Donderdag 29 September. A0. 1337. Feuilleton. CONSTANCE CHORLEY. PRIJS DEZER COURANT: foor Loiden per S maanden.1.10. Franco per poet1-10. JLtzonderiyke NommeraO.Ct>. ifftza fionrant wordt dagelijks, met uitzondering ran gon- en feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTXEN Van 16 regole 1.05. Iedere regel meer 0.37$ Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het inc«.-s (toeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. 24) In dit oogonblik kwam Jaap, die niet by de anderen had staan kijken, maar een kruiwagen gehaald had, en baande zich met zijne ellebogen een weg tusschen zijn meester en de vrouw henen en dadelijk volgde hem Leentje. Deze beweging wekte den ouden Standish uit zjjne afgetrokkenheid. Hy greep Jaap by den kraag van zijn kleed, duwde hem terug in het wagonhuis, versperde zijner dochter den weg door de deur half te sluiten, leunde er tegen aan en sprak de vol gende woorden tot hen „Wacht wat, niet te spoedig, hoort eerst eens! Ziet, hier zijn twee zaken, welke men in het oog moet houden eer men hen aanraakt. Zij zjjn dood, of ze zijn het nietoogenschijnlijk zijn ze dood. Het zou my spijten dat ik hen zoo liet liggen als zy het niet zjjn, maar daar bestaat zoo iets van een on derzoek vanwege de politie, en meer dan eens heb ik het bijgewoond dat het verkeerde gevolgen had voor hon, die zonder het gerecht gevonden doodon haddon aangeroerd. Hoe weet ik nu dat dit geene kwade gevolgen voor mij zal hebben? En nog wel gevondon op mijn erf! Neen, neen, ik houd van den zekersten weg. Laat ze alleen; ik ga naar Todness tot rechter Huffer, en Kris kan geluigen dat wij ze met geen vinger hebben aan geroerd.'' „Ik wil liever gehangen worden dan zóó iets te doen!" riep Kris. „Eene schoone geschiedenis om voor eene rechtbank te verklaren dat men twee kinderen op zulk eene plaats heeft laton liggen, zonder te woten of zjj dood of levend zjjn. Laat er van komen wat wilen tegelijkertijd rukte h(j de deur met kracht open, wierp zjjn oom bijna omver, stapte over zakken en rommel heen en knielde by de twee kleinen neder. De zon viel door de geopende deur en hare stralen ontmoetten die, welke door de opening in den muur binnendrongen, zoodat het geheele ver trek opeens helder verlicht werd, behalve de plaats, waar de twoe kinderen roerloos nederlagen. Do spinnen, welke van de duisternis gebruikmaakten om aan hare dunne draadjes heen en weer te zweven, vorschrikten van dat licht, kropen langs onzichtbare ladders naar boven en zochten eene schuilplaats in haar weefsel in hoekjes aan het dak. De schaduw van het lange gras, dat tusschen den weg en het wagenhuis welig groeide, bewoog zich grillig over de licht gekleurde mat, waarop zij rustten, en op den achtergrond van deze vreemde schilderij zag men door het gat in den muur een klein gedeelte van de vallei, met hare kronkelende zilverachtige rivier, haar jeugdig, frisch lentegroen on hare schoone weiden, alles beschenen door eene heldere Aprilzon. Maar Kris lette nu niot op dit schoone tooneel; zijne geheele aandacht was op de vreemde reizigers gevestigd. Hjj zag eerst naar de lange, rechte ge daante met do zwarte, schamele jurk en hot bloeke, door zorg uitgeputte, doch nu wezenlooze gelaat; terwijl het korte, zwarte haar in krulletjes langs het voorhoofd lag, en dan naar het kleine, teere hoofd van den ander, met wiens haar het koeltje speelde en waarop de zon hare stralen wierp, zoodat dit het aanzien kreeg van gouden lokken. Hij zag naar hen beiden