©SfótëÉSo mkr 71 N°. 8413. A". 1887. y >x^s& - X Dit nummer bestaat «it Vier Bladen. „Maar ééns in 't jaar." Leiden, 23 Juli. t. r«•-» .ifvin"SI -> 0. y/SS PSIJS DEZES COTTSANT: Vcor Leiden per 8 maandenI.JO. Franco per post1.40. Afaonderlijko Nommers0.&5. d?S2« iQoaraat wordt dagelijks, mei uitzondering ran goa- en feestdagen, aitgegeren. FB1JS DEK AD VEE. TENTOON Van 16 regele 1.05. Iedero regel roeer 0.17$. Grootere lettora rumr plaataruiaite. Voor het metu*- eevren b ai ten de at&d wordt ft. 10 berekend. Ons hart ging open, toen we deze week op de Gedempte Zjjdgracht kwamen. Een aantal ij ver i go menschen waren in 't zweet huns aanschjjns bezig, de schouwburgtent van Van Lior op te slaan, in tegenwoordigheid eener talrijke jeugd, die den be- langwekkenden arbeid mot ingenomenheid begroette. Ja, 't was ons voor een oogenblik, als ware onze eigen kindsheid wedergekeerd,' en de handen tintel- den ons om opnieuw, gelijk toen, oen van die balken op te pakken, die zoo bewonderenswaardig juist in elkander passen. Lang, zeer lang is het geleden, sinds we bjj Duport in de kerraisweek „Aballino, de groote bandiet," een bijna ideaal tooneelwerk, naar we meenon, of „De schipbreuk van do „Medusa" mochten genietenen, was destijds het verrassend snel oprichten van eone reeks goljjk- en goljjkvor- mige rechthoeken niet het stellig bewijs, dat er weer eene „comédie" kwam, dus dat de eer der kermis was gered? Het Vierkronenspel was toen reeds in zjjue nadagon, eone schaduw van hetgeen het, volgons vertrouwbare overleveringen, was geweest, toon ook daar do dramatische, kunst haar triomfen vierde; als nieuwe sterren aan den kor- mishemel verschenen bij afwisseling Wollschliiger en Loisset met hun „cirque équestre" of „cirque olympique" welke hoeren, hoe beslist Duitsch of specifiek Fransch hun namen ook mochten zijn, zoowel in hun program als in de naamlijst van hun beroemd gezelschap eene cosmopoliteit aan den dag legden, die als de voorloopster van den algemeenen wereldvrede mocht worden aangemerkt. Gjj, waarde vriend, die opgegroeid zjjt in hot vaste geloof aan de verwerpelijkheid der kermis, en wien we dus eerlijk gezegd, niet zonder opzet een weinig ergernis zullen moeten geven, gjj hebt zeker uwe jeugdige verbeeldingskracht nooit voelen ontvlammen door do plotselinge verschijning eener met zilveren paillotten rijkversierde paard- rijdster, op het ongezadeld ros, aan den ingang van haar tooverpaleisen veel minder is, als oen vluch tige droom, de gedachte bij u opgekomen, hoe heerljjk het zjjn zou, mot haar on haar hofstoet de woreld rond te trekken, overal toejuichingen en schatten inzamelendeOch, als morgendauw verdwijnen dergelijke illusion voor den adem der werkelijk- heidmaar is do vergankelijke tint, die in des levens ochtenduur het landschap kleurde, zoo geheel waardeloos? Als een lichtstraal kwam ons dit alles weer voor don geest, toen we een blik sloegen op het archi tectonisch gewrocht in wording. Hoe lang hadden wij als knapen ons reeds gespitst op de verschijning van het eerste „groote spell" En wat intéressante mededeelingen wisten we elkander te doen omtrent sommige geheimzinnige opschriften, die wel Fransch leken te zjjn, maar geen Fransch dat in onze kraam te pas kwam? Hoe maakten wjj toen den zoon des marktmeesters hot hof, ofschoon wjj anders tamelijk onverschillig omtrent hem waren, daar hij alleen in staat was onze nieuwsgierigheid te bevredigenEn eindelijk was het getal groote en kleine „spellen", met goochelaars, met honden en apen, met witharige en roodoogige albino's precies als een Engelsch konijn! met echte leeuwen en niet-opgezette arenden, kortom, met al de