Leiden, 23 November. feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van fpn- en feestdagen, uitgegeven. 8211. Woeïisdag 24 Noyember. A°. 1888, PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden1.10. Franco per post.a 1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. Officiëele Kennisgevinsen. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien de beschikking van de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, ten geleide van de Btukken betreffende de oprichting van eene ontsmeltingsinrichting met stoomketel in het Ziekenhuis der Rijks-Universiteit te Leiden. Gelet op art. 6 der wet van 2 Juni 1875, (Staatsblad No. 95J; Geven bij deze kennis aan het publiek dat genoemde stukken op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd zijn; alsmede dat op Woensdag den lsten December aanst., 'e voormiddags te halftien, op het Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen de oprichting in te brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE FREMERY, Weth. lo. Burg. 23 Nov. 1886. E. KIST, Secretaris. Wij vestigen de aandacht op de orgelbespeling, welke zal plaats hebben op Maandag 29 November, in het kerkgebouw der Doopsgezinde gemeente alhier. Alsdan zal de heer B. Van der Kaa, oud- élève van het Blinden-Instituut te Amsterdam, zijne gaven doen hooren. Zjj, die het orgelspel van den heer Van der Kaa reeds vroeger mochten leeren kennen, zullen geene aansporing noodig hebben om deze gelegenheid niet te laten voorbijgaan, en hun die nog niet daartoe in de gelegenheid waren, kunnen wy niet dan aanraden met dezen blinden kunstenaar kennis te maken. Binnenkort zal er weder eene uitvoering plaats hebben van Leidens Mannenkoor, met medewerking van de heeren B. J. De Goey (tenor) en Arnold Spoel (bariton). In studie is o. a. „Columbus", eene met den lsten prijs bekroonde cantate, waarvan de eerste uitvoering plaats had te Milwaukee (Amerika), en welke nu voor het eerst hier te lande zal worden uitgevoerd. De heer W. E. Willink Ketjen heeft zich wederom tot de Tweede Kamer gewend, thans met een verzoek om aan de Regeering voor te stellen, hem alsnog in het bezit te stellen der door hem teruggevorderde bewijsstukken. Woensdag-avond, 24 Nov., zal er in de Ned.- Hervormde kerk te Aarlanderveen gelegenheid tot debat, ingeleid door den heer Jakob Versteeg, ge geven worden over de vraag, of men zich al dan niet van de Synode zal afscheiden. Door te blijven zitten, zal men van zijne instemming moeten blijk geven. Het Zweedsche Kommerz-Collegium heeft Ne derland vrij verklaard van besmettelijke longziekte, zoodat thans vee uit Nederland vrijelijk in Zweden kan worden ingevoerd. Te Utrecht is in den ouderdom van 80 jaren overleden mr. A. G. J. baron Taets Van Ameron- gen, kamerheer des Konings in buitengewonen dienst, oud-commandant der Utrechtsche schutterij en oud-inspecteur der jacht en visscherjj in die provincie. De heer Taets Van Amerongen trad in 1830 als vrijwilliger in dienst, onderscheidde zich in dien strijd en bracht het in dien veldtocht tot den rang van 2den luit. a la suite. By een schjjn- aanval op Antwerpen kreeg hjj een kogel in het hoofd, welke wond echter spoedig was genezen. Op zjjn verzoek om aan de verdediging van de citadel te mogen deelnemen, moest toch afwijzend worden beschikt. Zijne verwensten werden door zijne benoe ming tot ridder van de Militaire Willemsorde ge huldigd. Het stoomschip „Soenda," van Amsterdam naar Batavia, vertrok van Port Said 22 Nov.de ,W. A. Scholten," van Nieuw-York naar Rotterdam, pas seerde 22 Nov. Scilly; de „Zeeland," van Rotter dam naar Java, is 22 Nov. te Southampton aange komen; de „Soerabaia", van