en naar de door de reis half ver sleten kleeding, en tal van aandoeningen en ge dachten las men op zijn gelaat. Hij sprak geen woord, maar nam de hand van den kloine en schudde die behoedzaam. Het kind opende een paar blauwe, doch door den slaap bezwaarde oogen, vestigde die met verbazing op den jongen man en zeide„Stance, z(jt gij het? ik dacht dat hy m(jn arm greep." „Wio, mijn kleine man?" vroeg Kris vriendelijk. De jongen antwoordde niet, maar keek naar zjjno zuster, die kalm en onbeweeglijk als eene doode, geheel gevoelloos voor het heldere daglicht en voor de stemmen rondom haar, daar ter neder lag. Toen zag hjj opeens de vreemde gezichten aan de deur on kroop van schrik ineen. „Waar kijken zjj naar", riep hy, van het hoofd tot do voeten sidderende, uit, „is zy, is Cons De uitdrukking van zyne verwilderde oogen vol tooide de vraag, welke zyne lippen weigerden uit t'e spreken. Kris antwoordde niet, maar richtte het meisje zachtjes op en nam haar in zynen arm, welke trilde toen hy dit deed; juffrouw Standish en Leentje beefden toen zy het noergezonken hoofd en de styf langs het lichaam hangende armen zagen. „Maak plaats", riep hy en bracht haar als een klein kind, in zyne armen rustende, in de lucht. Duke hield zich dicht by hem, en volgde hem overal. (Wordt vervolgdj Gemengd Nieuws. Sedert eenige dagen worden te Hille- gom vermist: 31° Coupon 1 October 1887,100 Rusland 1872, Nos. 061675 en 034177. 48° Coupon 1 October 1887, Zuid-Italiaansche Spoor 500 Lire, Serie id. No. 200864 en No. 233857. Inlichtingen worden by de politie verzocht. Den 20sten Augustus j 1. zyn van Leiden por Holl. spoor franco aan het adres Jamson Benedictus, hotel „De Oude Graaf", Kalverstraat, Amsterdam, aangekomen drie zwart geschilderde monsterkisten, gemerkt B F 2 en 3 en S B 3, we gende gozamenlyk 131 KG., welke blykens vracht brief door den geadresseerde zyn afgezonden. Tovergeefs heeft do hotelhouder do komst van Jamson Benodictus, die bij hem niet bekend is, afgewacht; het kan mogelyk zyn, dat dezen een ongeluk is overkomen. De commissaris van politie der lsto sectie te Am sterdam wenscht omtrent don eigenaar der kisten in kennis te worden gesteld. Te Haarlem zyn sedert den 12den dezer 32 honden opgevangen, welke niet voorzien waren van een muilkorf; slechts 10 der opgevan- genen worden door de eigonaars teruggehaald, tegen wie, wegens overtreding van hot muilkorven bevel, proces-verbaal word opgemaakt. Een jong meisje, dat op den Klove niersburgwal te Amsterdam peren ventte, werd door eene voorbygaande vigilante aangegrepen en zóó overreden, dat de ongelukkige dood naar het gasthuis werd gebracht. Tegen den koetsier van liet rytuig is door de politie proces-verbaal opgemaakt. Ook viel aan do Prinsengracht aan het Amstel- veld een kind overboord van een aldaar liggend turfschip. Hoewel alle pogingen ter redding werden in 't werk gesteld, kon de vader slechts het lijkje van zyn kind ophalen. In de Utrechtschedwarsstraat is er een knaap door een hond gebeten. De wond is door een apo theker uitgebrand. In de „Werkmansbode" leest men het onderstaand oordeel over do hedendaagsche vrouw van den werkman „Als w(j haar beoordeelen, dan mogen wy niet vorzwygen, dat zy naast de vele deugden, die zy beoefent, toch in menig opzicht niet meer gelykt op hare oud-overgrootmoeder, op die oud-Hollandsche vrouw, die, spreekwoordelyk gezegd, een gulden tot vyf en twintig stuivers wist te maken. Opschik, lust naar gezelschappen, komediespel, zang en