U°. 8253. Trijdag X-X Jaiixiari. A0. 1887. feze (Qouraat wordt dagelijks, met aitzoaderiog ran fpn- en feestdagen, uitgegeten. Leiden, 13 Januari. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 meenden1.10. Franco per poet1.40. Afzonderlijke Kommer»0.05. PRIJS DER AD VERTENT EEN Ven 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17i- Grootere letters neer plaatsruimte. Voor het incaa- eeeren bniten de eted wordt 0.10 berekend. Professor dr. G. D. L. Huet alhier is benoemd tot correspondeerend lid van de Academie van Wetenschappen te St.-Petersburg. Gedurende de eerste helft der maand Nov. zjjn aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende brieven, welke wegens onbekendheid der geadres seerden niet besteld konden worden J. P. Bos, wed. Van Coesant, De Haan (med. stud.) mevr. Van't Hoofd Grofvestein, mevr. Leeu- wenstijn, H. Vierke, AmsterdamVan Maanen, s-Gravenhage; wed. Van Velzen, Haarlem, mej. C. Van Bjjleveldt, Rodekrus, Leiden; mej. Gertruda Riksen, Maastricht; G. Jansen, Riederveen; M. Gris- haver, Rotterdam; Jan Waterschott, Watergraafs meer A. Launspach, niet vermeld. Briefkaarten mej. M. Letser, Amsterdam; J. Oosting, Rotter dam J. Wolsman, mej. M. De Vries, niet vermeld. Brieven verzonden geweest naar Duitschland Fraul. Martha Nitardy, BerlijnFrau Von Vieting- hoff, Hannover; Leonard Vollmer, München. Frankrijk: J. F. L. Schneider, Marseille. Oost- Indiëwed. Tak, Bojolali. De heer L. Hanckar, consul van Italië te Noumea, eiland Nieuw-Caledonië, van wien vroeger onderscheidene geschenken zijn vermeld geworden, heeft thans weder aan het Rijks Ethnographisch Museum ten geschenke gegeven eene belangrijke verzameling voorwerpen, afkomstig van de eilanden der Stille Zuidzee. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Noord-Amerika, door middel var. het stoomschip „Edam", van Amsterdam vertrek kende. Ten postkantore alhier moeten de brieven enz. uiterlijk morgen-, Vrijdag avond, om tien uren bezorgd zijn. Op passende wijze is gisteravond het Museum „Prins Hendrik" in de Passage te 's-Hage her opend. Onder hen die aan de uitnoodiging van den directeur om bij de opening tegenwoordig te zijn, hadden gevolg gegeven, werden opgemerkt de wethouder Evers, eenige raadsleden, leden van de Kamer van Koophandel, presidenten en bestuurs leden van de afdeeling der Maatschappij van Nijver heid en van de Vereeniging Handel en Nijverheid en een aantal kunstliefhebbers. Na de uitvoering van Gounod's Triomfmarsch voor orgue Alexandre en piano door de hoeren Lefèbre, vader en zoon, voerde de directeur van het Museum, de heer L. J. Lefèbre, het woord. Zonder de lijdensgeschiedenis van het Museum in herinnering te brengen, wees hij er alleen op dat thans het voortbestaan der inrichting, die door Z. M. den Koning en wijlen Prins Hendrik zoo krachtig was gesteund, was gewaarborgd, indien de medewerking van belang stellenden hem verzekerd bleef. Verheugde hjj zich daarin uit een technisch oogpunt, niet minder waar deerde hij dat de residentie, die betrekkelijk weinig bezienswaardigheden telt, daardoor eene inrichting had behoudon, welke den vreemdelingen eenige aanlokkelijkheid kon aanbieden. Na een rondgang door de zalen en het nemen van eenige proeven werd de bijeenkomst met de uitvoering van het Volkslied gesloten. Wjj zjjn thans door de Staatscourant in het bezit der volledige opgaaf van de opbrengst der rijks middelen over het afgesloten jaar. De uitkomst is 2,418,735 gunstiger dan het jaar te voren en overtreft de raming met ƒ2,946,730. Die gunstige uitkomst is- voornamelijk verkregen door de meer dere opbrengst tegenover het vorige jaar van het personeel 