summer
N°. 8372.
JOiii^cIao: 'T eT~o.nl.
A*. 1887.
feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
ran fan- en feestdagen, uitgegeven.
tal
Leiden, 6 Juni.
DAGBLAD;
PRIJS DEZER COURANT: lf0J.
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS Dl® ADYERTENTEEN
Van 1—6 regels ƒ1.05. Iedere regel meer 0.171.
Orootere letters naar plaatsruimte. Voor het incas-
eeeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
Oilloieele Honnisjjerlnjfen.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden
Gezien art. 8, lste alinea, der Wet van 2 Juni 1875
(Staatsblad No. 95), tot regeling van bet toezicht bij het
oprichten van inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder
kunnen veroorzaken;
Brengen bij deze ter algemeene kennis dat door hen op
heden vergunning is verleend aan W. VAN STEYN en
rechtverkrijgenden tot de plaatsing van een stoomketel voor
het in beweging brengen van een karnmolen, in het perceel
Zrjdgracht No. 25.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
6 Juni 1887. E. KIST, Secretaris.
By beschikking van den minister van binnen-
landsche zaken is bepaald, dat het eindexamen van
de gymnasia, met zesjarigen cursus, in de by die
beschikking genoomde gemeenten, zal worden afge
nomen op de daarbij voor elk gymnasium aange
wezen dagen, en zijn tevens de gecommitteerden aan
gewezen te wier overstaan bedoelde examens zullen
worden afgenomen, te weten o. a.
by de eindexamens dor gymnassia te Haarlem
(te houden op 20, 21, 22, 23 en 24 Juni), Leiden
(te houden op 25, 27, 28 en 29 Juni) en Rotterdam
(te houden op 30 Juni, 1 en 2 Juli); dr. S. A.
Naber, hoogleeraar aan de gemeentelijke universiteit
te Amsterdam; dr. W. Hecker, hoogleeraar aan
de Rjjks-universteit te Groningen, en dr. H. A.
Lorentz, hoogleeraar aan de Rijks-universiteit te
Leiden.
Verder hebben nog de volgende Leidsche hoog
leeraren zitting: in de commissie te Leeuwarden,
Sneek en Zwolle, dr. J. J. Cornelissen en dr. C. P.
Tiele; te Maastricht, 's-Bosch en Deutichom, dr.
J. Van Leeuwen Jr.; te Arnhem, Deventer en
Kampen, dr. D. Bierens de Haan en dr. P. L.
Muller; te Utrecht en Amersfoort, dr. A. Kuenen
en dr. P. Van Geer.
Heden is verschenen de Gids voor de deel
nemers aan den nationalen schietwedstrijd te 's-Gra-
venhage op 13, 14, 15 en 16 Juni a. s. tor viering
van het 20-jarig bestaan der Leidsche studentën-
vereeniging tot vrijwillige oefening in den wapen
handel „Pro Patria" te houden op het scliietterrein
der dd. schutterij (Proefveld). Daaruit blijken de
veranderingen in programma of reglement gebracht.
De ontvangst der deelnemers zal plaats hebben op
Zondag 12 Juni 's namiddags te twee uren in het
„Hotel de l'Europe" door het bestuur, gepaard met
de aanbieding van den eerewijn; terwijl op den
eersten dagvan den wedstrijd des morgens om
lialfnegon op het schietterrein zelf door den voor
zitter de verwelkoming zal geschieden, waarna om
9 uren de wedstrijd aanvangt, welke door muziek
uitvoeringen wordt opgeluisterd en Donderdag-avond
om halfzeven met een kameraadschappeiyken maal
tijd in voornoemd hotel wordt besloten.
Op voorstel van den directeur van 's Rjjks
Museum van Oudheden te Leiden is dr. W. K. I.
Schoor, leeraar aan de rjjks hoogore burgerschool
te Leeuwarden, door den minister van binnenlandsche
zaken uitgenoodigd om, by de aanstaande afgraving
van de terp in het dorp Stiens bjj de Dokkumer-Eo,
toebehoorende aan den heer T. Veltstra, de bijzon
derheden, die zich daarbij moeten voordoen, na te
gaan, vooral ook met betrekking tot de overblijfselen
der vroegere bewoners, en te zorgen, dat de aan
den dag komende voorwerpen behoorlijk bewaard
bljjven en eene bestemming by 's Rijks Museum
van Oudheden erlangen. De conservator, dr. W.