dans, ziedaar eenige welputten, waarin, helaas! zooveel dubbeltjes verzwolgen worden, welke boter en nutti ger hadden kunnen worden aangewend en welke, nadat zy eenmaal in dergelyke putten verdronken zyn, niet meer ten nutte der offeraars of hun ge zinnen op te pompen zyn. Men verdonke ons niet, dat wy de hier genoemde genietingen onze vrouwen misgunnen. Integendeel, wy vorklaren gaarne, dat zy, als deel der schepping, recht hebben op een evenredig deel der genietingen, welke het leven veraangenamen kunnen, welke het leven tot een loven makenmaar wy wenschen ook, dat zy, en vooral zy in de eerste plaats, medewerken om onzen stand te verbeteren; juist zooveel van de wereldsche genoegens als haar doel nemen, datzy genieten, zondor dat haar genot tegelykertyd de oorzaak worde van latere ontberingen en ellende." Te St.-Oedenrodegehucht Boekstraat, is de landbouwerswoning van A. Post geheel afge brand. Het grootste gedeelte van den inboedel be nevens een paar varkens worden door de vlam men verteerd. Van den inboedel was niets ver zekerd. Het voorval te Vexaincourt. De Fransclie en Duitsche bladen bevatten nog slechts weinige byzonderheden over het nieuwe voorval aan de Fransch-Duitsche grenzen. De „Figaro" heeft een zyner mede-arbeiders, den heer Jacques Saint Cère, naar de grens gezonden. Deze meldt in een telegram uit Raon, dat hy de plaats van het voorval heeft bezocht; door zyn onderzoek is hy tot de overtuiging gekomen dat het den persoon, die do schoten loste, onmogelyk onbekend kan geweest zyn, dat hy schoot op lieden, die zich op Fransch grondgebied bevonden. De Duitsche commissaris van politie verklaarde aan den procureur-generaal Sadoul, dat sedert eenige maanden de boschwachters steeds vergezeld waren van soldaten, wegens do wildstroopers, die zich in de streek ophouden, en dat Kaufmann geschoten had omdat een herder hem toeriep, op de jagers wyzende: „Ziedaar stroopersl" Doch tot op dit oogenblik, zegt de correspondent van de „Figaro", heeft men dien herder niet kunnen terugvinden, en niemand kent hom in die streek, waar overigens geene kudden worden aangetroffen. „Er bestaat dus," zegt hy verdor, „noch verraderlyko aanval van de Duitsche zyde, noch uittartting van den kant der Franschen. Kaufmann loste zyn schot onder omstandigheden, waaromtrent wy nog in onwetendheid verkeeren." De toestand van den ge wonden officier Wangen Von Geroldseck is gunstig, en do afzetting van het gekwetste lichaamsdeel zal, volgens de verklaring der geneesheeren, niet noodig zyn. De jager Brignon werd gisteren te Raon-les-Eaux, onder toeloop van eene zeer talrijke menigte en onder groote verbolgenheid, begraven. Een der Parysche correspondenten vande„Köln. Zeitung" acht de zaak niet van staatkundig ge wicht. Het geldt hier alleen de vraag: ofFransche jachtliefhebbers op Duitsch gebied niet stand hielden toen zy aangeroepen werden, dan wel of zy op Fransch gebied zonder aanleiding of waarschuwing door een Duitschen boschwachter beschoten werden. Dit moet door hot wederzydsch onderzoek aan het licht gebracht worden, en wanneer blijkt dat aan Duitsche zyde de schuld ligt, dan zal de Duitsche rykskanselary niot verzuimen te doen wat recht en plicht is. Ook in een telegram uit Schirmeck aan do „Küln. Zeitung" wordt verzekerd dat het Fransche jacht gezelschap. zich op Duitsch gebied bevond, en dat eerst geschoten werd, nadat Kaufmann drtemaal „haltl" had geroepen. [Zie verder de telegrammen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 5