N'. 81 1 B "^Voeïisdag 4r A°. 1886. n feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering ran fion- en feestdagen, uitgegeven. Leideii, 3 Augustus. i v LEIDSOÏÏ -M«» S DAGBLAD. PBXJS DEZER COURANT: Tmt Uiu p«r 8 nuMUiden1-1®> Tnaoo per portL40. Ükenderltfke Hommen.0.08. PRIJS DER ADVERTENTTEK: Ven 16 regels 1.05. Iedere regel meer f UTf. Grootere letters naer plaatsruimte. Voer het eeeren buiten de sted wordt 0.10 benkead. OfHcieele Eennisgerincen. Burgemeester én Wethouders van Leiden; Gezien art. 5, 1ste al. der Wet van den 28sten Juni 1881, Stbl. No. 97, zooals die nader is gewijzigd; Brengen ter algemeene kennis dat door lilABIA JOHANNA GEENJAAB, alhier woonachtig, een verzoekschrift is ingc- v'diend om vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein, in het perceel Langegracht No. 172. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTEB, Burgemeester. 2 Aug. 1886. E. KIST, Secretaris. In de heden gehouden zitting van den Hoogen Raad heeft mr. O. W. Sipkes alhier den eed afge legd als advocaat en procureur. De jaarlyksche feest-vergadering van de ver- eeniging het „Metalen Kruis" alhier had gisteravond plaats in het café „Zomerlust" aan den Stationsweg. De met groen en vlaggen versierde zaal maakte al dadelijk een aangenamen indruk op de vele gasten, die bijeengekomen waren om de historische feiten te herdenken uit de dagen van 1830 en 1831. De bustes van onze drie Koningen hadden eene waardige plaats gevonden voor het orkest, dat evenals de zaal, met bloemen, vlaggen en de banie ren der beide sectiën van de vereeniging getooid was. Toen het orkest de aanwezigen onthaald had op eenige zeer goed uitgevoerde muziekstukken, heette de president, de heer Yan Ingen Schenau, de aan wezigen, oudstryders, onderofficieren van leger, vloot en schutterij, met hunne dames welkom in eene boeiende improvisatie, waarbij hy ook hulde bracht aan zyne mede-kruisridders en deed uitkomen dat, hoewel jaarlijks in aantal verminderende, de zegen Gods zichtbaar aan de vereeniging ten deel viel. Ook onze Koningin, die juist haar geboortedag vierde, herdacht spreker in zyne rede, welke ein digde mot een dronk op het welzijn van Koning, Koningin, Prinsesje en Vaderland, welke toost door allen luide toegejuicht werd. Nadat de aanwezigen staande een couplet van het Volkslied gezongen hadden, werd het woord gegeven aan den heer J. J. Kersbergen, secretaris der vereeniging, die het jaarverslag voorlas, waaruit wij vernamen dat de Vereeniging nu nog bestaat uit; 14 gewone leden, 15 eereleden-donateurs en 23 eereleden. Spreker herdacht met weemoed het overlijden van den eere-president der vereeniging, jhr. W. I. C. Rammelman Elsevier, die steeds zyne krachten aan het welzijn zjjner oude wapenbroe ders gewyd had. Met voldoening kon hij evenwel I constateeren dat de opengevallen plaats weder waar dig vervuld is, daar de hoer M. Glasbergen zich bereid had verklaard als eere-president der Ver eeniging op te treden. Vervolgens wees spreker op het heuglijke feit dat de heeren eereleden-donateurs zich vereenigd hadden om der Vereeniging, zoo noodig, finantieel te steunen, waardoor de jaarlyksche viering van den gedenkdag verzekerd washy geloofde te spreken uit naam van alle aanwezigen, wanneer hy hun daarvoor den oprechten dank der Vereeniging brachten dat dit werkelijk zoo was, bleek uit de luide toejuichingen, welke op deze woorden volgden. Dat de belangstelling en sympathie voor de Ver eeniging ook daar buiten groot is, mocht de heer Kersbergen met voldoening getuigen. Twee ge- schenken, der Vereeniging aangeboden, bewezen dit genoeg. Het eene, een zilveren inktkoker door een oudstryder aan de vereeniging geschonken ten gebruike voor