Een Leidsch belang en nog wat. §eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van fon- en feestdagen, uitgegeven. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leidon per 3 maanden.1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. (Ingezonden.) Ik houd mij overtuigd de echte Leidenaars te vleien, wie is niet met belangstelling vervuld, ja, hoogmoedig op de stad zijner geboorte en in woning wanneer ik de oude Sloutelveste en Academiestad rangschik onder do groote steden van Nederland. Eene fabriekstad in een netwerk van wateren en kanalen gelegen, dat eerlang nog door de water verbinding van AmsterdamRotterdam zal ver beterd worden, als marktplaats niet zonder betee- kenis en gunstig gelegen voor do landbewoners van oen groot deel van Rijnland, oene academie stad, waaraan zoovele voordeeion voor de burgerij zijn verbonden, eene niet onbeteekonende garnizoens plaats, waar o. a. de staf van een regiment is ge- vostigd met eene goede corpsmuziek, eone stad in do nabijheid van de schoone, duinige Hollandsche zeekust, waar men oen zacht, glooiend, zandig strand vindt, zoo goed goschikt voor bad-gelegen- lieid als eenig ander deel der kust die stad nu, met zoovele levensbronnen, staat moer in het overige Nederland bekend als eene oude, gapende, vunzige stad, vol grachten en enge straten, stegen en gangen, beklemd binnen de oude vestinggrachten, dan wel als eene riante, gezellige, nieuwerwetsche plaats, welke zich uitbreidde, vernieuwde, verfraaide enz. en in dit opzicht met haar tijd medeging. Hoewel Leiden haar reputatie naar buiten nog moet maken, moet worden erkend dat zich eene sterke beweging in gunstige richting voordoet en zij reeds nu op het tot stand komen van schoone werken, welke tot verfraaiing dor stad dienen, kan wijzen. Maar voor het geleerde Leiden is het dan ook in het bijzonder eene behoefte zich te omgeven door natuur- en kunstschoon; het studeervertrek ver latende, zijn tot afwisseling de indrukken, daardoor gegeven, ontspannend en levenswekkend. Bekend is het, dat in de laatste kwart eeuw de groote steden meer en meer do verzamelpunten worden van de landsbevolking, dat velen, wier be langen niet bepaald buiten de steden of op het land zijn gelegen, zich bij voorkeur vestigen in of nabij die groote steden, ten einde de voordeelen en het aangename van de samenleving in het groot, te genieten. De groote steden in Nederland hebben zich dan ook in die laatste kwarteeuw door aanbouw sterk naar buiten uitgebreidhalve steden zijn bijgebouwd, do oude stadsgedeelten vernieuwd. Dat de gemeentebesturen zich beijveren do res sources, de verfraaiing, den groei en bloei, de uit zetting der steden zoo voordeelig voor de burgerij van de oude stad te bevorderen, ondernemingen van verschillenden aard, zoowel door particulieren als door vereenigingen ondernomen, te steunen, maar ook zelf de hand aan het werk slaan, de bezwaron voor de ontwikkeling wegnemen, de gemeenschap en de circulatie in de steden verbeteren, tot het doorslaan van straten soms huizengroepen weg breken, grachten overbruggen of dempen, pleinen scheppen met fraaie plantsoenen, wandelplaatsen inrichten enz., enz. dat alles zal er buiten twijfel toe leiden bevolking te lokken. Wat opinie men ook van Leiden moge hebben, dat b. v. voor haar die verbazende aangroei der groote steden niet kan doorgaan, en derhalve bouw- vereenigingen slechts huurders zullen vinden onder de bewoners van Leiden zelf, die zich aangetrokken gevoelen door de nieuwerwets ingerichte huizen, zoo kan er toch op gewezen worden, dat vele personen, die deels hunne belangen te Leiden hebben (bijv. familiën, die hunne kinderen volgen naar de stad van wetenschappelijk onderwijs) zich meer door Leiden zullen voelen aangetrokken, wanneer