N®. 8197. Maandag TV<>veml>er. A°. 1886. feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering 7an &on- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 6 November. LEIDSCH DA6BLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden1.10. Franco j>er post1.40. Afzonderljjke Nommora0.85. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 10 regels 1.05. Iedere rogel meer f 0.17^. Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor het iueae- seeren buiten de etad wordt 0.10 berekend. De Leidsche afdeeling der Nederlandsche Maat schappij voor Tuinbouw en Plantkunde hield hare eerste wintervergadering met dames in haar gewoon winterlokaal, de zaal der Loge. De hoofdschotel zou, volgens de aankondiging, bestaan in eene tentoonstelling van Japansche en Chineesche platen en prenten van planten en bloe men, daartoe welwillend door den directeur van het Et.hnographisch Museum, mr. Serrurier, beschikbaar gesteld, terwijl de heer J. D. E. Schmelz, conser vator aan dat Museum, eenige toelichtingen be loofd had. Spoedig bleek echter dat de heer Schmelz zyne taak veel breeder had opgevat, dan iemand ver moedde. Hetgeen toch ter bezichtiging was opge hangen of op tafels uitgestald, was veel uitgebreider, dan de aankondiging beloofde. Tal van groote wand platen, deels op Japansch papier, deels op zijde geteekend, benevens een groot aantal kleinere tee- keningen, maakten slechts een onderdeel van het ingezondene uit. Hoogst belangrijk was de verza meling grootere en kleinere Japansche plaat- en prachtwerken, alle geteekend, waarbij er waren van groote botanische, andere van nog veel grootere kunstwaarde. Dit alles werd nog aangevuld door een aantal voorwerpen van hout of van vlechtwerk, producten, b. v. thee, tabak, plantenwas, papier, zóó zacht en sterk tevens dat het tot kleeding- stukken kan verwerkt worden, met soms keurig gedrukte patronen, enz. enz. Dit alles te bezien zou een groot gedeelte van den avond gevorderd hebben, en de meeste aanwezi gen hadden dit zeker gaarne op hun gemak gedaan, maar de heer Schmelz dacht er anders over. Te ruim halfacht betrad hij het spreekgestoelte, om het te halfelf (met eene pauze van een goed kwar tier) pas te verlaten. Al die tijd werd ingenomen door mededeelingen uit Japan, het Japansche leven en werken, direct en indirect betrekking hebbende op het plantenrijk. Spr. begon met er op te wijzen dat de Neder landers de eersten zyn geweest om de "Westersche beschaving op de Japannors over te planten, en dat derhalve de verbazende invloed, welken de be schaving in de laatste halve eeuw op Japan en de Japanners heeft uitgeoefend, een invloed, waarvan, in zóó korten tijd althans, geen tweede voorbeeld is aan te wijzen, voornamelijk aan Nederland te danken is. Nederlanders toch waren de eerste instruc teurs voor de nieuwe organisatie van het leger; Nederlanders hebben in Japan de eerste groote werkplaatsen voor machinerieën voor de marine ingericht; Nederlanders hebben den Japanners de eerste grondslagen der Europeesche geneeskunde geleerd; Leiden's Hoogeschool was de eerste in Europa, waar Japanners hooger onderwijs kwamen zoeken; met hulp van het Nederlandsche gouver nement is door een hoogleeraar der Leidsche univer siteit, dr. Hoffmann, de Japansche taal grondig onder zocht en de eerste Japansche spraakkunst uitge geven, waarvan nog tegenwoordig in Japan gebruik wordt gemaakt, enz., terwjjl verscheidene Neder landsche reizigers ons met de bijzonderheden van het land en het volk bekend maakten, reden waarom de belangstelling in dat in vele opzichten merk waardige land in Nederland geen vreemd verschijnsel kan zijn. Vervolgens ging spr. over tot het leveren van enkele schetsen, waarujt bleek dat