N°. 8307.
Vrijdag 1@ blaart.
A0. 1887.
feze iQoarant wordt dagelijks, met uitzondering
ras gon- ea feestdagen, uitgegeven.
Dit nummer bestaat mt Twee Bladen.
Leiden, 11 Maart.
In do plaats der bestuursleden, de heeren H. D.
S. Hasselinan en P. Buia Jr., dre volgens rooster
moeten aftreden, en van. den heer J. J. Reuyl Hzn.,
die overleden is, werden gekozen de heeren Her
man F. Bultman te Haarlemmermeer, W. G. Bom
te Amsterdam en. J. J. Van Weydom Claterbos
te Kampen.
LEIDSCÏÏ
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 meenden.MO.
Franco per poet...L40.
Afzenderlgko Nominere0.65.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Ven 16 regel* 1.05. Iedore regel m*er/0.17j.
Grootore letter* neer plaatsruimte. Voor bet inc«
•eeTen botten de «ted wordt 0.10 berekend.
OfRciëele
Herhallngsonderwijs.
Burgemeester en WethouderB van Leiden;
Gezien art. 3 der Verordening van den 12den Januari
1882, tot regeliDg van bet Herhalingsonderwjjs in de ge
meente Leiden (Gemeentoblad No. 11);
Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat de inschrij
ving van leerlingen voor hot HerhalingSOIlderwijs zal
plaats hebben van den 21sten tot en met don 26sten Maart
a. s., voor meisjes in het schoollokaal in de Van-der-Werf-
straat, voor jongens in dat aan de Korte Mare, telken dage
des namiddags van zeven tot acht uren.
Tot het Herhalingsonderwjjs kunnen worden toegelaten:
1°. de leerlingen van de scholen der 8de en 4de klasse,
die verkregen hebbon het getuigschrift, bedoeld bij
art. 18 2 der Verordening van 11 November 1880
(Gemeenteblad 1881 No. 4);
2°. zy, die by een af te leggen examen, blyken geven
aan de daarvoor gestolde vereischten te kunnen voldoen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
17 Maart 1887. E. KIST, Secretaris.
De Burgemeester der gemeente Leiden herinnert bij deze
don Geestelijken eu Studenten in de Godgeleerdheid,
die reeds bij de Nationale Militie zijn ingelijfd, alsmede
hun, die daartoe kunnen vrorden opgeroepen, dat zy tot
het bekomen der ontheffing van den werkelijken dienst,
bedoeld bij de 1ste zinsnede van art. 127 der Wet Van den
19den Augustus 1861 (Staatsblad No. 72), verplicht zijn
tnsschen den 20sten Manrt en den lsten April dezes
jaars, hunne aanvrage, mot het daarbij behoorend bewijs
stuk, by hem, Burgemeester, in te dienen.
Leiden, De Burgemeester van Leiden,
17 Maart 1887. DE KANTER.
Op de gisteravond in de Stadszaal gehouden
vergadering van de leden der „3-October-vereeniging"
werd zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd het
voorstel des bestuurs om voor de vereeniging rechts
persoonlijkheid aan te vragen, waarna uit het regle
ment de over te leggen statuten werden gevormd,
bevattende alleen die artikelen, welke men kan
beschouwen als onveranderlijk te blijven, dus niet
die, welke aan mogelijke wijziging onderhevig zjjn,
b. v. die betreffende het bedrag der contributie enz.,
want b\j wijziging daarvan zou, als die bepaling ook
in de statuten voorkwam, dan opnieuw en telkens
weer rechtspersoonlijkheid moeten worden aange
vraagd. Besloten werd tevens dit nu voor minstens
29 jaren te doen, aangezien voor een grooter aantal
jaren zij niet door den Koning, maar by eeno
afzonderlijke Wet zou kunnen worden verleend.
Zijn die 29 jaren om, dan kan men weerzien, wat
verder te doen staat.
Naar heden in het muzikaal tijdschrift „Caecilia"
wordt medegedeeld, zullen op de laatste uitvoering
(29 April) van de Leidsche afdeeling der Maatschappij
tot bevordering der Toonkunst door de Orkestver -
eemging worden ten gehoore gebracht Berlioz'
„Harold-symphonie", alsmede fragmenten uit „Par
sifal" en „Roméo et Juliette" van denzelfden
componist.
In hetzelfde nommer meldt de redacteur, de heer
W. F. G. Nicolaï, dat hij het vierde abonnements
concert van het strijkorkest der infanterie alhier
bijwoonde. Hij wil dan ook niet nalaten gewag te
maken van den zeer gunstigen indruk, welken het
orkest van den heer Mann op hem heeft gemaakt.
