fna^atjKtTKf" morgen 11., ontdekte men, zooals wjj reeds mede gedeeld hebben, dat een passagier vermist weid. Uit het door de bevoegde autoriteiten ingestelde onder zoek schijnt nu gebleken te zjjn, zegt de „Midd. Crt.," dat de eigenaar der bagage de heer dr. Ben- teyn uit Sluis is, die sedert eenige dagen vermist wordt. "Waar genoemde heer gebleven is weet men niet; de inrichting aan boord maakt een toevallig over boord vallen zeer onwaarschijnlijk, en het kan ook zjjn dat de betrokken reiziger in het geheel do reis niet medegemaakt heeft, maar vóór het vertrek der boot aan den wal gegaan is, wat wel meer gedaan wordt, en bij het terugkomen een verkeer den weg genomen heeft. De veiligheid o p d e s p o o r w e g e n i n Italië laat inderdaad veel te wenschen over. Zater dag is in een 2de-klasse-waggon van den sneltrein van Bologna weer een moordaanslag gepleegd. In de nabijheid van het station Jesi werd de ingenieur Marocchino, die in slaap gevallen was, eensklaps door zijn eenigen medereiziger, een jongen man van twintig jaar misschien, aangevallen en met een moker op het hoofd geslagen. De boos doener sprong niet ver van het station Chiarava uit het portier en ontkwam met de portefeuille van den heer Marocchino. Deze heeft zeven gevaarlijke kwetsuren aan het hoofd en de borst bekomen. De Deensche vice-consul te Huil, Frederick Good, schoot zich dood in een rijtuig. Redenen onbekend. Het verbod, waarbij aan Israëliet i- sche kooplieden uit het buitenland met uitzon dering van groote handelaren en fabrikanten de toegang tot Rusland wordt ontzegd, geeft aanleiding tot moeilijkheden zonder tal. Zoo werd onlangs zelfs de beroemde Weener oogendokter, prof. Mauthner, die naar Kieff ont boden was voor eene belangrijke operatie, bjj de grens aangehouden. Eerst scheen het of men hem ongemoeid de grenzen zou laten overtrekken. De reisknecht liet de koffers visiteeren en wilde in de coupé terug- keeron, toen een luitenant der grenspolitie hem vroeg: „Je heer is toch Katholiek, nietwaar?" „Dat weet ik niet niet zeker'', antwoordde de reisknecht, „maar ik geloof het wel." „Hoor eens, gelooven kun je elders doen, ik wil zekerheid." „Dan zal ik mijnheer zelf vragen." Op hetzelfde oogenblik steekt de professor, die alles verstaan heeft, het hoofd uit het raampje en roept: „Par don meneer de luitenant, ik ben Jood." „Dan moet ik u verzoeken oogenblikkelijk den waggon te verlaten." „En waarom dat? Mijn reispas is toch in orde?" „Dat is alles wel mogelijk, maar vreemde Joden worden in Rusland niet toegelaten." „Maar ik reis niet voor mijn genoegen, ik ben oogendokter en ben telegraphisch ontboden om een operatie te doen." „Dat geloof ik gaarne, doch ik moet de voor schriften opvolgen." De verdere besprekingen leidden tot niets: de professor en zjjn bediende moesten uitstappen. Het eerste werk van den professor was zjjn patiënt te Kieff met het gebeurde in kennis te stellen. Een tweede depeche diende zijn beklag in bij den Russischen gezant. Na een paar uren wachten ontving hij antwoord uit Kieff. „Wa hebben alles gedaan," seinde men hem, „om uwe reis mogelijk te maken, maar tot dusver Zonder gevolg." Een oogenblik later kwam een tweede telegram, waarin het heette: „De gou verneur heeft mjj zooeven zjjne tusschenkomst toegezegd; we hopen u dus weldra hier te zien." De gezant het de klacht onbeantwoord. Uren verliepen. Eindelijk kwam de luitenant binnen en zeide„Mijnheer de professor. Z. E. de gouverneur van Kieff seint mij dat er geen be zwaren meer tegen uwe reis bestaan. Indien u wilt, kunt u met een eerstkomenden trein door reizen." De professor ging naar Kieff', volbracht de operatie en keerde zoo spoedig mogelijk terug. Voor hij de grenzen bereikte, ontving hjj nog een telegram van den gouverneur van Odessa, die zijn verblijf te Kieff vernomen had en hem nu verzocht ook hem te willen behandelen. Maar de professor had genoeg van Rusland, hjj verontschuldigde zich en keerde naar Weenen terug, waar hij zijne talrijke vrienden niet weinig ver maakte met zy'ne staaltjes van Russische bescha- v*g en Russischen vooruitgang. 