A°. 1880.
Dit nummer bestaat uit Drie BJaèn.
Sint-Nicolaas.
N°. 8221.
Maandag O Deceinbei*.
9
eze iQoarant wordt dagelijks, met altzondertng
van <gon- en feestdagen, uitgegeven.
Er is een aanvang gemaakt met
het ontvangen der abonnementsgelden
over het kwartaal September—Novem
ber. Met het oog op het groote aantal
abonné's, zal het den Uitgever aangenaam
zijn, indien de quitanties op vertoon
worden voldaan.
De looper zal zich Maandag vervoegen
Langebrug, Pieterskerkkoorsteeg, Bree-
straat (Maarsmanssteeg tot Noordeinde),
Diefsteeg, Papengracht, Apothekersdijk,
Yrouwensteeg, Stillen Rijn, Hooglandsche
Kerkgracht, Middelweg, Ouden Rijn (Bak-
kerssteeg tot Donkersteeg), Donkersteeg,
Mare en Klarensteeg.
Leiden, 4 December.
LEIDSOH
DAGBLAD
FRIJ8 DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maanden1.10.
Franco per post1-40.
Afzonderlijke Nommere0.95.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incas-
seeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
Met welk eene blijdschap zien alle kinderen het
feest van den goeden Sint te gemoet 1 Hunne mond
jes staan niet stil er over te spreken. Ze tellen
de dagen, die hen nog van den Sint-Nicolaas-avond
scheiden. Hoe korter die tjjd wordt, des te grooter
is hunne vreugde. Eindelijk, ja is de blijde avond
van Sint-Nicolaas gekomen. Ze zjjn er waarlijk niet
mee in hun schik, als het feest, gelijk dit jaar,
op Zondag valt en, om dien christelijken feestdag,
eerst de volgende dag de vierdag is. Zjj meenen
in hun eenvoud, dat de goede Sint het in hen niet
zal misprijzen, dat ze liefst dien eigen dag het
bljjde feest, hem ter eere, zouden vieren. Nu ze
weten, dat het Zondag te veel drukte zou geven,
stellen zjj zich tevreden in de blijde hoop dat
Sint-Nicolaas, als naar ouder gewoonte, hen weer
even gul zal onthalen. En daar het voor den goe
den Sint ook niet aangaat Zondag met zijn knecht
zich voor hen zoo druk te maken, achten zjj het,
bij eenig nadenken, ook beter dat hij den volgen
den dag zjjne rondreis door stad en dorp houdt.
Zjj hebben al zoo lang met ongeduld zijne komst
verbeid, dat zij meenen, nu de tijd er eigenlijk is,
ook nog wel een dagje geduld te mogen hebben.
Ja, de goede Sint kan zich verzekerd houden, dat
ze vroeg, veel vroeger dan andere dagen, naar hun
bedje zullen gaan. Zjj hebben echter vooraf eene
noodzakelijke bezigheid te verrichten. Sinterklaas
komt te paard en rijdt zoo waar over de schoor-
stoenen heen, vergezeld van zjjn trouwen knecht.
Het is waar, zjj hebben het zelf nooit gezien.
Hoe zou dat ook kunnen? Zjj gaan zoo vroeg te
bed, maar hunne ouders hebben het hun verteld,
■die het ook al gehoord hebben, toen zjj nog zelf
kinderen waren. In dit kinderlijk vertrouwen zet
ten zij onder den schoorsteen hun schoen met
wat het paard van den goeden Sint zoo gaarne
lust: hooi, wortelen of iets dergelijks. Dan zjjn zij
er gerust op, dat de goede Sint wel voor hen zal
rijden. Zjj gaan nu slapen, o neen, zij blijven nog
lang in hun bedje wakker, maar houden zich heel
stil, want zij luisteren en luisteren, of de goede
Sint nog niet komt, tot eindelijk Klaas Vaak hen
te machtig wordt en hun de oogjes toedrukt. Zjj
droomen in hun slaap van den goeden Sint en van
al het lekkers en moois, dat zjj als zoete kinderen
van hem zullen krijgen. Onrustig is hun slaap en
kan het ook anders? Zij zijn zoo vervuld van het
blijde Sinterklaasfeest. Vroeger dan anders zijn ze
alweer wakker. Zouden zij al opstaan? Maar neen,
het is nog zoo donker. Wederom zien ze in te
slapen, tot ze opnieuw ontwaken. Het begint nu
al te schemeren. Zjj kunnen nü hsn verlangen
niet langer bedwingen. Op hunne teentjes loopende
verlaten zij het bed en hunne schreden zjjn gericht
naar de plek, waar zjj hun schoen hebben neergezet.
