N°. 8336.
Dit mi«F bcstast Bit Twee Bladen.
feze Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 22 April.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Loiden per 3 maanden1.10.
Fr&nec per po6t1.10.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer/0.17$.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incas-
sccren buiten de stad ivordt 0.10 berekend.
OlHcieele Kenniügcvinjfen.
DKVVRHET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen tor
algemeene kennis dat door GERRITJE NEUTEBOOM, huis
vrouw van David Zuiderhoek te Amsterdam, en ANDREAS
JOHANNES VAN VEEN, te Leiden woonachtig, adressen
zijn ingediend om vergunning tot verkoop van sterken drank
in het klein, resp. in de perceelen Vischmarkt No. 3 en
Heerengracht No. 88.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
21 April 1887. E. KIST, Secretaris.
Heden is aan de universiteit alhier de heer A. L.
Van Driel Krol, geb. te Cheribon, bevorderd tot
doctor in de rechtswetenschap, met academisch
proefschrift, get.: „Aanteekeningen op art. 736
van het B. W."
Bq de jaarljjksche plechtige uitreiking der
bekroningen aan de gelauwerden van den afge-
loopon cursus der Academie van beeldende Kunsten
te 's-Gravenhage, werden gisteren vier bekroningen
aan drio Leidsche dames aangeboden. De jury, die
den arbeid der leerlingen had beoordeeld, kende
in de 1ste klasse van den cursus voor lager onder
wijs den tweeden prijs toe aan mej. A. M. Kaiser,
in de 2de klasse van den cursus voor middelbaar
onderwijs den eersten prijs aan mej. J. M. Japikse
en in de 3de klasse van denzelfden cursus den
eersten prijs aan mej. H. C. Van de Pavord Smits,
die in de klasse middelbaar onderwijs der afdeeling
pleister-ornament tevens de eervolle vermelding
verwierf.
Mede is aan onzen stadgenoot, den heer J. Vyl-
brief, uitgereikt een eerste prijs, bestaande uit eene
zilveren medaille, voor pleisterteekenen.
De alhier bestaande Practische Ambachtsschool
is eene dier inrichtingen, welke onze gemeente tot
sieraad strekken en daarom op ieders steun kunnen
aanspraak maken. Uit een in ons tweede blad voor
komend verslag omtrent de gisteravond gehouden alge
meene vergadering verkrijgt men een overzicht van
hare werkzaamheden gedurende het afgeloopen jaar
en van het nut dat zij wederom heeft gesticht door
hare vorming van nuttige leden in de maatschappij.
De school tracht zooveel mogelijk jeugdige,
degelijke werklieden af te leveren. Aan het schoone
doel, tot nog toe niet zonder verblijdenden uitslag
bekroond, is echter eene schaduwzijde verbonden.
Trots de subsidiën van provincie, gemeente en
particulieren sluit de rekening van het afgeloopen
jaar, welke over ruim 8000 loopt, met een tekort
van een kleine /"ISO; doch volgens de door den
penningmeester, den heer J. W. Filippo, over
gelegde begrooting voor het leerjaar 1887/S8 zal
het nadeelig slot dan niet minder dan bijna ƒ1400
bedragen.
Toch leert eene vergelijking van de uitgaven
per leerling (alle buitengewone uitgaven en die
voor theoretisch onderwijs ter zijde gesteld) der
Leidsche Ambachtsschool met die van andere der
gelijke scholen, dat de onze tot de minst kostbare
behoort.
Kan de school op den tegenwoordigen voet blijven
bestaan, dan kunnen ruim een tachtig leerlingen
onderwijs ontvangen in vier handwerken. Het zou
zeer te betreuren zijn als door den staat der
financiën dat aantal moest verminderd worden,
want het is genoegzaam gebleken, hoe de stand
dor handwerkslieden het onderwijs aan de Practische
Ambachtsschool op prijs stelt en de ouders zich
vole opofferingen getroosten om hunne kinderen
dat onderwijs te doen genieten.
