REISGIDS, O. KOOYKEU, Remontoirs- Steenkolen. 25 Gulden. AANGEVOERD Feuilleton. DE LAATSTE AVOND. Van Santen's Officiëele J uni-JVomm er, GEBROEDERS VAN MANNEKUS, Garantie. M. Van Rossum Du Chattel, Naaimachines, Qeze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering tan fëpn- en feestdagen, uitgegeven. Y er velg der Advertentiën. HEDEN VERSCHIJNT: Zonder Kaart .15 Cents, Met 25 NIEUWE RIJN 16. bi] LEIDEN. N°. 8375. "Vrijdag; XO -Xixni. A°. 1887. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden1,10. Franco per posta 1.10. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer f 0.171. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incas- seoren buiten de stad wordt 0.10 berekend. Slot.) (Naar het Deensch.) op de opengebleven deur, die naar het andere vertrek leidt, ziet men de reusachtige schaduw der moeder zich heen en weer bewegen; in den tuin, zoodat het licht nog juist op haar valt, staan de beide jonge meisjes, met de armen om elkanders schouder, zacht te fluisteren. Men hoort in de kamer geen ander geluid dan het pynlyk getik der klok en het gegons van eene enkele mug om de kaarsen op de piano. Hij slaat het album dicht en ledigt zyn glas sherry. „Hé, waar zijn de anderen?" vroeg hij. „Ze zijn naar den tuin gegaan," antwoordde zy op gedempten toon. Misschien was er iets in hare stem, in den toon van het antwoord of misschien ook wel in de ge- heele omgeving, dat hem er toe bracht zich met de hand over het voorhoofd te strijken, als om zich te bezinnen. Het gefluister in den tuin houdt op, de schaduw op de deur blijft onbewegelijk. „Wat helpt het of men zich verdrietig maakt," zeide hjj na eene poos. „Daar ginds is immers geld te verdienen, en moeder heeft het noodig." Hij staat op als om die sombere stemming van zich af te zetten, loopt een paar maal heen en weer, en blijft dan bij het raam staan-. Zjj zit nog altijd in den hoek, geheel in de scha duw verscholen, en spant zich in om iets te zeggen. Maar allerlei gedachten vliegen haar wild door het hoofd, en het is haar alsof het geluid, dat zij voort brengen wil, teruggehouden wordt door een ijzeren gewicht in haar borst. En de anderen komen maar niet terug, waarom toch niet? Waarom moeten ze haar zoo kwellen? „Speel nog eens voor het laatst voor mij," zeide hjj, zich omwendende. „Je hebt in den laatsten tijd zoo weinig gespeeld." Het is haar alsof de grond onder haar voeten tot bergen en dalen wordt, terwijl ze op de piano toe treedt, die heel dicht bjj de tuindeur staat. Ze tast als in den blinde naar de toetsennu behoeft ze ten minste niet te spreken. Eerst volgen de tonen elkaar wild en verward op onder haar bevende vingers, maar gaandeweg wordt haar spel tot eene zachte, klagende melodie, waarin snikken en tranen zich verraden. En terwijl zij speelt, trekken bij het wisselen der tonen, de beel den uit haar jeugd aan haar geest voorbij. Ieder akkoord is eene herinnering, die zjj bewaard heeft, iedere lang aangehouden toon een droom, welken zij thans vaarwel zegt. Zy ziet zich als kind met hem in eene boot op den vijver der pastorie. Hij was een machtig koning, die de schoone prinses met zich voerde als zijne bruid. Aan de overzijde lag het betooverde land harer droomen, waar ze samen wonen zouden. Zjj zat met een krans van bloemen in het haar naar hem op te zien, terwijl hij met een verguld-bord papieren helm op het hoofd, de boot voortduwde en toen dacht zjj niet anders of dat heerlijke leven zou altijd maar zoo voortgaan. De zomeravondkoelte, bezwangerd met den geur van duizenden bloemen, dringt door de tuindeur naar binnen. De muggen gonzen om de lamp; de pendule zet haar regelmatig getik voort. En Emilie speelt voor het laatst voor hem, dien ze lief heeft. Beiden waren ze ouder geworden. Hjj zat in de hoogste klasse op school, en zou spoedig als student naar de hoofdstad gaan. Eens op een avond, —hoe goed herinnert ze zich dien avond zaten ze samen hand in hand achter de rozenheg in den tuin. Hjj bracht heel verlegen een gedicht te voorschijn en las het haar voor. Het handelde over liefde, en toen hij het gelezen had, zeide hjj„Dat heb ik op ons beiden gemaakt." En toen kuste hjj haar vele, vele malen. Zy rukte zich