N°. 8369. Vrijdag H «Triiii. A0. 1887. feze Qourant wordt dagelijks, met uitzondering ran fpn- en feestdagen, uitgegeven. LEIDSCH ?É|S DAG-BLAB. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1.10. Afzonderlijke Nommers0.05. Gemengd Nlenws. De Rotterdamse he politie heeft een persoon gearresteerd, die zich ton nadeele van zyn patroon aan verduistering van geld had schuldig gemaakt. Een 5 jarig knaapje werd gisteren aldaar op de Leuveliaven overreden. De heer G-uillot, die belast is met het onderzoek naar de oorzaken van den brand der „Opéra Comique" te Parijs, heeft zijn bureel in een klein vertrekje van den schouwburg, dat be houden is gebleven. Ieder, die bij den brand tegenwoordig was, wordt verzocht den heer Guillot schriftelijk of mondeling mededeeling te doen van hetgeen hij omtrent eenige door hem gestelde vragen aan hot licht weet te brengen. Voorts zal een onderzoek worden ingesteld naai de wijze, waarop het reddingswerk geleid werd en naar de oorzaken van de te late komst der brand spuiten. Het staat vast dat de regeering de grootste schuld draagt aan do verschrikkelijke ramp, want zij heeft niet het geringste gedaan om de ellendige inlichting van den schouwburg te verbeten. Men brengt nu zelfs het volgende in herinnering: Toen de zaal der thans verbrande Opéra Comique, zooals zij vermaakt was na den eersten brand van 1838, zou in gebruik gesteld worden, wantrouwde het publiek ze in zulk eene mate, dat men in de bladen van die dagen van meening was dat de eerste opvoering plaats zou hobbon voor don ar chitect alleen. Gebeurde er dan een ongeluk, zoo zoi men, dan zou slechts één persoon, en wel de schuldige, er het slachtoffer van zijn. Herbouwd volgens het plan van den architect Carpentier, word de zaal ingewijd door eene schit terende opvoering van „Pré-aux-Clerc3" en hield zij stand tot voor weinige dagen, tot de opvoering van „Mignon". De horloges, welke op de meestal vertrapte lijken gevonden zijn, staan alle stil tusschen 9 uren 15 minuten en 9 uren 20 minuten. Daar de brand te 9 uren 10 minuten uitgebroken is, zijn de slacht offers bijna onmiddellijk gestikt. Onophoudelijk worden nog bij de politie opgaven gedaan van vermiste personen, waaronder vele vreemdelingen, doch geen Nederlanders, voor zoover men heeft kunnen nagaan. Volgens die opgaven zijn er nog ongeveer 100 personen zoek, die men moet aannemen dat by de ramp om het leven zjjn gpkomen. Het getal der slachtoffers zal dus bijna 200 bedragen. Het wegruimen van het puin gaat thans uiterst langzaam. Vooral kost het veel moeite de lijken te voorschijn te halen, die dikwijls zóó vast zijn inge- muurd, dat het soms langer dan een uur duurt eer men er één uit het puin hepft losgemaakt. Onder de laatste lijken, die gevonden zijn, waren eindelijk ook die van den bankier Dessauer en zijne echtgenoote. Zjj lagen onder aan de trap, welke naar de eerste loge leidt, en waren gered geweest indien zjj nog twee stappen vorder waren gegaan. De jonge vrouw had een smaakvol baltoilet aan, rjjk met edelgesteenten getooid. De AVeener bankier had eene portefeuille met ongeveer 5000 fr. aan geldswaardig papier en 1000 fr. aan Fransch goud geld bij zich, dus geen 150,000 fr. zooals elders werd gemeld. Beiden waren geheel ongekwetst. Ze moeten dus insgelijks zjin gestikt. Ook vond men op het amphitheater twee lijken, die elkander omstrengeld hieldeneen heer in zwarten rok en eene vrouw in groot toilet en met bloemen in het haar. Een tweede geval was nog vreeseljjker. Een kapitein der dragonders bevond zich met zijne echtgenoote, zijn vader en schoonzuster in de zaal. Ofschoon gewond, gelukte het hem zijne vrouw te redden, en hy liet haar naar het hotel overbrengen, waar hjj met zijne familie was afgestapt. Verwon- dord dat hij zjjn vader en schoonzuster niet zag, keorde hy naar de Opéra Comique terug, zonder hen te kunnen terugvinden. In zjjn hotel weerge keerd, vernam hy van den geneesheer dat doze voor eene uitstorting van bloed in de hersenen by de vrouw vreesde. Des avonds herkende