13 TJ I T 23 r\T 33 A TV I>. Duitsichland. De prins-regent van Beieren laat elk zijner kleinkinderen een ambacht leeren. De toekomstige koning, prins Ruprecht, werkt eiken dag bij een draaier te Munchen; prins Franz heeft gevraagd om verver, prins Karl om tuinman te mogen worden. De sociaal-democraten te Frankfort a/M., die verleden week tot lichte gevangenisstraf veroordeeld waren, welke door de preventieve hechtenis reeds als ondergaan beschouwd werd, hebben thans bevel gekregen, de stad te verlaten en met hen eenige tappers, die hunne tapperijen voor socialis tische bijeenkomsten afstondente zamen 23 personen. Italië. De Kamer van Afgevaardigden heeft gisteren, op voorstel van den heer Depretis, met 229 tegen 154 stemmen, eene motie van vertrouwen in het kabinet aangenomen. De „Popoio Romano" meldtGisteren vertrok ken uit de verschillende garnizoenen vier compag nieën, met bestemming naar Massowah. Ook zijn uit Yicenza twee stukken berggeschut verzonden, en vertrok uit Pavia eene compagnie der genie. Een en ander zal op 1 Januari te Napels scheep gaan onder de bevelen van een majoor. Ook de Londensche „Times" verneemt uit Soeakin dat de bijzonderheden aangaande den veld slag tusschen de Abessiniërs en de Italianen over dreven zjjn, maar dat een ernstig treffen onver mijdelijk is, als de Italianen blijven voortrukken. Een uit Khartoem aangekomen Griek bevestigt dat Khartoem geheel verwoest is en dat de Europea nen die gespaard bleven, gedwongen werden Maho- medanen te worden. G-rottt>Britaniil In de troonrede bij de gisteren plaats gehad heb bende opening van het Parlement wordt gezegd dat de betrekkingen met het buitenland van vriendschap- poljjken aard zjjn. De toestand in het zuidoosten van Europa is altijd nog onzeker, maar er is geen vrees dat de nog niet opgeloste geschillen eene verstoring van den Europeeschen vrede ten gevolge zullen hebben. Ofschoon de omstandigheden betreurende, welke vorst Alexander noodzaakten om het bestuur over Bulgarije neder te leggen, heeftEngelands koningin het niet noodig geoordeeld om tusschenbeiden te komen bjj het benoemen van een opvolger, totdat de omstandigheden zoover gekomen zullen zjjn dat hare toestemming vereischt wordt overeenkomstig het verdrag van Berlijn. De taak der Engelsche regeering in Egypte is nog niet afgeloopen, maar er is een groote stap gedaan ter verzekering van de rust en de orde binnen- en buitenslands. Ten opzichte van Ierland maakt de troonrede melding van de stelselmatige weigering der pach ters om hun huur te betalen. Zjj kondigt voor stellen aan om de administratie te beschermen en tevens eene afdoende dwangwet om den toestand te verbeteren. Het overige der troonrede werd gewijd aan aan gelegenheden betreffende het binnenlandsch bestuur. In het Hoogerhuis brachten lord Salisbury en lord Granville eene warme hulde aan de nagedach tenis van lord Iddesleigh. Bjj het debat over het adres in antwoord op de troonrede verklaarde lord Salisbury, dat de bewering onwaar was, als zouden pogingen worden aange wend om prins Alexander van Battenberg op den troon van Bulgarije te herstellen. "Wat de Balkan-staten aangaat, zeide de premier „Rusland toont zich geneigd zeker streven, hetwelk zich aldaar openbaart, te erkennen. "Wij van onzen kant wenschen, dat de rechtmatige verlangens dier mogendheid in vervulling komen. Mocht zjj echter haar doel met onverdraagzaamheid nastreven, dan zou daaruit gevaar voor den Europeeschen vrede ontstaan." Hjj zeide verder: „In de steeds uitgebreider wor dende toerustingen van Europa zien wij een ge vaar; doch dit gevaar is niet grooter dan toen wij ons ambt aanvaardden. De Britsche ambassadeurs te Berlijn en Parijs achten den toestand niet oor logszuchtig, maar vredelievend." In het Lagerhuis kondigde de heer W. H. Smith (first lord of the treasury en tevens leider der partij in het Huis) aan, dat hij de prioriteit zou vragen voor de wijziging van het reglement van orde. Sir Michael Hicks Beach, minister voc*r Ierland, deelde mede dat eene