slechts in den geest van den tijd wordt voortgearbeid om het die bevolking aangenaam te piaken. Maar de geest van den tjjd vindt te Leiden oen vjjand in oon bijzonderen toestand, dio do uitbreiding tegenstaat; zoo vond de aanleg van spoorwegen in het Chineesche rijk een onoverkomelijk bezwaar in oude toestanden; de heilige doodenakkers in het oeuw?enoude rjjk zijn vele, mogen niet worden geschonden, doorsneden door het ijzeren spoor. De vijandige toestand alhier ligt in de verdoeling dei- gemeenten, ook een oude toestand; in do omstan digheid, dat de omliggende gemeenten Leiden allengs insluiten tot aan hare grachtsboorden toe. De ge meente Leiden schijnt zich intusschen tot haar nadeel weinig aan te trekken van de ontwikke lingsbeweging buiten die grachtsboorden, of wel, ze trekt hot zich al te zeer aan en wordt wrevelig. Men beweert zelfs, dat zij dio uitbreiding en be weging om hare belangen in „het Plantsoen" tegen werkte, dat z\j de bewoners der nieuwe buitenwijken weinig genegen is, als belastingschuldig aan andere gemeenten. Hoewel zij aan do eeno zijde do ontwik keling buiten de grachten weinig rechtstreeks kan bevorderen, omdat andere gemeenten hier besturen, anderzijds beschouwd, benadeelt zij toch haar eigen burgerij en de algemoene welvaart door dien vooruit gang niet te steunen of wol tegen te werken, en dat nog wel ten opzichte van bewoners, die met die buitengemeenten weinig meer gemeenschap hebben, dan dat ze er belastingschuldig zijn. Die bewoners zijn meer Leidenaars dan Oegstgeesters, Leiderdorpers of Zoeterwoudenaren. Zij loven en bewegen zich te Leiden. Ik wil niet uitwijden over de minder goede verhoudingen, dio door dezen scheeven toestand ontstaan, 't Is een feit, dat ze bestaan en de ont wikkeling tegenhouden. De verschillende besturen wrijven zich onderling of missen hot gemeenschap pelijk overleg en de bouwvereenigingen staan daar niet buiten. De jaloezie der Leidenaars op do buitenbewonors is groot, omdat dezen in de buitengemeenten min der belasting betalen, maar de huizon der om wonenden zjjn bij avond in duisternis gehuld en zij missen binnenshuis gas en duinwater. Ani mositeit is Leiden bepaald te ontraden met het oog op de indirecte voordeelen; die bewoners toch verteren hun inkomsten te Leiden en niet in de omliggende gemeenten. Sommige eigenaren van oude huizen mogen er hun nadeel in zien, maar 't algemeen is er door gebaat, wanneer de stad wordt voorzien van tal van nieuwe woningen en zich uitbreidt. Hoezeer men ook, tot nu toe tevergeefs, moge verlangen naar gemeentelijke samensmelting met do omliggende wijken, de bloei en groei van dezen komt Leiden om boven ontwikkolde redenen toch ton goede al wordt de gemeentekas er ook niet direct door verrijkt. Hoe meer de ontwikkeling wordt begunstigd en de aansluiting, de gemeenschap enz. met Leiden wordt bevorderd, hoe eor de bui tenwijken feitelijk een aanzienlijk deel van de stad Leiden gaan uitmaken, des te eer eene gemeente lijke vereeniging zal kunnen worden verkregen, omdat dan ook door de Hooge Regeering het on houdbare van soortgelijken toestand op den duur zal worden toegegeven en vroeg of laat eene andere verdeeling der gemeentegrenzen noodzakelijk zal blijken. Ontegenzeglijk is de ontwikkeling van de bui tenwijken tegengehouden, op welke wijze dan ook. Ik wjjs hier op de ongunstige conditiën, waarin de Vreewijkers nog verkeeren, ook, dat vroeger de onderhandelingen van de Bouwmaatschappij „Vree wijk" met de stad, over het leggen van eene brug tot verbinding van het Vreewijksch bouwterrein PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1S regels 1.05. Iedere regel meer 0.171. Grootere letters naar plaatsrnimte. Voor het incas- seeren buiten de stad wordt f 0.10 berekend. met