379,171, van de rechten op den invoer ƒ51,888, van de suiker ƒ130,996, van het zout 107,826, de zeep ƒ44,201, van de bieren en azijnen f 25,643, van het zegel 383,869, van de registratie rechten ƒ114.601 (dio dus weder stijgende zijn), van het recht van successie 435,529, van de hypo theekrechten f 22,582, van de domeinen 282,848, van de posterijen en telegrafen f 289,353 en van de staatsloterij ƒ190,043. De accijns op het gedistil leerd is bij het vorige jaar ten achteren ƒ117,743, evenzoo de wijn ƒ96,128 en het bier ƒ10,926. Op de grondbelasting en de patenten is meer betaald ƒ201,780. 's Rijks middelen hebben opgebracht in het ge- heele jaar ƒ109,098,945, tegen ƒ106,680,209 in 1885. De raming bedroeg ƒ106,152,215. De heer Van Delden, architect te Amsterdam, heeft de benoeming tot directeur der Academie van Beeldende Kunsten te 's-Gravenhage aan genomen. Door het R.-K. Kerkbestuur te Abcoude is in café „De Wakende Haan" aldaar aanbesteed, onder beheer van den architect A. Tepe te Utrecht: Het bouwen van een kerk en toren, sacristie, ka pellen enz. Ingekomen waren 25 biljetten; minste inschrijver was de heer Stieltjes te 's-Hage voor de som van 75,500de hoogste inschrijving be droeg ƒ109,000. De kapitein P. Thijssen, directeur der pupillen school te Nieuwersluis, die, met verlof te's-Graven- hage, door eene zeer ernstige ziekte getroffen werd, neemt in beterschap toe. Zjjn dienst wordt door den lsten luit. P. W. Bosboom aan de school waargenomen. Eene plechtige wijding te Katwijk. Gistermiddag om één uur had de wijding van het in alle opzichten en in alle onderdee'en zoo schoone kerkgebouw der Nederduitsch-Hervormde Gemeente te Katwijk aan Zee plaats. Om twaalf uren werden de deuren geopend, en, nadat het grootste deel der eigenaars van plaatsen en der genoodigden, (waaronder vele Katwjjksche corporatiën en alle vroegere predikanten), gezeten was, werd het overige publiek toegelaten. Hieron der bevond zich ook onze correspondent, die zich heeft moeten behelpen met een staanplaatsje, zeer achteraf, zoodat het hem niet ten kwade te dui den is, indien hij sommige uitdrukkingen niet ge heel juist weet weer te geven, daar hjj genoeg te doen had om te zorgen, dat hij niet van zijn plaats gedrongen werd. Alles was bezet, en de gangpa den, behalve die in het centrum, zoodanig opge vuld, dat het hem onmogelijk was de armen te be wegen, ten einde eenige aanteekening te maken. Niettemin meldt onze berichtgever het volgende: Dat het zoo vol was, is niet te verwonderen; het gebouw bevat 1500 zitplaatsen, die op een twin tigtal na zijn verhuurd, en ieder huurder was na tuurlijk opgekomen. (De oude kerk bevatte er slechts 800). Gelukkig, dat er ruimte genoeg is, om er nog bp te maken. Na het zingen van Psalm 122 vers 1 en 3, nam dr. A. J. C. Van Maasdijk, onze gewezen predikant, de man, aan wiens energie wij onze kerk hoofd zakelijk te danken hebben, het woord. Hjj koos tot tekst 1 Koningen 8 vers 15a: „Geloofd zjj de Heere, de God Israëls." Na allen welkom geheeten te hebben, sprak hij den hoogedelgeboren heer baron en mevrouw Van Wassenaer Van Catwjjck aan, die hij wenschte te beschouwen als de ver tegenwoordigers der aanwezige gevers, en welken hy uit naam der gemeente zijn innigen dank toe bracht voor hunne krachtdadige ondersteuning, zon der welke het, zeide hij, menschelijkerwijze gesproken, nooit zoo ver gekomen zou zijn. Hjj herinnerde er aan, dat mevrouw op den 14den Mei 1885 den eersten steen gelegd had en sedert ernstig krank geweest was, zoodat het scheen, alsof een woord, toen door haar tot de feestvierende kleinen gespro ken, nl.