I wotoring gesignaleerd. Een vuurgevecht van inf. op grooto afstanden, afgegeven door afdeelingen, langs don straatweg oprukkende, ving aan. Langs beide oevers van den Ryn en zelfs van uit schuiten, welke langzaam over genoemde rivier kwamen opzetten, werd dit vuur gesteund, hetgeen weldra over een groot deel der verdedigende linio beant woord werd. Hierbü Hot zich de sectie artillerie niet onbetuigd. De aanvaller rukte op die wyzo langzaam voor waarts, en werd hierbij na een klein half uur ondersteund door het vuur van zijne batterij, welke op een 800 meter ten Westen van den straatweg eeno prachtige positie had ingenomen. Tevens wierp zich eene compagnie infanterie in hot pol derland, om op den Z.-W. dorpsrand aan te ruk ken, en door haar vuur don opmarsch langs den straatweg te verlichten. Te laat bleek evenwel het doel van den aan valler, toen een geheel bataljon eene omtrekkende beweging om den rechtervleugel der verdedigende stelling had verricht, en over den Broekweg en in het daarlangs gelegen doorsneden polderland onder het afgeven van krachtig vuur, den weste lijken dorpsrand naderde. Van uit de verdedigende stelling, waar de com mandant zich nu haastte de reserve den Broekweg op te zenden, leverde het geheel een prachtig schouwspel op. Allerinteressantst was de aanval over het door sneden terrein. Onze Hollandsche jongens spron gen over slooten en trokken over weteringen met hunne ladders en planken, dat een jager er van zou watertanden, en dat in de meest mogelijke orde. De eerst zeer dunne linie, die slechts hier en daar gesloten afdeelingen. vertoonde tot het afge ven van salvovuur, verdichtte zich langzamerhand. In volledig verband rukte het geheel onder uitste kend geleid vuur voorwaarts. De vordediger liet zich eveneens niet onbetuigd, zoodat alles vuur en vlam braakte. Voor de hon derden toeschouwers leverde het geheel een prach tig en door het open terrein een gemakkelijk te overzien schouwspel op, vooral toen de aanvaller ovor zijne geheele linie snelvuur afgaf, en daarna tot den stormaanval overging. Op korten afstand van den dorpsrand genaderd, maakte het signaal „geeft acht", gevolgd door „ophouden met vuren" een oinde aan de manoeuvre. Heden werden de manoeuvres geëindigd, om be sloten te worden mot eene grooto wapenschouwing te Katwijk aan Zee, achter het Badhuis, in afwij king van het eerste voornemen om deze op het Schuttersveld te Leiden te doen plaat3 hebben, waar nu hedennamiddag om drie uren alleen de manschappen dor infanterie uit Leiden, Delft en Haarlem aankwamen (do eene helft nog met de witte bandon om do schako's), om daar de militaire eer te bewijzen aan het regiments vaandel, na afloop waarvan de troepen van elders om kwart over vieren per trein naar hunne garnizoensplaatsen terug ver trokken, uitgeleid door de stafmuziek. Een infanterist viel op het Schuttersveld, terwijl hij in het gelid stond, nog in flauwte togen den grond, maar werd spoedig door de nog aanwezige hulp weder bijgebracht. Natuurlijk bevond zich op den Stationsweg en in den omtrek van het veld eene talrijke menigte. Men schrijft ons uit Katwijk aan Zee, dd. 8 Sept.: Hedenmorgen zyn alhier, na ■eene reis van vier weken, aangekomen de schuiten van den reeder L. Parlevliet, schipper W. v. d. Plas, en van den reeder Joh. Schoonenberg, schipper J. Haasnoot, waarvan de eerste aanbracht 234 ton pekel- en 12,000 stuks stourharing en de tweede 213 ton pekel- en S000 stuks steurharing. De volle stourharing gold f 17 per 1000 stuks, de ijle f 9 dezelfde hoeveelheid, terwijl voor volle pekelharing /HO 90 per ton en voor maatjesharing f7 per ton werd besteed. Uit Egmond-aan-Zee wordt gemeld dat ook door de bemanning van eene Katwijksche haringschuit, te IJmuiden binnengoloopen, wordt gerapporteerd dat zy op de hoogte van het Vlie eeno vischtom ondersteboven drijvende gezien heeft, Het is te vreezen dat de verongolukte bom de Egmon- der schuit genaamd „Jacobus Johannes" is, toebe- lioorende aan do weduwe J. Conijn en gevoerd door stuurman Jacob Prins. Het zou niet onmogelijk zjjn dat het ongeluk door aanvaring veroorzaakt was, en in dat geval de geheele of gedeeltelijke beman ning nog gered zou kunnen wezen, doch dan was de bom vermoedelijk gezonkenmet veel recht kan men dus onderstellen dat het