. „Er zijn thans twee jaren verloopen zegt prof. Veth sedert ik do verpletterende tijding ontving dat mijn in Afrika reizende zoon Daniel den 19den Mei was bezweken. Van dit oogonblik af heeft mij de ge dachte bezield een klein monument ter zijner go- dachtonis op te richten door de uitgave eoner schets van zijn leven en van een verhaal zjjner jongste reizen. Met de uitvoering van dit plan ben ik schier aanhoudend bezig geweest en zij heeft mij gesterkt en gotroost in mijne smart." Eene levensschets van Daniel Veth gaat vooraf. Het laatste en grootste gedeelte van het boek is aan don tocht in zuidwestelijk Afrika gewijd. Per soonlijke aanteekeningen van den hoor Veth, brieven aan familieleden of aan particulieren geven aan leiding tot verschillende schetsjos uit het leven aldaar, welk eon en ander zeer droevig besloten wordt met het overlijden van den nauwelijks 35- jarigen jongen man, na eeno wekenlang voortgezette worsteling met het klimaat. „Aandoenlijk schrijft de heer Snolleman, die zijne medewerking aan het werk verleende is het, do woorden te lezen, die Van der Keilen onder den indruk van dozon voor de expeditie onhorstol- baren slag terneder schreef. „Vreeselijker ongeluk dan toen zegt hij heb ik nooit beleefd; met zijn drieën te zijn en dan bij het lijk van één der drie te staan! Wij hebben als kinderen geschreid. Hij toch was het hoofd van ons allen, ons beider vriend en leidsman." Met bedroefde harten vervulden zp hun plicht, brachten het lijk in orde, legden het op eene ruwe baar en lieten een grafkuil maken in een zandheuvel, dicht aan den oever der rivier. Des nachts waakten zij bij den doode, terwijl groote vuren rondom hen brandden, en in den ochtend van 20 Mei bij hot opgaan van d9 zon droegen Van der Keilen, God- defroy, Frans (de wagendrijver) en de oudste der zwarte bedienden hem naar den grafkuil, legden hem daarin, vulden de groeve met aarde en dekten deze mot een heuvol van groote zwarte steenen, opdat het graf niot geschonden zou worden door roofdieren en opdat het zichtbaar zou zjjn voor een ieder, die dozen weg langs kwam. Ver in den vreemde ligt dus het ljjk van onzen vroegeren stadgenoot, den onverschrokken jongen man, van wien ieder, die hem kende, nog zooveel voor 't vaderland on de wetenschap had gohoopt. De steenhoop in Afrika wijst den schaarschen bezoekers zijn graf aanmocht het monument, hem hier door zjjn vader en zijn vriend opgericht, vele belangstellende beschouwers en lezers vinden Van de Nederlandsche Vereeniging van Spoor weg-ambtenaren is dezer dagen het verslag ver schonen over het jaar 1SS6/87. Daaruit blijkt dat do toestand alleszins roden geeft tot tevredenhoid. Het aantal leden, bij de oprichting in 1886 uit 30 bestaande, is tot 133 aangogroeid, onder wie ook buiten Amsterdam woonachtig zijn, als: te Helder, Haarlem, Leiden,'s-Gravenhago, Delft en "Winterswijk. Ook de finantiëele toestand mag gunstig genoemd worden. Reeds sedert eenige maanden zijn aan deze Vereeniging cursussen in vreomde talen verbonden, welke uitstekend voldoen. Door de leden van don Haagschen gemeen teraad Rietstap, P. O. H. Govaerts Van Simons- haven, L. J. S. Van Kempen, H. Siccama, C. A. Van Sypestoyn, W. Huygons Wzn. on A. G. Bodaan is aan den Raad voorgesteld, art. 2 der verordening, houdende voorschriften omtrent rege ling en bezoldiging van hot onderwijzend personeel en van de kweekelmgen aan de openbare lagere scholen der gemeente,, te wijzigen en. te lezen als volgt: „Aan elke openbare lagere school zjjn mot on onder het hoofd zoovele onderwijzers werkzaam als noodig zijn, om bij elke afzonderlijke onderwijs genietende afdeeling een onderwijzer te plaatson. De gemeenteraad bepaalt en wijzigt telkens naai de behoefte hot getal onderwijzers aan elke school in het bijzonder." In verband met do vragen, in de Twoode Kamer door den heer A. Van Dedem gesteld, over hetgeen do Regeering voornemens is te doen in de quaestie der boter ver val selling, en het ant woord daarop door den minister van binnenland- sche zaken gegeven, vernomen wij, zegt hot „Utr. Dbl.", dat reeds sedert eenige weken een ontwerp van wet gereed is, waarbij maatregelen worden vastgesteld om bedrog in don botorhandel togen te gaan. Dat ontwerp gaat lang zoo ver niot als de commissie van advies voor do landbouwzaken heeft voorgesteld. De fabricage van kunstboter, of de handel in dat artikel, wordt niet aan belemmerende bepalingen onderworpen, maar alleen wordt ge waakt dat geen kunstboter worde verkocht voor natuurbotero. a. door voorschriften te geven voor de verpakking van kunstboter, en door de eischen dat bij het voorhanden hebben van kunstboter in winkels de naam van het artikel duidelijk worde aangowezen, zoodat de kooper zich in den aard daarvan niet kunne vergissen. Het. ontwerp is, na in het departement van justitie te zijn bewerkt, opgezonden naar dat van waterstaat. Gemengd IVie u w s. Op het Schuttersveld alhier heeft eene match plaats gehad tusschen de „N. C.