hy onder do dooden zjjn vader en schoonzuster. Ook enkele ledematen, een mannenvoet, eene hand met een ring aan den vinger werden by het op ruimen der puinhoopon gevonden. Het laatste lijk, dat gevonden werd, was dat oener jonge vrouw, in soirée kleeding; zjj lag in de orkestkotels onder een hoop balken; een wei nig verder vond men het verkoolde ljjk eoner vrouw, wier lichaam geheel opengescheurd was. tiet trekt vooral de aandacht, dat de meeste slachtoffers vrouwen zijn, vooral bejaarde en zware vrouwen; van deze ljjkon zjjn de meesten in eene worstelende houding: verwrongen vuisten, de han den uitgestrekt als om oen aanvaller af te weren. Op al de aangezichten ziet men nog onbeschrijflij- ken angst; aller gelaat is Yreeseljjk vertrokken. De menigte op den boulevard bljjft steeds hot akelig schouwspel der verwoesting aanstaren. Onder haar zjjn velen, dio bloedverwanten bjj do ramp hebben verloren. Een zeer treffend geval deelt de „National" mede. Sedert den brand zit op een stuk balk aan den uitgang, waar men de dooden uitdraagt, een man in 't zwart gekleed, met doodsbleeke wangen. Het is zekere Baju, koopman te Parjjs. Hjj was in de voorstelling van „Mignon" tegenwoordig met zjjno vrouw en zijne dochter. Hjj is uit de zaal gevlucht en dacht, dat zijne vrouw en dochter hem volgden. Later kwam hjj tot de vreeseljjke ontdekking dat zjj in het gebouw gebleven waren. En sedert zit hjj daar, de oogen op de vestibule gericht, waaruit do lijken komen. lederen keer als er een nieuw ljjk wordt uitge dragen, staat hjj op en beziot hjj het even, gaat weer op zijne zelfde plaats zitten, treurig, hot hoofd schuddende, en barst dan in een luid snik- kon uit. Een zeer opmerkelijk verhaal is ook het volgende Boven aan do doodenljjst staan drie personen van denzelfden naamLangereau, vader, moeder en hunne 18 jarige dochter. Langereau was rentenier te Tours en met zjjne vrouw en twee dochters naar Parjjs gegaan om het huweljjk van een hunner vrienden bij te wonen. Het jongste meisje, 13 jaren oud, werd echter plotseling ongesteld en bleef bij bloedverwanten to Tours achter. KOLONIËN. BATAVIA, 21-30 April. Aan het kort verslag omtrent den stand van zaken in de residentie Oostkust van Sumatra, over de maand Maart jlv wordt het volgende ontleend Belangrijke gebeurtenissen op politiek gebied hadden niet plaats. Nja-Makam zou zich weder tor Oostkust van Atjeh bevinden, doch van vijandige plannen werd niets vernomen. Een sedert geruimen tijd hangend geschil tusschen Radja-Bandahara, een der Tamiangsche hoofden en zjjn vazal Tongkoe-Tjihik van Soengei-Yoe werd door het bestuur op bevredigende wjjze uit den weg geruimd. In Deli en Serdang werd van de Bataks der doesoens, ten gevolge hunner onophoudelijke onder linge geschillen, nogal eens overlast ondervonden. De Radjahs hielden zich rustig. Volgens bericht zouden zij in oorlog zijn met den Radja van Poerba PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. G roe tere letters near plaatsruimte. Voor het incas- seeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. en in dien strjjd eenige kampongs hebben verloren. De jeugdige Radja van Rantau-Perapat, die in spjjt van alle vermaningen, weigerachtig bleef, om zjjn tjap en galar uit handen van zijn heer, den Soetan van Bita, te ontvangen, werd door dien Soetan, na overleg met het bestuur, afgezet en door een ander vervangen. In den gezondheidstoestand kwam geen verande ring ten goede. Er loopt te Batavia een gerucht dat bjj de Regeering h9t voornemen zou bestaan, Atjeh door onze troepen te doen verlaten. Ofschoon onze berichtgever het vorenstaande uit eene zeer goede bron heeft, deolon wjj dit onder do meest mogeljjke reserve mede, daar het ongelooflijk klinkt dat men tot zoodanigen maatregel zou kun nen besluiten. (Bat. Hd.) Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn de volgende beschikkingen genomen Civiol Departement Verleend; Een tweejarig verlof naar Enropa aan den adsistent-reaident J. G. Mijer; idem aan den inspecteur van financiën H. C. Maurenbrecher; idem aan den controleur der lste klasse J. C. Tromp en aan den opzichter der 2de klasse J. E. C. Struyk; idem aan den ingenieur der lste klasse D. De Jongh Hzn.idem aan den controleur der eerste klasse H. P. A. Bakker; eon 2-jarig verlof n. Europa, aan den adsist.-resid. mr. J. Yan Kaat- lioven, en aan den controleur lste kl. H. A. Hartogh Heys. Ontslagen: Eervol, de architect H. J. Van der Linden idem de commies H. Weenink; idem, als lid, tevens secre taris van do commissie voor de vaststelling der verpon- dingswaarde van onroerende goederen, H. C. Maurenbrecher; idem do 2de commies J. F. L. Kessler. Ontheven: Eervol, van do verdere vervulling der be trekking van ontvanger van het recht van successie en over gang te Semarang, de gepensioneerde kapitein der artillerie F. A. Neys. Belast: Mot de waarnoming der betrekking van com mies 3do klasse bij den post- en telegraafdienst, W. C. Van Haeften; met de waarneming van den civ. geneeskun digen dienst en het opzicht over de vaccine in de afd. Soemenep, de civ. geneesheer te Indramajoe (Clieribonj, J. B. Heescn. Verplaatst: Van hot kadastraal bureel te Batavia naar Bandoen (Preanger regentschappen), D. A. Berkhout, van het kadastraal bureel te Semarang naar dat te BataviaJ R. Suringa. Geplaatst: Als hoofdonderwijzer aan de oponbare lagere school to Krasaan (Probolinggo), L. Hovenkamp. Aangewezen: De hoofdplaats Semarang als stand plaats van don technischcn ambtenaar bij het boschwezen S. H. Koorders Bonoemd: Tot adsist.-resid. torens vendumeester te Sumatra's Westkust, H. E. Prins. Met ingang van 11 Juni 1887: tot lid van den Raad van Justitie te Makasser (Celebes en Onderhooriglieden), mr. A. Brouwer; bij den Raad van Justitie te Batavia: tot eersts substituut-griffier mr. W. H. Andrée Wiltens; tot 2de sub stituut-griffier, mr. G. Pinedo. Bepaald: Dat de benoeming van den collecteur van hot zegel tc Batavia, mr. C. Vinju, tot Kd van de wees-en boedelkamer te Soerabaia ingaat met 25 Mei 1887. Ingetrokken: Het besluit van 17 Febr. 1887, waarbij de eervol ontslagen officier van gezondheid dr. C. Klasi be last is met de waarneming van den civ. geneesk. dienst en het opzicht over de vaccine in de afd. Soemenep (Madura). T ij d e 1 ij lc gesteld: Ter beschikking van den resident van Palembang, om als politiek agent te Djambi te worden geplaatst, de controleur der 2de kl. bij liet binnenl. bestuur op de bezittingen buiten Java en Madura A. G. Yallctte. Departement van Oorlog. Verleend: Een tweejarig verlof aan den lsten luit. der inf. A. M. J. P. YanBerkcl; een tweejarig verlof aan den dirigeerenden apotheker lste kl. F. W. Neuhaus; een tweejarig verlof aan den lsten luit. kwartiermeester C. G. Vossen; wegens twaalf jaren onaf gebroken dienBt in Nederlandsch-Indië, aan den kapitein der artillerie J. H. Gaade; een tweejarig verlof naar Europa aan den off. v. gez. 1ste kl. J. C. De Oude. Ontslagen: Eervol, de majoor der infanterie, W. H. Neys. Bevorderd: Tot majoor, de kapitein H. Begemann tot kapitein, de lste luitenants J. C. Opperman, J. H. A. W. Ssliultze, A. A. A. M. Van Goor (met verlof in Neder land) en A. T. R. Dc Brauw; tot lste luitenants, de 2de luitenants C. F. A. H. Fündter, H. A. Dc Graaf, A. L. S. Muller, J. Stam, H. M. Baron d'Escury (met verlof in Neder land) en J. O. A. L. Van Bennekommet bepaling, dat de lste luit. J. Stam bij zijn wapen blijft gevoerd „a la suite" en in zijne tegenwoordige betrekking bij den topographi- schen dienst blijft continueerentot lsten luit.-kwartierm., de 2de luit. kwartierm. M. H. Kroonenburg. Departement van Marine. C n t s 1 a g e n Eervol, de boots mansmaat bij het marine établissement te Soerabaia J. J. Pas. Verleend: Een 2-jarig verlof n. Europa, w. ziekte, aan den ingenieur 2de kl. voor het vak van scheepsbouw bij bet marine-établissement te Soerabaia J. H. De Heer. Benoemd; Tot ingenieur 2de kl. voor het vak van scheepsbouw bij het marine-etablissement te Soerabaia, J. E. Van Cleef.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 5