i'.rg XMay.^ggvi ;i1 r*»-/LJ^LJ* »Bu.-u*-.
Het is hetzelfde stuk, maar in een anderen vorm
het brengt dezelfde personen op de planken, maar
met oen ander masker voor het aangezicht.
Ook hier de vrouw, de echtgenoote, die den
misstap van eene andere verzwijgt, verbergt, ten
koste van eigen geluk, van eigen oer; ook hier
dat vernietigen, dat verbranden der noodlottige,
het geheim inhoudende, brieven; ook hier de dood
van den man, die oorzaak was van het vernietigd
huwelijksgelukook hier de booswicht, de ellende
ling, die voordeel zoekt in het rampzalig lot van
anderen, die partij weet te trekken van het ver
moeden van schuld, welke hy zelf op eene brave,
eerzame vrouw heeft geworpen, en ook hier weder
de verzoening, de overwinning van het goede op
het slechte.
Ziedaar do talrijke punten van overeenkomst
tusschen beide genoemde stukken. Het verschil,
het onderscheid kunnen wy slechts in één enkel
opzicht ontdekkenin de schepping van D' Ennery
draagt de ongelukkige, de verstootene de martelaars
kroon uit liefde voor hare moeder; in die van Philippi
ter wille van haar, die eenmaal haro plaats heeft
ingenomen, ter wille dor eerste, thans overledene
vrouw van haren echtgenoot.
Ook de rolverdeeling wa3 vrijwel dezelfde als in
„Mar tyre."
Ook hier mochten wy mevrouw Beorsmans als
de Martelares, als Daniëla bewonderen; ook hier
nam de heer Van Zuylen de plaats in van haren
echtgenoot, van den grondbezitter Eduard Von
Lencken; ook thans weder moet de heer Haspels,
ditmaal als de advocaat Ferdinand Arndt, zyn
leven opofferen tot horeeniging der gescheiden
echtelieden, en ook thans zien w\j den heer De Vries
de marqué-rol vervullen.
Mevrouw Beersmans had ditmaal niet de gelegen
heid haro uitstekende talenten in al hunne kracht
ten toon te spreidon. Die hartstochtelijke tooneelen,
die aangrijpende, gevoelvolle scènes, die zoozeer
het werk van D'Ennery kenmerken, ontbreken hier
ten eenenmalehier is haar eene meer sobere, eene
meer lijdelijke rol toebedeeldhet Fransche stuk
deed den toeschouwer meor zien, het Duitsche daar
entegen meer gevoelen. Maar ook dit werd by uit
stek goed weergegeven; in die schijnbare kalme
berusting, in dat stille lyden ontdekten wjj niette
min die vreeseljjke zioiesmart, dat ontzettende leed
en het was voor allen eene genoegdoening toen die
vrouw wederom in de armen van h aren echtgenoot lag.
Do heer Van Zuylen speelde met veel kracht,
met veel vuur, vooral in den dialoog tusschen hem en
den verleider zyner eerste gade was hy uitstekend
volgens onze bescheidene meening had echter zjjne
kleeding in de eerste en tweede acte een weinig
minder nonchalant, een weinig minder slordig kun
nen zyn. Ook de heer Haspels muntte in dien zelfden
dialoog uitvooral zijn verhaal der zich opofferende
echtgenoote was treffend schoon.
De heer De Vries schjjnt een aanhanger te worden
der oude school, welke voorschrijft dat de valsche
rollen ook erg valsch moeten weergegeven worden,
dat de toeschouwer by den eersten blik, by den
eersten oogopslag reeds in den marqué den boos
wicht, den huichelaar moet aanschouwen.
De overige in dit stuk voorkomende personen
dienden slechts tot groepeering, tot aanvulling van
het hoofdmotief, tot het weergeven der nevenzaken1
welke zeer slecht uitgewerkt waren.
De vertaling liet dikwijls nogal te wenschon
over; het Duitsche „berühren" byv. kan niet in het
Hollandsch vertaald worden door „beroeren" en de
overtreffende trap van fantastische is meest fantas
tische en niet „fantastiste" zooals wij dit gister
avond hoorden.
Het nastukje „Do Schoolrydster" was een dei-
aardigste, geestigste blijspelen, welke wy in den
laatsten tyd aanschouwd hebben.
De heer Poelman ontwikkelde hier eene groote
mate van komische kracht en mejuffrouw Vink veel
lieftalligs, maar toch moet zy in deze rol het onder
spit delven voor haro Amsterdamsche kunstzuster
njevrouw Rössing-Sablairollesvooral het „Verwijt
gij 't my?" werd door deze laatste met meer stem
buiging voorgedragen en veel beter geaccentueerd.
Do haar door de commissie van Leidens schouw
burg vereerde bouquet zij mej. Vink niettemin van
harte gegund. Mr. L. H.
Gemeagd Nieuws.
