N°. 8285.
A0. 1887.
LEVE DE KONING!
Maandaa; 21 Februari.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURAST:
Voor Leiden per 3 maanden1,10.
Franco per postMO.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.174.
Grootere letters naar plaatsraimte. Voor hel incassee-
ren buiten de stad wordt f 0.10 berekend.
Als het hoofd van een gezin zijn zeventigste
jaar heeft doorleefd, welk een blijdschap in
den familiekring! Zelfs de weemoedige ge
dachte, dat het klimmen der jaren de kansen
van langer samenzijn doet verminderen, kan
dan de feestvreugde niet storen men ziet met
dankbaarheid terug naar het verleden, geniet
in eene aangename stemming het tegenwoor
dige, en aanschouwt de toekomst onder den
lichtglans der hoop. Och ja, als iemand be
weert dat elke
jaardag, wèl
bezien, hetzelf
de karakter
draagt, en dat
het slechts in
gebeelde rede
nen zijn, die on
derscheid doen
maken bijvoor
beeld tusschen
den negen
en-zestigsten
en den zeven
tigsten, dan
zullen wij geen
argumenten
opzoeken om
dien man van
dwaling te
overtuigen
misschien ge
voelt hjj een
weinig minder
diep dan ande
ren, dat is alles.
We zjjn nu een
maal gewoon,
het leven af te
deelen in tijd
perken van tien
jaren; en het feit, dat er zoo betrekkelijk
weinigen zjjn, wien het gegeven is het a c h t s t e
dier perioden binnen te gaan, is oorzaak dat
we steeds sympathie gevoelen, als dit geluk
een onzer dierbaren te beurt valt.
Zjjn er vergelijkingen die mank gaan, de
door ons gebezigde, toen we van het Hoofd
eens gezins spraken en eigenlijk den Koning
in de gedachte hadden, doet het heel weinig.
Of is het niet inderdaad eene kinderlijke ver
eering, welke wjj den edelen Vorst toedragen
Zjj, die den aanvang zjjner regeering hebben
aanschouwd, zijn reeds mannen en vrouwen
in de volle rijpheid des levens; we weten
niet anders, of Koning Willem stond aan het
hoofd van den Nederlandschen Staat. In hem
is een belangrijk stuk vaderlandsche geschie
denis samengevat; hjj is steeds onze leider
geweest, bjjna van den dag af, dat de nieuwe
regeling der machtsverhoudingen in den Staat,
in de Grondwet van 1848 vastgesteld, tot
stand kwam. En wanneer wjj ons volk met
hartelijke genegenheid en diepen eerbied hoo-
ren gewagen van „Vader Willem", dan is er
geen de minste twjjfel aan het rechtmatige
van dien naam.
Men kan dan ook gerust zeggen, dat de
feestviering van heden de voldoening is aan
eene nationale behoefte; hare algemeenheid,
door het gansche land, zelfs in de meest afge- j
legen gemeenten, is daarvan het bewjjs.
Terwijl we deze regelen schrjjven, kunnen
we natuurlijk niet weten of onze Leidsche
feestviering in alle opzichten aan onze wen-
schen zal beantwoorden. Wel heeft de ijverige
feestcommissie, aan wie we ter dezer plaatse,
namens de gansche burgerjj, een woord van
innigen dank brengen voor haar bemoeiingen,
DE KONINKLIJKE FAMILIE.
alle onderdeelen voortreffelijk georganiseerd,
en heeft het haar aan finantieelen steun niet
ontbroken, maar, men weet het, oneindig
veel hangt af van het weer, en dat kan in
Februari niet minder grillig en onvriendelijk
zjjn dan in andere maanden van het jaar.
Wel is er bij de Nederlandsche natie ze
kere traditie van de Oranjezon, en van harte
hopen we haar heden te zien gehandhaafd,
dochIn elk geval, met geestdrift en toe
wijding zjjn de verschillende toebereidselen
gemaakt, en alleen daaruit reeds bljjkt, dat
wjj, nu het gansche land in gedachten zjjne
opwachting maakt ten paleize, er prjjs op
stellen in de voorste gelederen te staan.
Vooral in dagen van groote vreugde of
van diepe smart komt het uit, hoe vast Oranje
en Nederland met elkander zjjn verbonden.
We zouden hier kunnen wjjzen op de kloeke
verschijning, die in 1861 de jammeren van
den watersnood in Gelderland kwam lenigen,
persoonlijk gevaar niet tellende, op de warme
ontvangst, die den Koning bij zijn terugkomst
van de geteisterde streken wachtte, vooral in
de residentie; op de kort daarna, bij ge
legenheid van zjjn jaardag op zjjn verzoek
gehouden inzameling, die niet minder dan acht
tonnen gouds opbracht. We zouden verder in
herinnering kunnen brengen, hoe geheel ons
land in 1874 in feestdos prjjkte bij het 25-jarig
regeerings-jubilé van den Koning. En toen
kwamen, in volgende jaren, de droevige slagen
die den Oranjeboom van zijne schoonste takken
beroofden; achtereenvolgens nam de dood ze
alle weg, eerst de Koningin, daarna binnen
één jaar Prins Hendrik en den Kroonprins,
vervolgens Prins Frederik en eindelijk den
laatsten mannelijken stamhouder van het, bij
het Kroningsfeest nog zoo bloeiend Vorste
lijk gezin. En
telkens was
het, alsof aan
elk der onder
danen persoon
lijk een bloed
verwant werd
ontscheurd
onze klachten
vereenigden
zich met die
van den Ko
ning, en uit het
medegevoel
van zjjn volk
putte hij de
beste troost,
die een Vorst
kan ten deel
vallen. Intus-
schen was een
nieuwe zon
over het Huis
des Konings
opgegaan; eene
rijkbegaafde
Vorstin strooi
de nieuwe bloe
men op zjjn
levenspad,
een lieftallig
kind schonk nieuw leven aan 's Vorsten woning,
en vervulde het hart des volks met nieuwe
hoop op de toekomst. Voorzeker, de Koningin
kan zich verzekerd houden dat de wenschen,
die zjj haar Koninklijken gemaal heden wijdt,
in volmaakte overeenstemming zijn met wat
er leeft in het diepst van ons gemoed.
Veel hebben we aan de regeering van
Koning Willem III te danken.
Het is eene der eigenschappen van den con-
stitutioneelen regeeringsvorm, dat het aandeel,
door het Hoofd van den Staat persoonlijk
bijgedragen in de handelingen van het open
baar gezag, niet met wiskundige nauwkeu
righeid is af te bakenen, althans niet door
hen die niet gezeten zjjn in den raad des
Konings. Maar geljjk we van een milddragen-
den vruchtboom het kostelijk ooft inzamelen,
zonder te vragen wat nu eigenlijk de stam
en wat de wortels en de takken ieder afzon
derlijk hebben gedaan, verlangen we ook niet
meer dan wat ons werd gegeven, waar het
geldt de zegeningen op te sommen, die de
langdurige regeering van den laatsten der
Oranjevorsten ons gebracht heeft.