het bestuur, en het andere, aange boden door den heer J. Goedeljee, bestaande in drie photografische groepen in nette lasten, voorstel lende het bestuur der Vereeniging en hare vrienden. De spreker uitte dan ook aan de heeren Goedeljee, vader en zoon, den dank der Vereeniging. Aan liet slot van zyn verslag deelde de heer Kersbergen mede, dat hy, wegens verandering van woonplaats, tot zyn leedwijzen gedwongen was het secretarisschap der vereeniging neder te leggen, maar hy hoopte en vertrouwde, dat ook zyne plaats op eene waardige wyze mocht vervuld worden. Het viel hem zwaar te scheiden, want hy had de ver eeniging waarlyk lief, waarom hij met den wensch eindigde dat het haar voortdurend wel moge gaan! De president bood daarop den scheidenden secre taris, dien Iry en alle kruisridders met hem, mot diep leedwezen zag heengaan, een souvenir aan, bestaande in een album der leden en eere-leden, met opdracht in calligraphisch schrift. De heer Kersbergen dankte in eenige gevoel volle woorden voor dit bewijs van sympathie, waarna de heer De Boer, commissaris van orde, in eene bondige rede de hulde van leger, vloot en schuttery bracht aan de oudstryders, aan de mannen, wier voorbeeld hem en zyn kameraden altijd voor oogen zal staan en de tegenwoordige verdedigers van het vaderland een prikkel is tot plichtsbetrachting jegens het Vaderland en ons geliefd Vorstenhuishy besloot met de voordracht van een toepasselijk gedicht, dat zeer wórd toegejuicht. Nd werd gelegenheid gegeven den tuin, welke zeer fraai geïllumineerd was en met een chassinet prykte, waarop de woorden„Hulde aan de 9ud,i •stryders van 1830—1831" voorkwatóen, te bezich tigen, waarvan dan ook alle aanwezigen gebruik maakten. Eenige musici der infanterie lieten eene vroolyke wys en het verder gedeelte van het pro gramma, w. o. ook enkele verdienstelijke solo- nommers, hooren en de stemming der feestvierenden was zoo prettig en gezellig als maar te wenschen was. Tal van voordrachten wisselden na het muziek programma de dansen af en reeds laat of liever vroeg was het toen de laatste gasten huiswaarts keerden; 't was in één woord een welgeslaagd feest Aan den heer Damsté, wiens stoffelijk over schot gisteren alhier werd ter aarde besteld, wijdt de „Ned. Sport." het volgende „In Memoriam": Op den 28sten Juli jl. overleed plotseling op 24- jarigen leeftjjd het eerelid der Studenten-roeiver- eeniging „Njord", Richard Jacobus Gesienus Damsté. Dat Njord door Damsté's dood een zwaar verlies geleden heeft, behoeft zeker aan onze lezers niet te worden opgemerkt. Bleek de ijver, waarmede de afgestorvene zyne vereeniging diende, in de jaren 1882,1883 en 1884, toen hy als raceroeier voor Njord uitkwam, ook de toewijding, waarmede hij later als bestuurslid zyn mandaat waarnam, gaf blijk van de liefde, die liy zyner Vereeniging toedroeg. Het was dan ook om den band, die Damsté aan Njord verbond, altijddurend te maken, dat hem in het voorjaar van 1886 het eerelidmaatschap der Vereeniging werd aangeboden. Helaas, enkele maan den slechts zouden er nog verloopen of velen had den het verlies te betreuren van den hun zoo op het onverwachts ontnomen bloedverwant of vriend." Het gezelschap des heeren Van Lier nam gis teravond van het Leidsch publiek afscheid met de opvoering van Van Mauriks „Janus Tulp", hier reeds van vroeger niet onbekend. Èn het geestige stuk zelf èn niet minder de verdienstelijke opvoering verschaften het vry talrijk opgekomen publiek zeer veel genoegen, want onomstootelyk werd opnieuw bewezen dat het gezelschap ook voor dergelijke stukken de noodige krachten disponibel heeft. Met ons roepen zeker zeer velen den heer Van Lier, evenals het gezelschap der heeren Le Gras en Has pels, dat voor de tweede maal in „Jansen hier! Jansen daar!! Jansen overal!!!" optrad, een tot weerziens toe. Naar het „Hbl." meldt, heeft ds. Van "Walsem te Alfén, die als ringpredikant was aangewezen om Zondag 11. den dienst te Leiderdorp te vervullen, maar gemoedsbezwaren had. om aldaar op te treden tegelijkertijd met de kennisgeving daarvan, zyn ontslag genomen als lid van het classikaal bestuur van Leiden. De Algemeene Synode der Ned.