vaartuig door de woedende zee-in don jongsten storm is omgeslagen. Indien de bestaande vrees bevestigd wordt, zal dit voor het armo Egmond aan Zee een zware slag zijn, daar dan vjjf oppassende huisvaders, die hunne weduwen en te zamen 20 kinderen hulpbehoovend nalaten, benovens een zoon van den schipper hun graf in de golven zullen gevonden hebben. (Hbl.) Reeds Maandag-avond was het in Rotterdam niet rustig. Toen verspreidde zich het gerucht dat de heer Domela Nieuwenhuis eene fees» telijke vergadering zou komen bezoeken in het ver- zamellokaal der socialisten „het Volkskoffiohuis," dat voor die gelegenheid met bloemen en roode vlag gen was getooid. Men scheen echter op z(jne komst niet erg ge steld, want eene groote menigte menschen bewoog zich, onder het zingen van volksliederen, voor hot gebouw, dat door politie werd beschermd. Toen ten slotte bleek dat Domela niet kwam, trok de mo- nigte zingend naar eenige politiebureelen, waar ovatiën werden gebracht, om daarna stil uit elkaar te gaan. Smaadliederen op Prinses 'Wilhelmina moeten, naar men beweert, de redenen zjjn van de verbittering op de sociaal democraten. Als een klein bewijs hoe het Rotterdamsch pu bliek tegenover do sociaal-democraten gestemd is, diene het volgende, door het „Rott. Nieuwsbl." medegedeeld In de Korte Baanstraat ontstond Dinsdag een binnenbrand en spuit No. 14 rukte er heen, terwjjl het roode vlaggetje, dat dit moest aantoonen, ge- heschen werd. Eene vrouw, dit 6einvlaggetje ziende, dat voor het gemak in plaats van aan het spuithuisje op he't hek van het hoekhuis Oostvest-Goudsche Wagenstraat geplaatst was, waar het meer in het oog valt, bo- gon luide uit te varen by het zien van het roode seinvlaggetje. „Jullie benne „lafaards", schreeuwde zy den voorbijgangers toe, „dat je die vlag duldt van die sociaal-democratenals ik een vent was, haalde ik em der af." Daar zy niet lang noodig had om door kracht van redeneering een paar man te overreden, werd het roode seinvlaggetje van spuit 14 afgetrokken, in flarden goscheurd en aan den wind prijs gegeven. Hot was verschrikkelijk om te zien met welk eene woede er door de Rotterdammers tegen de socialisten Woensdag-avond werd te werk gegaan. Nog vóór Domela Nieuwenhuis was aangekomen, gierde meermalen een steen, welke naar het „Volks koffiehuis" 'werd geworpen, door de lucht. Toen hy om 8 u. 6 m. eindelijk aan het centraal-station arriveerde, begon men hom daar uit te jouwen. Niet dan met de grootste moeito bereikten hij en zjjn gevolg, waaronder eene deputatie van vier leden der Rotterdamsche afdeeling, welke hem uit Den Haag was gaan afhalen, twee met twee paarden bespannen vigilantes, waar op den bok drie zijner partijgenooten zaten, die de paarden menden. Met stokken verbrijzelde men de ruiten der rijtuigen in het voorbijrijden. Binnen nog geen vijf minuten tijds was geene enkele ruit ook van het vergader lokaal meer heel. Bij herhaling werd onder het zingen van een in allerijl geïmproviseerden storm- marsch Rommelpottery, rommelpottery, Alle socialisten naar de Mookerhei beproefd het gebouw te bestormen, doch telkens werd die aanval door de politie afgeslagen. Deze kon zich slechts bepalen tot hot beschermen van het gebouw en zoodoende ook van het leven der daarin aanwezigen. Aan feestvieren viel niet meer te denkon. Toen Niouwenhuis het gebouw binnentrad, durfden zyne volgelingen, uit vrees dat de menigte buiten het hooren zou, niet eens een „Hoera!" aanheffen. Hier trok hy, volgens de „Maasb.", zijn zwarte pak uit en zette zijn flambard af, vermomde zich met een werkmanspak en vluchtte toen door den achter uitgang, slechts door een paar zijner partygenooten bogoleid naar het station, van waar hy met den eersten trein den boste naar Den Haag terugkeerde. Croll en een vjjftal trawanten vertrokken met den trein van 9.50 naar Amsterdam. Het „Rott. Nbl." beweert dat Domela Nieuwen huis inderdaad zjjn loven aan de Rotterdamsche politie heeft te danken, aan haar taet en aan haar flinkheid, haar moed en fermiteit. Kort nadat het werk der vernieling aan den gevel had plaats gevonden, deed plotseling een don derend geraas in het huis vermoeden dat het volk aan de Lombardstraatzijde dit was binnengedron gen. Dit was inderdaad zoo, doch oven spoedig was ook de politie weder meester