N°. 8444. A0. 1887. CONSTANCE CHORLEY. I>iixsclag>" SO _A.no;xxstii«. LEI DS OHMS DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Leiden per 8 maanden1.10. Franoe per poet1.46. JL&onderLgke Nommerem 0.05. Femlleton. 9) Eon oogenblik dacht de heer Chorley na. Zij had beloofd niet te ontdekken wat zy wist. Dat was al veel; hy wist dat zy hare beloften houden zou. Zij had in het bijzonder Duke genoemd. De vader beefde by de gedachte dat zijn zoon de misdaad zou weten en dat toonen zou, wollicht door hem te vorlaten zooals Constance gedaan had. Zij zou het Duke niet zeggen. Hoe kon zij dat ook, als zij nu toifitond en voor altijd was heengegaan? Ha! was zji voornemens neen, noen, dat kon, dat durfde zij niet! Maar hij zou in den morgen naar de school gaan en zijne voorzorgen nemen. En hy begon te overleggen wat hij zeggen zou, en daarbij zag hy in dat liy onaangename dingen zou moeten zeggen over de eigenzinnigheid en ondankbaarheid van Constance, om eenige reden te hebben voor haar verdwijnen; en dit hinderde hem zeer. Maar nu herleefde gelukkig de berinnering aan het ge- notone in de feestzaal, aan al de eer en lof, welke hem daar by volle teugen waren geschonken, en als de heerlijkste zomerwarmte koesterde en streelde hem dat alles, en deed hem weldra verzinken in een rustigen slaap, welke hem scheen toe te fluis teren „Kom, kom, alles wel bezien zyt gij aoo kwaad niet. Er zjjn vry wat slechter menschen dan gy in de wereld." En die woorden verbeterde hij voor zichzelven, zooals dat meestal geschiedt, alsof zjj beteekenden„Gij zyt een goede kerel, Daniël Chorley; in uw hart misschien wel een van do besten, die er bestaan." En zoo sliep hy in vrede. V. Twee kinderen stapten mot vermoeide schreden voort op den grooten weg. De zon was zooeven doorgebroken en de lichte, vlokkige wolkjes maakten plaats voor een hemel van het heerlijkste, zachtste blauw. Het gras langs den weg was nog verstijfd onder half bevrozen dauwdruppels en het zachte kooltje van den lentomorgon streek verfrisscher.d langs de gezwollen oogleden der kleine voetgan gers, terwijl zy daar hand aan hand voorttraden feze fiourant wordt dagelijks, met uitzondering van gon- en feestdagen, uitgegeven. en rondstaarden in de nieuwe wereld, welke zich voor hen opdeed. „Constance, mogen wij rusten als wij aan gind- sclien steen komen?" „Ja, lieveling, en dan laten wjj den vink vliegen." Zy wandelden voort en spraken geen woord meer vóór zjj den steen bereikten. Daar namen zy den vogel uit het mandje en streelden en kusten hem met bevende lippen. tZal my benieuwen welken weg hy neemt", zeide de knaap, terwijl hij op den steen stond en het beestje op den vinger omhoog hield. Eerst schudde het alleen de veertjes als om die te vullen met do frissche lucht, en bleef rustig zitten, vroolyk rondziende over de groene velden. De knaap schudde do hand; de vogel vloog even een paar keeren rond. streek toen weer neder op den uitgestrekten vinger, koek de kinderen vragend aan, als wilde hy zeggen: „Meont gij het dan heusch dat ik gaan moet?" en hief toen een heerlijk gezang aan. De twee kindoren zagen eerst elkander, toen den vogel aan, barstten uit in tranen en zetten zich zwijgend neder op don steen. „Constance, wat moeten wy met hem doen?" vroeg eindelijk de knaap met gebroken stem. „Laat hem by ons blijven tot hy lust heeft weg te gaan", antwoordde Constance, opstaande en hare hand uitstekende. „Kom, Duke, wij moeten verder gaan, of wy zullen de groote plaats niet bereiken, waar wy, zoo als ik u zeide, vanavond moeten rusten." Zjj waren opgestaan en hadden nauwelijks eenige schreden gedaan, toen zy eene heesche stem achter zich hoorden roepen, en beiden stonden stil, bevend en aan elkander vastgeklemd. Het meisje keek rond: zy zag iemand juist de kromming van den weg bereiken en hare knieën kniktenmaar op vasten toon toch zeide zy „Duke, hot is vader, schrei niet wees een man 1 Herinner u al wat ik gezegd heb." Nog een oogenblik en de heer Chorley stond vóór hen. Hot zweet druppelde neder langs zyn gelaat, zijn fijne laken3che rok was met stof overdekt en een oogenblik was hy sprakeloos van vermoeidheid on drift. Nu barstte hy Utt „Constance wat beteek ent dit?" PRIJS DER ADVBRTENTTEN: Tan 16 regels 1.05. Iedore regel meer f 0.171. Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor het inoaa- aceren buiten de etad wordt 0.10 berekend. „Ik zeide u dat in den brief, vader!" „Maar Duke „Moet ook gaan, vader." „"Waarom „Moet ik u dat zeggen, vader, in zyne tegen woordigheid? „Goede God!" zeide de verbaasde man, „is dat. myne dochter?" Maar hy werd te toornig dan dat hy had kunnen toegeven aan eenig nadenken. Zy had klaarblykeiyk besloten den knaap met zich te nemen; den knaap, dien hy zoo liefhad en verafgoodde den lieveling, voor wien hy zooveel had gewaagd zyn oogappel 1 Bah 1 het was be- lachelyk! maar niettemin was het maar al te waar. Daar stond zy, niet langer tarugbevende voor hem of voor hare eigene gedachten, maar als bescherm ster van haren broeder zooals eene moeder hem zou beschermd hebben tegen oen gevaarlyk dier. Ja hy zag de uitdrukking van haar gelaat, van haar oog en hy sidderde en zou haar gevloekt hebben, had hy er den moed toe gehad. Maar zy was ge wapend met een gevaarlyk, doodelyk wapen. Wat moest hy doen? Geheel verslagen, buiten staat een woord uit te brengen, begon do ongelukkige te woenen, en ach 1 ook de kinderen schreiden. Droevig drietal! „Kom, Constance, ik zal u als eene vrouw be handelen. Gy zult uw zin hebbenik wil u niet volgen of lastig vallen. Maar laat my Duke; ik word oud en kan niet beroofd zyn van beide myne kinderen. Ik kan hem niet missen." „Gij moet, vador!" „Waarom, in 'sHemels naam?" „Omdat het Gods wil is. Gy zult hem slecht maken, vader! Dood myi dood my, als gy dat wilt, maar ik moet het uitspreken, en God zal u straffen als gy zoo doet! O vader! was het niet God, die u eene waarschuwing zond in het uiterste oogen blik? die belette dat Duke omkwam in de „Constance", fluisterde op smeekenden toon de schuldige man, terwyl een doodelyk bleek zyn ge laat overtoog. „Ja, vader, ik begrijp. Kunnen wy dan ongestoord verder gaan?" „Hebt gy vast besloten om - om - „Ja, vader!" (Wordt vervolgd.) Gemengd Nieuws. De 23jarige dienstbode Johanna D., die den 26sken Juni jl. ton huize van haren meester, den heer D. te Nymegen, eene 19-jarige jenge dame, aldaar gelogeerd, heeft trachten te vergiftigen door in het glas molk, hetwelk zy geregeld des ochtends aan die logée moest voorzetten, phospho rus van luciferskoppen te mengen, zal den 3den September deswege voor de rechtbank te Arnhem terechtstaan. De hoeveelheid phosphorus in de melk gemengd, bedroeg ruim 110 fnilligaam, alzoo meer dan genoeg om den dood te veroorzaken, indien de dame het glas melk had leeggedronken. Minnennyd dreef de beschuldigde tot deze misdaad. Eén der huisgenooten namelijk, die vroeger een vertrouwelyken omgang mot haar had, bejegende haar, volgens hare meening, na de komst van de logée, met koelheid. In Catania verwekte het volgende geval hevige verbittering: Een dokter had, om zich moeite te besparen, voor een choleralyder, die oogenschijnlyk stervende was, het bewijs van over ly Jen reeds afgegeven. De aangegeven doode werd afgehaald en bpacht den nacht in de lykenkamer tusschen tal van aan de cholera overledenen door. Den voleenden morgen werd hy met vreeselyk ver wrongen gelaat naast de doodkist gevonden, nu werkelyk dood. Hy was, zooals werd geconstateerd niet aan de cholera, maar ten gevolge van den doorgestaner. angst en opwinding gestorven. De dokter werd geschctrst en zal strafrechtelyk ver volgd worden. In de provincie Catania zyn, in het etmaal van Woensdag op Donderdag, 10 choleralyders getorven. Gedurende hetzelfde tijdperk te Palermo24 aan getast en 10 overleden; op Malta: 7 aangetast en 7 overleden. De cholerti blyft op Sicilië afnemen. Tot nog toe zyn er 679 personen gestorven. Volgens bericht uit Napels van Vrydag-avond, waren aldaar in de laatste 48 uren 29 personen door cholera aangetast, waarvan er 17 zyn over leden. In do naburige gemeenten Besina en Portici begon de ziekte te verdwynen, terwyl alleen de be richten uit Palermo ongunstig blevenaldaar waren Donderdag 30 nieuwe gevallen van cholera ont staan en 19 personen overleden. In eene kleine gemeente naby Controne, in Calabrië. was de ziekte opnieuw uitgebroken; er waren toen 24 personen aangetast, waarvan 14 overleden. Volgens officieele opgave bedroeg het aantal overleden choleralyders in Catanië tot 24 dezer 679. Den 25sten dezer zyn er op Malta 7 personen door cholera aangetast en 3 er aan overleden. De passagiers van de afgedwaalde, maar toch eindoiyk door een schip aangetroffen boot van de verbrande „City of Montreal" haddon vier dagen rondgezwalkt en vooral door dorst veel geleden. Bovendien was het brandend heet. Een maal waren zy zeer teleurgesteld doordat een schip, dat niet veraf was en waarop men, naar zy duide- lyk bespeurd hadden, hunne gebrekkige noodseinen wel gezien had, eensklaps rechtrvan hen af stoomde. Na twee dagen te hebben gezworven, kwam de boot toevallig weer by het schip, dat zy verlaten had en dat nog altyd bezig was te branden. Zij bloven in den omtrek daarvan nog anderhalven dag en werden toen gelukkig door het Duitsche schip „Mathilde" gevonden. Te Valencia zyn zes personen by een brand omgekomen. Te Munch en heeft de dochter van een der grootste kooplieden van de stad zich laten schaken door een kostschoolleerling. Zy is twintig en hy veertien jaar oud. Vermoedelyk heeft dus zy in deze ontvoering wel de hoofdrol vervuld, terwyl ze in der haast 13,000 mark uit de kas van haren vader heeft genomen. By de militaire manoeuvres te Rome, viel generaal Fontana van het paard en onmid- dellyk was hy dood.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 5