Met bestuurderen vleien we ons daarom dat hunne
aanvraag om meer steun niet ijdel zal zijn. Met
genoegen vernemen we dat hunne pogingen om tot
vermeerdering van inkomsten te geraken, o. a. door
het verspreiden van oen rondgaanden brief onder
de burgerij om tot toetreding als lid der Vereeni-
ging op te wekken, voorloopig een niet ongunstigen
oogst hebben opgeleverd. Dezon teekenden als lid
voor f 5, genen voor mindere bijdragen, welke niet
minder op prijs worden gesteld, want ook hierin
ziet men de belangstelling der burgerij in deze
schoone zaak.
Dat men ook by nog zoo vele anderen niet
tevergeefs aankloppe! Men steunt er zulk eene nuttige
instelling mede.
Een nieuw drietal ter benoeming van een
predikant by de Ned.-Herv. gemeente te Valkenburg
bestaat uit de heerenJ. J. Gobius du SartteNij-
kerk, E. A. Lazonder te Oosterwolde en C. P. N.
Pikaar te Overschie.
Met de directie van het hulpkantoor der pos
teryen te Valkenburg is belast mej. W. N. De
Roos Cox, weduwe van den onlangs overleden
titularis.
Ministeriëel leven. Heden, d. i. Vrijdag,
viert het tegenwoordig ministerie zyn vierjarig
bestaan. Wel heeft het niet al zijne leden, waar
mede het op 22 April 1883, optrad, behouden,
het hoeft reeds één minister van buitenlandsche
zaken, één van financiën, twee van marine en één
van koloniën versloten maar het hoofd en
eenige ledomaten zijn nog dezelfden als vier jaren
geleden.
De helft der mannen, die toen optraden, de hee
ren Heemskerk, Du Tour, Weitzel en Van den
Bergh, zyn thans nog aan het roer; de overigen,
de heeren Van dor Does, Grobbée, Geerling en Van
Bloemen Waandevs, hebben achtereenvolgens hunne
plaats aan anderen ingeruimdde heer Geerling
heeft zelfs reeds zyn derden opvolger.
Wy spreken van „vieren", ofschoon het ons
onbekend is, of de ministers van dezen verjaardag
inderdaad een feestdag maken. Eenige reden be
staat er wel voor, want sedert 1848 is het nog
slechts éénmaal gebeurd dat een ministerie den
aanvalligen loeftyd van vier jaren heeft overschreden.
Het eerste ministerie-Thorbecke duurde van Nov.
1849 tot 19 April 1853, dus nog geen 31/, jaar.
Het tweede ministerie-Thorbecke trad 1 Febr. 1862
op en werd op 10 Febr, 1866 vervangen, zoodat
het den vierjarigen leeftijd wel bereikte, maar
met slechts weinige dagen overschreed. Thorbecka's
derde kabinet duurde nog geen anderhalf jaar, daar
do gryze staatsman, op 3 Januari 1871 weder aan
het roer gekomen, reeds op 4 Juni 1872 overleed.
De kabinetten van den heer Heemskerk hebben
allengs in duur toegenomen. Het eerste leefde twee
jaren (Juni 1866-68), het tweede ruim drie jaren
(eind Aug. 1874-Nov. 1877), het derde is nu al
vier jaren oud! Hoe vaak reeds dreigde de dunne
levensdraad te breken!
Wij hopen dat zy sterk genoeg zal blijken om
de rukken der Grondwetsherziening te doorstaan(H.)
By de heden door de Tweede Kamer hervatle
Grondwetsherziening is het amendement des heeren
Van Houten, om hot Kamer lidmaatschap te doen
voortduren by benoeming van een lid tot minister,
na ernstige bestryding der Regeering, verworpen
met 48 tegen 20 stemmen. Aangenomen zyn de
amendementen: lo. om onveroenigbaar te verklaren
de betrekking van advocaat-generaal by den Hoogen
Raad met het Kamer-lidmaatschap; 2o. om de
opening der vereenigde zitting van beide Kamers te
bepalen op don derden Dinsdag in September,
in plaats van, zooals tot heden, op den derden
Maandag dier maand, en 3o. om de wijze van
onderzoek der wetsontwerpen aan het reglement
vaa orde over te laten. De discussie is gevorderd
tot art. 122 (finantioële verantwoording).
Men deelt aan het „Vad." mede dat mr. A.
