Nc. 8349. Maandag Mei. A". 1887. Leiden, 7 Mei. fëoarani wordt dagelijks, met uitzondering ran fpn- on feestdagen, uitgegeven. LEIDSCHÉgÉ DAGBLAD PRUS DEZER COURANT: LitlAen per 3 meendea1.10. Ftiuco pu poet*1.40* A&onderlgke Nommere.0.C6. In de maand April z\jn binnen deze gemeente geboren 130 kinderen, als: 65 zoons en 65 doch ters, waaronder z\]n begrepen 2 tweelinggeboorten overleden 96 personen (van welke 7 elders woon achtig), als: 27 mannen, 14 vrouwen, 31 zoons en 24 dochters; daarenboven als levenloos aange geven 5; gehuwd 11 paren. B(j hun rapport van 11 November jl. werd door B. en Ws. voorgesteld de zoogenaamde West- landscho markt te verplaatsen naar de Kalver markt en de Verordening op de markten dien overeenkomstig te wijzigen. Sedert zijn drie bezwaarschriften tegen het voor stel ingekomen van bewoners van den Nieuwen Rijn en aangrenzende straten, van fruithandelaars en van herbergiers en winkeliers in de nabijheid van den Nieuwen Rijn, ten gevolge waarvan de zaak in nadere overweging is genomen. Zooals uit het schrijven van B. en "Ws. aan de Oommissie voor de huishoudelijke Verordeningen blijkt, is om do daarbij aangegeven redenen in hun voorstel wijziging gebracht en van de verplaatsing der markt naar de Kalvermarkt afgezien, terwijl daarbij het denkbeeld in overweging is gegeven zoowel de Westlandsche markt als do plaats voor de vorkoopers van boomvruchten en verder ooft aan den Nieuwen Rijn te behouden, maar de markt eerst to doen aanvangen bij de Middelstegracht en zulks met het oog op de mindere breedte van dat gedeelte Van. den Nieuwen Rijn, hetwelk gelegen is tusschen de Hooigracht en de Middelstegracht. Ook tegen dit voorstel bestaan bjj de Commissie voor de huishoudelijke Verordeningen bezwaren, terwijl daarentegen de Commissie het wenschelijk acht de bepaling der Verordening, waarbij de Visch- markt waterzijde van de Korenbrug tot aan de Fontein voor de verkoopers van boomvruchten en verder ooft wordt aangewezen, met het oog op de veranderde omstandigheden te doen vervallen. Dit rapport heeft tot eene nadere overweging aanleiding gegeven, ten gevolge waarvan B. en Ws. tot de overtuiging zijn gekomen dat eene verplaatsing of opschuiving van de eigenlijke West landsche markt niet bepaald noodzakelijk kan wor den geacht en dat er geen bezwaar bestaat de betrekkelijke bepaling der Verordening te handhaven. Het is hun dan ook gebleken, en dit is mede reeds vroeger door hen opgemerkt, dat de bezwaren, die aanleiding geven tot de bovenbedoelde voor stellen, niet zoozeer het gevolg zijn van het houden van de Westlandsche markt op het smalle gedeelte van den Nieuwen Rijn tusschen Hooigracht en Middel.-.tegracht, maar van den verkoop van boom vruchten en verder ooft met uitstalling, waardoor hoofdzakelijk de hinder voor de geburen en de stremming der passage wordt veroorzaakt. Aangezien nu aan alle bezwaren kan worden te gemoet gekomen door de verkoopers van boom- vruchton en ooft in het vervolg eene plaats aan te wijzon aan den Nieuwen Rijn, aanvangende aan de Middelstegracht en alzoo de Westlandsche markt op dezelfde plaats kan behouden blijven, geven B. en Ws. don Raad thans in overweging uit do Verordening van 9 Januari 1868 te doen vervallen de woorden: „Voer de verkoopers van boomvruchten en verder ooft, aan de Vischmarkt waterzijde, van de Koren- brug tot aan de Fontein"; en daarvoor in de plaats te stellen het volgende: „Voor de verkoopers van boomvruchten en verder ooft aan den Nieuwen Rijn van de Middelstegracht zich oostwaarts onbepaald uitstrekkende." Ter voldoening aan artikel 9 der statuten deelt het bestuur der vereeniging de Practischo Ambachtsschool te Loidon