Dienstbode. Wiskunde en Engelsch, N°. 8460. Zaterdag XT September. A°. 1887. Vervolg der Advertentiën. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandonf 1-10. Franco per poatL48. Wonderlijke Nomroer»O.ÖÖ. §sze §ourant wordt dagelijks, met uitzondering ran fon- en feestdagen, uitgegeten. PRIJS DER ADVERTENTIEN V.d 1ft regel. 1.05. Iedere regel meer 0.17, GTootere lettere neer plaatsruimte. Voor het ine*, eee-ren buiten de stad wordt 0.10 berekend. Ambachtsschool. Door het bestuur der Practisehe Ambachtsschool wordt by een breedvoerig schrijven verzocht het jaar- lijksch subsidie uit de gemeentekas van 2500 met ƒ1500 te verhoogen, op grond dat de jaarlijksche inkomsten niet meer toereikend zijn om in de nood- zakelyke uitgaven te voorzien. Door voornoemd bestuur is bij het prov. bestuur eene poging aangewend om het provinciaal subsidie van ƒ1000 tot ƒ0000 te doen verhoogen. Gedepu teerde Staten hebben echter geene termen gevonden de gevraagde verhooging op de provinciale begroo ting te brengen, terwijl een daartoe strekkend amendement in de zitting der Provinciale Staten van 21 Juli jl. met 45 tegen 30 stemmen werd verworpen. B. en Ws. betreuren ten zeerste de genomen be slissing, aangezien zonder vermeerdering der inkom sten het bestuur der Ambachtsschool, eene inrichting die zich in betrekkelijk korten tyd tot grooten bloei heeft weten te verheffen, genoodzaakt zal zyn het onderwys aan die inrichting belangrijk in te krim pen, waarvan wellicht de ondergang der school het gevolg zoude kunnen wezen. Met het oog op het aanzienlyk bedrag van het subsidie in verhouding tot de geheele uitgaven zouden B. en Ws. er be zwaar in zien de jaarlijksche bydragen voor vast met ƒ1500 te verhoogen. Inmiddels is de vraag gerezen of er uitzicht bestaat dat hef provinciaal bestuur in het vervolg genegen zal worden bevon den het subsidie tot 2000 te verhoogen. Lettende op de aanzienlijke minderheid, die zich in de Pro vinciale Staten voor de gevraagde verhooging ver klaard heeft, en op het betrekkelyk groot aantal leerlingen uit de buitengemeenten (blijkens het laatste verslag over 1S86 toch waren er van de 7G leerlingen, 22 uit de buitengemeenten) meenen B. en Ws. die vraag bevestigend te moeten beant woorden. In allen gevalle achten zij het van het grootste belang dat daartoe ook vanwege onzen Gemeente raad de noodige pogingen worden in het werk gesteld en zij vertrouwen dat, wanneer de gemeente zich bereid toont tijdelijk in de meerdere behoefte der school te voorzien, het provinciaal bestuur zal willen medewerken om de tegenwoordige inrichting der school te bestendigen en haar voor eventueelen achteruitgang te behoeden, niet alleen in het belang van deze, maar tevens in dat van tal van omlig gende gemeenten. De school verkeert thans in bloeienden toestand, wat het aantal leerlingen en de resultaten van het onderwijs betreft, en B. en Ws. achten het in het belang der gemeente, alles te doen wat mogelijk is om te voorkomen dat het aantal vakken en het getal leerlingen moeten wor den ingekrompen. Uit dien hoofde hebben zij vrijheid gevonden op de concept-begrooting voor 1888 eene verhooging van het subsidie van ƒ2500 met ƒ1500 uit te trekken. Zooals boven werd opgemerkt, ligt het echter in hunne bedoeling die verhooging slechts voor één jaar toe te kennen, ten einde het bestuur der school in staat te stollen de tegenwoordige organisatie der school te behouden in afwachting van de later door de Staten omtrent eene aanvrage tot ver hooging van het provinciaal subsidie te