de Kaiserstraat, zelfs over het daarstellen der verbinding door een pontveer voor voetgangers (waaraan geen kosten zouden zijn verbonden), tot niets hebben geleid dan tot verwijdering en terug getrokken houding van partijen. Zoo b. v. kon de bouwmaatschappij „Vreewijk" moeilijk voorwaarts gaan; de huurders daagden aanvankelijk dan ook zeer slecht op. Zjj zagen, dat veel geriefelijks hun zou ontbreken, dat do bewoonbaarheid te wenschen overliet, dat de stad Leidon niet meewerkte en de Maatschappij, bij onthouding van veel, niettemin bij verhuur, in den aanvang, hoog in haar eischen was. Ook deed die Maatschappij aanvankelijk uit een aestetisch oogpunt niets. De huizen zijn weinig sierlijk gebouwd en van het toevallig door fraaie boompartijen versierde bouwterrein werd niet ge profiteerd iets, waaraan juist het door eento nige weilanden omgeven Leiden groote behoefte heeft. De Haagsche Bouwmaatschappij mat haar gron den, verdeelde die wiskunstig in vakken, wierp er eenige, zich rechtkruisende straten door en liet het schoone plantsoen in handen van de Loidsche straatjeugd, die, natuurlijk door dit laag geboomte en de houtwildornis aangetrokken, zich hier ver- eenigde, voortdurend den huurders overlast aandeed en tot plaag strekte van den Zoeterwoudschen politie agent. Nu stelde men zich misschien voor, dat eene zoodanige wiskunstige verdeeling in de toekomst een voordeelig eindcijfer zou geven, wanneer al het terrein verkocht en bebouwd zou zijn. Intusschen zag men aanvankelijk de huizon ledig staan en hoorde men later de door zeer verminderde huur prijzen gelokte bewoners klagen over de reeds boven gereleveerde zaken. Gelukkig voor Leiden en ook voor de genoemde Bouwmaatschappij is een gunstige keer waarneembaar en zal dit eerste moment in de wording van de buitenwijk Vreewijk wol tot de geschiedenis behooren. Er daagt licht aan den gezichteinder. De water leiding is reeds op Zoeterwoudsch grondgebied aan de buitenzijde van de Koepoortsbrugde gasleiding nadert van de zjjde van het Noordeinde langs den Witten Singel en de Bouwmaatschappij vierde dezer dagen haar eerste feest met volle rechthet schoone plantsoen van de vroegere buitenplaats „Vreewijk" werd ten deelo benut en aan de schendende hand van de wilde straatjeugd onttrokken. Tusschen da. bebouwde en nu meest alle verhuurde perceelen werd een kinderspeeltuin opgericht. Nog is een ander schoon plantsoengedeolte onbenut en voor de eene of andere onderneming beschikbaar namelijk hot gedeelte ten westen van de verlengde Kaiserstraat. Ik noem die verlenging opzettelijk zóó, omdat zjj voor de hand ligt en door over brugging der gracht verkregen wordt, ten nutte van velen en tot verfraaiing der stad. De Kaiser straat, welke zich allengs in een nieuw kleed heeft gestoken en het Rapenburg zal aansluiten aan de schoonste promenade van de stad, den "Witten Singel. Het door de singelgrachten benauwde Lei den zal weder eene avenue erlangen, wat ook ten beste zal strekken dor Burgermanége en van het nu in een achterhoek gelegen Zoötomisch Laboratorium enz. Hot tegenover de Kaiserstraat gelegen zich ontwikkelend Vreewijk en andere nabijgelegen buurten zullen dan nauw met de stad en recht streeks met den spoor verbonden zjjn. Ik zou de Bouwmaatschappij „Vreewijk" het aestetisch gevoel willen geven, dat heeft voorgezeten bjj de wording van het Plantsoen; de woningen aldaar zjjn in trek. Dat de onderneming minder gericht is op het bouwen van villa's en tuinen en meer op eenvoudige woningen, is eene speculatie, die zich zal gronden op veronderstelde behoeften of op de navraag van het oogenblik. Dat zjj, zooals in de hoofdsteden, kaartenhuizen zou kunnen daarstellen langs de door

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 5