N°. 8250.
Dinsdasr 11 Januari.
A0. 1887.
feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van gpn- en feestdagen, uitgegeten.
Leiden, 10 Januari.
LEIDSOH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 munden.1.10.
Franco per poet1.40.
Afzendorlijko N om me re0.65.
PRIJS DER AD VERTENTIEN
▼an 16 regels 1.05. Iedere regel meer/0.17$.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incas-
seeren bniton de stad wordt 0.10 berekend.
De gemeenteraad alhier zal Donderdag middag
om twee uren zijne eerste zitting in dit jaar hou
den, waarin, behalve enkele verzoeken tot hot
leggen van stoepen enz., aan de orde zullen komen
de benoeming van eene tweede onderwijzeres aan
de Leerschool; de reclames in zake het kohier
der pi. dir. belasting dienst 1886 en het voorstel
tot wijziging van het Raadsbesluit betrekkelijk
de heffing van bruggeld.
In hot afgeloopen jaar zijn zich binnen deze
gemeente, met uitzondering van het garnizoen, komen
vestigen 1225 m. en 1392 vr. personen, en hebben
deze gemeente verlaten 1148 m. en 1121 vr., zoodat
er eene vermeerdering heeft plaats gehad van 77 m-
en 271 vr., te zamen 348 personen.
Door geboorte nam bovendien het zielental toe
met 800 jongens en 710 meisjes, doch daarentegen
verminderde het door het overlijden van 498 m
en 482 vr. personen, zoodat ook in dit opzicht'
eene vermeerdering plaats had van 302 m. en
228 vr., te zamen 530 personen.
De geheele vermeerdering bedraagt dus 878
zielen.
Aangezien op 1 Januari 1886 de bevolking
44,650 zielen bedroeg, bestond ze dus op 1 Jan.
1887 uit 45,528 personen.
Gedurende de tweede helft der maand Oct. zijn
aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende
brieven, welke wegens onbekendheid der geadres
seerden niet besteld konden worden:
Mej. Van den Berg, mej. A. Moolhuizen, J. Lis,
Amsterdam; A. Yan der Linden, 's-Gravenhage
J. J. Yan den Berg, GoudaG. G. Huizenga, Gro
ningen; J. Plug, Katwijk aan Zee; mej. C. Schoen,
Medemblik; Haaksma, Oegstgeest; Jan De Jong,
Oudshoorn; Reinhold, A. Van Lunk, Rotterdam;
Agent van het gedenkschrift eens dokters, Schie
dam; De Rooy, Tilburg. Briefkaarten: Dirk
Yisch, Alfen; S. Kamphuis, Amsterdam; Leenart,
's-Gravenhage.
Brieven verzonden geweest naar of over Engeland
Heuvet, Doncaster; W. J. Hoekveld, Muisenberg.
Bij de heden gehouden openbare verkooping
van cokes in partijen van 100, 50, 10 en 5
hectoliters, waren de hoogste prijzen ƒ35, ƒ18.50,
3.80 en ƒ1.85de laagste 35, ƒ18, 3.70 en 1.85.
Den 17den Januari a. s. hoopt de heer H. D.
Terwee, burgemeester der gemeente Oegstgeest, den
dag te herdenken, waarop li ij vijf en dertig jaren
geleden de betrekking van secretaris dier gemeente
aanvaardde.
Benoemd is tot godsdienstonderwijzer te Gie-
sendam en Hardingsveld de heer J. Dobber, te Ha-
zerswoude.
De Koningin heeft te 's-Gravenhage bij zich
ontboden den bekenden kunstschilder VanRossum
Du Chattel, vroeger daar ter stede woonachtig, van
wien H. M., die zooals men weet eene bekwame
porselein-schilderes is, inlichtingen heeft verzocht
omtrent tegelschildeningen.
De Koning heeft, naar het „H. D." verneemt,
in de laatste dagen een aantal inkoopen gedaan
van antieke meubelen, porselein enz.
In de 17de algemeene vergadering van den
„Nederlandschen "Weerbaarheidsbond" te 's-Hage
is besloten zijn 20-jarig bestaan te herdenken door
het houden van een Nationalen Schietwedstrijd op
groote schaal, op de schietbaan van het garnizoen
bij de residentie.