aan den Raad mede dat in de jongste algemeene ledenvergadering de vol gende tweetallen zijn opgemaakt ter vervanging van de heeren dr. M. J. De Goeje en W. A. Van Lith, die afgetreden zijn, dcch niet herkiesbaar waren. Ter vervanging dr. van M. J. De Goeje werden de heeren dr. P. J. Kaiser en P. Alma en ter ver vanging van den heer W. A. Van Lith werden de heeren P. J. Groen en J. v. d. Kamp benoemd. Uit deze tweetallen wordt de Raad uitgenoodigd eene keuze te doen. Uit goede bron vernemen wij dat het door de „Vox" vermelde gerucht als zou de heer Daniel De Lange als directeur der Zangvereeniging van de afdeeling Leiden der Maatschappij tot bevordering der Toonkunst aftreden, werkelijk niets meer dan een gerucht en dus van allen grond ontbloot is. Gedurende de vorige week zijn dagelijks in de Stedelijke Werkinrichting alhier opgenomen van 36-69 volwassen personen en van 7 13 kinderen. Onder de groote aantrekkelijkheden op de a. s. Amsterdamsche voedingstentoonstelling zal behooren eene geheel gemeubelde eetzaal in stijl. Voor de gedekte tafel leveren de beste Nederland- sche huizen het porselein, glas, zilver, tafelgoed, enz. De meeste dezer voorwerpen worden opzettelijk voor deze inzending vervaardigd. Er komt ook eene modelkeuken. Het is nog niet zeker of wat daarin behoort door eene firma zal worden tentoongesteld, dan wel eene collectieve inzending wordt. De bureelen van de uitvoerende commissie der tentoonstelling zjjn heden verplaatst op het terrein, in het hoofdgebouw. Gemengd Nieuw* In de gisteren gehouden zitting van de rechtbank te Haarlem werd eene beslissing van den kantonrechter te Haarlemmermeer aan het oordeel der rechtbank onderworpen. Het O. M. had zich nl. bezwaard geacht met eene uitspraak, waarbij de beklaagde, Th. Warmerdam te Lisse, was vrij gesproken van eene hem te last gelegde overtreding der drankwet. Op Zondag 16 Januari jl. was er ijs in alle vaar ten, ook te Lisse, in de nabijheid van Ws. tapperij. Er was veel volk op de been, en de herberg, welke anders tamelijk afgelegen is voor wandelaars en andere bezoekers, was bijna geheel vol met schaat senrijders, die er kwamen uitrusten. Voor deze extra gelegenheid had men in de mimte van het buffet ook banken gezet, en de tafel met de dran ken geplaatst in eene deur, die naar een zijvertrek leidde, en half in dat zijvertrek of keuken. Daar kwam een gezelschap heeren en dames van de notabelste ingezetenen, een wethouder, nog een lid van den Raad, die ook eens wilden uitrusten, maar zij vonden geen behagen in de gelagkamer, die vol tabaksrook was en waar men bijna geene vrije zitplaats meer vinden kon. Er werd dus aan de vrouw van W. (hijzelf lag boven te rusten) gevraagd, of zjj niet een ander vertrek had om hen in te laten. Vroeger was er wel nog eene andere kamer geweest, waarin soms gasten vertoefden, en de notaris, een dor bezoekers, wist ook wel, dat er nog eene opkamer of bovenkamer was, die hem soms voor houtveilingen was verhuurd. De vrouw wees aan het gezelschap toen de pronkkamer, hoewel daar geen vuur aan was. Een van de heeren, dokter v. E., tevens wethouder, bestelde cognac, en terwijl de glaasjes boven gebracht werden, haalde hijzelf de flesch van beneden. Dat alles was gehoord en gezien door oen nachtwacht, aan wien de burge moester dien dag had opgedragen na te gaan, of Warmerdam zich ook aan overtreding van de drank wet schuldig zou maken. Daartoe had hij zich in do herberg begeven, en toen het gezelschap door do bijkamer of keuken heen (terwijl de deur naar PRIJS DER AD VERTEN TIEN Van 1—6 regül6 1.05. Iedere regel meer 0.17 J Groeitere letterB naar plaateruimte. Voor het incas- eeeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. de