Zjj kunnen nu niet langer stil zjjn! Wat een
boel heeft Sinterklaas bjj en in hun schoen gelegd
Dat is alles voor hen. Zjj keeren nu met hunne
geschenken naar de kamer, waar hunne ouders
slapen. Deze moeten het ook zien, wat Sinterklaas
voor hen heeft gereden. Juichende en jubelende
naderen zjj het bed hunner ouders, die van al die
bljjde drukte ontwaken en blijde met de kinderen
zijn, dat de goede Sint hen zoo verheugd heeft.
Het is evenwel nog zoo vroeg om op te blijven,
dat zij den raad aan hunne kinderen geven al het
lekkers en moois, dat ze van Sint-Nicolaas hebben
gekregen, op de tafel neer te leggen en hunne
bedjes weer op te zoeken en nog wat te gaan
slapen. Hoe zij het ook beproeven weer in te slui
meren, meestal wil het hun niet gelukken. Zij
spelen meestal in bed met hetgeen zjj kregen, en
als de zon door de vensters kijkt, zjjn zjj al lang
weer op en de blijdschap, welke op hunne gezichtjes
te lezen staat, doet de ouders nog met genoegen
aan den tijd denken, toen zjj als kinderen op het
feest van den goeden Sint óók zoo verheugd waren.
Zoo komt het dat, trots alle pogingen van sommige
zjjden, reeds in de eeuw van Jan Steen in het
werk gesteld om dit kinderfeest af te schaffen, het
tot den liuidigen dag in eere is gebleven. Jan Steen
was ook niet het gevoelen toegedaan van die af
schaffers van kinderpret, anders toch had hjj met
zijn keurig penseel niot dien Sinterklaasavond ge
schilderd, waarop de zoete kinderen zjjn voorgesteld
als veel, heel voel van den goeden Sint te krijgen,
terwijl de slungel, die naar goeden raad niet wilde
luisteren, niets van al dat lekkers kreeg, maar
integendeel een gard om hem te kastijden. Zjjne
moeder had het hem menigmaal gezegd dat, als
hij zoo voortging, hjj ook niet anders zou krjjgen,
en het is ook zoo gebeurd, waaruit alle kinderen
kunnen leeren dat de goede Sint alleen voor die
kinderen wat over heeft, die hunne lieve ouders
gehoorzamen.
Welke kindervriend wordt ook zelf niet verblijd,
als hjj al die vergenoegde gezichten ziet van kin
deren, voor wie Sinterklaas heeft gereden. Zjjn er
soms kinderen, die anders mogelijk weinig zouden
hebben, kjjk, kindervrienden hebben er ook voor
gezorgd dat, mocht Sinterklaas bevreesd zjjn over
hunne schoorsteenen te rijden, omdat ze minder
hecht en stevig zjjn, ook zjj nogal het een en ander
hebben gekregen, dat ook hen bljjde maakt. Zoo
biedt dit feest ook voor allen, die van kinderen
dol veel houden, eene welkome gelegenheid aan
om vreugde te verspreiden door hen wel te doen.
En dat de armste niet het minst verblijd wordt,
als ook zjjne kinderen niet zjjn vergeten, welke
weldoener was daarvan niet menigmaal getuige?
Om al die vreugde, welke het Sinterklaasfeest
aan rijke en arme kinderen verschaft, zjjn wjj met
dezen genoeglijken dag ook ten zeerste ingenomen
en wjjden wjj aan het goede gebruik, om Sint-
Nicolaas in eere te houden, gaarne eenige regelen
in ons blad. Bij ervaring weten wjj het dat de
kleinen zelf er naar vragen, of er van Sinterklaas
niet in de krant is geschreven, en het is, bjj eene
bevestigende beantwoording hunner vraag, alsof zjj
zelf willen zeggendat dachten wjj ook wel, want
o, Sinterklaas is zoo'n goede man. Zjj zingen hem
ter eere reeds dagen te voren met veel opgewekt
heid het een of ander liedje, dat hun geleerd was,
en met al hun lekkers en moois bjj zich, heffen
zjj het ook heden nog weer lustig aan.
Al die blijheid en vrooljjkheid van kinderen deelt
zich aan volwassenen mede, tot groot genoegen en
voordeel van allen die Sint-Nicolaas-étalages hebben.
