N\ 8148. Donderdag O September. A0. 1886. feze iQourant wordt dagelijks, met uitzondering van gon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 8 September. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Toot Leiden per 3 maanden1-10. Franco per poet1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Tan 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. Yoor het incas- seeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. OlHeieele Kennisffeyingen. Burgemeester en 'Wethouders van Leiden; Gezien art. 8, 1ste alinea, der Wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad No. 95), tot regeling van het toezicht hij het oprichten van inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken; Brengen bij deze ter algemeene kennis dat door hen op heden vergunning is verleend aan J. VAN DER DRIFT en rechtverkrijgenden, tot het oprichten van eene s m e d e r ij in het perceel Nieuwstraat No. 12, en aan N. VOORHAM en rechtverkrijgenden, tot het oprichten van eene slach terij en spekrookerij in het perceel Levendaal No. 37/39 Burgemeester en Wethouders voornoemd. Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 6 Sept. 188C. E. KIST, Secretaris. Het 48ste jaar der met lof bekende „acht zomer- concerten" behoort alzoo ook weder tot de geschie denis eene geschiedenis echter waaraan men tel kens met genoegen kan herinnerd worden. De kleine kapel toch van de koninklijke garde handhaafde dit seizoen wederom haar alouden roem en in de vertolking van menige toonschepping dwong zy bewondering af. Was moeder Natuur al niet steeds goed gemutst, gisteravond was het in ieder geval: eind goed, al goed! En goed en schoon was er, in velerlei op zicht, te kust en te keur. De inteekenaren waren met hunne dames in zóó ruimen getale opgekomen als tot de uitzon deringen kan gerekend worden, ofschoon deze con certen trouwens immer goed bezocht zijn, en de musici vervulden daarbij hunne taak blijkbaar bij zonder „con amore." De aanwezigen toonden dan ook dat zij weten te waardeeren wat op waardee ring kan aanspraak maken. Met de volksliederen, gepaard met het ontsteken van eenig bengaalsch vuur, nam het orkest afscheid van het Leidsche kunstminnende publiek. Toch niet! Dit concert der kleine kapel gold als ware het als eene inleiding tot het groote har monie-concert, dat de volgende week door de leden van het volledige keurcorps, ten voordeele van hun zieken- en ondersteuningsfonds „Onderlinge Hulp", zal gegeven worden. Wij mogen niet nalaten nogmaals de aandacht op dit buitengewoon kunstgenot te vestigen, want het behoort tot de zeldzaamheden het corps hier ter stede in zijne volle kracht te hooren. Een blik op het programma doet zien dat voor „elk wat wils" is gezorgd. De vice-admiraal jhr. M. W. Van Rensselaar Bowier, vergezeld van zijn adjudant, luitenant ter zee 1ste kl. G. M. Titsingh en den dirigeerend officier van gezondheid 1ste kl. der marine dr. F. J. Yan Leent, heeft de Kweekschool voor Zee vaart alhier geïnspecteerd. Mej. F. Smit te Rotterdam is benoemd tot onderwijzeres in de moderne talen aan eene bijzon dere school te Leiden. Gedurende de eerste helft der maand Juli zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende brieven, welke wegens onbekendheid der geadres seerden niet besteld konden worden: Vis, AarlanderveenJ. Laman, H. Willink, Am sterdam; Doris Hulst, Arnhem; J. Kleiweg, Delft; Yan Halteren, 's-Gravenhagewed. Ruttgers, Gro ningen; A. C. Voorbrood, Haarlem; Hoekveld, 's-HeerenbroekCat. Waarts, K. v. d. Lende, Leiden •Johanna Beerenbroek, Nijmegen. Briefkaarten: J. J. Vos, AmsterdamKoenen, J. Koenen, J. Frank