Ofschoon er den gehee 1 en dag onrust-
barendo geruchten omtrent de plannen der anti-
socialisten hadden geloopen, ging de avond van
gisteren hier betrekkelijk rustig voorby, dank zij het
reeds vroegtijdig optreden der militaire macht met
behulp der politie.
Behalve de infanterie en cavalerie was thans ook
de artillerie op de been, welke niet alleen de stad
in alle richtingen doorkruisten, maar ook de singels
enz. om de stad niet onbezocht lieten. Enkele agen
ten van politie, meer met de eigenaardigheden der
stad bekend, waren daarby eveneens met sabel en
karabjjn gewapend, thans to paard gezeten.
Het was dus zoo goed als onmogelijk een stoet
van eenigen omvang te vormen, zonder onmiddellijk
te worden uiteengejaagd. Toch vertoonden zich hier
en daar nog wel enkele kleine zingende troepjes,
om, met de noodige varianten op het bekende
„hop hop hop", weer spoedig te verdwijnen. Dit
belette evenwel niet dat nu en dan toch, door de
groote nieuwsgierige volksmenigte, welke zich
gaandeweg begon te vertoonen, charges moesten
gemaakt worden, waarbij blijkbare kwaadwilligen
of die zich niet aan de bevelen wilden onderwer
pen, op gevoelige wyze tot reden werden gebracht,
en dat nog om negen uren van eene woning op de
Langebrug enkele ruiten werden ingegooid. Dit
adres behoorde dan ook tot de velen (wel over de
veertig) welke reeds in den loop van den dag wa
ren genoemd geworden, als zijnde aangewezen tot
het ontvangen van eene minder aangename ovatie,
al komt die dan ook van Oranje-klanten.
Zoodra echter de aanval aldaar bekend werd,
rukte de cavalerie er op los en trad er zoo kracht
dadig op dat o. a. een persoon een sabelhouw op het
hoofd kreeg, welke van dien aard was dat hem in
een apotheek op de Breestraat een verband moest
worden gelegd. De geheele buurt werd onmiddellijk
geheel schoongeveegd en afgezet.
Meenende dat dit iets tot bescherming zyner
woning kon bijdragen, had iemand in de Molen-
steeg woonachtig en die eveneens vernomen had
dat hy op het lijstje stond, onmiddellijk de vader-
landsche driekleur uitgehangen, maar toch ook
binnenshuis de noodige veiligheidsmaatregelen ge
nomen. Het bleek echter gelukkig overbodig.
Dit nam echter niet weg dat er hier en daar
nog wel iets scheen te broeien, getuigen vooral in
de buurt der Van-der-Werfstraat, Bouwenlouwen-
steeg en aangrenzende stegen de nu en dan gehoorde
bedreigingen als de troepen weer zouden zyn ingerukt.
Toch waren er nog van een drietal woningon
do ruiten ingegooid.
Dezo buurt werd dan ook als het ware in staat
van beleg verklaard, zoodanig werden de toegangen
er heen door voet- en paardenvolk afgezet. Dit
bleef dientengevolge tot na middernacht onder de
wapens, toen motterdaad alles weer rustig scheen.
Sommiger gemoederen in bedoelde wyk schynen
daarom echter nog geenszins tot bedaren te zijn
gekomen, want reeds van middag om twee uron
had er weer in de Lange Paradijssteeg (waar hot
te oordeelen naar de uitdrukkingen welke we er
nog heden, ook door de vrouwelijke kunne, over de
socialisten hoorden bezigen, alies behalve een paradys
gelykt) een opstootje plaats. Men zeide namelijk
dat in een perceol aldaar, dat werkelijk meer op
een vervallon pakhuis dan op eene woning goleek,
vier socialen verscholen waren, hetgeen meu niet
gedoogde, te minder omdat er een zou by zijn, die
gisteravond met een Oranjeklant had afgerekend,
op hardhandiger of gevoeliger wyze dan deze aan.
genaam was geweest. Er moest dus nu met hem wor
den afgerekend. Weldra was de politie echter togen,
woordig om deze toepassing der lynchwet te ver
hinderen en het bewuste huis, waarvan reeds vroe
ger de ruiten waren ingegooid, te beschermen.
Gisteren liepen er ook in de buitengemeenten
geruchten, dat de socialisten die buiten Leidens
veste wonen 's avonds bezoek zouden ontvangen.
Ook daar waren maatregelen genomen. De burge
meesters waren met politie op hun post en op do
singels werd gepatrouilleerd. Circa halfhegen kwam
langs de Heerenbrug de eerste oploop. De heer
Parmentierdie als burgemeester van Leiderdorp
optrad, posteerde zich op de brug en wist aan de
voorhoede te beduiden, dat hy hen niet kon toe
laten. Met een „Leve de Burgemeester van Leider
dorp" werd de terugtocht aangenomen. Later wer
den op hetzelfde punt nog invasies ofte wel invallen
beproefd, maar eveneens teruggezonden. Buiten de
Plantage en de Zylpoort stonden huzaren gereed.
