N°. 8385.
Woensdag 22 Juni.
A°. 1887.
<§eze (Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
van ;Zon- en feestdagen, uitgegeven.
BURGERLIJKE STAM) VAN LEIDEN.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Pranoe per poet1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENT EEN
▼an 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.174.
Grootore letters naar plaatsruimte. Voor het inoas-
seeren buiten de Btad wordt 0.10 berekend.
INGEZONDEN.
Mynheer de Redacteur!
Het in nommer van dato 15 dezer ingezonden
stuk, onderteekend mr. L. H., noopt my weder eene
plaatsruimte in uw geacht blad te verzoeken. De
schrijver daarvan zegt, dat ik mij aan een zwaar
vergrijp heb schuldig gemaakt, omdat ik beschul
digde en veroordeelde zonder den toestand van onzen
schouwburg te kennen.
Daartegen moet ik ernstig opkomen, omdat mij
de toestand, voor zoover door mij beschreven, wel
degelijk bekond was, terwijl ik over datgene, wat
mij niet bekond was, opzettelijk gezwegen heb.
Nu verwonderde het my zeer dat mr. L. H. in
zyn ingezonden stuk juist datgene begint te behan
delen, waarover ik niet het minste oordeel geveld
heb, ni. over den toestand achter de coulissen, en
deed het my zeer veel genoegen te vernemen,
dat het aldaar ten minste gunstiger gestold is dan
vóór do coulissen.
In mijn vorig ingezonden stuk had ik bijzonder
het oog op het benedengedeelte van ons komedie
gebouw, nl. op parterre on baignoires, en ik herhaal
nogmaals, dat de toestand aldaar by eene eventueele
paniek tot groote onheilen moet leiden. Mr. L. H.
maakt o. a. melding van houten deuren, welke
baignoires en parterre van elkander scheiden; ook
dit was my eveneens bekend, doch myns inziens is
dit geene verbetering en kan dit het gevaar van
opdringen voor die baignoires eer vermeerderen
dan verminderen. De balustrade der baignoires is
evenwel laag genoeg om zonder moeite daarover te
klimmen, en ik geloof ook niet dat men by eene
eventueele paniek zoude wachten, totdat die deuren
opengerukt waren, doch eenvoudig zonder eenige
égards voor de gewoonlijk op de voorplaatsen zit
tende dames, daarover heen springen. Ook moet
men niet uit het oog verliezen, dat bij eene paniek
liet gezond verstand ophoudt te sproken, dat slechts
ééne gedachte ieder vervult, nl. zich zoo spoedig
mogelyk te redden; het wordt als het ware een
strijd op leven en dood, en men tracht het eerst
en bij voorbaat die uitgangen te bereiken, waaraan
men gewoon is.
Men behoeft slechts de verschillende mededee-
lingen over rampen van dien aard na te gaan, om
daaruit af te leiden dat bij die gevallen het grootste
gedoolto van het publiek zich als het ware in
stinctmatig naar de hoofd uitgangen zal spoeden,
en juist daardoor is het gevaar zoo groot in
dien nauwen corridor om baignoires en parterre, en
wat het gevaar nog grooter maakt, zyn de ver
schillende naar buiten openslaande deuren der
baignoires, wolke öf den weg versperren, óf door de
daartegen opgedrongen menigte niet te openen zyn.
Wat overigens de nooddeur betreft, welke aan
de op de voorste banken van parterre en voorste
baignoire rechts van het tooneel zittenden gelegenheid
moet geven, zich te redden, deze is niet voldoende.
Naar men my heeft ingelicht, is de tuin achter
bedoelde deur lag.er gelegen, zoodat men langs
een trapje het gebouw te verlaten heeft, en, aan
gezien het in dien tuin volslagen donker is, zoo
kan het niet anders of men zal door den plotselingen
overgang van licht en duister, dit trapje niet be
merken, waardoor ook aldaar ongelukken te voor
zien zyn.
Ik ben het in zooverre met mr. L. H. eens, dat,
indien de bezoekers van onzen schouwburg met de
inrichting van het gebouw meer bekend waren,
dit veel zou bijdragen om onheilen te voorkomen,
doch van eene publieke uitnoodiging door de
commissie gedaan tot bezichtiging en verklaring
van de inrichting is mij en zooveel anderen, niets
bekend. Ik geef gaarne toe dat de schouwburg
commissie in de laatste jaren veel gedaan heeft
om den toestand in onzen schouwburg te verbeteren,
doch m. i. kan er nog veel meer gedaan worden.