nemen beslissing. Mocht daarop gunstig worden beschikt en be doeld subsidie tot ƒ2000 worden verhoogd, dan zien B. en Ws. er geen bezwaar in, het alsdan nog te kort komende bedrag van ƒ500 bij voortduring, of althans zoolang de school daaraan behoefte heeft, uit de gemeentekas te voorzien. Zy geven mitsdien den Raad in overweginglo. het subsidie aan de Practische Ambachtsschool voor het jaar 1888 met ƒ1500 te verhoogen en alzoo voor dit jaar vast te stellen op ƒ4000; 2o. hun college te machtigen de tusschenkomst van do Gedeputeerde Staten in te roepen, ten einde te bevorderen dat het subsidie uit de provinciale fond sen van ƒ1000 in het vervolg tot ƒ2000 worde verhoogd; 3o. te besluiten dat, wanneer het pro vinciaal subsidie op ƒ2000 wordt gebracht, het tot wederopzeggens uit de gemoentekas verleend sub sidie van 2500 tot wederopzeggens wordt verhoogd met ƒ500 en alzoo vastgesteld op ƒ3000 per jaar. DCIXWATER. Directeuren der Leidsche Duinwatermaatschappy hebben zich per adres tot den gemeenteraad ge wend, ten einde hunne bezwaren kenbaar te maken tegen het voorstel door vier zyner leden aan den ge meenteraad ingediend „ten einde hoogere betaling van niet-ingezetenen, wonende in de onmiddellijke nabijheid van do gemeente Leiden, te vorderen voor diensten, weike de gemeente aan dezen bewijst." Adressanten bepalen zich natuurlijk tot het onder werp betreffende „de verstrekking van Duinwater", dat zoo nauw in verband is met de belangen hunner maatschappij; daarin toch wordt verlangd dat: „ten behoeve van perceelen, gelegen buiten de gemeente Leiden en binnen een bepaald rayon, waarvan de huurwaarde, volgens den aanslag in de personeels belasting moer dan ƒ200 bedraagt, geen water zal worden verstrekt dan tegen don prys van 25 pet. boven het hoogste tarief, vastgesteld in 1877 en onder voorwaarde, dat die 25 pet. door de Duin watermaatschappij in de gemeentekas zal worden gestort." Adressanten ontkennen ten stelligste dat bjj de concessie een tarief van watorleverantie is vastge steld; wel zijn bepaald de grondslagen, waarop het tarief in de voorwaarden van levering aan de gemeente en ingezetenen zal steunen, en tevens blijkt uit de voorwaarden van concessie ten duide lijkste dat de gemeente vastgesteld heeft hot maxi mum, dat aan de geabonnoerden zal mogen be tekend worden, alsmede het maximum waarvoor het water aan de standpijpen zal worden geleverd; beide bepalingen spreken echter van levering voor niet hooger dan hot bepaalde. Geene enkele bepaling der concessie schrijft den prijs voor, waarvoor het water moet geleverd worden, maar wel wat de hoogste prijs is, welke berekend mag worden. Een der artikelen schrijft wel is waar voor dat het tarief de goedkeuring van Burg. en IVeths. behoeft, maar laat daar dadelijk op volgen, welke grondslagen daarbij zullen gelden, en deze grondslagen spreken slechts over een maximum, dat zal mogen berekend worden. Van den beginne af is deze zaak, zoowel door de gemeente en concessionarissen en later door de Maatschappij als zoodanig beschouwd; algemeen toch is bekend, dat met alle abonnenten op de meest vrijzinnige wyze contracten zyn gesloten en nooit het tarief streng js toegepast. De arbeiders woningen betalen slechts 5.20 en ƒ4.60, terwijl volgens het tarief voor de minste woning van ééne kamer 7 mag berekend wordenieder geabonneerde kan zich van het bovenstaande verzekeren, indien lijj al zijne kamers telt en met het prospectus vergelijkthy zal zich dan overtuigen dat de Maatschappij zich bijkans nimmer aan het bepaalde