Blijkens eene aan het hoofd van dit nommer
geplaatste proclamatie van den burgemeester zyn
vrti heden af samenscholingen of bijeenkomsten
van mer dan vyf personen op de openbare straat
verboden.
Wy vertrouwen niet alleen dat aan dit voor
schrift door de ingezetenen gaarne en onmiddelljjk
zal worden gevolg gegeven, maar ook dat door hen
voor zoover in hun vermogen is, alles zal worden
aangewend wat strekken kan om de orde weder te
doen terugkeeren.
In de eerste plaats kan daartoe dienen dat men
zjjne nieuwsgierigheid bedwinge en men zich des
avonds niet méér op straat vertoone dan strikt
noodig is.
Ten andere manen we ook de anti-socialisten
tot kalmte aan, want men bedenke dat, by verzet,
de gevolgen ook voor hen van zeer ernstigen aard
kunnen worden. Willen zy thans werkelijk van hunne
gezindheid voor het Huis van Oranje doen blijken,
dan bedenken zy tevens dat Hjj die thans het
Hoofd van den Staat is, zich steeds een Vorst des
vrodes betoond heeft!
Men volge dus zyn grootsch en verheven voorbeeld.
Ook de verpleegden in het Gerefor
meerde Minnehuis alhier hebben op 's Konings
verjaardag Z. M. eenige dichtregelen aangeboden,
waarop zij door den Koning met eene dankbare
beantwoording vereord zijn geworden.
Door het raam van eenewoningin
de IJselstraat te 's-Hage, zagen Zaterdag-avond de
buren dat eene vrouw in brand stond. Dadelijk
gingen zy naar binnen, rukten de kleeren van haar
lichaam en doofden de vlammen. De vrouw had
echter reeds zulke hevige brandwonden bekomen,
dat haar toestand gevaarlijk is.
Zondag-avond zyn er aan een huis
in de Oldenbarneveltstraat te Rotterdam brandende
stoffen in de brievenbus geworpen. De bewoners-
bemerkten het eerst toen de bus reeds in de vlam
stond, maar konden gelukkig nog het noodige doen
om verder onheil te voorkomen. De politie heeft
het misdrijf geconstateerd.
Een artillerist is van den Haag
naar Hellevoetsluis overgeplaatst als verdacht van
het verspreiden van socialistische geschriften in de
kazerne.
Een knaap rukte Zondag een dienst-
meisje in de Hoogstraat te Amsterdam een bank-
biljot van 25 uit de hand en verdween met een
drietal kornuiten.
Ten huize van eene juffrouw op de Heerenmarkt
aldaar is de huishoudster door kolendamp gestikt.
De juffrouw, die op dezelfde kamer sliep, werd
bewusteloos gevonden, maar zal vermoedelijk het
gevaar waarin zij nog verkeert te boven komen.
De schuif van de brandende kachel was dicht
gemaakt.
De politie aldaar maakte zich meester van een
sigarenmaker, wonende in de Egelantierstraat, die
staande in de snijding tusschen de daken van 2
porceelen, in die straat de agenten met dakpan
nen wierp.
Naar men zegt, zal de Amsterdam
sche socialistische kastelein Penning de „Leeuw
van Waterloo" niet meer betrekken. Het bord is
reeds boven den ingang verdwenen.
Iluewel al de by het Amsterdamsche
Juli-oproer gewonde personen het gasthuis verla
ten hebben, zyn er, naar de „Amst. Crt." meldt,
nog twee personen in behandeling gebleven, die
geregeld de polikliniek bezoeken en wier volkomen
genezing nog wellicht eenige maanden kan duren.
De een heeft een schotwond in den rechterschouder
de ander een wond in het linker-onde'rbeen.
In het geheel werden er op 26 en 27 Juli jl.
in het Binnen-Gasthuis opgenomen 60 door geweer
schoten getroffen menschen. Van deze waren 16
dood of stervende, 6 stierven den volgenden dag,
4 zyn eerst later gestorven.
Er kwamen by deze gelegenheid in verhouding
meer doodelijke verwondingen voor dan in den
regel bij een oorlog het geval is.
De oorzaak daarvan wordt door sommige doc
toren toegeschreven aan het treffen op korten
afstand en aan de groote uitwerking der patronen
onzer Beaumontgeweren.
Te Hellouw is een ooievaar aange
komen, die blijkbaar de lente reeds in het hoofd heeft.
T e S t.-O edenrode, in Noor d-B r a b a n t,
is Zondag-nacht de brandkast uit het postkantoor
gehaald, nadat men eene ruit had uitgesneden
om naar binnen te komen en daarna de buitendeur
had geopend. De kast is naar eene naburige weide
gebracht en daar met geweld geopend. Men heeft
er ƒ1300 uitgehaald; een aangeteekenden brief liet
men liggen. De daders zyn nog niet bekend.
De „Daily News" meldt uit St.-Pe
tersburg dat eene staatscommissie heimelijk proe-