sanaaesa
Duizenden Amsterdammers hadden zich gisteren
roisvaardig gemaakt om zich naar het Vondelpark
te begeven, alwaar, zooals men weet, des middags
een groot „Bloemen-Corso" plaats had.
Wel verstoorde eene bedekte lucht eenigszins de
illusie van dit voor het eerst naar ons land over
geplante schoone feest der zuidelijke volken, maar
de opgewektheid leed er geen schade door en aan
de weelderige kleurenmengeling der bloemen, waar
mee verschillende rijtuigen der studenten en andere
deelnemers waren omhangen, deed de grauwe tint
der lucht en het dientengevolge iets donkerder groen
van het heerlijk Vondelpark geen afbreuk.
Reeds van twaalf uren af was het publiek in
dichte drommen blijven toestroomen, zoodat de volte
letterlijk was om niet door te komen. Vooral ter
hoogte van het Paviljoen, waar men berekenen kon
dat de stoet zeker moest passeeren, was het zóó
vol dat men over de hoofden kon loopen.
Omstreeks kwart vóór tweeën kwam de Senaat van
het Amsterdamsche studentencorps in een prach
tig, geheel met bloemen en bouquetten getooid
rijtuig, het Vondelpark binnen, gevolgd door andere
rijtuigen met studenten uit Amsterdam en andere
plaatsen, die hun voorbeeld hadden gevolgd en
hunne rijtuigen insgelijks sierlijk op allerlei wijzen
een feestelijk aanzien hadden gegeven.
De eerste afdeeling rijtuigen met studenten
de hoofdgroep word voorafgegaan door elfhee-
ren te paard, allen in gelijk kostuum blauwe
jockeypet, blauw buis en tricot broek en be
stond uit een achttal twee- en vierspannen.
De Senaat van het Leidsche Studentencorps be
vond zich in een landauer, waarin, schijnbaar althans,
een waar bloemtapijt met overhangende slippen lag
uitgespreid. Het tapijt was geweven uit blauwe
viooltjes en met veelkleurige rozen doorstikt. De
beide paarden droegen, naar Russischen trant, be
bloemde bogen op de schoft. Op kopstuk, hoofdstel-,
gareel, kruis en teugels waren insgelijks bloemen
gehecht.
Ook de senaten van Groningen, Utrecht en Delft
bevonden zich in den stoet.
Van particuliere zijde had men eveneens voor
dit feest nogal werk gemaakt, zoodat eenige tien
tallen zeer net opgetuigde rijtuigen allengs het
park binnenreden. Onder deze equipages trok voor
al het vierspan van het Raadslid Den Tex de aan
dacht, wiens rijtuig van onder tot boven met rozen
was versierd en gereden werd door een koetsier,
gekleed volgens 17de eeuwsche kleederdracht.
Zelfs twee- en driewielers hadden groen en bloe
men aan de wielen gehecht.
Gaandeweg werd de stoet steeds grooter. Door
de volte moest het rijden echter zeer langzaam
gaan, wat niet in overeenstemming is met het
karakter van een corso.
Tegen halfvier begonnen de studenten hun bloemen-
schat, onder in de rijtuigen verborgen, te voorschijn
te halen en ontving menige jonge dame eene altoos
welkome hulde in den vorm eenor bloem, met gratie
kwistig toegeworpen. Het geheele feest was zeer
aardig en liep best af, dank zj vooral de belang
stelling van het publiek.
De Amsterdamsche Studentenfeesten zijn gister
avond voortgezet met een concert door de Orkest
vereniging in „Café Maas" aan de Weesperzyde,
en worden hedenavond besloten met een feest te
Zandvoort door de dispuutgezelschappen, waarbij
vuurwerk, benevens concert der Crefelder kapel,
door het Zandvoortsche badcomitó het studenten
corps en zijnen gasten aangeboden.
Ingevolge depeche van Batavia, d. d. gisteren,
zou de jongste raming van den Gouvernements-
Koffieoogst op Java, een verschil ten nadeele van
■de voorafgaande raming aantoonen van 14,000 pi-
kols, in plaats van 6000 pikols, gelijk eerst werd
opgegeven. Dientengevolge wordt die oogst thans
begroot op p. m. 405,000 pikols, in plaats van
413,000 pikols.
tiemeo^d Nieuw*.
Eene der slechtst befaamde straten
in het midden der Hofstad, de Begijnestraat, zal,
is men wel ingelicht, binnenkort eene zuiveringskuur
ondergaan. De overheid moet namelijk termen ge
vonden hebben om in de aanwezigheid van een
Evangeliesatie-lokaal in die straat welk lokaal
daar gevestigd werd juist met het doel om de daar
wonende vrouwen tot inkeer te brengon eenebj-
paling van de onlangs ingevoerde Politie-verordening
toe te passen, die o. a. het wonen der bedoelde
vrouwen in de nabijheid van gebouwen aan gods
dienstoefening gewijd, verbiedt. De ingeschreven
vrouwen, in die straat woonachtig, moeten thans
van de politie bevel hebben ontvangen om binnen
een korten termijn die straat metterwoon te verlaten.