huizen, 's-Gravenhage; A. C. Voorbrood, Haarlem; mej. C. W. Van der Bosch, S. J. Paats, niet vermeld. Brieven verzonden geweest naar België: Mr. Le Notaire, Ath; T. Sneyers, Brussel. Duitschland: L. P. R. Anders, Brandenburg; Bella Roselaar, Frankfort. Engeland: John Daniel, Liverpool. De rekening der gemeente Leimuiden, dienst 1885, bedraagt in ontvangst 11,021.61'/,, in uitgaaf f 10,780.01 en sluit alzoo met oen batig saldo van ƒ241.601/,. Tot onderwijzeres aan de apenbare school te Leiderdorp is benoemd mej. H. Van der Ham te Haarlem. Z. M. de Koning heeft besloten aan eene com missie van zijnentwege op te dragen de opening der gewone vergadering van de Staten-Generaal, waartoe de ministers zullen worden aangewezen. De adelborsten der 1ste klasse C. D. H. Bois- sevain en J. F. Hosang, respectievelijk dienende aan boord van Zr. Ms. opleidingsschepen „Admiraal Van Wassenaer" en „Anna Paulowna", worden met 1 Oct. a. s. op non-activiteit gesteld. De gewone audiëntie van den minister van financiën op 9 en die van den minister van marine op 10 dezer zullen niet gehouden worden. Bij de verkiezing te Amsterdam voor een lid van de Staten der prov. Noord-jtïolland (vacature- Wertheim) waren ingeleverd 574 briefjes. Daarvan was één van onwaarde. Volstrekte meerderheid 287. Hiervan verkregen de heeren mr. J. A. Sillem 470 en W. Hovy 82 stemmen, zoodat mr. J. A. Sillem is gekozen. Bjj den Rotterdamschen gemeenteraad is in gekomen de begrooting voor 1887, bedragende ƒ5,786,910.051/,. Tot tijdelijk leeraar in de geschiedenis aan het gymnasium werd benoemd dr. ABeets, te Utrecht. Een pensioen werd toegekend aan den directeur van het armbestuur A. Van Son or 942 werd toege staan voor het maken van een alphabetischen cata logus der gemeente-bibliotheek. In eene te Amsterdam gehouden algemeene vergadering van het Nederlandsch Bijbelgenootschap is o. a., na uitvoerige discussie en krachtige be strijding van het hoofdbestuur, met 45 tegen 17 stemmen een voorstel van Alkmaar verworpen, strekkende om te besluiten, voor 5000 deel te nemen in het fonds voor eene nieuwe vertaling des Ouden Testaments. Het stoomschip „Prins Alexander", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 7 Sept. Ouessant; de „Prinses Amalia", van Batavia naar Amsterdam, vertrok van Port-Said 8 September. Gemengd Nieuw Ten gevolge van het overlijden van don vorigen eigenaar van het Badhuis op de Bloem- markt alhier, ontstond de vraag: zal het blijven bestaan of niet? Langen tijd bleef men in het onzekere, totdat thans het antwoord gegeven is. Door aankoop nl. is ge noemde inrichting overgegaan in handen der heeren mr. H. L. A. Obreen, C. J. Leembruggen, W. F. Van der Heyden en dr. Siegenbeek Van Heukelom, die hare instandhouding alzoo hebben gewaarborgd en daartoe eene naamlooze vennootschap hebben aangegaan. Is het een erkend feit dat de heer Hoog reeds aanzienlijke verbeteringen in het Badhuis heeft doen aanbrengen, zeer zeker zullen de nieuwe eigenaren niet nalaten er voor te zorgen dat het naar de eischen des tyds blijft ingericht. Naar we vernemen, zal de onderneming op eene geheel nieuwe leest worden geschoeid, ten gerieve vooral van de bezoekers, zoowel der nieuwe als der vroegere, welken laatsten door inruiling van hunne abonnementskaarten tegen nieuwe bewijzen, het ongestoorde recht op de nog te verstrekken baden alzoo wordt verzekerd. Van terugwerkende kracht is dus geen sprake: integendeel wil men meer en meer voorwaarts in de goede richting, ten einde ook het gebruik der binnen-baden te doen toenemen. Wij wenschen commissarissen op die pogingen het beste