NB. 8216.
Dinsdasr 30 November.
A°. 1886.
§eze fiourant wordt dagelijks, met uitzondering
van fon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 29 November.
BURGERLIJKE STAND VAN LEIDEN.
LEIDSCÏÏ
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per poet1.40.
Afzonderlijke Nommora0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regels/1.05. Iedere regel meer/0.171.
Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor het incae-
seeren bniten de stad wordt 0.10 berekend.
DOCTRIW.
Getrouw aan hare loffelijke gewoonte om telken-
jare Leiden's ingezetenen in de gelegenheid te stellen
een der in Europa meest beroemde letterkundigen
van nabij te leeren kennen, diens werken of wol
scheppingen van anderen te hooren voordragen, had
het studentengezelschap „Doctrina" Zaterdag-avond
een groot aantal onzer inwoners uitgenoodigd tot
bijwoning eener „soirée artistique et littéraire," aan
welke uitnoodiging door velen was gehoor gegeven.
Ditmaal was het de heer Alphonse Scheler,
hoogleeraar in de voordrachtkunst aan de univer
siteit te Genève, wiens talent wij zouden mogen
bewonderen.
Met het „varietas delectat" als leuze had spreker
hier en daar een greep gedaan uit de vele ge
wrochten der hedendaagsche Fransche auteurs.
Het eerste gedeelte was gewijd aan de poésie
proprement dite, het tweede daarentegen aan
het genre comique, zooals spreker in zijne voor
rede verklaarde.
Volgens onze bescheiden meening verdiende hot
eerste verreweg de voorkeur.
Het bekende schoone gedicht „Le naufragé" van
Francois Coppée, waarmede de soirée geopend werd,
kwam volkomen tot zijn recht. Het onderwerp was
niet bepaald nieuwreeds v. Chamisso in zijn „der
Bett-ler und sein Hunó," Béranger in „Le violon
brisé," en Tollens in „Hondentrouw" hebben dien
innigen band, welke somtijds tusschen mensch en
dier bestaat, op karakteristieke wijze geschetst,
maar niettemin trof het ons ditmaal weder.
Wjj voelden en leden met dien armen ongeluk-
kigen scheepsjongenevenals hy hadden wij zijn
trouwen metgezel, dien grooten hond, lief en koes
terden dat beest; evenals hij werd het ons beklemd
om het harte bij de herinnering, dat hy, niettegen
staande die vriondschap, niettegenstaande die liefde,
toch dat trouwe dier heeft moeten dooden.
Dat alles werd werkelijk schoon, gevoelvol en
aangrijpend weergegeven, en ging tevens gepaard
met eene uitnemende dictie en accentuatie; eene ge
lijkluidende getuigenis kunnen wij afleggen ten op
zichte van „La Robe, poême dramatique d'Eugène
Manuel"; het bracht ons de meesterlijke schepping van
onzen Tollens„Niet steeds is de liefde bestendig van
duur" enz voor den geestook hier zien wjj een echt
paar op het punt, ten gevolge van oneenigheid, twist en
tweedracht, elkander te verlaten, plotseling verzoend
thans echter niet, zooals dit bij onzen Hollandschen
zanger het geval is, door het kind zelf, maar door het
rokje van het wicht, dat eenmaal hun beider liefde
bezat, maar ook eenmaal door beiden aan den schoot
der aarde had afgestaan moeten worden.
Met bewonderenswaardigen eenvoud, zonder eenig
effectbejag voorgedragen, was dit alles treffend schoon.
Minder beviel ons, zooals wy reeds verklaard heb
ben, het tweede gedeelte.
„Ma femme va au bal" van Gustave Droz scheen
ons tamelijk gerekt en langdradig toe, zonder dat
wij er dien humor in konden ontwaren, welken het
epiteton „scène comique" er aan toeschreef. „L'art
de dire les fables" van Matrat en Lénéka, zou
als bijdrage na een gezellig diner of by gelegenheid
van een of ander familiefeest, voorzeker uitbundig
toegejuicht worden; op eene soirée littéraire echter
was dit niet op zijne plaats en stond 't bovendien
beneden de waardigheid van een professor, die
in deze hoedanigheid voor een letterlievend publiek
optrad.