Ployte te Leiden, zal zich vooraf naar Stiens be
geven, om daar met den hoer Schoor de wijze te
bespreken, waarop het onderzoek en verder het
werk het best kan worden geregeld.
Volgens het „D. v. N." hebben zich voor de
betrekking van kapelmeester bjj het 7de regiment
infanterie te Amsterdam, ontstaan door het over
lijden van den heer H. W. Sonneman, 20 sollicitanten
aangemeld, o. a. twee uit het buitenland. Eerstdaags
zal het vergelijkend examen plaats hebben.
Naar de „Amst. Crt." meldde zou tot die solli
citanten ook de heer J. G. H. Mann, kapelmeester
bjj het stafmuziekcorps van het 4de reg. infanterie
alhier, behooren.
De heer Mann evenwel verzoekt ons te willen
melden dat hy dit bericht voor geheel
onjuist verklaart en niet hot minste plan
heeft gehad of heeft om tot het verkrijgen van
genoemde betrekking eenige pogingen aan te
wenden.
By de heden gehouden openbare verkooping
van cokes in partijen van 1000, 50, 10 en 5 hecto
liters, waren de prijzen 290, 18,/" 3.70 en ƒ1.85
Uit Den Haag wordt gemeldHet eerste con
cert van de Vereeniging van Toonkunstenaars bracht
Zaterdagavond ten gehoore Nicolaï's „Zweedsche
Nachtegaal", stukken voor orkest uit Mann's on
voltooide opera „Melaenis", het koorwerk „Opstan
ding" van L. Völlmar met orkest, tekst van Banck,
en Hol's „Vliegende Hollander." Het koor, (jat zeer
talrijk bezet was, kwoet zich zeer goed, evenals
het kinderkoor in Nicolaï's cantate. Ook het orkest
was doorgaans gelukkig, terwijl de twee solisten,
mevr. Lidia Hollm en de heer Blauwaert, in het
werk van Hol verdienden bijval vonden. De compo
nisten dirigeerden zeiven en werden warm toege
juicht. De zaal was slecht bezet.
Het eenige orkestwerk, dat gegeven werd, was
een viertal fragmenten uit de onvoltooide opera
„Melaenis", onder leiding van den componist, den
heer J. G. H. Mann, uitgevoerd, waarvan in het
verslag van het „Hbl." het volgende wordt gezegd
Het „Prelude" klinkt schoon, is rijk aan fris-
scho, oorspronkelijke klankeffecten en edele motie
ven. Geeft het echter het grondidee van de com
positie weder? Wil de toondichter zijnen hoorders
daarmede do stemming mededoelen, die het onder
werp van de opera in hom opgewekt heeft? Dat
zijn vragen niet te beantwoorden vóór men de gan-
sche opera kent. Dit is niet noodig bij het hooren
van het tweede fragment, „Cortège et Bénédiction
nuptiale" en de „danses romaines." Die zijn als
zelfstandige composities te beschouwen. Ofschoon
niet alle thema's ons konden bevredigen, brengen
we gaarne onze hulde aan den heer Mann voor die
fragmenten. De balletmuziek toont een sterken fa
milietrek met die van Délibes en Rubinsteins „Fe-
ramors," doch verovert de toehoorders door haar
frischheid en geestigheid. De zangerige vioolsolo in
een dier dansen werd zeer schoon gespeeld.
Het Koloniaal Museum te Haarlem ontving
van den heer E. M. Holmes, directeur van het
Museum der „Pharmaceutical Society" te Londen,
eene groote verzameling plantaardige producten
ton geschenke, grootendoel# afkomstig van de
Britsehe koloniën.
Dr. D. De Loos, te Leiden, aan wien de Maatschappij
van Nijverheid wegens zijne belangrijke scheikundige
onderzoekingen ten behoeve van het Museum zoo
veel verplioht is, heeft wederom niet minder dan
66 dezer voortbrengselen onderzocht en deelt in
het kort daarvan de voor de nijverheid meest
wetenswaardige bijzonderheden mede in het Tijd
schrift der Maatschappij, Mei-aflevering.