Toen Zaterdag-avond de heer Eduard Bamberg
te 's-Hage zijne jubileum-voorstelling gaf iri den
Koninklijken Hollandschen schouwburg, werd hij
met fanfares begroet en den geheelen avond in zijne
verschillende karakters zeer toegejuicht. In de pauze
werd hij namens de Haagsche afdeeling van het
Nederlandsch Tooneelverbond gecomplimenteerd en
hem een gesloten couvert overhandigd. Aan het
slot der voorstelling werd hem een fraaie krans
aangeboden, waaraan een enveloppe met eene ver
rassing. Zijne voordracht van het „Wien Neerlandsch
bloed", op ouden trant, werd daverend toegejuicht
en gebisserd. Het geheele publiek hoorde staande
den zang van het volkslied aan.
Door den heer C. Schöfifer, te Amsterdam, zijn
aan 's Rijks Prentenkabinet ten geschenke aange
boden drie teekeningen in potlood en O.-I. inkt,
vervaardigd door W. Yan den Velde, den Jonge.
Twee dezer teekeningen stellen voor: Episoden uit
den Yierdaagschen Zeeslag tusschen de Hollandsche
•n Engelsche vloten, Juni 1666. De derde teekening
is een gezicht op de haven van Portsmouth. Aan
den schenker is de dank der Regeering betuigd.
Uit Rotterdam wordt gemeld: Naar men ver
neemt, zal ds. Kraijenbelt zich uit het synodaal
verband losmaken na afloop van het feest zijns
vaders, waarbij hij moet preeken. Alle aan de wet
tige besturen trouw gebleven predikanten alhier,
zullen een manifest aan de gemeente richten. Het
classikaal bestuur treedt op om te doen wat des
Kerkeraads is.
Naar aan het „Hbl." uit Parijs wordt gemeld,
heeft de Nederlandsche gezant aldaar, jhr. mr. A.
L. E. De Stuers, die eerst eene voorloopige wo
ning had betrokken in de Avenue Marceau, zich
een weelderig hotel laten inrichten in de rue La
Pérouse, eene straat dicht by den Are de Triomphe,
evenwijdig loopende met de Avenue Kléber.
Het adres der kantoren van de Nederlandsche
Legatie en van het eveneens daar gevestigde con
sulaat is thans 21, rue La Pérouse.
Marcel De Vries, broeder van Haurits De
Vries, is verbonden aan het Hollandsche Opera
gezelschap van den Parkschouwburg te Amsterdam.
Marcel De Vries heeft een omvangryk tenorgeluid
en men mag den heer De Groot geluk wenschen
dat hy dezen zanger, die tot dusverre in het open
baar niet optrad, aan zyn gezelschap heeft ver
bonden. Wy hadden vroeger gelegenheid den heer
De Vries te hooren en voorspellen hem een waar
succes. (Hbl.)
Naar men verneemt, is de portefeuille van
marine o. a. aangeboden aan den vice-admiraal Van
Gennep en aan den kapitein-ter-zee, adjudant des
Konings, jhr. Roëll, die echter beiden daarvoor
moeten hebben bedankt.
Te Groningen overleed nog onverwacht,
hoewel zijn wankelende gezondheidstoestand meer
malen in den laatsten tyd het ergste deed
vreezen, prof. dr. J. H. Ranke, in den ouderdom
van nog niet ten volle 38 jaren.
De groote kunde, de uitstekende bekwaamheid
van prof. Ranke werden algemeen gewaardeerd.
Hy was in het speciale vak van zyne studie, de
chirurgie, een der eerste mannen; als operateur
was zyne reputatie zóó groot, dat zy, mag men
zonder overdry ving zeggen, nieuwen luister bijzette
aan de Groninger Academie.
Prof. dr. J. H. Ranke was geboren te Kaisers-
werth a/d. Rhein den 31sten Mei 1849 en werd
bevorderd tot doctor in de geneeskunde den 15den
October 1873 op eene dissertatieUeber Beugungs-
luxation der Lendenwirbel, en leverde te Halle
a/d. Saaie een „Habilitationsschrift" inDe pres-
sione intra articularii genu experimentorum pars
prior. Hij schreef opstellen o. a. in het Central-
blatt für Chirurgie, het Berliner klinische- en deut-
sche medicinische Wochensehrift, Langenbeck's
Archiv für klinische Chirurgie, Volkmann's Samm-
lung kliniseher Vortrage, Medical times and gazette.