Gisteravond ontstond te Rotter-
dam een binnenbrand in een perceel in den Ael-
brechtskolk (oud Delftshaven), bewoond door C. D.
De brand werd veroorzaakt door het omvallen
van een petroleumtoestel, waarbij gordijnen en vloer
kleed zijn verbrand, en het 4-jarig zoontje ernstigo
brandwonden aan armen en beenen heeft bekomen.
Een agent van politie, te Amster
dam op post staande, kreeg plotseling e9ne beroerte
en viel dood neder. De ongelukkige werd door twee
zijner collega's per brancard vervoerd.
Te T i enhoven w e rden gevangen 23
zalmen en 1 steur, wegende 250 halve kilo's, en
te Langerak 29 zalmen.
Men meldt uit Maassluis, dd. 24
Juni: Volgens ontvangen telegram uit Lerwick is
sedert het vertrek van den lsten jager „Wodan"
de vangst van haring zeer gering geweest en be
paalde die zich tot I kantje per schip per nacht.
Het was met de liefde gedaan. Een
eerzaam weeuwtje, uit de omstreken van Haarlem
naar Amsterdam gekomen, hoopte daar ter stede,
langs den meer en meer gebruikelijken weg, in
kennis te komen met een man, waardig haren over
leden echtgenoot te vervangen en bereid met haai
den tocht naar het Raadhuis te aanvaarden. Het
weeuwtje had wellicht wel eens van trouwelooze,
maar nooit van hongerige minnaars gehoord. Aan
vankelijk slaagde zij naar wenscheen blonde
Adonis, op het Rplein woonachtig, had als
candidaat alle kans van te zullen slagen en bezocht
getrouw zjjn toekomstig vrouwtje op haar net in
gericht bovenhuis in de nieuwe stad. Het weeuwtje
vond het erg gezellig en af en toe werden des
avonds eenige buren verzocht om een kaartje te
maken, bij welke gelegenheid de toekomstige echt
genoot uitermate in zjjn schik was. Alles ademde
liefde en teederheid; reeds droomde het weeuwtje
van de zonnige dagen van toekomstig huwelijks
geluk, toen eensklaps het plan misliep, door de
tusschenkomst harer zuster, die, om in gewoon
menschen-proza te spreken, bp de hand was voor
drie. De zuster dan kwam logeeren; er werd een
paar avondjes oudergewoonte een kaartje gemaakt,
en nu trof het den scherpzienden blik der zuster,
dat de verliefde huweiykscandidaat nooit meer dan
2 kwartjes in zijne portemonnaie had en bovendien
bijzonder veel at en dronk. „Ik houd dien man
voor erg kaal," zeide zjj, „meer hongerig dan trouw
lustig." Die vonk van argwaan ontvlamde in het
voor indrukken zoo ontvankelijk vrouwelijk hart;
zus kon toch wel eens gelijk hebbenals het eens
om haar centjes te doen was. Hoe dit te ontdekken?
Er werd door de zusters eene krijgslist bedacht.
Zondag kwam de verliefde, hongerige en dorstige
minnaar als altijder werd koffie gedronken en na
afloop verklaarde het weeuwtje dat zij, daar de
meid uit was, geen zin had om te koken en dus
gaarne met hare zuster en hem in een hotel zou
dineeren.
Tegen wil en dank moest de man het voorstel
aannemen en tegen 4 uren wandelde het drietal op
het R plein, want mijnheer moest nog even thuis
wezen. „Zie je wel," zei het weeuwtje tot hare
zuster, „hij is bepaald even nog wat geld gaan halen."
Het gezelschap kwam eindelijk in een der hotels
nabij den Dam; de dames lieten zich alles goed
smaken, ook den wijn en, daar het zoo warm was,
zou een glas champagne niet onaardig zijn. "Wij
weten niet welk geluid sterker was, dat van het
knallen der champagne-kurk of dat van het bonzen
van 's mans hart, want het beslissend oogenblik
naderde. De kellner wordt geroepenmijnheer zegt
„Je kent me welik zal morgen wel komen beta
len." Het aanbod wordt goedgevonden, het gezel
schap verlaat het hótel, de man met een verlicht
hart, de dames verblijd over het succes harer list,
het weeuwtje overtuigd dat haar aanstaande kaal
in het kwadraat was. Nog denzelfden avond nam
het weeuwtje de pen op om haren Adonis fat
soenlijk de bons te geven. (Historisch.) (P. N.)
Te Saulson heeft een 18-jarige
landbouwer, Leduc, zijne oude moeder door 15 mes
steken, de meeste aan het hoofd, afgemaakt.
De vrouw van een barbier te B rus»
sel, moeder van drie kinderen, is van vier jongens
tegelijk bevallen. Allen zijn welvarende.
Te M o n t-S a i n t-G u i b e r t (België) werd
dezer dagen eene poging tot moord gepleegd door
zekeren Delroeck, tuinman van den heer Lalieux,
die de dienstmaagd van dien heer vier messteken
toebracht. Eene der wonden van het slachtoffer is
van ernstigen aard.
