i f Gemengd Nieuws. Door de rechtbank te Haarlem zijn behandeld do zaken van Thomas Hart, zich noe mende ex-artist, aan wien twee oplichterijen waren ten laste gelegd. De eerste zou hij 16 April jl. te Krommenie gepleegd hebben bij den smid Aafjes, door wien hij zich eenig geld heeft laten afgeven, bewerende door zijn broeder W. Hart, die met eene tent sedert jaren de kermissen in Nederland bezoekt, te zijn gezonden om 2ö te leenon, waarmede hij (bekl.) staangelden moest gaan betalen. Het een zoowel als het ander bleek gelogen en A. kroeg zijn geld niet terug. De tweede werd eene maand later gepleegd te Beverwijk. Op 23 Mei nl. kwam bekl. by den heer Slotboom aldaar, die sedert jaren voor W. Hart het drukwerk levert, uit naam van dezen, zooals het heette, verhaal zoeken over een paar fouten, welke in een aanplakbiljet voorkwamen, maar ook om eene som van 25 te leenen, die hij, bekl., noodig had, omdat het schip, waarin de tent naar Krommenie werd gevoerd, bjj de Hombrug in het Kanaal was vastgeraakt en er eene stoom boot moest bekostigd worden om de schuit verder te krijgen. Zijn broeder, heette het verder, was naar Groningen en in diens afwezigheid moost hij voor alles zorgen. Er was wel geld aan boord, maar dit lag onder in het schip; hij kon er dus niet by. Het geleende geld zou de broeder over een paar dagen teruggeven. Daar de heer S. niet thuis was en bekl. groote haast had, sprak hy met den boekhouder, maar deze kon hem niet helpen en verwees hem naar een der bedienden, die er ten slotte, op de praatjes van beklaagde vertrouwende, en omdat de boekhouder, die niet gaarne een klant wilde verliezen, er goen kwaad in zag en zeide, dat de heer Slotboom het zeker wel honoreeren zou, toe overging, hem eene som van ƒ11.50 te leenen, waarvoor Hart eene quitantie teekende op zyn eigen naam. Van de teruggave kwam echter niets, van al de verhalen bleek geen enkel woord waar te zyn. Bekl. was trouwens niet eens by zyn broeder in dienst, maar sedert lang zwervende. Het O. M., waargenomen door mr. E. M. Von Baumhauer, subst.-off. v. justitie, schetste den be klaagde als een uiterst gevaarlyk sujet, iemand, die zyne moeder veel verdriet had veroorzaakt en die nu voor langen tijd onschadeiyk moest worden gemaakt. Na deze zaak zal hy zich nog voor een dergeiyk feit te Alkmaar te verantwoorden hebben. Door tal van aanwyzingen, welke behooriyk be wezen zyn, en door bekls. gedeoltelyke bekentenis, achtte spr. de schuld voldoende geblekenhy vroeg derhalve zijne veroordeel ing tot eene gevangenis straf voor den tyd van 2 jaren. De aan bekl. toegevoegde verdediger, jhr. mr. F. W. Van Styrum, adv. en procureur, wenschte er allereerst op te wyzen dat deze bekl. is ge worden het slachtoffer van een gewichtigen dienst, door hem aan de justitie bewezen. Te Leiden ver toevende (alwaar zyne moeder woont), had hy bij een oploopje een agent van politie uit diens zeer benarde positie, daar het volk op het punt was van hem in het water te dringen, weten te ver lossen. De dankbare agent prees zyn redder by den commissaris, waarop deze zich herinnorde den naam van den redder in het „Politieblad" onder do gesignaleerden te hebben gelezen, en dit gaf aan leiding dat Thomas Hart, niets daarvan wetende, door de Leidsche politie een paar dagen later word aangehouden. "Wat overigens de ten laste gelegde foiten aangaat, er was beide keeren geld ter leen gevraagd en gegeven, volstrekt niet toegeëigend, met hot doel er zich mede te bevoordeelen. Er kan hier dus slechts sprako zyn van eene civiele actie tot teruggave van geleend geld. Er is hier geen samenweefsel van verdichtsels, hoogstens eenige leugens, met waarheid dooreengomengd. Bekl. had plan om het geld terug te geven en vroeg meer dan eens om uitstel. Hy had van zyn broeder geld te vorderen en leende ter goeder trouw, dat deze hem in staat zou stellen, de leenschuld te voldoen, hotsen deze echter niet deed. Spr. vroeg dus op al die gronden ontslag van rechtsvervolging en subsidiair eene zeer lichte straf. De rechtbank deed uitspraak en veroordeelde Hart tot 12 maanden gevangenisstraf onder aftrek der ondergane preventieve hechtenis. Do h e e r e n Crans Co. te 's-Graven- hage hebben eene nieuwe soort stoombrandspuit, genaamd „do Valiant", in den handel gebracht, JVPlfce vooral voor kleinq gemeenten van z«er veel ydjyng is, welke èn om den aankoppprys, èn omdat by gewone stoombrandspuiten het vervoer