-Herv. Kerk heeft het besluit definitief vastgesteld, waarbij; de pred. Van Kasteel, de drie ouderlingen en drie diakenen te Kollum verklaard zyn door woord en daad zich afgescheiden te hebben van de Nederl.- Herv. Kerk, en vervallen van hunne kerkelijke be trekkingen en van hun lidmaatschapde gemeente vacant te zjjn; aan het Classicaal Bestuur van Dokkum opgedragen te Kollum te doen wat des kerkeraads is en de ring aan te schrijven zoo spoedig mogelijk in het dienstwerk te voorzien. Na aanvulling der agenda werden gisteren de aangelegenheden der gemeente Leiderdorp in het breede besproken. Van het deswege behandelde kan echter uitteraard hier niets worden medegedeeld. Bedankt is voor het beroep naar Aalsmeer door ds. J. H. Geselschap WJzn. te Axel. De illuminatie in het Haagsche Bosch, ter eere van den feestdag der Koningin, slaagde boven verwachting met het oog op het zeer veranderlijk weder. -i-.-. Het middelpunt der verlichting was de hooge zuil in nabootsing van de Berlijnsche Victoriazuil,. in het midden van den grooten vijver opgericht, ter hoogte van 30 metèr. Jammer slechts dat de wind een gedeelte er van in 't donker liet. Overigens was het piëdestal bijzonder sierlijk en maakte het een goeden indruk, vooral wanneer van tyd tot tyd Bengaalsch vuur in verschillende kleuren, zoowel uit de topzuil als uit bootjes, op het water, werd afgestoken en tusschen het overhangend groen de groote menigte bescheen. In het midden van de zuil had het muziekcorps der jagers, in een zestienhoekigen kiosk voor het oog verborgen, een plaatsje gekregen en speelde opwekkende muziekstukken. De eerste vijver was guirlandesgewyze langs de boorden en in 't midden verlicht. De sociëteitstent was ditmaal op eene byzonder nette wyze langs de lynen van het gebouw-verlicht en deze illuminatie maakte, evenals de eerepoort aan den ingang, een keurig effect. De kapel der grenadiers en jagers voerde er een fraai program ma uit. Het verkeer was op dit punt het drukst. De boschwachter had in den tuin voor zijne woning eene verlichting aangebracht door zijne bloemperken met lampions te omzoomen en in het gras de naamcijfers van H.H. M.M. uit lampions bestaande te rangschikken. De ingangen van het bosch en de lanen waren sober verlicht. Ofschoon eene groote menigte tot laat in den avond het bosch doorkruiste, werd de orde goed gehandhaafd en ging het bijzonder kalm toe. In de stad prijkten als naar gewoonte de depar tementen van algemeen bestuur, het gouvernements gebouw en enkele andere gebouwen niet schitte rende gasilluminaties. Des namiddags was toch, begunstigd door goed weder en onder toevloed van velen, in de bekoor lijk gelegen vyvers in het Scheveningsche park, de gondelvaart gehouden, welke ook verleden jaar zulk een aangenamen indruk op het publiek maakte. Ook nu bracht de kapel der dd. schuttery, onder leiding van den heer Bolten, tot vier uren eenige vroolyke nummers ten gehoore. Het was een schilderachtige aanblik, al die wan delaars in bonte zomerkleederdracht, die zich langs de paden tusschen de groene hellingen bewogen en de statig drijvende gondels volgden. Vele rytuigen reden op den hoogen weg langs de boorden van het water.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1886 | | pagina 1