won deren uit de vjjf werelddeelen, zóó groot gewor den, dat wij er geen oog meer op konden houden, en alles samensmolt in een oneindig-grooten voor smaak van pleizier. Laat ons er bjjvoegen: die voorsmaak was hot minst getemperde genot. "Want alles behalve on eindig was de omvang dergeldmiddolen, waarmede do toegang tot al die heerlijkheden moest worden ver kregen. Maar toch, een gedeelte mochten we er van zienhet overige werd door onze fantaisie aan gevuld. Dat het er was, ziedaar reeds eene gerust- stellende, eene strooiende gedachte. De kermis wordt uit verschillend oogpunt be keken en van onderscheiden standpunt bediscussieerd. Het komt ons voor dat zjj niet daartoe in het aanzjjn werd geroepenzij is om te worden genoten, door ieder, die nog iets overgohouden heeft van do sympathie voor oude, nationale vermakelijkheden on weerstand wenscht te bieden aan een geest van saaiheid, die zich bjj toeneming van ons tracht meester te maken. Wjj varen uit tegen de uitspat- tingen, waarmede sommigen die echt Hollandsche instelling in discrediet brengen, en meenon, in dat goedkoops vertoon van verontwaardiging ons zeiven een brevet van voortreffelijkheid, van orde, van „fatsoendolijkheid" te hebben uitgereikt. We vinden geen behagen in de aardigheden van dat pronk- juweel der volksredenaars, den paljas voor de kunstenmakerstent, maar hooren zonder blozen de dubbelzinnigheden aan, die in het hedendaagsch tooneelspel beslissen over hot succès van een dra- matisch schrijver. In den bloeitijd onzer Republiek werd de kermis bezocht door stadhouders en raadpensionarissen, met hunne familie en vriendenen thans, nu onze aanzienlijken slechts eenige waardoering in de algeraeene, jaarlijksGho feestvreugde aan den dag behoefden te leggen om de kermis in al hare vroegere heerlijkheid te herstellen, nu draaien de heeren en de dames haar den rug too, om straks te gaan weeklagen dat de oudvaderlandsche, gulle pret niet meer leeft! Men tracht volksfeesten te organiseeren, welke de lui koud laten, omdat zij niet uit den boezem des volks oprijzen men vormt vereenigingen tot veredeling van het volksvermaak welkor leden elkander mistroostig aankjjkon, omdat zij niets weten uit te denkenen a 1 s er eindelijk iets voor don dag komt, dan ontleent men juist aan die versmade kermis een zeker aantal attri buten, om het zaakje aanlokkelijk te maken. Straks verzamelen zich eenige dier voorname feest- organisateurs op een afgesloten terrein, om een „kermesse d'été" te vieren, waar z(j „dol voel pret" hebben, bedenk eens, er was een Jut, en een schietsalon, en een echten Jaap met zjjn koek- wagon! we mochten weieens weten, of daar ook niet soms een glaasje meer wordt gepakt dan met de voorschriften der matigheid bestaan baar isl Zoo'n „kermesse d'été" is een middeleeuwsch marktplein met gaslantaarns; een hansworst met glacéhandschoenen aan; een dood paard aan een boomeene mummie in een glazen kastje. Wanneer wij de verdwijning der kermis als eene nationale ramp beschouwen, dan denken we voornamelijk aan de mannen en vrouwen van allerlei stand, die het geheele jaar door met zorgen en moeiten te kampen hebben, en daarom een dubbel recht bezitten om een paar avonden in den zomer met hun gezin eene uitspanning te kunnen smaken overeenkomstig hunne neigingen. Er is iets bijzonder aantrekkelijks in do kalme wande lingen, welke vader en moedor met hun geheele kroost doen langs de reeksen van kramen, en in het welbehagen, waarmede zij de evolution te paard van op één na het jongste kleintje in den draaimolen gadeslaan. De triomfantelijke intocht van zoo'n geheele familie in eene poffertjeskraam hot toppunt van genot, dat