Het is nauwelijks te gelooven zegt hjj dat de
directeur dit in één jaar tijds tot stand witt
te brengen en, al is er ongetwijfeld nog velerlei te
verbeteren en moet in het bijzonder een molliger,
beschaafder klank in de plaats komen van het
voortdurend te krachtig optreden door de blazers, -
van een orkest, dat zóó netjes het moeilijke Scherzo
uit de „Sommernachtstraum"-muziek kau spelen
als nu het geval was, mag men binnen korten tijd
ook behoorlijke verdeeling van licht en schaduw
verwachten.
De off. van gez. 2de klasse J. M. H. Brumund,
van het 4de reg. inf. te Leidon, is tijdelijk geplaatst
bij het lste reg. van dat wapen, te Leeuwarden.
- Op de jongst gehouden gewone vergadering
van de afdeeling der Koninklijke Academie van
Wetenschappen, bestemd voor de taal-, letter-,
geschiedkundige en wijsgeerige wetenschappen, bood
de Leidsche hoogleeraar Kuenen voor de bibliotheek
het 2de stuk vau het lste deel der nieuwe uitgave
van zijn „Historisch-critisch onderzoek, naar het
ontstaan van de Boeken des Ouden Testaments"
aan en wenschte daaraan een enkel woord ter toe
lichting toe te voegen. Dit, door den heer Brill
ingevoerd gebruik bestond nog niet toen de spreker
het eerste stuk aanbood; bij zijne toelichting wilde
hij daarom ook dit korteljjk kenschetsen, ten einde
de beteekenis der omwerking van hot tweede stuk
beter te doen uitkomen.
De eerste uitgave verscheen van 1861 1865
in 3 doelen; zij voorzag toen, om een gejjkten
term te gebruiken, in eene bestaande behoefte, daar
er geen oorspronkelijk Nederlandsch werk over de
Boeken van het Oude Verbond in deze eeuw was
verschenen. De spr. achtte het een voorrecht, dat
tot eene tweede uitgave werd besloten toen de
eerste, uit het vrjj aanzienlijk getal van 1000 exem
plaren bestaande, uitverkocht was, daar hjj er de
gelegenheid door verkreeg, eenige fouten te her
stellen. Immers, toen de eerste uitgave het licht
zag, stond de studie van het Oude Testament onder
den invloed van den Göttinger geleerde Heinrich
Ewald. In menig opzicht moge het goed gewaest
zijn dezen te volgen, ook wat de resultaten betreft,
toch zal wel niet weersproken kunnen worden, dat
hij zich met betrekking tot den Pentateuch op een
dwaalspoor heeft bevonden. Zijne fout is geweest,
dat hij de drieërlei bestanddeelen, die er in voor
komen, chronologisch onjuist heeft gerangschikt.
Op grond van eigen studiën en van onderzoekingen
van landgenooten en buitenlanders had de spr. in
het eerste stuk in dit opzicht ingrijpende verbete
ringen aangebracht, en ofschoon in het tweede
stuk, omvattende de Boeken van de Richteren tot
Esther, natuurlijk minder doortastende wijzigingen
noodig waren, hebben toch de gewijzigde inzichten
omtrent den Pentateuch ook invloed gehad op de
beschouwing der genesis van de overige Boeken,
in het bijzonder van die der Kronieken.
In eene der zalen van het café Krasnapolsky
te Amsterdam werd gisteren de algemeene verga
dering gehouden van de „Vereeniging tot bestrijding
van knoeierijen in den Boterhandel," onder voor
zitterschap van den heer J. Zijp Kz., van Abbekerk.
Uit het verslag bleek, dat het doel dezer ver
eeniging onmogelijk is te bereiken, indien niet het
verkoopen van vetmengsels onder den naam van
boter, strafbaar worde gesteld. Zij wenscht niet
het fabriceeren van surrogaten van boter te be
letten, omdat zij zeer nuttig zijn voor den minder
bedeelde, maar alléén dat deze surrogaten worden
verkocht als natuurboter. In andere landen gaat
men deze handelwijze te keer, doch alléén in Neder
land wordt te dien opzichte niets gedaan. De ver
eeniging zou geen protectie van natuurboter, doch
alléén wettelijke maatregelen wenschen, waardoor
dergelijk bedrog worde voorkomen.
De vereeniging telde einde 1886 910 leden en 129
begunstigers.
