HH. Drukkers! Eene jonge Dame V eldzicht. Geldleening. Lisse. N°. 8229. "Woensda»' 15 1 >ecemX>er. A0. 1886. MIJNE DOCHTER CAROLINE. <§eze (Qourant wordt dagelijksmet uitzondering ran fon- en feestdagen, aitgegeren. F. YON BULOW. Vervolg der Advertentiën. OPNIEUW VERKRIJGBAAR M. SJPJRUYT, DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maandenMO. Franco per poet1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 18 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere letters naar plaatsrnimte. Voor het inoas- eeeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. 28) van Het vrooljjk zweepgeklap, het geluid der bellen van de vertrekkende sleden, de schoone, heldere winterdag wekten in mij den lust om wat anders te zien dan mijne vier naakte muren. Ik zette alle muizenissen uit het hoofd en gaf bevel om in te spannen. Met zekeren trots nam ik mij voor mjj zeiven te vermaken. De anderen na te rijden, daar toe zóu ik veel te trotsch geweest zijnik ver traagde daarom mjjn vertrek zoolang tot ik zeker was alleen meester van den straatweg te zjjn. De kleine slede vloog langs de sneeuw en sneller dan ik gedacht had, was ik de houtvesterswoning voorbij, zonder dat men mjj had opgemerkt, daar, blijkens do tonen der muziek, die ik hoorde, de dans in vollen gang was. Ik reed nog verder het bosch in. Op den terugtocht, die mjj weder voorbij den houtvester voerde, zag ik tot mijne ergernis, dat het gezelschap juist gereed stond om op te breken. Allerlei sleden, zooals een klein stadje die bezit, stonden achter elkaar geschaard. Officieren en hunne dames in pelzen en doeken gehuld, bewogen zich daartusschen. Men scheen zeer opgewekt. Het lag niet in mijne bedoeling om aan de woning van den houtvester stil to houden. Ik wilde zelfs zoo sierlijk mogelijk voorbij rijden en dan langs een anderen weg naar de stad terugkeeren. Toen ik echter ter hoogte van het huis kwam, werd ik door een luid „halt!" tegengehouden. Adjudant Von Edelskroon, ook hier de „maitre de plaisir," trad mij tegemoet met de woorden „Gij komt als geroepen, vrijwilliger; daar is de opperhoutvesterin met hare dochter ons komen ver rassen; zij wil mee naar de stad, waar haar man haar komt afhalen. Wij hebben reeds eene schik king gemaakt, maar als gij de eene of andere dame van 't gezelschap zoudt willen opnemen, dan zou ons dat toch wel lief zjjn. Ik verklaarde mij aangezien ik moeielijk anders handelen kon bereid, doch met de opmerking, dat ik slechts voor ééne dame plaats had en ook verzoeken moest mijne paarden eerst eene kleine rust te gunnen. Terwijl ik mijne dieren uitspande kon ik nu ook kalmer het gezelschap opnemen. De anders zoo onbewegelijk vervelende gezichten schenen door de zeldzaamheid van het genot wel wat meer leven gekregen te hebben. De oudere officieren hadden geen deel genomen aan de partij; daarentegen waren de moeders, tantes en verdere deugdbewaarsters verschenen. Ook juffrouw Neveling met de drie gratiën ontbraken met; alle drie hadden door de koude of van het dansen zoo frissche rozen op de bleeke konen, dat zij er wezenlijk jong en aardig uitzagen en eene van haar mij zelfs deed denken aan Caroline, die ik tevergeefs zocht. De oudere dames spoorden nadrukkelijk aan om op te breken. Edelskroon liet daarom zijne piepe rige stem zoo luid mogelijk hooren en vroeg wie van de dames eene plaats in mjjne slede wilde innemen. Een oogenblik van stilte volgde. Ik zag verscheidene neusjes nuffig optrekken, de heeren officieren glimlachten oud noch jong meldde zich aan. Eene dergelijke onhandigheid doet als zij in 't openbaar plaats heeft - dubbel pijn. Zjj kon mij echter, na al wat mjj in Grafenwalde reeds over komen was, niet meer verwonderen. Toch kwam mijn trots er tegen in opstand en reeds had ik de zweep in de hand, nog ééne seconde en ik was weggereden. Daar hoorde ik plotseling achter mjj de woorden „Mijnheer Yon Edelskroon ik zal in de slede van mijnheer Raaf plaats nemen!" Die woorden gingen mjj door merg en been. Met zooveel beslistheid kon slechts Caroline spreken. Ik keerde mij snel om. Caroline moest zooeven uit het huis gekomen zijn, want zjj stond nog op den drempel. Als op commando hadden aller oogen zich op haar gevestigd. Het scheen haar echter weinig te deren. Als eene koningin liet zjj rustig haren blik over de menigte gaan en er lag zulk een ernst in hare trekken, als wilde zjj zeggen„Als gij niet weet hoe het behoort, dan zal ik het u, ondanks alle praatjes, die er van moeten komen, wel leeren." Zjj scheen bleeker geworden, maar in haar don ker oog meende ik nog steeds de vroegere onwan kelbare standvastigheid te lezen. Onmiddellijk daarop verdween zjj weder in het huis. Ik zag dat juffrouw Neveling haar