--- i n mi n
buurvrouw een zilveren horloge had ontvreemd;
alsmede tegen A. v. N., wegens verzet tegen de
politie, waarbij hy nog een persoon, die de politie
hulp verleende, een slag heeft toegebracht.
Zoo levendig alls gisteren, 13 dezer,
alles te Valkenburg was tijdens de groote paarden
markt, zoo stil was het heden te Katwyk aan den
Ryn, waar de paardenmarkt niet schynt te willen
vlotten, want er waren niet alleen geen menschen,
maar ook geen paarden. Omstreeks tien uren stond
een oude knol aan de lyn.
Men was voornemens gistermiddag
te Scheveningen een stuk muur van het afgebrande
Kurhaus aan de zeezyde om te trekken. De toe-,
stellen van de Zuid-Hollandsche Redding-^^.
schappy om lynen te schieten, waren ïuedsophet
grasperk aan de landzijde opgesteld. Daar echter
eene groote menigte in de stoelen aan. het strand
van het heerlyk weder genoot en 'aet moeite kostte
mibliek van de plek te
"hei r- e n - verwyderen, heeft men
den ïnaatfögQt v» gunstiger oogenblik moeten
uitstellen.
Een Rotterdammer, een zeer vermo
gend man, heeft eon vreemd zwak: hy haat de
21/,-cents-stukken uit alle macht. Te dien einde
tracht hij sedert langen tijd deze muntstukjes zoo
veel hem mogelyk is aan de circulatie te onttrek
ken. Op het oogenblik moet hij reeds voor onge
veer drie duizend gulden aan deze bronzen munt
hebben afgezonderd. Dat is in waarheid een wichtig
sommetje.
Zondag-avond is in de Koningsteeg
te Rotterdam een agent van politie door een
burger mishandeld en eene wonde aan het hoofd
toegebracht. Gistermorgen werd wederom een agent
van politie in de Lynbaanlaan mishandeldditmaal
door een oud-collega, die hem vry ernstige wonden
aan het been en den voet toebracht. Van beide mis
handelingen is proces-verbaal opgemaakt en zyn
de daders gearresteerd. (Mb.)
Dezer dagen heeft zich te Amsterdam
opgehouden Ralph L. Dörr of Doer, Duitschèr,
Duitsch en Engelsch sprekende, die bij vermogende
lieden onderstand heeft verzocht, onder voorgeven
Amerikaansch vice-consul te Bazel te zyn, in het
Kurhaus te Scheveningen verblyf te hebben ge
houden en door den brand aldaar alles te hebben
verloren.
Hy heeft werkelijk die betrekking bekleed, doch
is daaruit ontslagen.
In het Kurhaus te Scheveningen heeft hy in
den laatsten tyd niet gelogeerd.
Hy zou thans verblyf houden in het Badhotel
te Zandvoort.
Hy is 30 a 31 jaren, blond, sterk gebouwd en
net gekleed.
De hoofdcommissaris van politie te Amsterdam
vestigt de aandacht op dien persoon, ten einde
wie het mocht aangaan, zoo noodig, te waarschuwen.
Uit Vlissingen wordt aan de „N. R.
C.", dd. 13 dezer, gemeld:
Een zeer zeldzaam verschijnsel werd hedennacht
waargenomen door den commandant en de officieren
van het stoomschip „Prins Hendrik", op de reis
van Queensboro naar Vlissingen.
Om ongeveer 3 uren werd aan den horizon in het
Z.Z.O. een voorwerp gezien, waaromtrent verschil
lende gissingen bestonden wat het wezen kon.
Steeds nadorendo, zagen zy dat het een luchtballon
was van grooten omvang, welke ongeveer een 20
meter boven de oppervlakte der zee voortzweefde
in eene N.N.W. richting. Om 3 u. 8 m. werd de
ballon gepasseerd ongeveer 3 Eng. mijlen bewesten
de W. Hinder. Het weer was prachtigeene lichte
bries van het Z.Z.O., heldere lucht met maneschijn
doodkalme zee. Eene Fransche vlag woei aan een
stok onder het scheepje, waarvan, door den mane
schijn, de kleuren duidolyk te onderscheiden waren.
Zy meenden in den ballon 2 personen te zien.
Te Apeldoorn brandde hedenmor
gen om zeven uren een huis, toebehoorende aan
den heer Mouw, tot den grond af. Het werd be
woond cjopr <je geziynen Offenberg en Kok. Weinig
is gered. Alles was verzekerd.
De „Maas- en Roerbode1' geeft het
volgende verhaal ten beste van een koppigen os.
Een landbouwer uit de omstreken van Weert be
ploegde zyn akker met een werkos, die de gewoonte
had zich eensklaps voor den ploeg neer te leggen.
Wat men ook deed, werken wilde hy dan niet
meer. Zijn meester verzon een middel om deze
VlechtO gewoonte af te leeren en toen de os zich
op zekeren dag weer op den grond wierp, dolf de
boer den kop Yan het beest onder een hoop aarde
en ging naar huis koffie drinken. Toen de landman
na korten tyd terugkwam, vond hij tot zijne groote
toleurstelling het dier gestikt.