met paarden moet geschieden, geen groote stoom spuiten kunnen aanschaffen. De bedoelde stoomspuitjes worden geleverd in twee grootten, nl. van pl. m. 300 en pl. m. 500 liters per minuut, terwyl beide door slechts tweo man bediend en vervoerd kunnen worden. De klein ste doot dus reeds met twee man het werk eener 12- a 14-mans handbrandspuit, waartoe voor eene ge regelde en langdurige bediening het dubbel aantal mannen disponibel moet zyn. De samenstelling van deze stoombrandspuit is zoo eenvoudig dat, om zoo te zeggen, men iedereen, na een weinig onderricht, de bediening kan toever trouwen, terwyl alles zóó stevig wordt geconstrueerd, dat gebreken alleen door buitengewone oorzaken kunnen voorkomen, terwyl in dat geval elke werk man van gewone ontwikkeling in staat zal zyn zo te herstellen. Donderdag-avond tegen ongeveer 9 uren kwamen twee mannen met eene tilbury dr. Arentz van Amstelveen halen, voor eene bevalling. Nauwelijks waren zy op weg of de geneesheer werd door de mannen aangegrepen en in eene sloot geslingerd, waarna zy het op een loopen zetten. De aanranders zijn onbekend. Dr. Arentz kwam met den schrik en een nat pak vry. De politie doet onderzoek. Met betrekking tot de torechtstel- ling van Pranzini verhaalt de „National" de volgende historische anekdoten De voorbeelden zyn niet zeldzaam dat veroor deelden zekere standvastigheid behouden en tevens groote heldhaftigheid aan den dag leggen. De Fransche revolutie kan getuigen van eenige groote mannen, die de vrijmoedigheid hadden als het ware gelyktydig met het vallen van hun hoofd nog redevoeringen uit te spreken. Zoo de heer De Marville, die, de tweehonderdste op de guillo tine komende en op het punt gedood te worden, aldus eene toespraak begon: „Volk, men bedriegt u, men Het hakmes onderbrak zijne rede. Alle hoofden, vóór hem gevallen, hadden den toestel in het ongereedo gebracht en terwyl men het on gemak herstelde, ging hij voort: „Ik zeide u dus, mijn volk, toen men my in myno rede belem merde Nu werd hy werkelijk gedood. Het sterkste voorbeeld gaf ongetwyfeld de gravin Du Barry, die, weenende, haren beul bijna met liefkoozingen overlaadde en zeide: „Mynheer do beul, een oogonblik nog!" Men brengt ook in herinnering het authentieke verhaal van den raad, welken Avinain gaf aan zyne medemenschen„Kinderen van Frankrijk, be kent nooit! Dat is myn dood geweest!" Pranzini heeft dezen raad wel gevolgd, doch niet met den gewenschten uitslag. Toen het lyk van Pranzini inde ge neeskundige school was aangekomen, werd het on- middeliyk van de kleeren ontdaan, terwyl een intern het hoofd in zijn voorschoot naar den boetseerder der school bracht, die daarvan het masker ver vaardigde. Het lyk werd op de ontleedtafel neder- gelegd. Het eerste belangrijke werk was de ontleding van don hals. Professor Brouardel toonde de onro gelmatigheid daarvan aan. Het hoofd is aan de achterzijde gelijk met de schouders, op de hoogte van het laatste wervelbeen van den hals afgesneden. Van voren is de doorsnede by de ooren; de huid is door het valmes afgerukt. De oorzaak daarvan is ongetwyfeld toe te schryven aan eene voorover buiging van het hoofd, op het oogenblik dat het mes viel. De huid van het zeer schoon gevormde lyk is fijn, de borst forsch. Na de bezichtiging werd tot de ontleding overgegaan. Tegen 7 uren werd het hoofd gebracht, waarvan een masker genomen was. Pranzini was sedert zijne veroordeeling byna kaal geworden. De hals is op merkelijk dik, een stierenhals, zei een dokter. De hersenen wogen 60 gram meer dan de gemiddelde zwaarte. Pranzini was dus in het volle bezit van geheel zyn verstand. Ditmaal kan men zeker zyn noch een maniak of waanzinnige noch een zwak. hoofdige geëxecuteerd te hebben. De Engelsche bladen bevestigen dat er te Santa-Rosa (Mexico) een neger, James genaamd, woont, die geboren is in 1752 te Dor chester (Zuid-Carolina) en die dus honderd vyf en dertig jaren oud is. Die ongelukkige, gekweld door rheumatiek, kan zyne hut niet moer verlaten. Uit Hamburg wordt bericht dat do pohtie aldaar eene bende van valsche munters heeft ontdekt. Een aantal stempels en valsche munten van 1 en 2 mark werd in beslag genomen. De hoofden der bende zijn twee broeders, een slot' maker en een andere werkman. Den 25sten Augustus zou te Kopen hagen eene lading oud papier en lompen, per stoom boot „Christian IX" uit Engeland aangevoerd, gelost worden. De lossing begondrie man daalden in het ruim, maar vonden den dood door verstikking. Men staakte natuurlijk dadelijk het werk, nam alle maatregelen om dien dag en nacht frissche- lucht in het ruim te doen toetreden en toon daags daarop het lossen opnieuw begon, konden de man nen, die daarmede belast waren, nog niet langer dan oen kwartier achtereen daarin werkzaam zijn. KOLONIËN. BATAVIA, 29 Juli. (Vervolg). Bij de Regeering is het telegrafisch bericht ont vangen dat de veepest is uitgebroken te Ponorogo (Madioen). Volgens de „Loc." heeft de gouv.