Met „L'obsession" was dit eveneens het geval;
wy hebben deze laatste monologue buitendien reeds
verschillende malen en bekennen wy het eerlyk
beter hooren voordragen door den tooneelspeler
Willem Van Zuylen, onder den titel van „Een
lastig geval." Een eigenaardig contrast hiermede
vormden de eenvoudige, naïeve en toch zoo bij
uitstek geestige verzen door den onsterfelyken Victor
Hugo in zyn „L'art d'etre grand père" in den mond
zyner kleinkinderen gelegd. Dit gedeelte behoorde
werkelyk tot het genre comique, het overige
daarentegen tot de farces.
Hoewel niet op het menu vermeld, werd ons
niettemin nog als toespijs „Le pot de gingembre"
toegediend, door den spreker en ditmaal tevens
schrijver, aan het Utrechtsch studentengezelschap
riaviu-No^ca opgedragen. Het had spreker by zijne
eerste reize hier te lande ten zeerste verwonderd
dat op het gebied van „sucreries" iedere stad zyn
eigenaardigen roem bezatDeventer koek, Leidsche
juffers, Haarlemsche halletjes, Zutfensche thee
randjes, Groningsche oude wjjven, welke hun naam
ontleenen aan de bewering dat dames, die tot
hun 95ste jaar aan dezen de noodige eer bewijzen,
zich overtuigd kunnen houden, oud te zullen sterven,
Arnhemsche meisjes, kortom, in alle deze verschil
lende steden, waar hij de eer had gehad eene
lezing te houden, had men hem op deze verschil
lende nagerechten vergast. In Utrocht was hem
door de studenten nog iets anders aangeboden.
Daar ontvangen, niet met de gastvrijheid, welke
de Hollanders steeds voor alle Fransch sprekende
individuen gewoon zijn aan den dag te leggen,
maar veeleer op vorstelijke wyze, met bedienden
in livrei, met een rijtuig met twee paarden, stu
denten in rok en witte das, kortom, op eene wyze,
welke hem somtijds in den waan deed verkeeren
een of ander „ministre plenipotentiaire" te zijn, had
men hem bij het souper, na afloop zyner soirée
gehouden, in kennis gebracht met gember. Nadat
hjj aan dit nagerecht de noodige eer had bewezen
en tevens de verzekering had gegeven dat het eene
bepaalde délicatesse mocht heeten, stond na oenige
oogenblikken plotseling een in het wit gekleede
kok voor hem, voorzien van een grooten pot met
gember, welke hem door den voorzitter van
het gezelschap als vergankelijk souvenir werd
aangeboden, met het verzoek dezen voor vrouw
en kinderen mede naar huis te nemen. Aan het
verzoek gehoor gevende, werd eene plaats in
het valies ingeruimd en vertrok spreker in gezel
schap van zyn gemberpot naar Luik, waar hy
den volgenden avond moest optreden. Vervolgens
schetst spreker ons zijn schrik en ontzetting aan de
grenzen van ons land tot de ontdekking komende
dat rok, vest, pantalon, boeken, kortom alleS wat
dien avond nog voor het publiek zou moeten ver
schijnen, zich aan die gember te goed had gedaan
wijders hoe een blinde persoon zich te midden van
dien gember-chaos had nedergezet en hoe deze by
hunne aankomst te Luik, ten gevolge der aantrek
kingskracht van dit Indisch product, niet van zynen
zetel had kunnen verrijzen en hoe eindelijk spreker
zelf, nadat zyne kleederen eene verfrisschingskuur
van vier uren ondergaan hadden, toch nog dienzelf
den avond zijne soirée had gegeven. Dit alles werd
ons geschetst met den Gallischen humor en verve
en deed den spreker kennen als een aangenamen
gezelligon causeur.
Moge onze beoordeeling niet onverdeeld gunstig
zyn, toch was er werkelyk veel goeds, veel schoons
te bewonderen.
Wy kunnen dan ook niet nalaten onzen dank te
betuigen aan „Doctrina", niet alleen persoonlijk,
maar tevens uit naam van alle aanwezigen, over.
tuigd zijnde hun aller tolk te zyn. Mr. L. H.
Heden zyn aan de universiteit alhier bevorderd
tot doctor in de rechtswetenschap: de heer W. L.
De Vos van Steenwijk, geb. te Dalfsen, met aca
demisch proefschrift, get.„Staken van stemmen naar
het Nederlandsche Staatsrecht," en de heer R. C.
