dat de vergadering onder de in art. 18 bedoelde
zou vallen, toch het daar gesproken of verhandelde
in ruimen kring zou worden bekend gomaakt,
namelijk door middel van de pers, wordt voorge
steld onder openbare vergaderingen ook die te be'
grjjpen, waarbij een of meer verslaggevers voor de
pers zijn toegelaten.
Een nieuw art. 19 ter bepaalt dat in de verga
deringen, bedoeld in de artt. 18 en 19 aan hen aan
wie door de politie of de justitie is opgedragen
een stenographisch of ander verslag van het aldaar
gesprokene te leveren de gelegenheid tot het op
maken daarvan wordt gegeven en gelaten.
De Regeering acht het in het belang van eene
goede handhaving der wetten en evenzeer in dat
van sprekers op dergelyko vergaderingen, dat het
vaststa wat door hen is gezegd. Op die overweging
steunt het voorstel van dit artikel. Natuurlijk wordt
aan de justitie en de politie overgelaten hare ver
slaggevers desverlangd zóó te kiezen, dat het ver
slag van deze in rechten bewijs kan opleveren.
In art. 20 wordt vrijstelling van het verbod van
het dragen van wapenen in optochten verleend
voor de gevallen waarbij het dragen van wapenen
noodzakelijk is om die optochten aan het doel te
doen beantwoorden en waarbij ook de reden van
het verbod niet bestaat.
Voorts wordt vrijen toegang aan de politie ver
zekerd tot alle openbare vergaderingen en optochten,
zonder onderscheid.
Art. 22 bepaalt: „Elke vergadering of optocht,
'als bedoeld is in de artt. 18 en 19, en elke bijeen
komst om zich in het hanteeren van wapenen te
oefenen, als bedoeld in art. 21, waarin of waardoor
tegen de bepalingen van deze wet wordt gehandeld,
of waarbij de gestelde voorwaarden niet worden in
acht genomen, of waarin, zij het ook zijdelings,
voorwaardelijk of in algemeene termen, wordt op
geruid tot een strafbaar feit of tot ongehoorzaam
heid aan de wetten, of waarin of waardoor de
openbare ordo op andere wijze wordt gestoord, gaat
op de vordering der politie terstond uiteen."
Het opruien tot een strafbaar feit zal niet alleen
tot ontbinding der bijeenkomst bevoegdheid geven,
maar wordt daarenboven gestraft.
Het nieuw art. 22 bis luidt aldus: „Art. 22 bis.
Hij die in eene vergadering of by een optocht, als
bedoeld in de artt. 18 en 19, of in eene bijeen
komst om zich in het hanteeren van wapenen te
oefenen, als bedoeld in art. 21, zjj het ook zijdelings,
voorwaardelijk of in algemeene termen, opruit tot
een strafbaar feit, wordt, behoudens de gevallen
waarin door eenige wet op het feit eene zwaardere
straf is gesteld, gestraft met gevangenisstraf van
ten hoogste drie jaren, of geldboete van ten hoogste
driehonderd gulden."
Gemoued NIouwh.
De Haagsche Rechtbank heeft he
den den predikant Vlug, van Leiderdorp, vryge.
sproken,
Dö eisch was 45 dagen gevangenisstraf en 8
boete.
Gistermiddag ontdekten de buren
ten huize van P. v. d. B., houder van een brood
depot te Katwijk aan den Rjjn, een begin van
brand, dat echter door die buren met eenige emmers
water werd gestuit. Do bewoner was op het oogen-
blik dat de brand uitbrak, niet te huis.
De burgemeester van Sassenheim
wenscht te worden bekend gemaakt met het ver
blijf van Klaas Kooy, 64 jaren, lengte middelmatig,
houding eenigszins gebogen, haar grijzend, oogen
blauw, gekleed met oude zwartlakensche jas, don
kergrijze pantalon en vest, de pantalon aan beide
pijpen versteld, oude schoenen, zwarte aangebreide
kousen, en linnengoed bestaande uit een wit hemd,
witten gestreepten hemdrok, witte gökeperde on
derbroek. Hij heeft sedert 20 Sept. jl. de echtelijke
woning verlaten. Hij maakt misbruik van sterken
drank. Men vreest, dat hem een ongeluk is overkomen.
De Haagsche politie heeft vergun
ning geweigerd tot het aanplakken van oproepings
biljetten voor eene socialistische vergadering aldaar.
Aan giften voor het personeel van
de Philharmonische kapel en de bedienden van het
Kurhaus is, de opbrengst van het liefdadigheids
concert daarin begrepen, thans ontvangen ƒ9281.06.
Uit Scheveningen wordt gemeld dat
aan boord bij schipper Harteveld, voerende de bom
schuit „Willem Cornelis," ongenoegen ontstond tus-
schen de opvarenden, met hetj gevolg dat men
handgemeen werd, en wel in zoo ernstige mate dat
de schipper by aankomst proces-verbaal heeft doen
opmaken. Vermoedelijk zullen drie belhamels de te
doene reis niet medemaken.