succes. De onderstelling van de gisteren gehouden militaire manoeuvre was, dat een vijan delijke troep van Katwijk naar Leiden oprukte, terwijl door de troepen van Den Haag eene positie van Den Deyl tot Wassenaar was bezet. De vijand besloot voor zijne veiligheid deze positie aan te vallen en de bezetting in de richting van 's-Hage te verdrijven. De vijand Noordpartij werd gecommandeerd door den overste Greve en bestond uit de 3 batal jons grenadiers, 1 sectie artillerie en 1 detachement cavalerie; hy marcheerde te 7 uren af naar de Laanhoek, terwijl de andere party onder den over ste Lanzing bestond uit de 2 bataljons jagers met 1 sectie artillerie en 1 detachement cavalerie en te ruim 8 uren de Maliebaan verliet om hare stelling te bezetten. De aanvaller begon met zijn aanval nog vóór de verdediger geheel in stelling was gekomen, waar door de troepen der Noordpartij te vroeg en zon der weerstand van eenige beteekenis te ondervin den, konden voortrukken, waarin de leider oorzaak vond de manoeuvre tydelyk te doen staken. Gedu rende het nemen van maatregelen om de begane fout te herstellen, was het inmiddels halféón ge worden, zoodat de leider de manoeuvre niet deed hervatten, maar haar voor geëindigd verklaarde. Terwijl de Haagsche troepen aan „Den Deyl" en te Wassenaar rust kregen, werd de bespreking in laatstgenoemde plaats gehouden. De inspecteur der infanterie was zoowel by de manoeuvre als bij de bespreking tegenwoordig. De beide partyen waren in marsch-tenue, zonder ransel; voor het eerst zag men hier de eene party als onderschei- dingsteeken een witten band om het hoofddeksel dragen. Zondag-nacht passeerden twee hee ren met een gemuilkorfden hond het politiebureel aan de Groenmarkt te 's-Hage. Of nu het dier een kees reeds vroeger met de politie had kennis gemaakt, dan wel of het een instinctmatige haat tegen den dienaar van Hermandad was, genoeg het dier schoot keffende toe op een in den ingang van het bureel staanden agent. Deze greep onmid dellijk zyn stok en stormde op ons keesje los,, dat echter het hazenpad koos. Toen de eigenaar van het hondje vroeg waarom hy keesje met den stok wilde slaan, kreeg hij barsch ten antwoord: „omdat na twaalven de honden niet mogen blaffen." Bij den brand in het Kurhaus te Scheveningen is o. a. ook een handschrift verbrand van den Berlijnschen componist Martin Röde, nL de partituur en orkestverdeeling van zijne rhapsodie „Helgoland", welke hij aan prof. Mannstadt had toevertrouwd. Reeds was deze rhapsodie met veel succes, onder persoonlijke leiding van den compo nist, te Birmingham uitgevoerd en Mannstadt's kapel had haar ingestudeerd en zou haar den dag van den brand gespeeld hebben, want juist den vorigen dag had zij hare repetitiën van het stuk geëindigd. De componist, die dus zyn geestelijken arbeid zag vernietigd, moet trachten zjjne compositie uit het hoofd over te maken. Het is te hopen dat hem dit gelukt. Naar het „Vad." verneemt, is de directeur van het hotel van het Kurhaus ten gevolge van den schrik, bekomen by den brand, zeer gevaarlijk ziek. Voor het gerechtshof te Amsterdam is gisteren behandeld de zaak van A. J. Belderok, beschuldigd van het aanplakken van opruiende biljetten en tevens smadelijk voor den persoon des Konings, in den nacht van 29 op 30 Juni jl., toen hy door twee rijksveldwachters op heeterdaad werd betrapt. Het O. M., waargenomen door mr. Jolles, eischte veroordeeling tot 3 jaren gevangenisstraf. Belderok verdedigde zich zelf. Hy vroeg niet het medelijden der rechters, maar het recht om zich

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1886 | | pagina 1