Dit opstel van den heer De Loos sluit zich aan
by de in eenige afleveringen geplaatste artikelen
van den heer Van Eeden, directeur van voornoemd
Museum, over de „Colinderies", waarin o. a. hulde
wordt gebracht aan den schenker van bovenge
noemde verzameling.
Van dr. De Loos zal eerlang verschijnen de be
schrijvende catalogus van alle in het Koloniaal
Museum uit West-Indië afkomstige stoffen, waar
onder ook van den heer Holmes pas ontvangen
voortbrengselen van Britsch-Guiana.
Gedeputeerde Staten hebben aan de schipperij:
een grooten dienst bewezen. De adressen toch tot
hen gericht, houdende bezwaren tegen de afsluiting-
der Zijl, tijdens de opruiming der onvoltooide brug-
werken aldaar, hebben het gewen schte gevolg
gehad. Er zal nl. ten noorden van de plaats, waai
de opruiming plaats heeft, een kanaal worden ge
graven, zoodat de schipperij hoegenaamd geen
stoornis zal ondervinden.
Onder leiding van den heor J. A. Van Dijk is
te Delft de jaarlijksche vergadering der gewestelijke
vereeniging Zuid-Holland van het Nederlandsch
Onderwijzers-genootschap gehouden, waaraan ruim
70 leden deelnamen.
Als sprekers traden op de heeron H. V. Leopold
uit Delft, C. Van der Graaf uit Voorschoten en
K. Bes uit Amsterdam, die een drietal onderwys-
belangen bespraken, welke ook tot eene levendige
discussie aanleiding gaven.
Met eene warme dankbetuiging aan de sprekers
sloot de voorzitter de vergadering, welke het vol
gend jaar te Gorkum of te Schiedam zal worden
gehouden.
Burgemeester en wethouders van Haarlem
hebben bjj advertentie in de „Haarlemsche Courant"
eene verklaring afgelegd, naar aanleiding der be
schuldigingen, door het raadslid mr. R. H. J. Gal-
landat Huet, zoo ten overstaan van den burgemeester,
als van hun college en den gemeenteraad, ingebracht
tegen den architect over de werken en gebouwen
der gemeente, de ambtenaren, geplaatst aan het
bureau van gemeentewerken en den opzichterover
de gemeente-reiniging, onder aanvoering:
a. dat een rapport van den architect over de
beschadiging, toegebracht aan de banken in de
Hoogere Burgerschool ter opleiding voor Handel en
Nijverheid, van begin tot eind leugentaal was;
b. dat van al hetgeen aan de gemeente wordt
geleverd „kaplaken" zou worden genoten [ge
nietende onder anderen de opzichter over de ge
meente-reiniging voor ieder paard, dat aangekocht
wordt, een steekpenning, vroeger van 25 en thans
van ƒ50] en
c. dat de gemeente jaarlijks voor minstens vijftig
duizend gulden zou worden benadeeld.
Na aanvoering van verschillende punten eindigt
het stuk van B. en Ws. als volgt:
overwegende, dat het scherpe toezicht, hetwelk
de heer Gallandat Huet, volgens zijne eigene ver
klaring, gedurende vele jaren op de handelingen
van den gemeente-architect heeft gehouden, het-
gunstig oordeel van B. en Ws. over hunne ambte
naren bevestigt, aangezien de tegen den architect
ingebrachte beschuldigingen ongegrond zjjn be
vonden
overwegende, dat het belang der gemeente mede'
brengt, dat de onomkoopbaarheid en eerlijkheid harer
ambtenaren boven alle verdenking verheven zijn-
Verklaren
dat hun vertrouwen in de eerlijkheid en onom
koopbaarheid van den gemeentearchitect en de
ambtenaren, verbonden aan het bureau van de ge
meente-werken, benevens den opzichter over de ge
meente-reiniging, is ongeschokt;
zullende zoo in het belang der gemeente, als tot
herstel in eer en goeden naam van de beschuldigde
ambtenaren dit besluit door plaatsing in de „Op
rechte Haarlemsche Courant" ter algemeene kennis-•
worden gebracht, terwijl een exemplaar zal worde»
uitgereikt aan den gemeente architect, den opzichter
over de gemeente-reiniging, aan den eerstgenoemde
tevens ter mededeoling aan de ambtenaren, ge
plaatst aan het bureau van gemeentewerken.