Gisteravond ontstond te Amsterdam,
vermoedelijk door het omvallen van eene petroleum
lamp, in eene woning in de Wijde Kapelsteeg brand.
Het vuur greep spoedig om zich heen, zoodat wel
dra het geheele huis in lichterlaaie stond. De
brandweer was spoedig ter plaatse, doch kon niet ver
hoeden dat het perceel nagenoeg uitbrandde.
Te 4 u. 30 m. stegen Zaterdag-middag
uit den tuin van den Parkschouwburg te Amsterdam
de twee luchtballons op „L'Explorateur" van kapt.
L'Hoste en „le Sylphe" van kapt. Julhes. Met den
een ging de heer J. P. Kiesewetter, met den ander
de heer N. A. Van der Kolk mede. De voorgenomen
telephonischo verbinding mislukte.
Het blijkt dat de beide ballons nagenoeg eenzelfde
reis hebben gehad, als toen de De Bruyne en
later de heer Rikkers zijn opgestegen. Ook thans
maakten de luchtreizigers kennis met de Zuiderzee.
Kapitein Julhes, met de „Sylphe" opgestegen
(passagier de N. Van der Kolk), zag zich tegen
halfzes genoodzaakt in de Zuiderzee af te dalen;
hij hechtte echter zijn anker aan een touw van
dertig meter en wierp dit in zee; de ballon bleef
nu als het ware in overwicht op ongeveer 25 meter
boven de zee zweven. Tusschen Huizen en het
Emmer Gat werden de reizigers met hun ballon
aan boord genomen door den schipper Jan Marboom,
van Durgerdam, die met zyn visscherschuit daar
voorbij zeilde, en te 3 uren gisternacht aan de De
Ruyterkade te Amsterdam aangebracht. De grootste
hoogte, door de luchtreizigers bereikt, was 2500
meter. De ballon had den afstand afgelegd in l1/,
uur, terwijl de vischschuit acht uren voor den tocht
noodig had.
De ballon „l'Explorateur," met de heerenLhoste
en Kieserwetter, kwam te ongeveer 7 uren bij
Nunspeet neder. Ook zij hadden op de Zuiderzee
gedobberd, doch al dobberende bereikte „l'Explora
teur" op dat uur in de nabijheid van genoemde
plaats den vasten bodem, en werd de ballon van
het gas ontdaan.
Een man, die dezer dagen te Amster
dam dronken een keldertrap aftuimelde, is aan de
gevolgen hiervan in het stedelijk ziekenhuis overleden.
Te Haaften zjjn twee arbeiderswoning
gen afgebrand. Van de inboedels is bijna niets ge
red. Huisjes noch inboedels waren verzekerd. Het
spelen der kinderen met vuur wordt als oorzaak
van het ongeval opgegeven.
Te Zalt-Bommel is de woning der wach
ters aan den spoorweg door brand vernield. De
oorzaak is onbekend.
In de Drentsche Hoofdvaart nabij U f»
feite is een zevenjarige knaap verdronken.
De uitspraak van den kantonrechter
in de zaak van den landbouwer te Oldebroek, die
de gemeente-verordening op het rijden met trap-
wielen had overtreden, is overeenkomstig den eisch
van het O. M. te Kampen gehandhaafd. Alzoo
geldboete van ƒ2 en verbeurdverklaring van den
wieier.
De officier van justitie te Heerenveen
heeft 5 jaren gevangenisstraf geëischt tegen een
18jarig meisje van Drachten, wegens moedwillige
brandstichting in het huis en poging tot vergifti
ging van hare voormalige meesteres.
Uit Leeuwarden wordt gemeld
dat de expediteur F. A. P., zich gisternamiddag
over de rails naar den spoortrein voor Heerenveen
willende begeven, door eene rangeerende locomotief
werd gegrepen, overreden en op vreeaelyke wijze ge
dood.
Zaterdagnamiddag brakteZierik-
zee brand uit op de hofstede, bewoond door den
landbouwer Keven buiten de Westbarrière. Door
spoedig toegeschoten hulp slaagde men er in den
brand te beperken tot een paar stapels stroo en
een wagenhuis, en bleven de schuur en het woon
huis behouden. Het verbrande was gedeeltelijk
verzekerd. De oorzaak van den brand is onbekend.
De brand te Hows-Blerik is men Yrij-
dag-avond meester gewordenhjj heeft zich bepaald
tot 11 huizen en 2 schuren. Een paard, eene koe
en vier varkens vonden den dood in de vlammen.
Het meerendeel der meubelen is gered, doch alle
ingeschuurde wintervoorraad is vernield. De schade,
die nog onmogelijk te begrooten is, is zeer aanzien
lijk, doch alles is verzekerd. De oorzaak is nog
onbekend.