-gen. tijdens zyn verblijf te Tjilatjap herhaaldelijk verklaard dat het garnizoen van daar weggenomen zal worden en dat hot besluit daartoe hot eerste zal zyn dat Z. Exc. by zijne terugkomst te Batavia teekent, Er is eene ordonnantie uitgevaardigd, hou dende maatregelen, te nemen tot verbetoring van het toezicht op het vervoer van personen en goe deren, door middel van stoomschepen. Van Troemon is geen ander bericht ontvan gen dan dat de van Padang derwaarts vertrokken troepenmacht, bestaande uit eene compagnie inf. en vier stukkon, niet offensief tegen de vijandige staatjes heeft kunnen optreden, omdat de hulp troepen, waarop gerekend was, niet verschenen zijn. Als een bewijs van de moeilijkheid, waarmede het gouvernement tegenwoordig te kampen heeft om aan troepenpaarden te komen, kan dienen dat in den laatsten tyd de maximum-aankoopsprys van ƒ160 op ƒ260 is gebracht, en voor dat geld nog altijd niet genoeg dieren van voldoende qua- liteit te krijgen zyn. Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zjjn de volgende beschikkingen genomen: Civiel Departement. Verleend: Een 2-jarig verlof n. Europa, w. ziekte, aan den ingenieur J. "W. Rutgers. Ontslagen: Eervol uit 's lands dienst, C. M. Blok en W. F. Van Duiken; op verzoek, eervol uit 'slands dienst, C. R. Lewis. Benoemd: Tot 2den commies op liet residentiekantoor tc Batavia, I. J. C. Renon tot adjunct-inspecteur van finan ciën jhr. W. H. W. Do Koek; ter algemeene secretarie: tot referendaris D. F. Uhlenbeck; tot 2den commies K. C. lihlenbecktot 3den id. J. A. Mansvelt Beek; tot schout bij de politie te Soerabaia P. Holl; tot inspecteur van finan ciën in de Ilde afd. (standplaats Tegal) P. A. M. Vermeulen. Bij dc algemeene rekenkamer: tot 2den comm. L. Peltzer;-# tot 3dcn id. J. II. P. Lankau; tot onderschout bij de politie™ s te Batavia A. W. V. Hinne. Belast: Met do waarneming der betrekking van 2den stadsgeneesheer te Soerabaia, dr. J. W. F. Fuhri Snetlilage. Door den directeur van binnenlandsch bestuur: Bij het binuenlandsch bestuur op Java en Madura: Verplaatst: Van Cheribon naar Pasoeroean, de adspi- rant-controleur F. C. N. Van der Moore; van Pasoeroean naar Cheribon, de adspirant-controleur C. M. M. Hummelgens. Door den directeur van onderwijs, eeredienst en nijver heid: Bij het openbaar lager onderwijs voor Europeanen en met dezen gelijkgestelden in Nederlandsch-Indië: Benoemd: Tot hulponderwijzeres L. H. Beunis. Geplaatst: Aan de openbare lagere meisjesschool te Buitenzorg, L. H. Bcunis, als hoofdonderwijzeres aan de openbare lagere meisjesschool te Cheribon, W. A. De Jong; als lste hulponderwijzeres aan de openb. 1ste lag. meisjes school te Soerabaia, L. C'b. Slot. Vergund: Aan raden toemenggoeng Soekadia, regent van Karanganjer (Bagelcn), om zijn naam te veranderen in dien van Karto Negoro, en mitsdien zich voortaan te noemen en te schrijven raden toemenggoeng Karto Negoro. Departement van Oorlog. Verleend: Een tweejarig verlof n. Europa, w. ziekte, aan den majoor der art. B. Lamberts. Ontslagen: Op verzoek, eervol uit Zr. Ms. mil. dienst, met behoud van recht op pensioen, de kapt. der inf. J. G. A. Bisschof; uit Zr. Ms. mil. dionst, de 2de luit.-kwartierm. bij de mil. adm. P. G. J. Van Wijhe. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek. "WEEK van 21 tot 27 Aug. Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarscn. 21 Augustus 7. 9.— 7 17.4 22 7. 9.15 8 17.9 23 7. 9.15 7 17.8 24 7. 9.15 8 17.7 25 7. 9.— 7 17.8 26 7. 9.15 8 17.7 27 7. 9.15 8 17.5 Dit beteekent: Wanneer men 5 cubic feet 141.6 liters per uur van zulk gas verbrandt in een Sugg's London- Argand-Standard burner No. 1, met 24 gaatjes, een licht wordt verkregen, dat in sterkte gelijk staat met 1-7.4, 17.9 enz. Standaardkaarsen, waarvan elke kaars 20 grains 7.8 grammen Spermaceti per uur verbrandt. j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 10