Zoo komt het dat ook zjj die verloofd zjjn, elkaar
met Sinterklaas niet zelden eene of andere lieve
surprise bezorgen, die met een glimlach van ver
genoegen in ontvangst wordt genomen. Geen dag
in het geheele jaar leent zich daartoe waarljjk ook
zoo goed als de Sint-Nicolaas-avond.
Een minder loffeljjk gebruik is het houden van
tal van verlotingen vóór of met Sinterklaas. Het is
waar, dat zjj den houders daarvan veel voordeel
aanbrengen, maar dit is ook het eenige. Er zjjn
slechts weinigen, die zoo gelukkig zjjn iets te
trekkende meesten krjjgen natuurlijk een niet,
en zijn zij, aan verschillende loterijen deelnemende,
ongelukkig, wie zal het dan niet moeten erkennen
dat het veel wijzer was voor het geld dat zjj
uitgaven en waarvoor zjj niets in ruil hebben go-
kregen, iets gekocht te hebben dat voor hen waarde
had, of waarmede zjj arme kinderen hadden kunnen
verblijden op den Sint-Nicolaas-avond?
Heden is aan de universiteit alhier de heer
J. L. A. Salverda de Grave, geb. te Noordwjjk-
binnen, bevorderd tot doctor in de staatsweten
schap, met academisch proefschrift, get.„Het lager
onderwjjs in Engeland" en tot doctor in de rechts
wetenschap, met Stellingen.
Gedurende deze week zjjn dageljjks in de
Stedelijke Werkinrichting alhier opgenomen van
39-75 volwassen personen en van 6 8 kinderen.
Burgemeester en wethouders van 's-Graven-
hage hebben benoemd tot commandant der brand
weer den heer G. De Wjjs, kapitein bjj den generalen
staf in Indië, met verlof.
In een aantal Duitsche en Zweedsche bladen
wordt met zeer grooten lof gesproken van een
Nederlandschen violist, den heer Johan Smit, uit
Utrecht.
In de vergadering van aandeelhouders der
Koninklijke Stoombootmaatschappij te Amsterdam
is besloten het nog resteerende der 5-pcts.-leening
ad f 2,270,000 te converteeren in een 4-pcts.-fonds
ad ƒ2,500,000, tegen den koers van 98 pet., met
aflossing van ƒ100,000 'sjaars. De kas verkeerde
in een bloeienden staat.
In de leening van ƒ200,000 tot instandhouding
der Amsterdamsche chininefabriek is slechts voor
ƒ14,200 geteekend, zoodat de zaak wordt ontbonden.
Door do arrond.-rechtbank te's-Gravenhage is,
ter vervulling van eene opengevallen betrekking van
rechter-plaatsvervanger in dat college, opgemaakt
de navolgende alphabetische ljjst van aanbeveling:
mr. J. G. S. Bevers, adv. en proc.mr. B. M. Vlie-
lander Hein, adv. en proc., en mr. J. W. S. A.
Versteeg, commies bjj het dep. van justitie en adv.,
allen te 's-Gravenhage.
„De Liefde Sticht. 1887", het bekende bjj
Tj. Van Holkema te Amsterdam uitgegeven alma
nakje, dat elk jaar meer debiet vindt, ook onder
niet-modemen, bevat weder keurige bjjdragen, o. a.
van Ernestine, Oudegeest, Lieftinck, Louise B. B.,
Hallo, Schagen Van Soelen, Jo De Vries, Van der
Veen, André De la Porte, enz.
Van de bekende verzameling betreffende de
rechtspraak hier te lande, door mrs. L. Van Oppen
en Aug. Savelberg bjj den heer M. Alberts te Gulpen
uitgegeven onder den titel „NederlandschePasicrisie,"
verschijnt thans een tweede vervolg in vier afleve
ringen, waarvan de laatste tegen Juli 1887 gereed
zal zjjn.
Dit vervolg behelst een zelfstandig geheel van
de jurisprudentie over ongeveer de laatste tien jaren.
Het voornemen bestaat vooral met het oog op
het nieuwe Wetboek van Strafrecht elk jaar een
supplement uit te geven.
Bjj beschikking van den minister van staat,
minister van binnenlandsche zaken van 3 dezer, is
met ingang van 1 Januari 1887 benoemd tot vasten
knecht bij dat departement J. G. Van der Horst.