Volgens telegram uit Nieuw-York
kan tusschen 4 en 6 October stormachtig weder
verwacht worden op de Engelsche en Fransche
kusten.
BUITENLAND.
Frankrijk.
Uit een telegram heeft men gezien dat de hertog
van Aumale zijn prachtig kasteel Chantilly aan het
Fransch Instituut heeft geschonken. Zooals uit de
desbetreffende, thans openbaar gemaakte stukken
blijkt, had de hertog het goed reeds bij testament
van 3 Juni 1884 met al zijn toebehooren aan de
genoemde instelling vermaakt, en wel in overleg
met zijne erfgenamen. Hij geeft aan dit besluit
thans reeds uitvoering, ter voorkoming van moge
lijke moeilijkheden na zijn dood. In een brief aan
de heeren Bocher, Denormandie en Rousse schrijft
de prins:
„Ik doe een beroep op uwe vriendschap en
kunde, opdat de bepalingen in deze stukken [het
testament met codicillen] onverwijld worden uitge
voerd, behoudons het vruchtgebruik, dat ik mij
voorbehoud, niet alleen om het goed eventueel te
gebruiken en te bewonen, maar ook om sommige
nog onvoltooide gedeelten van het door mij onder
nomen werk ten einde te brengen, met het oog op
eene vermindering der onderhoudskosten en voorts in
het belang van de armen in de nabuurschap."
De voorwaarden, waaronder het goed aan het
instituut wordt overgedragen, houden in hoofdzaak
in dat alles in den tegenwoordigen staat onveran
derd in stand moet worden gehouden en niets
vervreemd, noch met hypothéken bezwaard mag
worden.
De bezitting wordt op eene waarde van 30 nn'l-
lioen geschat en levert jaarlijks 500,000 franken
rente op. De verschillende afdeelingen van het
Instituut zijn tegen Woensdag opgeroepen om te
beslissen of men het geschenk aanvaarden zal of niet.
Men moet zegt het „Journal des Débats," wel
zeer vooringenomen zijn om in deze liberaliteit
vóór de verbanning gedaan en na de verbanning
bevestigd, een politiek voornemen te zoeken of
het najagen van populariteit. Wat den hertog ken
nelijk geleid heeft, is de zeer vaderlandslievende
en zeer edele wensch, om ongeschonden voor Frank
rijk een geheel te bewaren, eenig ter wereld en
waarvan de vorming den lust zijns levens heeft
uitgemaakt. Tegenover eene daad, zoo eenvoudig
verricht, is het niet twijfelachtig of de partijhaat
zal den kop ingenepen worden en zullen alle Fran-
schen, naijverig om het artistiek erfdeel van ons
land te zien vermeerderen, recht doen wedervaren
aan de gevoelens, die den hertog van Aumale zijn
besluit hebben ingegeven.
De Orleansen staan in Frankrijk te boek voor
meer dan zuinig. De hertog van Aumale echter
is 64 jaren, weduwnaar en kinderloos, zoodat hjj
voor zijn persoon ook nu niets opoffert. De overige
prinsen van Orleans hebben echter die schenking
goedgekeurd en dit geeft de zaak een geheel an
der karakter. De republikeinsche bladen zjjn er
slechts matig mede ingenomen 1
Groot-BritannlA
Lord Churchill heeft in een te Dartford uitgespro
ken rede gezegd, dat de tegenwoordige toestand
van Bulgarije welligt veel bedenkelijker is dan iets
anders. „In het vorige najaar," vervolgde hy, „toen
lord Salisbury minister van buitenlandsche zaken
was, hadden wij alle redenen om aan te nemen
dat het vereenigd Bulgarije zich onder vorst Alexan
der tot eene gelukkige, onafhankelijke natie ont
wikkelen zou, welker toenemende kracht ten slotte
tot eene regeling der Oostersche kwestie zou kun
nen voeren. Deze verwachtingen, zeide de minister,
zijn thans grootendeels in duigen gevallen. Door
eene ruwe lafhartige samenspanning slaagde men
er in, alvorens de jonge Staat op duurzame grond
slagen gevestigd was, vorst Alexanders regeerings-
gezag te verlammen en Bulgarije van zijn geëerd,
het vertrouwen des lands genietend Hoofd te be-
rooven.
„Tegenwoordig schijnt de vrijheid van Bulgarije,
alsook van Servië, en Rumenië, groot gevaar te loopen.
„Deze ernstige quaestie trekt natuurlijk in Enge
land zeer de aandacht. De bewering, dat Engeland
daarbij geen ernstig of materieel belang heeft, komt
mij te onbepaald voor. Engeland's sympathie voor
de vrijheid der natiën is van oudsher bekend, en
vormt de traditioneele buitenlandsche politiek des
lands. De redevoering van Tisza in het Hongaarschc
parlement toont aan, dat de handhaving der vrij
heid en onafhankelijkheid van de Donau-vorstendom
men en de Balkan-Staten tot de hoofd- en levens