nieuwe wet op de rechtsbe doeling in Ierland zou ingediend worden. Lord Randolph Churchill verklaarde dat de hoofd grond voor zjjne aftreding in de begrooting van marine gelegen was. "Wel bestond ook verschil van meening over andere vraagpunten, doch daaromtrent zou eene schikking mogelijk zjjn geweest. Hij las de briefwisseling met lord Salisbury voor, waaruit bleek dat laatstgenoemde de bogrooting voor marine ondersteunde, omdat hjj de toekomst op het vasteland donker inzag en, in geval de oorlog mocht uitbreken, Engeland gereed moest zjjn. Lord Randolph Churchill daarentegen was van meening dat eene verstandige buitenlandsche politiek Enge land voor vreemde verwikkelingen zou vrjjwaren, maar de staatkundige richting der regeering ge vaarlijk moest geacht worden. KOLONIËN. BATAVIA, 27 29 December. Er heeft dezer dagen te Soerabaia eene gebeur tenis plaats gegrepen, waaraan eene groote poli tieke beteekenis moet worden gehecht. Een aantal Chineezen hebben getracht eene ver- kooping te verhinderen door op het good, dat heJ eerst onder den hamer kwam, te blijven opbieden], zelfs toen reeds meer dan het dubbele der waardJ geboden was. Om 9 uren begonnen, was het biedeiL. om 1 uur 's namiddags, het wettelijk bepaald» sluitingsuur van openbare verkoopingen, nog iJf vollen gang en moest dus de verkooping tot ee! nader te bepalen dag worden uitgesteld. "Waren serieuze bieders aan het bod geweesij dan zou tegen het voorgevallene weinig te zeggefl zjjn. Dit was echter niet het geval. Juist de hoog! gaande bieders waren personen, die niet veel met» dan wat zjj bjj zich droegen, het hunne kondei noemen en wier reputatie niet de beste is. Hi# doel was eene verkooping, welke door den recht! was toegestaan, te verijdelen, en daarin zjjn k. dien dag maar al te goed geslaagd. Dit optreden teekent. Het bewjjst dat het Cflj neesche element meer en meer eene houding aat neemt, die het niet past, en daden durft te plegta waardoor de wet tot een doode letter wordt J- maakt. Wat zjj te Soerabaia deden, staat in de aj volgen geljjk met gewapend verzet. Vooral in verband met de gebeurtenissen laatste weken, welke wijzen op een onder het C| neesche element ontstanen geest van verzet, I zich niet ontziet tot daden over te slaan, wol een krachtig optreden voor de Regeering noodl kelijk. Juist omdat wjj in een deel van ons gebl in zekeren zin een échec geleden hebben, moetl toond worden dat nog niet alle kracht verloreil gegaan, dat waar gehandeld worden moet, nogl durfd wordt ook. En mocht ook al het gepleel feit niet strafrechterlijk vervolgd kunnen worl wat door velen wordt beweerd, dan bieden del bekende artikelen 45, 46 en 47 van het Eegeeril reglement der Begeering gelegenheid genoeg ol toonen, dat zjj met straffeloos met recht en I spotten laat. Aux grands maux, les grands remèdos. Hel pleegde feit is zeer ernstig (zóó zelfs dat de R« rings-vertegenwoordiger te Soerabaia gemeend 1 telegraphisch om instructiën te moeten verzo! dat de straf eveneens een ernstige zij. (Jav.-M De door de overstrooming der Atjeli-rivieil gerichte schade is reeds grootendeels herstel! vijand liet onze troepen bjj hunne werkzaam! natuurlijk weer niet met rust en opende 1 malen op de wegwerkers een hevig vuur, dl lukkig weinig nadeel deed. Slechter is de tijding dat de invloed van T| Oemar, het beruchte bendehoofd, op de Wel steeds toeneemt. De weinige ons genegen hl zjjn reeds grootendeels door hem verdreven,! ook daar de dag der bevrediging nog verrel - Men verneemt dat de legerbeveihebll chef van den geneeskundigen dienst, en de! der artillerie Adema van Scheltema, in de I Mei a. s. met pensioen naar Europa zulll trekken. - De Gedèh is in de laatste dagen weeil tig geweest; herhaaldelijk heeft men vrijP schokken van aardbeving gevoeld in de oml van Sindanglaja. De Gouverneur van Sumatra's Westkil mede dat in de maand November jl. in cl vernement vele aardbevingen werden waarg! Door den gouverneur-generaal van Ned.-InditB volgende beschikkingen genomen:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 2