los en liep weg, maar het gedicht leerde zij van buiten en herhaalde het telkens en telkens weder voor zichzelve, want het was het schoonste gedicht, dat zij ooit gelezen had. Zij zelf was er immers de heldin van? Toen kwamen de donkere dagen, gedurende welke hy zich niet meer liet zien Hoe zacht en smeltend, hoe droefgeestig klinken de akkoordenHet is voor het laatst, dat zij speelt voor hem, dien zy lief heeft. Eens waren ze te zamen naar een bal geweest. Het was omstreeks kersttyd. Onder de gasten was een jonge dame uit de hoofdstad, gekleed in lichte zijde en getooid met bloemen, met wie hy byna den geheelen avond gedanst had. Hy hield haar waaier en had allerlei kleine oplettendheden voor haar. En toen was hy haar komen vragen of zij die dame niet mooi vond. O, wat had zy geweend, toen zy later alleen in haar kamertje was, en hoe had zy die vreemde dame met dat slepende zyden kleed en die fraaie bloemen gehaatMaar toen had zy zich het gedicht herinnerd, en het nog eens en nog eens over gelezen. Had hy zelf niet gezegd, dat zij er de heldin van was? -Zy had het geloofd, en nu, nu speelt zy het graflied over de liefde harer jeugd! Dan herinnert zy zich een zomeravond, toen zy hem al plagende ontvlucht was, en hy haar in die laan van zooevenjhad ingehaald, beiden ademloos van het snelle loopen. Hy had haar hand gegrepen en die gedrukt, zóó warm en innig, dat zy dien druk nog steeds voelt. De liefde stelt zich met zoo weinig tevreden, en zy was altyd bly ven hopen dat zy toch de heldin was in het gedicht. Zy had zich nog steeds in het schuitje gewaand, dat met hem tot stuurman, koers zette naar de overzyde, naar het betooverde land harer droomen. Maar nu was het voor goed gedaan met het gedicht. Hy stond alleen in de boot, en zy zy was aan den onherbergzamen oever achtergebleven. De schaduw op de deur begint zich onrustig te bewegen. De jonge meisjes luisteren met gespannen aandacht. Hy staat met zyn horlogeketting te spelen. De tonen worden gaandeweg meer afgebroken, als ingehouden kreten en onregelmatige zuchten. Dan zwijgen zij. „Dank, Emilie," zeide hy op bewogen toon. „My dunkt, ik heb je nog nooit zoo mooi hooren spelen." Zyne stem klonk hartelijk en gevoelig. „Dat spel zal ik niet licht vergeten." Hij strekte de hand uit, maar zy stond haastig op en, zich van hem afwendende, ging zy by het venster staan. Er volgt eene lange stilte. Het reuzenhoofd op de deur bewoog zich zenuwachtig op en neer. Na eene poos trad Johanna haastig naar binnen. Marie volgde haar, met tranen in de oogen en zeer bleek. „Het wordt myn tyd," zeide Johanna. Zy zet haar hoed op, en hy maakt zich ook gereed om heen te gaan. Een vreemd, gejaagd afscheid, waarby men el kanders blikken ontwykt, waarby de eene hand losjes in de andere gelogd wordt, waarby men zich houdt alsof men als gewoonlyk elkander den vol genden ochtend zal weerzien. Mevrouw en hare oudere dochter vergezellen hen tot aan het tuinhek. Emilie staat nog altyd by het venster. Zy wendt slechts even het hoofd om, als hy haar zacht en bewogen vaarwel zegt." En, terwyl zy hen nog in den tuin hoort spreken, staart zy met strakken blik naar buiten in den donkeren nacht. waarin de verschillende aansluitingen met het Buitenland voorkomen. Verkrygbaar voor Leiden en Omstreken by onzen Hoofd-Agent, den Boekhandelaar Utrecht, Administratie Juni 1887, van de „Reisgids". door Gouden Ileeren-Rcmontoirg van af f 25.- Dames- Zilveren lleeren- Daines- «Fongeheeren- 16.- 10.- 10.- 10.- Nikkel Remontoirs van af ƒ5. le qual. f 6.50. Haarlemmerstraat, 2de Huis van de Mare. De ondergeteekenden bevelen zich beleefd aan voor de levering van prima Steenkolen voor Stoom,- en Huisgebruik uit de voornaamste Mynen van Duitscbland; per waggon franco Station Leiden of wel geheel vry in de bergplaats, tegen concur- roerende pryzen. Gedetailleerde pryscouranten op aanvrage te be komen. Wed. VAN HAANSBERGEN DUTILH, Kantoor: Oude Vest No. 9 te Leiden. Ontvangen eene ruime sorteering van de soliedste 2 draads, laatste en nieuwste constructie, voor 25 Gulden. 5 jaar garantie. A. VAM RIGTEREN. Haarlemmerstraat 283. L EID 8 C H dÉfe DAGBLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 5