Het doel van myn voorgaand en ook van dit
schryven was dan ook niet eene beschuldiging
tegen onze schouwburg-commissie uit te brengen,
doch alleen om bedoeldo commissie op gevaren te
wijzen, waarover zy wellicht nog niet gedacht
heeft. Ik hoop daarom dat dit schrijven het ge-
wenschte doel moge hebben, opdat in het a. s.
speelseizoen hot Leidsche publiek met de meeste
gerustheid onzon schouwburg kan bezoeken.
Met de opname dezer regelen zult u ten hoogste
verplichten
Leiden, Uw dw. Dr.
18 Juni 1887. D.
Geachte Heer Redacteur!
Indien de Redactie zich met de plaatsing van by -
gaand opstel wil belasten, betuigt steller dezes
daarvoor bij voorbaat dank.
Platte Gronden van Schouwburgen.
Een dezer dagen ingezonden artikel in het Leidsch
Dagblad, geteekend Mr. L. H., dat de strekking
moest hebben om ons schouwburgbezoekond publiek
redenen tot geruststelling te geven, en dat tot nog
toe, zelfs door architecten van de stad onzer in
woning met stilzwijgen werd voorbijgegaan, mis
schien wel omdat het onderwerp door een oninge
wijde behandeld was, en er volgens my'ne meening
een groot verschil is tusschen Mr. metselaar, Mr.
timmerman en Mr. in do rechten, (Meester archi
tecten hebben we hier niet, anders konden die er
ook nog by), daarom is het beter de beoordeeling
maar aan de twee eerstgenoemde Meesters over te
laten over de vraag of ons schouwburglokaal aan
de oischen des tegenwoordigen tyds voldoet, dan
het door oen Mr. in de rechten te laten doen, tenzij
die Mr. in de rechten vroeger de Bouwkunst be
oefende, iets, waaraan na het lezen van ZEd. Gestr.
opstel moet getwijfeld worden.
Bij den brand der Opéra Comique to Parijs is
duidelijk gebleken (hetgeen hier ter stede nog veel
meer in het oog valt) dat de gangpaden rondom
baignoires enz. te smal zijn, en reeds dikwerf by
volle komediezalen het uitgaan zeer bemoeielykt
werd en redenen tot klagen gaf, door gedrang of wel
door het weinig kunnende vorderen der personen,
op wie een rijtuig stond te wachten, en schouw
burgbezoekers zelfs genoodzaakt waren eenigen
tijd in hunne loges of baignoires geblokkeerd te
blyven, eenvoudig doordien zij er nog niet uit
konden komen.
In het parterre zyn de banken zóó dicht op elk-
kander geplaatst, dat het zeer moeielijk is op ge
wone avonden elkander te passeeren. Hoe zou dat
uitgaan van den schouwburg wel moeten gaan bij
alarm van brand of iets dergelijks Doodeenvoudig
Het antwoord daarop is U, geachte schouwburg
bezoekers, door Mr. L. H. aan de hand gedaan;
„met een plattegrond op papier" gewapend komt
ge op uw gemak zoo maar aan die nooduitgan
gen welke in natura wel bestaan, doch waarvan
er een in den tuin van een buurman uitkomt, en
do andere zóó smal is (dit is het gangetje naast
den Schouwburg tegen de directiekamer), dat er
een mager paard door kan. Deze soort is er dan
ook wel eens doorgegaan om op hot tooneel te
verschijnen.
Degenen, die eenigszins met ons schouwburglokaal
bekend zyn en daarbij den tyd terugdenken vóór
do verbouwing van 1865-'66, zullen weten dat het
oude gebouw verbreed is geworden door aankoop
naast den Schouwburg, en de beschikbare plaats
in aanmerking nemende, er van het nieuwe gebouw
gemaakt is, wat men toen redelijkerwijs kon ver
langen.
Door ondervinÉ!: n on door verschillende schouw
burgbranden wyzer geworden, stelt men tegenwoor
dig hoogere eischen in het belang der veiligheid
voor do schouwburgbezoekers.