Java naar Rotterdam, vertrok 22 Nov. van Marseille. Z. M. heeft bij de rustende schutterij in Zuid- Holland benoemd bij het 2de feat, tot kapt. J. Van Waveren Pzn., tot eersten luit. G. Van den Eykel tot tweeden luit. D. J. L. Ebeling. Het Lieidsche Tooneel. Roofvogelseen zeer algemeen bekende titel en dit op elk gebied. Wij kennen eene gravure van Chaubrin met deze benaming als onderschrift, een roman van M. E. Braddon, eveneens zoo gedoopt, en ten slotte het gisteren hier opgevoerde stuk van den heer Rood huizen. Reeds enkele jaren geleden mochten wij hulde brengen aan dit drama, een der weinige stukken die het eigendom zijn van ons volk, dat geteeld en geboren is op vaderlandschen bodem. Men wilde toen eene zekere actualiteit aan dit tooneelgewrocht toekennen; men wilde er in aan schouwen de schets van den zich zeiven steeds noemenden braven, eerlijken man, in werkelijkheid echter ontbloot van elk gevoel van deernis en medelijden, van het wezen, dat, terwijl het in 's lands vergaderzaal als verdediger der belangen van het volk prachtige redevoeringen ten beste gaf, tot zich zeiven sprakwat komt het er op aan of eene oude vrouw, eene weduwe, de kleine som zal moeten missen, waarvan zij moet bestaan, welke zij met zooveel zorg, met zooveel ijver heeft bijeen gegaard; „wat kan het mjj schelen of in het ver volg een wakkere noeste man met een half dozijn kinderen honger zal moeten lijden, of er honderden tot den bedelstaf gebracht worden?" De auteur weersprak toenmaals die algemeene meening en verzekerde dat zijn geheele werk slechts eene fictie was, dat zijne personen, zijne karakters geheel en al ontleend waren aan eigen fantaisie. De meesten onzer schouwburgbezoekende lezers zullen zich dit tooneelproduct van onzen landgenoot nog voor den geest kunnen roepenzij zullen zich nog herinneren die lieve, keurige, aangrijpende too- neeltjes, zoo vol natuur, zoo vol waarheid, waarmede het werk dramatisch geheel is doorweven; ze kennen ongetwijfeld nog die scène, zoo echt karak teristiek, zoo bij uitstek juist geteekend, waarin de domme, onbeholpen en weinig kwaad vermoedende landman zich ten prooi biedt aan deze men- schelijke roofdierenook is hun nog bekend de ge schiedenis van den braven, trouwen boekhouder, tevens dienstdoende als het, in de tegenwoordige tooneelstukken klaarblijkelijk onmisbaar, natuur lijk kind. Dit laatste gedeelte had echter ditmaal elk raison d'être geheel en al verloren. Wij zien in de eerste acte een boer en zijne vrouw elk oogenblik ontstellen bij het hooren van het enkele woordje „kind"wjj hooren hen met een bijzonderen nadruk, op eene bepaald eigenaardige wijze telkens zeggen„wij heb ben kind noch kraai," zonder dat het ons opge helderd wordt wat hiervan de oorzaak mag heeten eveneens wordt het aan de bescheiden meening van den toeschouwer overgelaten aan wien het vader schap van den boekhouder moet toegekend worden. Dit dolen, dit tasten in het duister kan niet be vredigen. „La recherche de la paternité est inter dite," moge in het Wetboek volkomen op hare plaats zijn, op het tooneel is zij dit echter niet. We stelleD er geen prijs op dit onderwerp op de planken gebracht te zien, maar is dit eenmaal het geval, dan wenschen wij het ook te zien uitgewerkt, en dit is dan ook de reden, dat wjj aan de vroegere bewerking de voorkeur schenken boven die, welke ons gisteren te aanschouwen werd gegeven. Toen toch zag Geel zjjn innigste, zjjn dierbaarste wenschen vervuld: hjj vond zjjne ouders terug in de personen van Bloemhof en diens vrouw en dit door tusschenkomst van den advocaat Van Zoelem. Ofschoon de voornaamste rollen, die der roof- PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1—5 