Vóór het professoraat was hy assistent aan de
chirurgische Universiteitskliniek te Halle a/d. Saaie,
en aanvaardde het ambt van hoogleeraar den löden
Mei 1878 met eene openbare lesDie Umwandlung
der Chirurgie unter dem Einflusse der antiseptischen
Wundbehandlung.
Het stoomschip „Gelderland" vertrok 8 Jan.
van Batavia naar Rotterdam; de „Rotterdam" arr.
7 Jan. te Nieuw-York van Rotterdamde Leerdam"
vertrok 8 Jan. van Nieuw-York naar Rotterdam;
de „Madura", van Batavia naar Amsterdam, vertrok
van Port Saïd 8 Jan.; de „P. Caland", van Nieuw-
York naar Rotterdam, passeerde 10 Jan. Dover; de
„Prins Frederik", van Amsterdam naar Batavia,
vertrok van Southampton 9 Jan.de „W. A. Schol
ten", van Rotterdam naar Nieuw-York, passeerde
10 Jan. Lizard; de „Limburg", van Java naar
Rotterdam, vertrok 10 Jan. van Port-Saïd.
De gewone audiëntie van den minister van
oorlog zal op 13 dezer niet plaats hebben.
Z. M. heeft erkend en toegelaten den heer
S. J. H. Gompertz, als consul van Paraguay te Am
sterdam, en den heer N. Vlachos, als consul-gene
raal van Griekenland te idemden heer G. W.
Kiewit de Jonge, arts, benoemd en aangesteld tot
officier van gezondheid der 2de klasse, bij het per
soneel van den geneeskundigen dienst van het le
ger in Nederlandsch-Indië.
Het Leldsche Tooneel.
Een vijftigtal jaren herwaarts verplaatste ons de
avond van gisteren. Wy mochten onze aandacht
schenken aan de kunst van het verledene, wij moch
ten onze bewondering uiten over de school onzer
vaders, wy mochten weder eens die stukken aan
schouwen, algemeen bekend onder den titel van
„draken," waarin slagen, stooten en schelden, kortom
alles wat drukte, spektakel veroorzaakt den hoofd
toon voert, waarin het aardige, het geestige zijn
kracht vindt in eene opeenstapeling van vergissingen,
in een amalgama van lapsus linguae. Of de alge
meene bewondering groot was, of dat drakenbloed
nog in staat was onzen smaak te streelen, wy be-
twyfelen het, maar dat was het ook niet, wat ons ten
schouwburg voerde, dat was ook niet de reden van
die oorverdoovende langdurige byvalsbetuigingen,
die gisteren het comediegebouw op zyne grondslagen
deden sidderendat alles had tot oorzaakEduard
Bamberg, de zeventigjarige die byna zyn geheele leven
aan den dienst van Thalia had gewyd. Hij was het,
dien wij thans bewonderdenhy was het, dien wy
op dit oogenblik op zulk eene ondubbelzinnige wijze
onze achting, onzen eerbied en onze sympathie te
kermen gaven; hy was het, wien wy luide toeriepen
leef nog lang en gelukkig, en datzelfde was ook
zyn wensch ten onzen opzichte.
Toen toch bij het einde van het tweede stuk
„De Bloedzuigers", vroeger vergezeld van het on-
afscheidelyke „of" en dan gevolgd door „De minne
handel in de apotheek", den jubilaris door de stu
denten-commissie een prachtige iauwerkrans werd
aangeboden, en het publiek door zijne luide, on
afgebroken bravo's zyne ingenomenheid, zyne deel
neming met dit vereerend geschenk te kennen gaf,
toen trad Bamberg voor het voetlicht en zeide dat
het hem oprecht verheugde zooveel sympathie te
mogen ondervinden in eene stad, waar reeds zyn
grootvader metterwoon gevestigd was en, helaas,
ongelukkig werd door het springen van het kruit
schip, waar zyn vader zoo vele jaren heeft vertoefd
en waar hy zelf zoo menigmaal opgetreden en
met handgeklap begroet was. Dat het u allen
welga; dat gy allen nog lang gespaard moogt
blyven tot behoud van ons dierbaar vaderland, riep
hy ons ten slotte toe.
Het derde stukje„De Jubilaris", eene tamelijk
getrouwe nabootsing van een der scheppingen van
Labiche, vroeger onder den titel van „Tooneel-
studiën" ook hier reeds ten tooneele gevoerd, was
geheel en al aan den werkelijken jubiloum-vierder