tarief houdt; alleen wordt hier eene uitzondering gemaakt op de straatbesproeiing, de baden, de luxe-paarden, de closets enz., alle zaken, welke als weelde worden beschouwd en volgens het maximum worden berekend. Op de voorwaarden van concessie en statuten is de Maatschappij gevestigd en zyn aandeelhouders toegetreden. Rn kan hierin zelfs niet door een Raadsbesluit verandering gebracht worden, waarbij aan een gedeelte van de wateropbrengst eene andere be stemming gegeven wordt, dan door beide partijen is overeengekomen. Als directeuren der Maatschappij, die voor hare belangen moeten optreden, zyn adressanten ver plicht zich ton stelligste tegen een dergelijk besluit te verzetten. Adressanten hebben echter toch b(j de laatste contracten, gosloten met niet-ingezetenen, de clausule opgenomen, „dat, indien de gomeenteraad mocht besluiten den prys voor hen te verhoogen, zy zich daaraan zouden onderwerpen." Zy deden dit uit referentie voor den gemeenteraad, welke dit ver langde, maar in do vaste overtuiging dat deze ver hooging niet kon en zou geschieden, en om te voorkomen dat de abonnenten, welke ook het ver schil van gevoelen tusschen den gemeenteraad en de adressanten mocht zyn, de slachtoffers zouden worden van het te nemen besluit; tegenover die, contractanten was de Maatschappy voorloopig ge bonden, daar zy zich verbonden had, behoudens de goedkeuring van den gemeenteraad, en deze die niet onthouden had. De adressanten zyn overtuigd dat het door den Raad gebillykt zal worden, dat zy met ernst op treden voor do aan hen toevertrouwde belangen en dat door den Raad begrepen zal worden, dat zy ten hoogste zouden betreuren in geschillen met den gemeenteraad te komen, van wien zy immer de meest mogelyke welwillendheid en medewerking mochten ondervindenmaar adressanten mogen niet gedoogen dat rechten, op wettige wyze door hunne aandeelhouders verkregen, verkort worden. De geheele zaak, die hot hier geldt, betreft eene quaestie van recht, want zelfs, indien het voorstel mocht wordon aangenomen, dat zy hopen en ver wachten dat niet geschieden zal, zou het geldelyk voordeel voor de gemeente en het verlies voor de Maatschappy niet groot zyn. Reeds zyn de meeste niet-ingezetenen in de nabij heid van Leiden aangesloten en zoodra bekend mocht worden, dat meer buiten dan in Leiden zou moeten betaald worden, zouden de aanvragen aanmerkelyk verminderen, zoo niet ophouden en stellig zou van de Maatschappy geene vordore aanvrage tot uit breiding te wachten zyn, daar die nimmer geschie den, tenzy tien ten honderd der aanlegkosten door contractanten zyn verzekerd, en om tot dat bedrag te geraken, is het stellig niet voldoende dat per ceelen, die volgens den porsoneelen aanslag eene huurwaarde van minder dan ƒ200 hebben, worden aangesloten. Adressanten zyn dan ook overtuigd dat niet door den Raad een besluit worde genomen, dat volgens hen in stryd is met do concossie door den Raad verleend en dat stellig voor de Duinwatermaat schappy, wier finantiëele bloei zoozeer aan die van de gemeente is verbonden, zeer noodlottig zou zyn. Eene flinke R.-K. DIEXSTBODK gevraagd, goed kunnende koken en werken. Franco brieven onder letter G aan het Bureel van dit Blad. Door toevallige omstandigheden bestaat er ge legenheid tot het bywonon van een Cursus in voor jongelui, die in 1888 examen willen doen voor 2de en 3de kl. H. B.-School of Gymnasium. Aanvraag om inlichtingen scliriftelyk en franco aan het Bureel van dit Dagblad onder motto Cursus.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 5