regels 1.05. Iedere regel meer 0.174. Grootere letters naar plaateruimte. Voor het incas- seeien buiten de stad wordt 0.10 berekend. vogels Gruvema en Bolder, aan dezelfde handen zijn toevertrouwd gebleven, heeft er echter in het overige personeel eene merkbare verandering plaata gegrepen. Vond vroeger de student en later advocaat Karei Van Zoelem zijn vertolker in den heer Chrispijn, thans was het de heer Tartaud, die ons dezen t© aanschouwen gaf. Over het algemeen beviel ona het spel van den eersten beter en vooral was dit het geval in de scène waarin hy Lize zijne liefde bekent; de houding, de taal van dezen was hier ernstig, waardig, zonder daardoor ontbloot te zijn van vuur, overtuiging en hartstocht; de opvatting van den heer Tartaud was meer levendig, vroolijk en opgewekt, had zelfs eene sterke overhelling naar het comischein den trialoog echter tussclien hem, Lize en Bolder, in de vierde afdeeling, viel zijn spet zeer te roemen. De forsche gestalte, het burgerlijke uiterlijk en het heesche stemgeluid, den heer Spoor van nature eigen, stelden dezen in de gelegenheid den boer meer naar waarheid te schetsen, dan de heer D. Haspels zulks gisteravond deed. Mevrouw Egener Van Dam had in mejuffrouw Vink als Lize eene zeer waardige plaatsvervangster gevonden. Het kleine rolletje van Klara Keldermalen werd door mevr. Coelingh-Vorderman met veel entrain, verve en tevens met veel gevoel weergegeven. En toch gelooven wjj desniettemin èn wat stuk èn wat spel betreft aan de vroegere opvoeringen de voorkeur te moeten schenken. Mr. L. H. Gemengd Nleuwn. De Leidsche meubelmakers-vereeni- ging „Welvaart zij ons doel" hield gisteravond in de Stadszaal hare jaarlijksche feestvergadering, welke door een groot getal leden en genoodigden werd bijgewoond, waardoor de zoo goed bezette zaal een zeer gezellig aanzien had. Nadat de president met eenige gepaste woorden de aanwezigen welkom had geheeten, las de secre taris het jaarverslag, waaraan wjj het volgende ontleenen In het begin van dit jaar telde de vereeniging 118 leden. Door verschillende oorzaken, alsook door overlijden -verminderde dit aantal met 11 leden, waar tegenover staat dat 14 nieuwe leden toetra den, zoodat hun getal op dit oogenblik 121 bedraagt. Het bestuur dat dit jaar moest aftreden, werd 1 herkozen. De finantiëele toestand der vereeniging kan niet ongunstig genoemd worden, waartoe ook veel bijdraagt de mindere uitkeering by ziekte, welk bedrag aanmerkelijk verschilt met dat van het vorig jaar en waardoor dan ook de, zoo wel geslaagde, feestviering van gisteren was mogelijk geworden. De president sprak daarop tot patroons en dona teurs zjjn dank uit voor den zoo gewaardeerden steun, welken de vereeniging voortdurend van die zijde mocht ondervinden, waarna door de vergade ring een welkomstlied werd gezongen, dat met recht „uit volle borst" ging. Nu kwam de heer Soesman, uit Rotterdam, mot zijn gezelschap aan het woordalles op te sommen wat dit gezelschap den feestgenooten te genieten gaf is niet wel doenlijk, daarvoor werd te veel gegeven; alleen zy gereleveerd dat mej. Rozalie eene allerliefste zangeres is die hare hoorders zeer wist te boeien, dat de heer Soesman een lang geen alledaagsche Hollandsehe komiek is en onder ande- - ren in zjjn „commissaris van politie" de lachs^Oï^rv geducht in beweging wist te brengen, en dat 4e gebrs. Schroder met hunne waarlijk verbazingwek kende acrobatische toeren zeer veel succes hadden Het bestuur der vereeniging had zeker moeielijk beter keus kunnen doen, dan dit gezelschap to LEIDSCH düS& DAGBLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1886 | | pagina 1