Reeds heeft het bestuur aan de ministers van
justitie en waterstaat enz. het verzoek doen toe
komen, om het verkoopen van vetten, onder den
naam van boter, strafbaar te willen stellen; en liet
bleek uit de hierdoor ontstane openbare gedachten-
wisseling, 't zjj in dag-, 't zij in vakbladen, dat
het belang der „boterquaestie" hier te lande slechts
door zeer enkelen wordt begrepen. Toch is de
vereeniging in 1886 een belangrijke schrede voor
waarts gegaan ter bereiking van haar doel en dat
wel ondanks do tegenwerking, welke zij van vele
zijden, zelfs vanwaar men het 't minst zou ver
wachten, moest ondervinden.
Uit de rekening en verantwoording van den
penningmeester bleek, dat de inkomsten in het af-
geloopen jaar bedroegen 947 en er een batig saldo
was van ƒ380.
Het bestuur deed hierop een voorstel een prijs
vraag uit te schrijven, waarvoor door prof. Mayer
van Wageningen en den heer J. Rinkos Borger
van Leiden het concept was opgesteld. De prijs
vraag is naar eene scherpe, zekere en eenvoudige
methode om bijmengselen 't zjj dierlijke of plant
aardige vetten van natuurboter op te sporen en
te doen kennen.
De prijs is, door vrijwillige bijdragen, gestr^
op ƒ1000 en kan nog verhoogd worden. D^ ant
woorden, gesteld in 't Nederlandsch, Franscvj jjuitsch
of Engelsch, moeten vóór 1 Januari ^ggg
secretaris inkomen. De vergadering vere0nigde zich
met dit voorstel.
De Rijnl andsche Stoomtram vervoerde in de
maand Febr. 11. tusschen Leiden en Katwijk 18,787
personen, met eene opbrengst van ƒ2703.341/,; het
goederenvervoer en diversen bracht ƒ387.451/, op,
totaal 3090.80. Van 1 Januari tot en met uit®.
Febr. 1887 bedroeg het aantal vervoerde reizigers
37,894, met eene opbrengst van ƒ5607.701/,; het
goederenvervoer en diversen bracht ƒ988.30 op,
totaal ƒ6676.00'/,, zijnde per dagkilom. ƒ12.57.
Men schrijft ons uit Leiderdorp, dd. 17 Maart
Tot kerkvoogden der Hervormde gemeente alhier
zijn gekozen de heeren J. De Graaf, J. Van Coe-
verden, P. H. Hoos en L. Sillevistot notabelen de
heeren F. Filippo, A. Van Groeningen, D. Key en
C. Van Santen. Er waren 69 kiezers opgekomen.
Aanstaanden Zondag-morgen treedt in de Her
vormde kerk op ds. E. Cesar Segers, pred. te Leiden.
Het bericht dat ds. Pijzei zijn komst had uitge
steld tot de kerkelijke procedures zjjn afgeloopen,
is onwaar.
De koetsier Anton Kabelaar ontving gisteren
het volgende schrijven
„'s-Gravenhage, 15 Maart 1887. - Hare Majesteit
de Koningin, door den heer burgemeester der resi
dentie onderricht, dat, bij gelegenheid van het onge
val, waardoor Hoogstdezelve en H. K. H. prinses
Wilhelmina op den 19den Februari 11. zoo ernstig
bedreigd werden, gij, nadat het koninklijk rijtuig
door eene gezegende beschikking der Voorzienigheid
was tot staan gebracht, tot het in bedwang hou
den der paarden hebt medegewerkt of op andere
wijze bijstand hebt verleend, draagt my op u daar
voor de dankbetuiging van Hare Majesteit over te
brengen, en u door de aanbieding, namens Hoogst
dezelve der hierbjjgaande som van honderd gulden,
n de gelegenheid te stellen om desverkiezend een
igeschenk aan te koopen, dat tot blijk van erkenning
der door u betoonde hulpvaardigheid en ter gedach
tenis voor u in het gebeurde zal dienen."
Dit schrijven was onderteekend door den generaal-
majoor, adjudant en particulier secretaris van Z. M.
den Koning, waarnemend secretaris van IT. M. de
Koningingraaf H. Dumonceau, die ook het volgende
schrijven richtte tot den heer Tromp, commies b\j
het ministerie van financiën, ook een der eersten
die pogingen hebben aangewend het bekende gevaar
af te wenden
„Ter voldoening aan de bevelen van H. M. de
Koningin, heb ik de eer u WelEdele de dankbe-