C. M. De Bieberstein Rogalla Zawadzky, geb. te
Maastricht, met academisch proefschrift, get.„Han
delingen voor gemeene-rekening. Artt. 57 en 58 van
het W. v. K."
Per Nederlandsche mail ontvingen we heden
middag de Indische bladen van 21 en 22 Oct. en
daarna per Engelsche mail die van 23 tot 26 Oct.
Wy brengen in herinnering dat wie nog
ongezegelde effecten bezit, morgen, Dinsdag, nog
gelegenheid heeft ze voor een vyfde van het recht
te doen zegelen. Met 1 December is de helft van
het recht verschuldigd.
Bij de heden gehouden openbare verkooping
van cokes in partyen van 1000, 100, 50, 10 en 5
hectoliters, waren de hoogste pryzen ƒ320, ƒ35,
ƒ18, ƒ3.90 en ƒ1.85; de laagste 320, ƒ35, ƒ18,
ƒ3.70 en 1.85.
De Tweede Kamer heeft in hare zitting van
heden de vereeniging der gemeenten Ubach en
Rimburg aangenomen met 40 tegen 28 stemmen.
De algemeene beschouwingen omtrent de Staats-
begrooting zyn gesloten, nadat de heer Van Baar
over de kiesrechthervorming en de financiën had
gesproken.
De eerste twee hoofdstukken zyn aangenomen.
Morgen Buitenlandsche Zaken.
Een ontwerp van Wet, houdende regeling van
het Notarisambt, is aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal ingediend.
De werving van tamboers en hoornblazers
voor het 5de reg. inf. is tot nader order gesloten.
Naar de „Haagsche Courant" verneemt, heeft
mr. J. W. Spin ontslag genomen als advocaat hjj
den I-Ioogen Raad.
De landschapschilder J. F. Van Deventer is
op 64-jarigen ouderdom overleden.
Bij koninklijk besluit is benoemd tot comman
deur in de orde van den Nederlandschen Leeuw
de minister-resident van den koning van Italië te
Lima, ridder E. De Gubernatis.
Het „Vad." heeft van betrouwbare zjjde een
schrijven ontvangen, waarin de juistheid wordt be
vestigd der bewering, dat door fanatieke Mahome-
danen een kamp op Java, in den omtrek van Soeka
boemi, was opgericht, vol wapenen en korans. In-
tusschen moet het zeker zyn, zegt het blad, dat
het administratief onderzoek naar de Soekaboemi-
sche beweging op grond van het artikel in de
„Javabode", niet geleid heeft tot ontdekking van
dit kamp. Het is eerst later op den berg Salak,
in het Tjampeasche ontdekt, na het opstootje op
Tjampea van 20 Mei.
Ds. Bach, te Weider, benoemd tot veldprediker
in Ned.-Indië, zal 15 Januari 1887 per stoomschip
„Koningin Emma der Nederlanden" naar Oost-Indië
vertrekken.
De gewone audiëntie van den minister van
oorlog zal op 2 DecémbM- a. s. niet plaats hebben.
Het stoomschip „Voorwaarts," van Batavia
naar Amsterdam, arriveerde te Marseille 27 Nov.;
„Conrad," van Amsterdam naar Batavia, vertrok
28 Nov. van Southamptonde „Edam," van Amster
dam naar Nieuw-York, passeerde 28 Nov. Dover;
de „Prins Frederik," van Batavia naar Amsterdam,
arriveerde 27 Nov. Suez; de „Batavia," van Rotter
dam naar Java, vertrok 28 Nov. van Suez; de
„Drente," van Java naar Rotterdam, arriveerde 28
Nov. te Suez; de „Utrecht," van Batavia naar Rot
terdam, is 28 Nov. Sagres gepasseerd.
Z. M. heeft benoemd tot ontv. der dir. bel.,
invoerr. en acc. te Bergen-op-Zoom c. a., A. Voerman
Czn., ontv. derzelfde middelen te Dokkum c. a.
Ondertrouwd: R. De Jong wedr. 55 j. en J. Ru-
nia jd. 42 j. A. Siraa jm. 23 j. en J. M. Petiet
jd. 22 j. - J. Spaan jm. 38 j. en C. De Bruyn jd.
35 j. - P. C. De Wilde jm. 24 j. en M.Kindt jd. 30 j.