Men s ch r ij f t ui t T e s se 1 d a t da ar d e
roerpen is aangespoeld van de vermiste blazer
„T X 84." Aan het vergaan der schuit valt
dus helaas niet meer te twijfelen. De beide opva
renden laten twee weduwen met acht kinderen in
hoogst benarde omstandigheden achter.
Eenkindvan zes jaren, datteHoog-
lede (België) in eene kamer alleen was gelaten met
eene flesch jenever, zette die aan den mond en
dronk zooveel da( het weinige uren later bezweek.
Naar aanleiding van den ook in ons
blad vermelden moord en zelfmoord in de Albouy-
straat te Parijs wordt opgemerkt dat de moordenaar
een recidivist was, voor wiens deportatie alle termen
bestaan hadden.
„Hoeveel vrouwenhoofden," vraagt de „Paris,"
„moeten er nog aan de blinden onzer vensters
hangen, hoeveel bloed moet er nog langs onze
muren stroomen, hoeveel messteken, revolverschoten
verminkingen en moordtooneelen zyn er nog noodig
voordat de rechterlijke macht, met eene voorbe
hoedende wet gewapend, besluiten kan, deze toe
te passen en menschenlevens te beschermen?"
Onlangs zyn in den omtrek van
Aubenas, in het Fransche departement Ardèche,
beenderen gevonden, welke de justitie op het spoor
hebben gebracht van eene verleden winter gepleegde
misdaad. Zekere vrouw Faure haatte haren zwager,
Claude Faure, door wiens toedoen zy wegens dief
stal veroordeeld was. De kans schoon ziende vergaf
zy hem met rattenkruit, sneed het lichaam aan
stukken en kookte alles in een grooten ketel. Ter
wijl deze te vuur stond, zat zy in de deur van
hare woning rustig te spinnen, voor het geval dat
iemand op den reuk mocht afkomen. Den „bouillon,"
gelijk zij zich uitdrukt, wierp zy met het vleesch
in de Ardèche, de beenderen klopte ze klein en
begroef die in een afgelegen ravyn. Vervolgens
kookte zjj in denzelfden ketel de aardappelen voor
het avondeten.
Door de lacht In de zee.
't Blijkt nu waarom de heer Julhes Zondag by
zyne opstijging uit den tuin van „Café Maas" aan
de "Weesperzyde te Amsterdam geweigerd heeft
passagiers mede te nemen.
De ballons, die Zaterdag-namiddag aldaar uit den
Parktuin opstegen en op het Kampereiland aan
kwamen, zyn in zee neergekomen wegens wind
stilte en omdat de ballast was opgeteerd. Daar de
opstijging Zondag onder gelijke omstandigheden
plaats had, wat windrichting en windkracht aan
gaat, weigerde de heer Julhes een passagier mede
te nemen, wat zeer voorzichtig wordt genoemd.
Omtrent de luchtreis van Zaterdag kan het „Hbl."
door de welwillendheid van den luit. ter zee De
Bruyne, die de reis meemaakte, het volgende mede-
deelen
Om 4 u. 20 mm. stegen Zaterdag de beide ballons
„Eclaireur" en „Météore" uit den tuin van den
Parkschouwburg op.
In den eerstgenoemden ballon bevond zich de
heer Julhes met den luit. ter zee De Bruyne, in
den anderen de heer Lhoste. Deze had weldra eene
aanzienlijke hoogte bereikt. De ballon, waarin luit.
De Bruyne had plaats genomen, dreef op eene hoogte
van ongeveer duizend meter oostwaarts.
Een prachtig panorama ontplooide zich beneden
hen. Amsterdam bleef nog lang in het gezicht,
langzamerhand werd de stad eene roode massa, waar
uit nog gedruisch opsteeg, maar straten of huizen
waren met te onderkennen. Slechts de torens der
kerken waren duidelijk te onderscheiden. Half Hol
land lag als eene groote landkaart beneden de reizi
gers, terwyl zy over de vruchtbare polders ten N.O.
van Amsterdam zeewaarts dreven.
Twintig minuten na de opstijging bereikte de
ballon tusschen den vuurtoren van 't IJ en Marken
de Zuiderzee. Voortgestuwd door een zuidelijken
wind bleef men ten zuiden van Marken. De heer
Lhoste, die veel hooger was gestegen, was, daar
hij een flinken westenwind getroffen had, de andere
reizigers ver vooruit.
De zee was prachtig. Een zacht briesje deed het
watervlak, dat als zilver in het zonnelicht glin
sterde rimpelen. Hier en daar zag men een schip
of eene stoomboot, maar geen ander geluid dan het
zachte ruischen der zee werd gehoord.