Japan overrijk is aan natuurschoonheden, niet alleen wat het plan. tenrijk, maar meer bepaaldelijk wat de physionomie van het land zelve betreft, waaruit eene nadere be schouwing van de schoonheden van het plantenrijk, welke nadere kennis wij vooral aan Ktempfer, Thun- kerg, Von Siebold en Zuccarini te danken hebben, als van zelf moest voortvloeien. Vooral aan Von Siebold werd verdiende hulde gebracht, wyl deze, door zijn onvermoeid pogen tot het invoeren van Japansche planten in zijn daartoe expresselyk inge- richten acclimatatie-tuin bij Leiden, de directe oorzaak was, dat onze tuinen thans met tal van schoon bloeiende Japansche planten verrijkt zijn. Meer dan 1100 soorten toch van Japansche planten hebben, volgens den heer Schmelz, uit dat etablissement „haar zegetocht door Europa begonnen," en terecht merkte hij op, dat de bekoorlijkheid onzer „bos quets" onzer bloeiende heestervakken hoofd zakelijk op rekening der uit Japan ingevoerde bloem- heesters te stellen is. Aan de hand der genoemde natuuronderzoekers schetste spr. nu een beeld van de Japansche Flora, die, ten gevolge van uiterst gunstige klimatische toestanden, overrijk is aan fraaie blad- en bloem planten. Met een aantal voorbeelden uit de woudbooraen, heesters en struiken lichtte spr. een en ander nader toe, hetgeen hem te gemakkelijker moest vallen, daar hij slechts namen te noemen had van tal van in Europa algemeen bekende, gezochte en om blad of bloem geliefde planten. Na deze meer algemeene beschouwingen werd de opmerkzaamheid gevestigd op de plantenwereld, voor zoover zij onder den directen invloed van den inboorling staat, m. a. w. voor zoover boomen en planten door hem in cultuur zijn opgenomen. De boschcultuur kwam hierbij allereerst in aan merking, niet alleen met het oog op huis- en scheepsbouw, waartoe voornamelijk eiken en coni- feeren gekweekt worden, maar ook in het belang der industrie, waarbij o. a. de vernisboom (Rhus Yernix), die het Japansche vernis, een hoofdbestand deel ter vervaardiging der beroemde Japansche lak werken, levert, en eene andere soort van dit ge slacht, de „Rhus succedana," om het plantenwas voornamelijk in aanmerking komen. Ten bewijze hoeveel prijs men in Japan op de bosschen en boomen stelt, deelde de heer S. de interessante bijzonderheid mede, dat de Japanners, krachtens oude en nog heden toegepaste wetten, verplicht zijn voor eiken boom dien zij vellen een anderen te planten. De boschcultuur in het algemeen en de bergboschcultuur in het bijzonder staan dan ook in Japan „op een schitterend standpunt." Na de boschcultuur behandelde spr. den landbouw, waarvan ook veel werk wordt gemaakt. Tot de landbouwproducten behooren, naast de rijst, voornamelijk de thee, katoen en tabak. Den heer Schmelz in zijne beschouwingen vol gende, komen wy, zegt „Semp.", waaraan deze mededeelingen zyn ontleend, thans aan den tuinbouw. Zullen wij, zegt genoemd blad, onbewimpeld on» meening uiten, dan kunnen we niet verhelen dat we hier in één opzicht minder veel minder zelfs in een ander opzicht wel wat meer hadden gewenscht. Zeer uitvoerig stond de heer S. stil by de par ticuliere tuinen en tuintjes, by de laatste inzonder heid, en trad dienaangaande tot zelfs in de kleinste bijzonderheden, wat afsluiting door hekken, ingan gen, rotsjes, vijvertjes, bruggetjes enz. betreft, zóó uitvoerig, dat het zelfs den lezer - laat staan den toehoorder moest vermoeien. Zeer merkwaardig is hetgeen omtrent de bou- quetfeen werd medegedeeld. Vooral bleek er uit dat daaraan in Japan niet minder waarde gehecht wordt dan bij ons, en dat bouquetten er bij alle bijzondere gelegenheden eene groote rol spelen. Ook in de poëzie spelen de bloemen bij de Japan ners eene voorname