nasnelde, maar even spoedig geheel terneergeslagen weer terugkeerde. Deze gebeurtenis was natuurljjk weer eene aan leiding voor allen om de hoofden bjjeen te steken. Ik zag dat ik het onderwerp van aller gesprek was. Maar zjj konden doen en zeggen wat zjj wilden, alles liet mij koud. Ik dacht slechts aan Caroline. Ik dankte het dikwijls zoo wonderljjke toeval, dat mjj bljjkbaar den weg wilde banen. "Wat had ik haar al niet te zeggen! Deze gelegenheid mocht ik niet laten voorbijgaan, de hemel was bljjkbaar met mjj. Intusschen waren alle sleden weer tot den aftocht gereed en zetten zich in beweging; de een volgde de andere tot ook de laatste slede verdwenen was. Juffrouw Neveling keek nog eenmaal angstig om, maar van Caroline was niets te zien. Ik stond gereed en leunde tegen mijne slede, wachtende als een ridder op zjjne jonkvrouw, terwjjl ik zacht het liedje neuriede: „Trek maar voort, ik mag niet vragen, Waar de tocht ten einde spoedt." Het laatste woord was nog niet weggestorven, toen ik zacht mjjn naam hoorde noemen. Verschrikt sprong ik op en het hart klopte mij hoorbaar in de borst, toen ik haar zoo dicht naast mjj zag. Wij wisselden zwijgend een groet. Het was mij niet mogelijk, een woord over de lippen te brengen. Ik hielp haar in de slede; de houtvester, die haar begeleidde, nam eerbiedig zjjne muts af; de paarden trokken aan en wjj reden in de steeds toenemende duisternis voort. Spookachtig schenen de in dichte sneeuwmantels gehulde donneboomen op ons neer te zien. De lange ijskegels aan hunne takken druppelden niet meer en schenen in fantastische beelden veranderd. De omtrekken werden voortdurend vager en de tinten donkerder. Aan den wolkenloozen hemel verscheen de eene ster na de andere en af en toe wierp de wind eene lichte sneeuwlaag van de boomen op ons neer om ons heerschte een diep en somber zwjjgen. Nog altjjd hadden wij geen woord gewisseld. Tot mjjne schande moet ik bekennen, dat de moed er mjj toe ontbrak. Hoe verder wij gingen hoe wel dadiger mjj dat zwjjgen werd. Mijn hart zeide mjj, dat wij elkaar in dat zwijgen verstonden, dat er geen woorden noodig waren om uit te spreken wat beiden van elkander dachten. Wij zouden echter niet langer alleen bljjven. Steeds helderder scheen de maan tusschen de met sneeuw bedekte stammen door en teekende in zuiver zilver de omtrekken hunner toppen. De op den breoden weg geworpen schaduwen werden voortdurend korter. Eindelijk had haar licht den straatweg bereikt en de slede zwom als in eene zee van zilver. (Wordt vervolgd.) De moderne wetenschap kent slechts een middel tegen de verkoudheid, de brochites en de tering, d. z. de Capsulen Guyot. Het gesuikerde teer dat deze Capsulen bevatten is overdekt met wit gom waarop de heer Guyot zjjne handteekening gezet heeft. De dosis is van twee tot drie Capsulen voor eiken maaitjjd, en de prjjs fl. 1.25 per flacon van zestig stuks, zoodat men dagelijks slechts 5 of 7 '/a cents behoeft te verteren om voor verkoud heden en bronchites te zorgen. parfume et assouplit la peau, sans la graisser, lui donne un velouté naturel, borlier et fait disparaitre Crevasses, Ger- fures, Hale et Irritations. Leiden: MEIJSING, 13 Breestraat. Ieder, die iets te vorderen heeft van Mr. M. K. «F. TER KUILE, wordt verzocht zjjne rekening vóór Zaterdag 18 December te zenden aan het adres van den Heer S. HEEG, Haarl.straat 24, Prjjsopgaaf gevraagd van het Drukken van een Wekelijkse!» Advertentieblad van 400 tot 750 Exempl., groot ongeveer 50 X 35 Centim., enkel Blad, a contant, zonder bijlevering van Papier. Brieven franco onder letter II aan het Bureel van dit Blad. van goeden huize, op een Conservatoire in het Buitenland geweest zjjnde, wenscht Pianolessen te geven tegen billijken prjjs. Adres met franco brieven onder letter G aan het Bureel van dit Blad. BURGEMEESTER en WETHOUDERS dier ge meente, ter uitvoering van een Raadsbesluit van den 9den November 1886, goedgekeurd den 7den December d. a. v., brengen ter kennis van belang hebbenden dat op den lsten Januari 1887 zal worden af gelost het restant, groot 11,500.— van de 4'/a pCt. Geldleening, in 1876 ten laste der Gemeente aan gegaan dat op dien datum het rentegenot van de aan- deelen in die leening ophoudt; dat de aandeelen, met alle onverschenen Coupons, van af 31 December e. k., ter aflossing pari, kunnen worden aangeboden ten kantore van den Gemeente-Ontvanger alhier. Burgemeester en Wethouders voornoemd, SCHUIJT VAN CASTRICUM, Burg. Dr. A. C. VAN EWIJK, L.-S. Lisse, 11 Dec. 1886. Roombotera 1.50 per kG. lste qualiteit Zoete Raas 0.70 2de 0.50 Eens geroomde Melk a 4 Cents de liter. Trekvaart bjj de Marepoort,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1886 | | pagina 1