gang gesloten was en bleef) naar de boven kamer was gegaan, den buitenshuis wachtenden agent van politie geroepen. Te zamen waren zjj daarop naar boven gegaan en zij hadden bevonden, dat eenige heeren en dames op die kamer onder gelag zaten. Er waren er later nog een paar bijge komen, die zoo maar naar boven waren gegaan, alsof zij wisten dat zij daar het gezelschap zouden vindon. De kastelein was boven en had op het naderen van de gasten zijn bed verlaten en gezien, dat daar menschen waren, en toen hij de stem van den politie-agent aan de trap hoorde, had hij aan dr. v. E. gezegd: ik geloof, dat daar de politie komt, waarop de heer v. E. hem antwoordde: die willen we hier niet; houd de deur toe. Voor den sterken aandrang van buiten werd de deur echter eindolyk geopend ^n eene bekeuring van Warmer dam volgde wegens het schenken of doen schen ken, toedienen of doen toedienen van sterken drank in eene andere kamer dan waarvoor zjjne vergun ning luidde. Te dezer zake stond hij voor het kantongerecht terecht, doch hij word vrijgesproken op zijne ver dediging, dat hij die kamer had verhuurd en het dus niet meer was een voor het publiek toeganke lijk lokaal. Dat was nu ook weder de verdediging van den beklaagde, die daarin versterkt werd door hetgeen een paar getuigen verklaarden, namelijk dr. v. E., dat het wel degelijk zijne bedoeling was geweest, dat hun die kamer alleen voor hun gezelschap werd afgestaan, terwijl een ander getuigde, dat hem geweigerd was de toegang tot de gang, welke naar die kamer leidt. Aan de beide mannen van de politie had dr. v. E. ook dadelijk te kennen gegeven: wij hebben deze kamer gehuurd en de menschen, die er na ons bijgekomen zijn, hebben we geroepen, die zagen ons zitten, ze behooren tot ons gezelschap. Het O. M., waargenomen door mr. E. M. Von Baumhauer, subst.-off. van justitie, hield de be schuldiging vol. Hy had wel liever in de dagvaarding gelezen, dat W. had toegelaten het schenken en toedienen van sterken drank, maar al stond het er niet met zoovele woorden in, het was er toch in bedoeld. Dat de kamer voor het publiek toe gankelijk was, stond vasthet karakter van open baarheid verloor die kamer niet, als er maar sommigen, d. i. dus een beperkt publiek, werden toegelaten. Het was duidelijk dat men de bedoeling had gehad in de gelagkamer te gaan zitten, maar die was zoo vol en toen zocht men het elders, doch de bedoeling van te huren was uit niets ge bleken. De spreker laakte zeer de houding van den dokter, tevens wethouder, en die van den beklaagde, dat zjj de politie hadden willen belemmeren, waar zjj optrad op last van den burgemeester tot hand having van de drankwet. Als verdediger voerde mr. D. J. Van Stockum Jr., advocaat te Amsterdam, het woord. Deze wees op de spanning, eene oude veete, die er tusschen den burgemeester en dezen beklaagde bestaat, die een geheel ander licht op deze zaak werpt. Er was geen strafbaar feit gepleegd omdat de lokaliteit niet voor iedereen, maar alleen voor het gezelschap van dr. E. was opengesteld. De gewone toegang tot de bovenkamer was dien dag zelfs gesloten en langs een zijweg slechts moeielijk te bereiken. Maar als er een strafbaar feit was gepleegd, dan viel beklaagde in geene der rubrieken van „daders", die art. 47 Wetboek van Strafr. noemt. En do toe lating van den drank was niet te last gelegd; daarvoor kon beklaagde dus niet worden gestraft. Tegenover het requisitoir van het O. M., dat de oplegging van eene geldboete van f 5, subs. 2 dagen hechtenis, vroeg, concludeerde de verdediger tot vrijspraak. Het vonnis is bepaald over 8 dagen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 5