„ik weet niet, of ik deze kerk, wanneer ze af is, wel ooit betreden zal," een droevige pro fetie bevat had. Na hun een lang leven toege- wenscht te hebben tot heil van Katwijk en voor de gewichtige betrekkingen, welke beiden vervullen, betuigde hij zijne erkentelijkheid aan den mede aan wezigen hoogedelgeb. heer baron Van Pallandt, die zoo mildelijk geholpen had, ook wanneer hem dit soms moeite kostte. Daarna dankte hy den burgemeester, den heer T. Alb. O. De Ridder, die het kerkbestuur zoo véél mogelijk had bijgestaan, en de schenker was van de prachtige lantaarn in het hoofdportaal. Een woord van dank werd vervolgens gewijd aan de kerkvoogden en het kerkbestuur, die hun pogingen met zulk een gelukkigen uitslag bekroond zagen. Hij herdacht te gelijkertijd één hunner, die gedurende den bouw was overleden, en waarvan men mocht verwachten, dat hjj nu juichte voor Gods troon. Zjjn laatste woorden van dank waren gericht tot den jeugdigen architect, den heer H. J. Jesse, van Leiden, die er op gewezen werd, wat heerlijke gedachte het voor hem kon zjjn, dat zijn eerste werk een huis Gods was, en tot de werklieden waarvan hij tevens mededeelde, welke schoone geschenken zjj gegeven hadden. Hierna wees hjj er de gemeente op, dat de God van Israël ook de God van Katwjjk was, dat niet één ongeluk was voorgevallen, enz., en knoopte aan een en ander treffende beschouwingen vast. Als tweede spreker trad op onze oudste predikant ds. A. Voorhoeve. Zijn tekst was 1 Koningen 8 vers 30. Hij bracht o. a. enkele historische feiten in herinnering, en smeekte Gods bescherming af voor het gebouw, welke zoo noodig is. Men be hoefde slechts te denken aan het jaar 1572, toen de Watergeuzen Katwjjks kerk in brand staken; aan den storm, die voor eeuwen den mond van den Rjjn deed verzanden en aan dien, welke den toren van Scheveningen deed verzwelgen door de woeste golven. Hjj herinnerde aan de eerste evangelieprediking op het strand alhier, voor 1200 jaren door een Engelsch zendeling. Ook deelde hjj mede, dat voor 100 jaren het oude kerkhof, dat bij de tegenwoordige oude kerk lag, verlaten werd en dat nu de nieuwe kerk haar standplaats weor naast het nieuwe kerkhof gekregen heeft. Ieder dezer en andere punten bracht hij in verband rnet Katwjjks hedendaagschen toestand, en putte uit elk aanleiding tot het spreken van een ernstig woord. Onder meer gaf hjj bv. de verklaring van onzen dorpsnaam „een plaats, waarheen de vroegere Katten de wijk namen voor hunne vjjanden," en hoopte, dat deze kerk een wijkplaats mocht worden voor allen, die vluchtten voor hun ergsten vjjand, de zonde. De laatste spreker was onze andere predikant, ds. Oortliuys. Hjj sprak naar aanleiding van 1 Konin gen 8 vers 65: „daarna gingen zjj naar hunne tenten, bljjde en goedsmoeds." Hjj vraagde der ge meente, of zjj ook bljjde en goedsmoeds naar huis zou gaan; waarom zij eigenljjk blijde was; of alleen het bewustzijn eene nieuwe kerk verkregen te heb ben wel een goede grond voor blijdschap was, enz. Hjj vervolgde met te zeggen, dat van vele zijner hoorders, die iederen dag de torenspits zagen, welke naar boven wees, de gedachten steeds naar beneden waren; dat deze kerk, deze toren eh iedere klokslag eenmaal tegen dezulken zouden ge tuigen, doch dat God gezegd heeft„Zoowaarachtig als ik leef, ik heb geen lust in den dood des zon daars", en dat dus niemand der aanwezigen, tenzjj door eigen schuld, behoefde verloren te gaan. De plechtigheid werd besloten met gebed en psalmgezang. Zichtbaar getroffen ging ieder huis waarts, n velen maakten de opmerking, dat ajj zelden zulke schoone woorden gehoord hadden als bij deze gelegenheid.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 1