In een voor echtgenooten zeer be
langrijk proces is in Frankrijk uitspraak gedaan.
'tGold toch de vraag: Tot welk bedrag is de man
verplicht de toiletten te betalen, welke zijne vrouw
heeft besteld?
Te Nizza is de vraag in eerste uitspraak beslist
in het voordeel van den echtgenoot. De graaf De
Chambrun, die Nizza des winters met zijne vrouw
bewoont, had op officieele wijze alle leveranciers
en in het bijzonder alle naaisters gewaarschuwd
dat zij zp'ne vrouw voor niet meer dan 250 fr.
toiletten mochten leveren zonder hem vooraf te
hebben geraadpleegd. Mme Simon Malvano aldaar,
„dresses and mantles", stoorde zich echter niet
aan het verbod en de graaf ontving niet lang ge
leden tot zijne groote verbazing van haar eene
rekening van 6500 fr. geleverd aan mevr. de gravin.
Do graaf weigerde kortaf te betalen en bood
eenvoudig 250 fr. aan. De Mme Malvano weigerde
die aan te nemen en stelde een eisch in bij de
rechtbank te Nizza. Zij kreeg hier echter geen
troost, want de uitspraak luidde dat zij alleen
recht had op 250 fr. met de verschenen rente.
Hiermede niet tevreden kwam zij in hooger beroep
bij het hof te Aix en zag zij hier hare poging niet
succes bekroond.
Het hof overwoog dat onder de plichten van den
echtgenoot behoort het kleeden, onderhouden en
zelfs het tooien van de vrouw, terwijl hij haar
moet verschaffen al de genoegens, welke haar
volgens haar fortuin, haar opvoeding, haar rang
en haar maatschappelijke betrekkingen voegen.
Nog werd overwogen dat derden, aan de vrouw
onder de oogen van den echtgenoot datgene ver
schaffende wat haar noodzakelijk is, feitelijk de
verplichtingen vervullen, welke op den man rusten,
terwijl nog word aangevoerd dat de goederen, toen
zij geleverd werden, geacht konden worden nood
zakelijk te zijn voor eene vrouw, welke zich op
onbekrompen wijze in de wereld beweegt. Ten
slotte neemt het hof aan dat de man, zich in de
s ilons vertoonende met zijne aldus getooide-vrouw,
zelf direct heeft geprofiteerd van hetgeen aan de
vrouw is verschaft, om alle welke redenen de
graaf De Chambrun werd veroordeeld de rekening
te betalen.
Het vonnis zal, naar men vermoedt, afzonderlijk
worden uitgegeven en in sierlijke omlijsting in alle
mode magazijnen aan den wand worden gehangen.
Hoe d e d o o d s t r a f i n h e t k o ni n k r ij k
Siam wordt toegepast. De terechtstellingen hebben
altijd in den middag plaats onder een grooten toeloop
van nieuwsgierigen. De veroordeelden hebben ketens
aan do voeten,, aan de polsen, om het middel en
om den hals. Zij schijnen te slapendat is zoo het
gebruik. De rechter, die de strafoefening moet bij
wonen, laat zich minstens een uur wachten. Zoodra
hij komt, worden de ongelukkigen met de schou
ders aan kleine bamboezen kruisen vastgemaakt,
van een voet hoogte, welke in den grond zijn ge
plaatst. Met het gezicht naar het altaar gekeerd,
geeft men hun bloemen en fakkels in de handen
als offerande. De beulen verschijnen, vallen voor
hunne slachtoffers op de knieën en richten de vol
gende toespraak tot hen
„O gü, die op het punt zijt eene andere gedaante
aan te nemen, verwijt mij de uitvoering der keizer
lijke wet niet. Dat zjj mij geen lijden en pijnigingen
veroorzake in mijn toekomenden staat van ziels
verhuizing, want alleen de wet gebiedt mjj deze
gewelddadigheid te begaan, die in tegenspraak is
inet het eerste voorschrift van den godsdienst van
Bouddha: „Gy zult niet dooden!"
De veroordeelden knikken zacht met het hoofd.
De beulen nemen nu een bad in den tempel in
het gewijde water en trekken hun kostuum aan.
Dit bestaat in een rooden hoofddoek, een pantalon
van dezelfde kleur en een wit vest met kabalis-
tische teekens, terwyi de voeten bloot zijn. Zy
onttrekken zich achter de struiken aan de oogen
der veroordeelden, wier ooren en neus onderwijl
door do beulsknechts worden volgestopt met aarde,
en die hen het hoofd doen buigen, ten einde zp
den slag op de juiste plaats ontvangen.
Op straffe des doods wordt den omstanders nu
stilte opgelegd, en de rechter geeft een teeken.
De beulen voeren nu eene soort dans uit, gaan
achterwaarts en voorwaarts met het zwaard in
de hand. Eindeiyk klieft het zwaard door de
lucht en de hoofden der ongelukkigen vallen op
den grond, de kruisen waaraan zij waren vast-