het jonge volkje dagen lang toewenkte, en de bijzondere plechtigheid, aan het gezamenlijk binnentrekken van hot paardenspel verbonden, heeft ons altijd eone der bekoorlijkste épisodes van dozen wèlaangenamen tijd toegeschenen. Echter naast die uitspanningen ook uitspattin gen, niet waar? Zeker, maar het is niet royaal, die zóó breed uit te meten, als zou het beloofde land der reinste zedelijkheid en der kalmste inge togenheid bereikt zjjn, als maar de kermis naar het musoum van oudheden werd verbannen! Zelfs de zon is niet vlekkeloos, en zou de kermis het dan zjjn moeten? Het is mogelijk dat enkele onzer lezers, hunne deftigheid van boter gehalte achtende dan onzen ernst, do noodzakelijkheid van een enkel percentje dwaasheid in het menschelijk leven betwisten; vooralsnog hebben wjj geon reden, onze opvatting voor de hunne to verwisselen. Als maatstaf voor de berekening van het pen sioen van den onlangs overleden bode-conciorge was het genot van vrije woning gewaardeerd op een bedrag van ƒ100 'sjaars, terwijl als grondslag voor het pensioen en de jaarljjksche bijdrage was vast gesteld ƒ900 jaarwedde, ƒ100 vrije woning, ƒ100 vuur en licht, ƒ100 schadeloosstelling voor het gemis van vroeger genoten emolumenten en 50 ver goeding voor het toezicht en de zorg voor militaire transporten en inkwartiering, te zamen ƒ1250. Het komt B. en Ws. voor dat het genot van vr(je woning eonigszins te laag is geschat en dat daarvoor een bedrag van ƒ150 behoort te worden aangenomen, zoodat zjj den gemeenteraad in over weging geven in gevolge art. 3 der Pensioenverorde ning, don grondslag voor het pensioen van den nieuw bonoemden bode-conciergo als volgt vast te stellen traktement ƒ900, vrjje woning ƒ150, vuur en licht ƒ100, inkwartiering 50, te zamen ƒ1200. De vergoeding voor gemis van vroeger genoten emolumenten is uit den aard der zaak vervallen. Door eigenaars en bewoners van huizen in de Vrouwenkamp is den gemeenteraad bjj adres om verschillende redenen verzocht, aan die straat een anderen naam te geven. Naar aanleiding van dat adros hebben B. en Ws. den gemeente-archivaris uit- gonoodigd een onderzoek in te stellen naar den oorsprong van don naam „Vrouwenkamp", in ver band met de vraag of er tegen naamsverandering van deze straat uit een historisch oogpunt bezwa ren zouden kunnen bestaan. Uit het daarop uitge bracht rapport, hetwelk met een mede door B. en Ws. ingewonnen advies van de Commissie voor het Stedelyk Museum wordt overgelegd, bljjkt dat bo venbedoelde vraag in ontkennenden zin kan worden beantwoord, zoodat er volstrekt geon bezwaar be staat aan het voorzeker niet ongegrond verlangen van adressanten te gemoet te komen. B. en Ws. geven mitsdien in overweging aan de straat, loopende tusschen do Turfmarkt en de Oude Mare, thans genaamd Vrouwenkamp, den naam te geven van Caeeiliastraat. Adressanten gronden hun verzoek daarop„lo. dat de naam van Vrouwenkamp bjj velen onzer stad- genooten niet al te hoog staat aangeschreven; 2o. dat in den laatsten tjjd tusschen de Turf markt en Lijsbetsteeg eenige knappe werkmanswoningen zjjn gemaakt, en dat dientengevolge vele bewoners door hunne maatschappelijke positie, dikwjjls verplicht zjjn hunne woonplaats op te geven, en dan deze naam veeltijds een onaangenamen indruk teweeg brengt, zoodat het wonen in die straat alleen de bewoners schade berokkent. Reden waarom adres santen den Achtb. Raad eerbiedig verzoeken deze straat een anderen, min beruchten naam te geven, hetzjj die van Schoolstraat of Turfmarktstraat, of Caeeiliastraat, het is hun om het even, als de naam van Vrouwenkamp maar vervalt."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 1