Nadat man ruim een half uur op de hoogte van
1000 meter was gebleven, besloot Julhes het voor
beeld van Lhoste te volgen. Eenige ballastzakken
rrrriM" n m»
werden uitgeworpen en snel bereikte de ballon
„l'Eclaireur" eerst eene hoogte van 2000 meter
en later, toen nog meer ballast was uitgeworpen,
van 2400 meter.
De thermometer wees toen 12 Celsius aan,
Op die hoogte vonden de reizigers een krachti
ger wind en weldra haalden zij de „Météore" in,
dreven eenige oogenblikken ongeveer 200 meter
hooger dan deze ballon in een loodlijn boven hem
en daarna lieten zy hem eenigszins achter zich.
Men bleef echter geruimen tyd in eikaars nabij
heid op ten minste 200 en ten hoogste 600 meter
afstand van elkander, en er heerschte zulk eene
stilte in deze hooge luchtstreken, dat men elkander
kon toeroepen, hoe de thermometer of barometer
stond, op elkanders gezondheid kon drinken of de
indrukken kon mededeelen die de reis maakte. De
beide Franschen vonden den tocht „très-rigolo." Zoo'n
luchtreis in elkanders gezelschap hadden zjj nog
nooit gemaakt!
Dé reis zóu echter minder „rigolo" worden.
Ten zuiden van Schokland ging de wind liggen
en begonnen de beide ballons zonder verder voort
te dryven te dalen en weldra zagen de reizigers,
dat een nat pak, zoo niet erger, onvermijdelijk was.
Toch stelde men nog alle pogingen in 't werk
om te blijven drijven. Alles wat den ballon ook
maar eenigszins bezwaarde werd uitgeworpen. Het
hielp niet. Op eene hoogte van 1500 meter werd de
val al sneller en sneller en toen men de zee op
een paar honderd meter beneden zich zag, werden
de schoenen uitgetrokken, daar het mogelyk was
dat men zich met zwemmen moest trachten te red
den en klom men uit den mand in den ring van
den ballon, in de hoop dat men dan niet geheel
kopje onder zou gaan.
Nog één minuut en daar plofte de ballon in zee.
De mand verdween in de golven, terwyl de reizigers
niet verder dan tot aan hunne knieën nat werden.
De mand kwam spoedig halverwege boven en de
luchtschip-breukelingen namen weder daarin plaats.
Doordat zy nu tot aan hun middel in het water
zaten, en de last, dien de ballon droeg, hierdoor zeer
verlicht werd, bleef deze gelukkig dry ven. De heer
Julhus klom in het netwerk om de opening van den
ballon dicht te binden, ten einde verdere ontsnapping
van gas te voorkomen; een soort noodroer werd
gemaakt van 't ankertouw en de ledige ballast
zakken, waardoor de ballon wel niet bestuurbaar
werd, maar toch verhinderd werd dat hy als een
tol in de rondte draaide en met eene snelheid van
ongeveer drie myl per uur sneed dit buiten model
vaartuig, waarvan de ballon het zeil vormde, door
het water.
Om kwart over zessen was men in zee gevallen,
om goed halfacht landde men gelukkig op het
Kampereiland. Wel was men eenige visschers tegen
gekomen, doch deze waren in de onmogelijkheid
geweest hulp te verleenen.
Het landen ging nogal met moeite gepaard. Het
anker pakte niet spoedig en de ballon, die nog
niet geheel ledig was, huppelde als 't ware langs
den grond. Ten slotte hielden eenige personen, die
toegesneld waren, den ballon tegenhet touw waar
mede de opening waardoor het gas kon ontsnap
pen, was dichtgebonden, werd losgesneden, de
ballon zakte ineen en de reizigers konden uit den
mand stappen. De tocht was ten einde.
De heer Lhoste viel by het Ketel pas in zee. Ook
zyn ballon werd met tamelijke snelheid voortge
dreven. Het waren benauwde oogenblikken voor
hem; nu eens sloeg de ballon op 't water en was
de heer Lhoste geheel onder de golven bedolven,
dan weder verhief zich de ballon eenigszins, zoo
dat de reiziger met het bovenlijf boven water
was, dan weer draaide de ballon met zyn last
in de rondte.
Eindelijk bereikte liy den eersten dam van het
Ketel,maar kon er niet landen. Eerst op den
tweeden dam bleef de ballon liggen en kon de
heer Lhoste zyn vaartuig verlaten.
Dadelijk begaf hij zich met een bootje van een
daar liggenden schipper naar de plaats waar de
andere reizigers de aarde bereikt hadden.
Bijgestaan door de landbouwers L. Koppes,
J. Koppes en J. Pluimder, van de hoeve Zuider-
waard, die zich gastvrij ter beschikking der heeren
stelden, werden de ballons verder geledigd, het doek
werd in de manden geborgen, en alles werd in een
wagen naar Kampen gebracht, terwijl ook de lucht
reizigers in een rijtuig dier landbouwers zich naar
dezelfde stad begaven. Om kwart voor elven kwam
men daaraan.
De lieer Julhes begaf zich met de nachtboot nog