van het terrein. Het gebouw is een toonbeeld van verwoesting. Het trottoir was met eene driedubbele laag halve klinkers, vermengd met glasscherven bedekt, de deur was gebarricadeerd met biervaatjes, stoelen en alle meubels, welke de belegerden maar grypen konden en de zaal, waar zooeven de volksheld zyn intocht deed, bood een allerbedroevendsten aanblik van wanorde, en de overhaaste vlucht der bezoekers werd door een vergeten hoed, een onaangeroerd glas bier duidelijk. Ginds lag het spreekgestoelte togen den grond, hier oen vyftig bloempotten, welke het omringden, daar omgeworpen stoelen en tafels. Het geheel geleek een ware chaos, een belegerde en ingenomen burcht. By den aanval, welke in het begin van den avond op het Volkskoffiehuis gedaan is, heeft een agent van politie een steen op zijn helm gekregen, waardoor dit hoofddeksel beschadigd werd. Diefstal is in het lokaal niet gepleegd. De koffie huishouder, die een aanzienlijk bedrag in het lokaal moest achterlaten, vond zyne geldelyke bezitting ongeschonden terug. Slechts één enkel persoon, eene vrouw, kreeg eene lichte verwonding door eene glasscherf aan don hals. Het inwendige van het lokaal word gisteren in teekoning opgenomen voor het tydschrift „Eigen Haard." De Binnenrotte leverde gisteren den geheelon dag een ongowoon schouwspel op. Anders eene tamelyk stille straat, wemelde hot nu van nieuws gierigen, die de den vorigen dag aangerichte ver woesting kwamen zien. Het terrein der wanorde lijkheden was geheel afgezet door politie, terwyl op den middag eene houten beschutting de vernie ling aan het oog onttrok. Verschillenden socialisten, die langs de Lombard straat in hot gebouw wilden gaan, word dit door het publiek beletdie menschen werden geregeld achtervolgd. Meermalen heeft de politie hen aan de woede van het volk moeten ontrukken. Des middags om halftwee had een man, die voor sociaal-democraat uitgejouwd werd, op de Raam- brug het hard met een 2- a 300 jongens te ver antwoorden. Hy vluchtte, achtervolgd door die bende, de Weste- en Korte Wagenstraat door, in een huis aan de Zandstraat. Om halfdrie werden weder twee socialisten ver volgd op het Hofplein. De herbergen werden ge sloten voor hun neus. Zy namen hun toevlucht in hot hulp-bureel van politie aan de Galery. Ook gisteravond was het er uitermate woelig. Reeds in den vroegen avond, meldt de „N. R. C.", had zich weer veel volk verzameld aan de Gedempte Binnenrotte, in den omtrek van het lokaal der socia listen, dat den vorigen avond het tooneel was dor wanordelykheden. Daar echter werd de menigte in bedwang gehouden door de politie. Inmiddols trokken evenwel troepen opgeschoten knapen, vaderlandsche en anti-socialistische liederen zingende, door de stad, welke zy in alle richtingen doorkruisten, met het doel om woningen of ver zamelplaatsen van socialisten op te zoeken, waar dan do ruiten werden ingesmeten en allerlei balda digheid gepleegd werd. Van lieverlede merkte men op, dat ettelijke volwassenon zich by die troepjes aansloten, en van dat oogenblik af moesten ook vele huizen het ontgelden, welke met het socialisme niets gemeen hadden. Aan menig huis en menigon win kel is zoodoende schade aangericht. Naar het oordeel van zaakkundigen waren die volwassenen, al zongen zij voor de leus de vaderlandsche liederen mede, socialisten, die van de duisternis en de verwarring gebruik maakten om op hunne beurt de glazen by goedgezinde burgers in te smyten. De politie deed wat mogelyk was om de ongeregeldheden te keer te gaan, doch kon natuurlyk niet alomtegenwoordig zyn. Het garnizoen werd niet opgeroepen om haar do behulpzame macht te bieden. Te 11 uren zonden al de politiebureelen extra patrouilles, om de rustverstoorders op te zoeken en uiteen te dryven, die nu slechts de huizen spaar den, waar de nationale vlag uithing, oen middel dat door alle eigenaars van koffiehuizen werd aan gegrepen om aan baldadigheid te ontkomen. De patrouilles van de politie stuitten nog lang op verschillende punten op de rondzwervende troepen en dreven die uiteen, zonder dat van stok of wapen gebruik behoefde gemaakt te worden. Te 1 uur na middernacht kon de rust geacht worden hersteld te zyn, ofschoon nog allerwegen J eenig volk op de been was. v

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 2