-C." en do Loidsche cricket-club „Sixteen", waarbij de „N. C.-C." 118 punten en „Sixteen"' slechts 64 punten verkreeg. Men schrijft ons uit Katwijk aan Zee, dd. 28 Sept.Van 2 tot 28 dezer zjjn alhier 37 en ook van Katwijk te Vlaardingen en I-Jmuiden 13 bomschuiten aangekomen, meestal met volle ladingen, ongeveer van 180 tot 340 kantjes pokel- haring, alsmede 6000 a 30,000 stuks steurharing. Er werd besteed voor pekelharing ƒ10.50 a 11 per ton; voor volle steurharing 8 a ƒ17 en voor ijle steurharing 7 a 10 per 1000 stuks. Wegens het onstuimige weer werd door de twee nog varende bomschuiten ter versch-visscherjj wei nig besomd. H-e-t-Jr-oog militair gerechtshof heeft den milicien-plaatsvervanger E., van het reg. gren. en jagers, ter zake van diefstal in de waschinrich- ting der kazerne ten nadeole van een kameraad, veroordeeld tot 6 maanden militaire gevangenis straf met ontzegging van het recht om bjj de ge wapende macht of als militair geëmploieerde te dienen voor don tijd van vijf jaren. Tegen eene vrouw in Den Haag, die zich minachtende uitdrukkingen jogens den Koning veroorloofde, is door do politie proces-verbaal op gemaakt. Gelijk men weet, wordt tegen „Recht voor Allen" weer eene rechtsvervolging ingesteld. In genoemd blad wordt nl. medegedeeld, welk verschil er bestaat tusschen de behandeling, door Domela Nieuwonhuis, den politieken veroordeelde, en Jeanne Lorette, de moordenares, ondervonden. Terwijl de eerste, in een „boevenwagen" vervoerd, „naakt uitgokleed, in een bad gestopt, in een grijs buis en dito rok gestoken word", moet Jeanne Lorette, volgens dit verhaal, toen zjj van Den Haag naar Arnhem werd overgebracht, uitgeleide zijn. gedaan door den minister van justitie en den pro cureur-generaal; reisde zjj met een poosje, in '.e twoede klasse van het spoor, vergezeld van de be- waarster in het Huis van Verzekering en dep. brigadier der rjjks veld wacht. Zij word geplaatst op eene nette, ruime kamerzij moest in het bezit go- laten worden van hare door onzedelijk leven ver kregen kostuums, van hare mooie blonde lokken, van al hare zeepen en odeurs. Er werd onmiddellijk oen request aan den minister van justitie ingediend om haar, op grond van hare zwakke gezondhe. i, eene verpleging op de pistole toe te staan. Ze mocht niet slechts eenmaal per maand een brief schrijven, maar zoo dikwijls ze wilde, op gekleurd, geparfu meerd papier. Ook werden vele bezoekers tot- haar toegelaten. De heer Domela Nieuwenhuis daarente gen mocht slechts eens in de 14 dagen zijne kin deren zien, ontving niet do brieven van don voogd zjjner kinderen, werd beroofd van zjjn huwelyksring en van het portret zjjner vrouw, enz. Wat is hiervan waar? vraagt men, als men dit verhaal heeft gelezen, waarin niet minder dan le minister van justitie, de procureur-generaal en de directeur der govangenis te Arnhem genoemd worden. Eene vervolging kon niet uitblijven. Te Parijs heeft in de wijk Mouffetard weder een treurig voorval plaats gehad. Een verliefd paar werd in oen vertrouwelijk uurtje gestoord door iemand, die daartoe alleszins het recht had, en dat nog wel ten zijnen huize zelf. De toestand van den vreemden minnaar werd eindelijk zoodanig, dat hij zijne toevlucht moest nemen tot oeno wan hopige daad. Na de deur der kamer, waarin hij zich met zjjne aangebedene bevond, te hebben ge barricadeerd, werd hij bevreesd dat deze door le drukking van buiten zou bezwijken, nam eenige stukken katoen en reepen van dekens om daarlangs, wanneer hjj ze aan elkander gebonden had,'mot zjjne schoone te kunnen afdalen. Nauwelijks was dit zonderlinge koord dan ook uit het raam gelaten en begon men achter elkander naar beneden te gljjden, toen opeens op de hoogte der twoede ver dieping het soort van touw bezweek en de beide minnenden naar beneden stortten. De vrouw moet op de plaats dood gebleven en de man naar oen hospitaal vervoerd zjjn. De werkstakendo linnenwovers van Cholet zijn weder aan den arbeid getogen, nalat eeno schikking is getroffen met hunne patroons.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 5