Hetgeen nu altyd voor schouwburgen zal blijken
eene groote fout te zijn, is het opofferen der gang
paden om meerdere ruimte in de zaal te behouden,
en vooral het niet geïsoleerd staan dier ge
bouwen.
Staat een komediegebouw afzonderlijk, zoo zijn
er van zelf meer uitgangen te maken. Hier ter
stede moet alles een uitweg vinden naar de
Oude Vest, want zocht ge in verwarring naar uwe
zoogenaamde nooddeuren of uitgangen (al stonden
er letters op van 25 centimeter grootte), ge zoudt
ze niet vinden, daar by eene catastrophe de hoofd
kranen voor gas, zoo mogelyk, dadelijk afgesloten
worden, ten einde grootere onheilen te voorkomen,
en petroleum of andere lampen zouden toch niet
lang blijven branden, daar ze door stikstof en veel
meer andere oorzaken, by v. door de brandende verf
van zaal of docoratiën van zelf zouden uitdooven.
Onze Leidsche schouwburg is een particulier en
geen stedelijk gebouw, niettegenstaande er door
onze gemeente eene subsidie, hoe klein ook, aan
toegekend wordt. Deze subsidiën zyn in de meeste
plaatsen veel hooger, omdat men daar den Schouw
burg ook voor Volksontwikkeling als eene zeer
geschikte en aangename gelegenheid begroet.
Doordien onze schouwburg nu is een particulier
gebouw, geplaatst tusschen andere huizen, (waar
voor de schouwburg even gevaarlijk is als de huizen
voor den schouwburg), blijft het voor de aandeel
houders zeer moeielijk in den bestaanden toestand
verandering te brongen. Die verandering, welke
zeer kostbaar zou zyn, ware alleen te verkrijgen
door aankoop der naastbygelegene huizen; dit toch
zal vooreerst wel tot de vrome wonschen blyven
behooren. Ten eerste omdat er van onteigening
ten algemeene nutte geen sprake is en de aan
deelhouders niet genegen zullen zyn, om, ten koste
van hunne beurzen, den schouwburg te laten ver
bouwen. En toch zoude het hoog noodig zijn
voor het algemeen belang, maar vooral voor de
veiligheid der bezoekers, dat er door deskundigen
in het bouwvak (zoo die er zitting hebben) by het
gemeentebestuur er ernstig op gewezen werd, hoe
noodig het is, om op de plaats zelve een streng
onderzoek in te stellen.
Plattegronden helpen niet, alleen verande
ring en verbetering in het bestaande gebrek
(namelijk te weinig ruimte in de gangpaden) kan
hulp aanbrengen. Wanneer zullen we die ver
andering zien?
Intusschen wachte men zich voor schade en
ongelukken. z.
PS. De brand van de Opera te Parys heeft nu
reeds ten gevolge, dat alle schouwburgen en café's-
concerts binnen zekeren tijd van electrisch licht
moeten voorzien zyn. - Zoolang dit hier niet kan
plaats hebben, zou het wenschelyk zyn, dat do
schouwburgaandeelhouders er toe besluiten konden
boven langs den Engelenbak buizen der water
leiding te laten aanleggen, voorzien van honderden
gaatjes, ten einde by eventueele ongelukken, door
het openzetten eener hoofdkraan, op de straat be
reikbaar, de zaal van den schouwburg als 't ware
te laten overstroomen.
Eerste huwelijks-afkondiging van 19 Juni.
Dr. L. Knappert jm. 23 j. en M. Mac Gillavry jd. 22 j.
C. Swaanenburg jm. 21 j. en C. Kop jd. 22 j. A. G.
Hoppezak jm. 25 j. en M. E. Dingjan jd. 25 j. W. J. A.
Hagethorn wcdr. 35 j. en W. C. De Gunst jd. 25 j.
J. n. Stafleu jm. 22 j. en M. M. Van Eyk jd. 22 j.
A. Van Houten jm. 26 j. en J. M. E. Mulder jd. 24 j.
J. A. Hoffs jm. 25 j. en W. Van Haften jd. 21 j. C. Van
Berkol wedr. 65 j. en B. C. Janssen wed. 52 j. J. Van
Kampen jm. 23 j. en H. W. Waterland jd. 29 j.