R. Arntzenius, referendaris by het departement van
binnenlandsche zaken, is voorgodragen tot directeur
der mynmaatschappy Tambang.
Het stoomschip „Burgemeester Den Tex," van
Amsterdam naar Batavia, vertrok van Suez 21
April; de „Drente," van Java naar Rotterdam, pas
seerde 21 April Perimde „Edam," van Nieuw-York
naar Amsterdam, passeerde 22 April Lizard; de
„Prins van Oranje," van Batavia naar Amsterdam,
passeerde Gallo 22 April; de „Soenda," van Am
sterdam, arriveerde te Batavia 22 Aprilde
„Utrecht," van Java naar Rotterdam, arriveerde 21
April to Marseille.
Het Leidsche Tooneel.
Francine De Riverolles, bijgenaamd Francillon, is
de echtgenoote van een jongen man, die vóór
zyn huwelijk talryke offers op het altaar der liefde
heeft geplengd; hy heeft niet geaarzeld zyne vrouw
deelgenoote te maken der geheimen zijner galante
avonturenhy heeft haar de namen zyner vroegere
aangebedenen geopenbaard, haar deze aangewezen,
dikwyls met tallooze loftuitingen van die avond-
nymfen gewaagd en op dusdanige wyze menigmaal
haar naijver opgewekt, haar jaloezie geprikkeld.
In een dezer oogenblikken bezweert zy haren echt
genoot, Lucien De Riverolles, dat, indien zij ooit de
overtuiging verkreeg dat zy door hem bedrogen
werd, zy binnen de tijdruimte van één uur tot de
oude rechtspleging„het oog om oog, tand om tand",
hare toevlucht zoude nemen, dat ook zy de eenmaal
voor den priester plechtig afgelegde belofte zoude
verbreken, dat zy zich zoude overgeven aan den
eersten den besten minnaar.
Tot die overtuiging mocht zy komen, die zeker
heid verkreeg zij. Eens, tenvyl Lucien, niettegen
staande haar smeekingen en gebeden om den avond
aan haar en hun kind te wijden, zich naar een bal
masqué begaf, achtervolgt zy hemin een domino
gohuld betreedt zy het gebouw, waar haar echtge
noot vertoeft; zij is daar getuige van zyn meineed,
zyner trouweloosheid, zy ziet dat hy zich in een
cabinet particulier afzondert met een zyner vroegere
uitverkorenen, Rosalie Michon genaamd; ook zy han
delt op dezelfde wyze; ook zy grijpt den arm van het
eerste mannelijk wezen, dat zich in hare nabijheid
bevindt, leidt hem mede naar een cabinet, grenzende
aan dat, waarin haar echtgenoot zich vermaakt
met het verachtelijk wezen, dat thans hare plaats,
die der wettige vrouw, inneemt, en nuttigt daar
met den haar onbekende het avondmaal.
Den volgenden morgen verklaart zy den man,
wiens naam zy draagt, den vader van haar kind,
haar woord gestand te zyn gebleven, dat zij thans
do zekerheid heeft gekregen door hem bedrogen te
zyn geworden en dat ook zy haar eer heeft prijs
gegevenzy staaft deze beweringen met de meest
onwraakbare bewijzen; zy houdt ze vol tegenover
hare vrienden, tegenover haar schoonvader, tegen
over hare vriendin, die allen hare schuld betwijfelen.
Eene scheiding zal het gevolg zyn de eerste
klerk van een notaris verschijnt, ten einde het
finantiëele gedeelte te regelen en in dezen herkent
Francine den man, met wien zy in het cabinet
particulier heeft vertoefd.
Thérèse Smith weet den man de bekentenis te
ontlokken dat hare vriendin even rein, even onbe
smet het bijzondere vertrek heeft verlaten als zy
het heeft betreden, dat haar eer ongeschonden is
gebleven, dat hare zelfbeschuldiging onwaar was.
En als Thérèse tot een list hare toevlucht neemt,
als zy weenend tot Francine zegt thans overtuigd
te zyn van haren val, dat die notarisklerk hare
woorden heeft bevestigd, zich beroemd heeft op
zijne overwinning, behaald op eene femme du monde,
dan is de vrouwelijke waardigheid zich zelve niet