rol, en hoe kan dit anders, daar dezelfde oorzaak zoowel daar als hier op het gemoed dezelfde uitwerking moet hebben. Tevens werd de betrekking van het plantenrijk tot godsdienstige begrippen, verder de groote rol die zij spelen in de ornamentiek enz., uiteengezet. De heer Schmelz besloot zijne zeker in vele op zichten belangrijke mededeelingen met er op te wijzen, dat de betrekking tusschen Nederland en Japan, voorheen zoo levendig, thans tot een mini mum gereduceerd is, en dat de voorspelling van Pompe Van Meerdervoort is bewaarheid geworden de invloed van Nederland in Japan behoort thans tot het verleden, tot de geschiedenis. Maar wat door Nederland op wetenschappelijk gebied voor de kennis van Japan is verricht, draagt vruchten en zal het blijven doen, en wanneer men er toe zal: komen de geschiedenis van dat volk te schrijven, dan vindt men, volgens het oordeel van den grooten grondlegger der ethnologie, prof. Bastian, te Berlijn, de bouwstoffen daarvoor bijna uitsluitend en bijna volkomen in Nederland, in het Rijks Ethnographisch Museum te Leiden verzameld. De reeds vermelde vergadering van kerkeraads- en gemeenteleden uit „Hervormde gemeenten op den grondslag van de H. Schriften als Gods woord, en met de drie Formulieren van Eenigheid als ac- coord van kerkelijke gemeenschap", zal op Donder dag 11 November in de zaal Noordeinde te Leiden worden gehouden. De punten van behandeling zyn 1. Waarin vooral zondigen onze kerken tegen het- woord des Heeren? In te leiden door ds. G. Vlug, predikant te Leiderdorp. 2. Hoe geschiedt, volgens de schrift, de waar achtige bekeering eener kerk tot God? In te leiden- door ds. J. J. A. Ploos Van Amstel, predikant te Reitsum. 3. Wanneer moet eene kerk gezegd worden do- leerend (klagende) te zijn? In te leiden doords. B. van Schelven, predikant te Amsterdam. 4. Breken met de thans bestaande organisatie der Hervormde Kerk is daarom nog geen breken met de Kerk als zoodanig. In te leiden door ds. J.. Bajema, predikant te Zuidland. De bidstonden worden Woensdag-avond te Leider dorp en Donderdag-avond te Leiden gehouden. Naar wij vernemen, hebben HH. kerkvoogden te - Leiden het gebruik der Pieterskerk afgestaan voor deze ure des gebeds, die aldaar gehouden zal wor den door de kerkeraads- en gemeenteleden, die het synodale juk afwierpen. (Hd.) Blijkens de statistiek der geboorten en dei- sterfte naar den leeftijd en de oorzaken van den dood in Nederland over de maand Sept., bedroeg het aantal overledenen op 1000 inwoners per jaarte 's-Hertogenbosch 30.9Arnhem 27.9Dordrecht 22.3's-Gravenhage 34.3 Rotterdam 27.3 Am sterdam 25.9 Utrecht 35 Leeuwarden 21.6 Groningen 25.1; Maastricht 34.8; Haarlem 30.2;. Leiden 16.8. De Nederlandsche mail is gisteravond hier aangekomen met berichten uit Indië, welke echter niet verder loopon dan tot 30 Sept., terwijl per Fransche mail reeds berichten tefc 2 Oct. zijn aan gebracht en door ons medegedeeld. A. s. Maandag-avond om halfacht zal als spreker in het „Nut" te Zwammerdam optreden dr. J. A. Van der Meulen, uit Haastrecht, die het onderwerp „de Kinderopvoeding" wenscht te be spreken. Deze lezing zal voor een ieder toegarn- keljjk zijn. De door burgemeester en wettiouders van Nieuwkoop aangeboden begrooting voor 1887 is door den Raad aangenomen en bedraagt in ontvangst 14,562.98 en in uigaaf ƒ14,561.90. Voor kosten van bet lager onderwijs is vastgesteld ƒ4165.40. De „Meierijsche Crt." meldt dat de jongeheer Piet Madlener, van Eindhoven, thans nog geen 17 jaren oud, is aangesteld als leeraar in de muziek op het seminarie te Katwijk, waar hy onderricht geeft op de piano, violoncel, clarinet en fluit.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1886 | | pagina 1